1
Rode sireep langs Rijn en IJsel
op stafkaart te Rocquencourt
Krijgt Australië een tweeledige
cultuur?
een en
en
Tiieidaoi iao-ab een uitgeuwJLpene
VAN BEIROET NAAR DAMASCUS
""emigranten"
VAN WIE
DE AARDE?
r
v__
EEN ONVERGETELIJKE
ipioenschap
ind
&wistr rs t
Douane en douane
KNS8 voor
en gevormd
- 1 -
op Geiger is
gehelderd
velden zich bij de
ran Saarbruecken
De opbouw van de Westeuropese
verdediging halverwege gevorderd
Wat is een divisie?
JARINQ - RQD -N (Or.)
ZATERDAG 18 DECEMBER 1953
iurfde het niet uit te
was bang voor hem,"
zitting.
koopman niet behoe-
de officier van
toch drie jaar tegen
mee houdend, dat de
l gedrag kan worden
men, heeft het bestuur
iderlandse Schaatsen-
voorstel van de tech-
lanee baan, besloten
n rijders voortraining
te zenden:
toort (s-Gravenzar.de),
De Lier), Anton Huis-
lerard Maarse (Aals-
't Oever (Lisse), Kok-
t Botterdam) en Wim
rdam).
op 28 December naar
n. De ploeg staat onder
is Schenk. In Noorwe-
rnkele selectiewedstrij-
n, een definitieve keu-
in, welke rijders ons
tegenwoordigen bij da
>enschappen en veer-
bij de wereldkampioen-
vertrekt een ploeg van
Vereniging tot bevor-
'ardrijden op de schaats
leiding van dr. Ensche-
aar Noorwegen voor
ng. In deze ploeg zul-
inomen de rijders Cha-
r.
ONDERSCHIEDING
S ATOOMGELEERDEN
an het Noorse Instituut
:oek, Gunnar Randers,
d Dahl pijn gisteren be-
nandeur in de orde van
SaSÏ
IS?;
iqmgen
'urmerend 10 September,
i September, Enkhuizen
Schagen 22 September,
:ember. Hillegom 29 Sep-
en 3 October, St. Maar-
Jctober. Nader zal r.og
st, waar het kampioen-
sderland zal worden ver-
n, die op 10 November het
Geiger, lid van de in
verboden „Deutsche
lengedrongen, hebben zich
te Saarbrücken gemeld,
tijd gemeld, kwam Geiger»
verklaarde, door een
het leven.
!e bij autobotsing
der NaarcSen
den is een automobilist uit
:,.et zijn wagen in botsing
t een zware vrachtwagen
;wagen, eveneens uit Am-
slachtoffer raakte bekneid
it.kken van zijn au'°.
erleden toen men hem nau
ijden.
ïeente Assen verwelkomde
haar 25.000ste inwone£n,"
ind vtn het echtpaar B
et gemeentebestuur b
ikbaekje met honderd g
usprljsvraag voor het Ere-
erpleegsters heeft
jftigduizend gulden ops
(Van onze speciale verslaggever)
OP HET algemeen hoofdkwartier van de Amerikaanse generaal
Ridgway, bevelhebber van alle NATO strijdkrachten in Europa
te Rocquencourt, hangt een stafkaart, waarop een dikke rode lijn
is aangebrachtDie lijn loopt, naar een ingewijde mij uit eigen
ervaring verzekerde, van de Zwitserse grens langs de Rijn naar
het Noorden tot aan Westervoort en vandaar langs de IJsel tot
aan het IJselmeer. Noch de generaal, noch zijn voorganger, noch
zijn naaste medewerkers hebben ooit aan buitenstaanders haarfijn
uitgelegd, wat de bedoeling is van die streep. De veronderstelling
ligt echter nogal voor de handde verdedigingslinie van de NATO-
strijdkrachten in Centraal West Europa, die onder bevel staan van
de Franse maarschalk Juin. Maar nogmaals, dit is slechts een
veronderstelling-
VIETTEMIN, al maanden lang wordt
er druk gepraat over de linie. Is
het inderdaad zo, dat maarschalk
Juin opdracht heeft zich te beper
ken tot het gebied ten Westen van de
Rijn en de IJsel? Zal inderdaad Duits
land niet verdedigd worden? En is
Noord-Oostelijk Nederland nog altijd
voorbestemd gelijk in 1940, om zonder
slag of stoof prijs gegeven te wor
den als er moeilijkheden komen? Dit
zijn vragen, die ons raken, ook al
verwachten wij nu niet bepaald op stel
en sprong een oorlog. De zware las
ten der landsverdediging zijn gelijke
lijk naar draagkracht verdeeld over
alle Nederlanders en allen hebben er
dus recht op in gelijke mate be
schermd te worden. Het heeft de
schijn, dat dat niet gebeurt. Ik laat
nu geheel in het midden de vraag of
het in alle opzichten mogelijk is.
In welke male
ng NEDERLANDERS, de Belgen en
de Luxemburgers hebben er mèt
de Duitsers, de Fransen en de Italia
nen ook recht op te weten in welke
mate zij verdedigd worden. Wie kan
dat zeggen? Het antwoord op die
vraag verandert van dag tot dag,
maar wel is er dit van te zeggen: de
kracht der verdediging neemt van dag
tot dag toe. Of zij in voldoende mate
toeneemt voldoende dan volgens de
maatstaven, die het comité van NATO-
ministers indertijd te Lissabon heeft
vastgesteld wordt geregeld nage
gaan. Blijft een land in zijn inspannin
gen ten achter, dan wordt het onder
druk gezet. Begin September j.l. pu
bliceerde het Amerikaanse tijdschrift
„U. S. News and World Report" een
overzicht van de stand van zaken in
het centrale deel van West-Europa.
Frankrijk: besnoeit verdedigingsdoel
einden,
Italië: houdt het schema bij, maar
wil besnoeien.
Duitsland: begin van herbewapening
in bespreking.
Nederland: houdt het schema bij.
België: vertraging, wil dienstplicht
bekorten.
Engeland: vertraging, op het schema
ten achter.
V.S.: vermindert militaire hulp aan
Europa.
Spanje: niet in het verband opge
nomen.
Volgens genoemd blad voorzag het
schema van de NATO in 25 volledig
uitgeruste parate divisies tegen De
cember 1952 benevens 4000 gevechts
vliegtuigen met de nodige vliegvelden.
In September waren er, alweer vol
gens dezelfde bron, 23 parate divisies,
gedeeltelijk geoefend, gedeeltelijk uit
gerust, benevens bijna 4000 vliegtui
gen met een onvoldoende aantal vlieg
velden. De verdeling was als volgt:
zes Amerikaanse divisies in Europa,
d.w.z. voornamelijk Duitsland, goed
uitgerust en geoefend; één Canadese
brigade, goed geoefend en goed be
wapend; vier Engelse divisies op het
vasteland, goed geoefend en toegerust
vijf Franse divisies, gedeeltelijk uit
gerust; drie Benelux-divisies, gedeel-
ï.iJi uitgerust, gedeeltelijk geoefend;
Hahaanse divisies, gedeeltelijk
vowf'r1? ^een Duitse divisies. Ter
t£n 22-diene' dat Griekenland
been h«Sï twaalf divisies op de
slechtst, i nvÜ! Noord-Europa
se rlili °?en °P één Noors-Deen
lof is. d®le met gro°t ver"
ten'Pvan
rS™'* zij wel eens acl
de feiten
in
wordt
lil
QP HET PUNT van de verde- g
digingskracht van West-Eu- s
ropa bestaan talloze misver- g
standen, voortgesproten uit een b
veelheid van elkaar tegenspre- |g
kende berichten. Dit artikel m
geeft, althans bij benadering, b
een overzicht van de werke- j§
lijke 'stand van zaken, uitge- m
drukt in aantallen divisies en g
aantallen vliegtuigen. De lezer g
gelieve er echter wel bij te be- g
denken, dat men met summiere g
cijfers niet alles kan uitdruk- m
ken. jgg
■lIllillllliilMllliMiliiiiniMlilllllllllllllimif
pet. De Beneluxlanden zijn trouwens
ook wel iets verder dan drie gedeelte
lijk uitgeruste en geoefende divisies.
Op dit punt zijn trouwens vele misver
standen mogelijk. Zo bestaan de Fran
se divisies uit elk 17.000 man, terwijl
het NATO-schema divisies van 12.000
man voorschrijft. Als nu de Fransen
overschakelen (wat nog niet is ge
beurd) houden zij 60.000 man over.
Een rekenfoutje van maar even vijf
divisies!
Einddoe^
JJOE HET ZIJ, de NATO-minlsters
zullen dezer dagen weer bijeen ko
men, nu te Parijs, om een schema voor
1953 op te stellen. De Amerikaanse
journalist Benjamin Welles, die al we
ken lang bezig is zijn licht op te ste
ken over wat daar besproken zal wor
den, meent te weten, dat men zal aan
sturen op het formeren van 75 divi
sies tegen eind 1953, bijgestaan door
6500 vliegtuigen, door alle veertien
NATO-landcn tezamen wei te ver
staan, met inbegrip dus van de 22 van
Griekenland en Italië en die ene in het
Noorden. Volgens een andere inlich
tingbron zou het comité van ministers
ook gaan beraadslagen over een ver-
der-strekkend schema, dat 100 divisies
en 10.000 vliegtuigen tegen eind 1954
als einddoel heeft. Met inbegrip van
12 Duitse? En van 12 Spaanse mis
schien? Wie weet
Het is in eik geval wel duidelijk,
dat het einddoel van de NATO nog
lang niet is bereikt. Op papier zal het
nog twee jaar duren, maar hier of
daar zal wel weer vertraging ont
staan, die een verschuiving van de
streefdatum noodzakelijk maakt. Maar
eenmaal zal er toch een dag zijn, waar
op de grote man van Rocquencourt zal
kunnen zeggen: nu heb ik wat ik no
dig heb, nu kan West-Europa gerust
zijn. En dan zal die rode streep langs
de Rijn en de IJsel niets meer beteke
nen. Ik had er een lang gesprek ovel
met een Franse generaal. De vraag,
waar de verdedigingslinie van West-
Europa ligt, zo zei hij mij, heeft met
politiek niets te maken. Er is een tijd
geweest, dat er geen andere mogelijk
heid zou hebben bestaan dan de Pyre
neeën te verdedigen. Nu zijn wij een
heel stuk verder. Als wij de gelegen
heid krijgen om te doen wat noodza
kelijk is, zal het straks niet meer dan
vanzelfsprekend zjjn, dat die beruchte
rode streep samenvalt met die andere
rode streep: het IJzeren Gordijn.
(Van, onze correspondent in
Sydney).
r\E VICE-KANSELIER van Aus-
tralië's nationale universiteit in
de federale hoofdstad Canberra, de
vooral op economisch gebied zeer
deskundige Sir Douglas Copland,
heeft een stok in het hoenderhok
geworpen met zijn verklaring, dat
Australië binnenkort een tweeledige
beschaving zou bezitten. In de naas
te toekomst ziet Sir Douglas na
melijk voor Australië een zij aan zij
levende Britse en niet-Britse be
schaving, zoals Canada een twee
ledige Frans Britse beschaving heeft,
België een Frans-Vlaamse en Zuid-
Afrika een Brits-Boerse. Met deze
verklaring haalde Sir Douglas
althans hij trachtte dit te doen
een grote streep door alle assimi
latie-programma's. Hij bracht tevens
de hoop aan het wankelen van die
genen, die Australië's toekomst zien
als een gelukkige versmelting van
de bijzondere hoedanigheden van
de oude Australiërs van Britse ori
gine en de nieuwe Australiërs van
het vasteland van Europa.
Sir Douglas heeft hiermede in
het openbaar een probleem aange
sneden, dat tot nu toe zorgvuldig
met de mantel der liefde bedekt
gebleven is. Onder het motto „assi
mileer of sterf' hebben talrijke or
ganisaties zich met het enthousias
me van kruisridders op de assimi
late geworpen. Soms zelfs in die
mate, dat het woord assimilatie op
zichzelf reeds een zekere weerzin
begon op te wekken.
Tot nu toe zijn de meeste goed
bedoelde assimilatiepogingen be
perkt gebleven tot een soort volks-
vermaak. Nieuwe Australiërs ver
toonden hun „kunsten" in de vorm
van boeren-klompendansen of an
derszins, en de oude Australiërs
vonden dit wel een belangwekken
de, vermakelijke en goedkope vorm
van ontspanning.
Met assimilatie heeft het aan el
kaar vertonen van zekere traditio
nele gebruiken uit het land van
herkomst natuurlijk niets te maken.
Hoogstens helpen deze vertoningen
bij het ontwikkelen van een zekere
waardering voor bepaalde cultuur
uitingen.
Sireep door het motto
„Assimileer of sterf
De werkelijke assimilatie is een
veel subtieler aangelegenheid. Deze
speelt zich niet af in de tentoon
stellingszaal of in het stadion, doch
in de huiskamers, de clubs en ver
engingen en op het werk. En het is
op wat Sir Douglas daar waargeno
men heeft, dat hij zijn mening ba
seert, betreffende de tweeledige
Australische beschaving der naaste
toekomst.
Toen het aantal Europeanen, dat
Australië als nieuw vaderland koos,
nog betrekkelijk gering was, kwam
het assimilattevraagstuk nauwelijks
ter sprake. De weinige Hollanders,
die hier twintig jaar enlanger zit
ten, zijn volkomen geassimileerd.
Jonggezellen trouwden in die tijd
Australische meisjes en hun kinde
ren zijn volkomen Australisch ge
worden.
Nu de immigranten echter bij
duizenden tegelijk komen, veran
dert de zaak echter aanmerkelijk.
Er is onder hen een vrij natuurlij
ke drang het bij elkaar te zoeken,
bij elkaar in de buurt te gaan wo
nen, elkaar in Nederlandse clubs te
ontmoeten en wat dies meer zij.
Het sterkst komt dit tot uiting bö
het gereformeerde deel onder de
immigranten uit Nederland. De
katholieken gaan natuurlijk naar
de bestaande katholieke kerk in de
plaats hunner inwoning, de her
vormden hebben zich bewust aan
gesloten bij de Australische Presby
terian Church, doch de gerefor
meerden konden hun plaats in het
geestelijk leven in Australië niet
vinden en hebben hun eigen kerk
meegebracht.
Dergelijke ontwikkelingen staan
het assimilatieproces, zoals de Aus
tralische autoriteiten zich dat oor
spronkelijk indachten, natuurlijk
aanmerkelijk in de weg. En het is
uit dergelijke symptomen, dat Sir
Douglas zijn conclusie over de twee
ledige beschaving der toekomst trok.
Alleen deze toekomst zal leren,
wie er gelijk krijgt. Want alleen de
toekomst kan laten zien, of de kin
deren van immigranten bij hun Ne
derlandse Vereniging en Gerefor
meerde Kerken blijven, of dat de
krachten van het land te sterk blij
ken, zodat zij toch automatisch ge
assimileerd worden.
T)ANK ZIJ DE K.N.A.C.
hebben de bromfietsers
dezer dagen het odium der
onherkenbaarheid gekre
gen. Automobilisten hadden
geklaagd, dat zij een brom
fietser niet van een gewone
wielrijder konden onder
scheiden en daarom advi
seert de KNAC, dat de
bromfietsen worden toege
rust met een gele cirkel bo
ven het voorspatbord.
Wij, die zelf ook met 38-
cc-in-blik aan het verkeer
deelnemen, voelen ons min
of meer een clandestiene
weggebruiker worden, na
die suggestie van de KNAC.
Waarom, zo vroegen we ons
af, willen de automobilisten
ons eigenlijk herkennen? De
KNAC zegt; omdat een
bromfiets sneller rijdt dan
een normale fietser en om
dat deze hogere snelheid
hem dikwijls uiterlijk niet
is aan te zien. Dit nu, is
dwaasheid.
Hebben wij, bromfietsers,
wielrijders en voetgangers,
ooit bezwaren gemaakt te
gen de sluipmoordenaarlijke,
verchroomde konijnenhokken
van auto's, die met honderd
of meer kilometers snelheid
komen langsrazen? Hebben
wij ooit een rode driehoek
willen invoeren voor de
auto's, die sneller dan 60 ki
lometer rijden? Nimmer heb
ben wij officieel geprotes
teerd, hoewel voor menige
rechtbank in ons vaderland
door getuigen is gezegd: „Je
hoorde de auto, die mevrouw
R. overreed, niet aanko
men!" Als geluidloze, snelle
moordenaars, vliegen de
auto's langs ons heen, met
snelheden die door leken
niet meer zijn te schatten.
Zo zie je ze, zo zie je ze
niet. Als ze de hoek „ne
men" (van ons bromfietsers
en wielrijders wordt een
omslachtig ritueel met ar
men en benen verwacht!)
laten ze een petieterig lamp
je knipperen, dat als duide
lijk symptoom van richting
verandering is bedoeld.
Toch wil men de brom
fietsen met een gele cirkel
ontsieren, zodat we allemaal
een grotesk soort straalja
gers gaan worden. Want
men wil ons kunnen onder
scheiden! Boze tongen be
weren, dat de automobilis
ten dan zullen weten wie ze
straffeloos op de bumper
kunnen pikken, doch deze
veronderstelling lijkt ons
wa t gezocht.
Laten we het vraagstuk
eens van een andere kant
bezien. De KNAC heeft er
nog niet aan gedacht, dat
ook Voetgangers lastige in
secten zijn. Elke dag peu
tert een chauffeur er wel
een paar onder zijn ruiten
wisser vandaan. Nu leert de
ervaring, dat je als automo
bilist niet kunt zien of een
voetganger al dan niet be
hendig is in het ontwijken
van voorbijsuizende auto's.
Dit is dikwijls een kwestie
van leeftijd. Niettemin is nog
niemand met het voorstel
gekomen, om de voetgangers
van - laat ons zeggen - bo
ven de vijf en zestig van een
rode plaat op borst en rug
te voorzien, ten teken dat
zij een weinigje ontzien
moeten worden. Het zijn
weer de bromfietsers, alléén
de bromfietsers, die het geel-
gekleurde hardhorendenbord
op hun vehikel moeten
plaatsen. Wat hééft men toch
tegen ons?
We worden verwenst of
aangeredei. door de automo
bilisten, die ons te laks vin
den voor de grote weg, we
worden gevreesd door de
wielrijders die ons te snel
vinden voor het rijwielpad;
we worden geplaagd door
kleine jongens op vlugge
fietsjes, die ons voorbijrij
den en dan roepen dat we
maar een autoped moeten
nemen en we worden be
klaagd tenslotte door de be
jaarde weggebruikers, die
van die gemotoriseerde fiet
sen niets goeds verwachten.
Een veelgesmaad volk ziin
wij. We betalen wegenbe
lasting alsof we minstens
veertig paardekrachten op
de wegen loslaten, men wil
ons examineren, kortom:
we hebben de lasten van
volwassen wegcoüreurs èn
de lasten van onze voor
ouders: de fietsers. De toe
komst zal moeten leren of
onze 38 kubieke centimeters
dat allemaal wel kunnen
trekken....! ALBERIK,
Qw-erifitacfaten doo-b de £i&anon
(Van een bijzondere medewerker)
yyiE ooit een bezoek aan Libanon brengt, moet eigenlijk niet verzuimen een
reis per taxi van Beiroet naar Damascus te maken. Het is een tocht, die twee
tot drie uur duurt en die wordt gemaakt met wagens, die zes of acht personen
kunnen vervoeren. Er is doorgaans nogal wat belangstelling voor, zodat het aan
beveling verdient van tevoren plaats te reserveren. Maakt men deze reis, dan
kan men verzekerd zijn van een zeer belangwekkende en afwisselende rit, die
beter dan welke beschrijving ook een beeld geeft van het land en van he't
leven hier. Ik zelf bewaar aan deze trip onvergetelijke herinneringen.
zette kussentjes veranderd. De velden
lagen te dampen en heel in de verte
zagen we een eenzame boer. We dach
ten een moment aan een Nederlandse
herfstmorgen op het moment dat de
zon zich door de nevels tracht te boren
die over de velden optrekken. Onze
wagen snorde dwars door de vlakte en
reed al spoedig tussen de eerste uit
lopers van het grensgebergte tussen
Libanon en Syrië, de Anti-Libanon.
Opnieuw veranderde het beeld. Vlak
langs de weg groeiden nog wat
boompjes en struikgewas, maar ver
der waren de bergen kaal en grillig van
vorm. Duidelijk konden we de ge
laagde structuur van het bergmassief
waarnemen, hetgeen door de zeer uit
eenlopende kleuren van het gesteente
een prachtig gezicht was.
erg
se leger, dat er geheel anders uitziet
m|"datSFrInkr«lfop hltZogCTbnk™T-
sehikt over acht divisies infanterie
fanrlbf<? fS6r Cn divisie St
andingstroepen, benevens twee divisies
in embryonale toestand. Van deze veer-
bSdNt" l?v«ena J.fcri"onln^e" opSe"
voor Cansrio a Speciale typen
lijke hukllct: Australië. Voor tijde-
estmg kan worden gezorgd.
(Advertentie, ing. .uea.j
LIET was een trieste morgen en de
regen stroomde neer, toen wij ver
trokken. De anders zo drukke wegen,
waarop zich in de zomermaanden vaak
enorme opstoppingen voordoen tal
loze Libanezen bezitten een auto,
waarmee ze zich in de zomermaanden
na volbrachte dagtaak naar hun villa,
huis of huisje in de bergen haasten
waren stil en verlaten. Alleen een een
zame tientons vrachtauto zwoegde,
hoog opgeladen, bij de hellingen op
door de z.g .vrije zone naar de Syri
sche grens.
Hoe hoger we kwamen, hoe een
zamer het werd. De villadorpen, soms
zeer schilderachtig tussen de bergen
gelegen, waren doods en verlaten.
Slechts een enkele oude, aan zijn ge
boorteplekje gehechte man of vrouw
bleek de winter in een huisje in de
thans verlaten streek door te bren
gen. Maar de grote villa's met hun
geelachtige stenen muren en hun kleu
rige vensterluiken,'die in de zomertijd
vol leven en vrolijkheid zijn, waren
nu verlaten. De bewoners waren
teruggekeerd naar Beiroet. Het was
hier erg troosteloos en verlaten in die
eindeloze regen.
De bomen deelden in de algemene
misère. Was in de omgeving van
Beiroet nog allés fris en diepgroen
hier stonden de platanen af te schilfe
ren en de bladeren dwarrelden in de
meest fantastische herfstkleuren om
laag. Het gebeurt in deze tijd vaak,
dat 's nachts een ijzig koude bergwijnd
door de dalen buldert. Eigenlijk kan
men niet beschrijven hoe groot het
verschil tussen herfst en zomer in deze
streken is. Dat moet men gaan zien.
Toen we de hoogste toppen waren
gepasseerd, waren we aangekomen in
de grote, vruchtbare vlakte van Bekaa,
waarover ik reeds eerder schreef. De
regen was opgehouden en behoedzaam
keek de zon over de rand van een
grote wolk heen. De enkele groene
bladeren werden in met parelen be-
De douane
■pOEN om een bocht stonden we
voor een grenspost. Aan een lange
mast wapperde bij een paar huisjes een
rood-wit-rode vlag met in de witte baan
de groene ceder, de vlag van Libanon.
De douane hier heeft waarschijnlijk
wel het snelheidsrecord gevestigd met
betrekking" tot de controle op uitgaande
reizigers. Nog geen vijf minuten later
namelijk reden we door „niemands
land" naar de Syrische collega's van
deze heren. Die verrichtten hun con
trole met aanzienlijk meer nauwgezet
heid. Alles werd nauwkeurig nage
keken cn onderzocht, met het gevolg,
dat de chauffeur een gloednieuw Ame
rikaans costuum met hoed in handen
van de grenswachters moest achter
laten. Hij lachte er eens om en zei:
„Ma'alesh" (doet er niet toe), en ver
trouwde ons toe, dat hij een volgende
keer wel zo goed zou oppassen, dat ze
niets zouden kunnen vinden.
We waren nu nog veertig kilometer
van Damascus verwijderd. Tot op en
kele kilometers voor deze stad was er
van enige begroeiing geen sprake.
Eerst reden we verder door de Anti-
Libanon, een bergmassief, nog grootser
en doodser dan de Libanon. Aan de
ene zijde van de weg rezen de kale
rotswanden steil omhoog, aan de an
dere zijde ontwikkelde zich langza
merhand een bergstroompje, totdat
plotseling ook hier de naakte rotsen
steil omhoog rezen. Later weken de
bergwanden uiteen en reden we langs
heuvels, die met een rood zand over
dekt waren. In de verte wat zwarte
stippen: zwarte schapen met hun her
ders; dikwijls Bedoeïenen op hun
snelle ezeltjes.
Toen gebeurde er plotseling een
wonder. In enkele minuten maakte al
die dorheid plaats voor een overvloed
van groen. Waar we ook zagen, groei
den de planten en bomen. Het was, of
we in het Paradijs waren gekomen. Al
vrij spoedig waren we nu in Damas
cus. Over een prachtige brede autoweg
De straat in Damascus genaamd
Rechte",
reden we de villawijken van de stad
binnen. Het was er betrekkelijk rus
tig. Er werd niet overmatig getoeterd
of gejakkerd. De weinige auto's reden
rustig op de voor hen bestemde banen
van de weg. Daarom heen scharrelden
de talloze fietsen, die allen waren
voorzien van handrem en een menigte
van vlaggetjes en andere versierselen
droegen. Verder waren er zeer veel
militairen op de been, veelal gekleed
in gloednieuwe Amerikaanse unifor
men. Ook was er vrij veel verkeer van
jeeps, zware legertrucks e.d.
Behalve deze prachtige entrêe heeft
Damasdus nog enkele fraaie royale
straten, overigens is het er niet veel
gedaan. Ik heb nog een kijkje geno
men in de Soukhs, de winkels in de
Arabische wijk, maar daar bleek het
veel vuiler te zijn dan in de soortge
lijke buurten in Beiroet.
TS de aarde van de mens? Te consta
teren valt, dat de macht en de heer
schappij van de mens zich vooral de
laatste eeuw geweldig hebben uitge
breid. Economen, politici, fabrikanten,
arbeidersmassa's regeren door hun
woorden en daden. Vergeet daarbij niet
de technici en de mannen van de we
tenschap. die meer en meer de natuur
haar geheimen ontwripgen en de na
tuurkrachten aan zich onderwerpen. De
gehele wereld ligt als het ware voor
de mens open. Het machtsgebied van
de mens schijnt haast geen grenzen
meer te kennen. De mens is zelfstandig
geworden, autonoom, vrij van boven
menselijk gezag. Hij stelt zichzelf de
wet, regeert de wereld, regeert het
eigen leven; naar eigen inzicht, wijs
heid en verlangen. De mens houdt als
veroveraar zijn triomfantelijke intocht
in de wereld van heden. Dit is de roep
van deze tijd: de aarde is van de mens!
Doch er valt nog iets anders te con
stateren. De mens, die als heer de
wereld in bezit neemt, wordt zelf be
zeten. Er zijn machten ontketend, die
de mens niet meer aan kan. Ook gees
telijke machten en invloeden. Overtui
gingen, stromingen, stemmingen be
heersen als boze geesten de menselijke
samenleving. Denk aan communisme,
kapitalisme, stakingsziekte, genotzucht,
corruptie, het verdwijnen van eerge
voel, het loslaten van alle remmen, het
gericht zijn op deze wereld en haar
goed. In z'n mateloze machtsbegeerte is
de mens slaaf, bezetene, gedrevene. En
de Bijbel zegt het ons, dat degene, die
herp drijft de boze is. de mensenmoor.
der van den beginne. En de roep wordt
gehoord: de aarde is van de boze!
Maar er wordt nog een andere roep
gehoord. Het is de roep van de Bijbel:
des Heren is de aarde! (Psalm 24). Er
staat niet, dat de aarde het eigendom
van God zal worden. Niet, dat God zal
pogen de aarde aan Zich te onderwer
pen. De aarde is van Hem. Dat is het,
waar het op aankomt; wat we nodig
hebben te weten en waaruit we moeten
leven, zal deze wereld niet ondergaan.
Door deze proclamatie: de aarde is des
Heren, wordt de hoogmoedige, eigen
wijze, eigenmachtige mens onttroond.
Alle menselijke, en ook alle duivelse
macht, heeft dus toch wezenlijk geen
beslissende macht. De mens leeft en
werkt op de wereld, alsof hij van zelf
sprekend haar eigenaar en heer is, wie
alle dingen toekomen. Het Kerstfeest
echter wijst ons op onze armoede, en
spreekt van de Zoon van God, die als
Kind in een kribbe onze armoede droeg
om ons rijk te maken. Daarom is het
Kerstfeest ook het feest, dat heel ons
leven en streven in een ander licht
zet, en van karakter verandert. Ons
eigenmachtig, zelfverheerlijkend, bege
rig jagen, dringen en drijven maakt
plaats voor ootmoedige afhankelijkheid,
voor biddend wachten, voor stil ver
trouwen, voor dankbaar leven van ge
nade. En onze arbeid is dan een offer
der aanbidding, gebracht aan het arme
Kind. dat onze riike Konimr is. Door
de gave van dit Kind rukt God do we
reld. en die daarin wonen, los uit de
tyrannie van de boze, en bevrijdt Hij
de mens van boze macht. Kerstfeest is
het feest van het komen van God in
de Zoon Jezus Christus, die in Zijn
komst ten volle waar maakt: des Heren
is de aarde!
Ds C. G. WIEGERS,
Wieringermeer.