Meisjes in een vak maar moeder in de huiskamer P DE VERMISTE OORRING ROULEl WERl £n nu de tiende dw-eltie £vuAtetL eenfinaaA Arbeiders om De vergeten categorie eist: De vergeten categorie Drie vragen f Pim, Pam en Pom in het lurhtruim l Het Radioprogramma Bokser verliet de ring RaUye-rijders bijeen Met VELPON zie je er geen barst van! HEILOC sïSSjvM «S,ïrora DONDERDAG 18 DECEMBER 1953 "W PAAR opmerkingen vooraf: 1. Twee lezers maken mij er op attent, dat een der geplaatste inzendingen uit een vroeger nummer niet voor plaatsing in aanmer king mocht komen, omdat de schrijfster allerlei argumenten en soms hele zinnen heeft overgenomen uit een bekend vrou wenblad; zij zonden mij het artikel er bij en schreven de gelijkluidende zinnen over ik moet tot mijn spijt vaststellen, dat hun opmerkingen juist zijn en hier duidelijk sprake is geweest van plagiaat. Naar ik hoop heeft de zondares genoeg eergevoel, om de aan haar gezonden 2.50 terug te zenden haar de redactie van de krant te Alkmaar. Het lijkt mij niet nodig, haar naam hier te vermelden! 2. bij de brieven van deze week waren twee uitstekende artikelen, die onge twijfeld een plaats in onze kolommen verdienen, maar terzijde moesten worden gelegd, omdat de auteurs respectievelijk 20 en 22 jaar zijn; ik ben hun zeer erkentelijk voor hun beschouwingen, maar.„de vergeten categorie" omvat de IS19-jarigen en er is geen reden, de grenzen te verwijden; jammer, maar nood zakelijk. 3. mag ik nog even herinneren aan een paar afspraken: papier aan één kant beschrijven ten gerieve van de zetters; de leeftijd vermelden en bovendien de school of het beroep: niet later inzenden dan Maandagmiddag, zodat ik op Dinsdagmorgen alle brieven binnen heb. de van onafhankelijkheid geleerd heeft, van geen nut? Commentaar mijns inziens overbodig. Of een meisje ook als ze getrouwd is, dóór moet werken? Dat zal helemaal van het meisje afhangen. Ik kan me heel goed voorstellen, dat er meisjes zijn, die gelukkig zijn met hun huishouding, maar net zo goed zijn er ook, voor wie de huishouding niet alles is. Het is de grootst mogelijke onzin om dan te zeggen: „Laat ze dan niet trou wen". Als je echter geen behoefte aan huishouden hebt, zou ik het niet doen. Veroordeel., iemand, die het wèl doet, daarom nooit. Jammer genoeg ge beurt dat zo vaak. Als een meisje kinderen heeft, is het antwoord zo klaar als een klontje. Dan moet ze in de eerste plaats „Moeder" zijn en voor haar kinderen zorgen. Het ij natuur lijk duidelijk, dat dit op de meest nor male gevallen slaat. Als een geval iets van het normale afwijkt, zal het meisje echter haar verstand wel ge bruiken en de enige goede weg in slaan. Hoogachtend, Baukje Dam, 1T jaar. Westfries Lyceum IVB, Hoorn Boekert 4B, Blokker. pN nu wenden wij ons tot de vragen, die, als gewoonlijk, allerlei meisjes en jongens tot schrijven brachten. Het waren er drie. Op de eerste: „Moet ieder meisje een vak leren, waardoor zij maatschappelijk onafhankelijk wordt?" antwoorden 'ongeveer- alle schrijvers „ja"; bij de tweede „moet zij dat vak blijven beoefenen als zij getrouwd is?" lopen de antwoorden sterk uiteen en de derde vraag: „ook als zij kinderen heeft?" ontlokt aan jong en oud een krachtig en onvoorwaardelijk „neen", al zijn er ook hier uitzonderingen en aarzelingen. Bij de bestudering van de meningen is het mij opgevallen, dat de meesten het besturen van een huishouding en het opvoeden van kinderen niet als een „vak" of „vakken" beschouwen, on danks het feit, dat de eerste vrouwe lijke hoogleraar in de huishoudkunde pas haar inaugurele rede in Wagenin- gen heeft gehouden en wij meer dan één professor in paedagogiek en psy chologie bezitten. Om over voedings leer, ziekenverpleging, efficiency in de huishouding, meubelbehandeling, wo ninginrichting, het verzorgen van planten, warenkennis, handwerken e d. maar te zwijgen. Als ik zie, met welke zeer uiteenlopende bezigheden onze vrouwdh en moeders in de loop van hun leven bemoeiingen hebben, kom ik tot de conclusie, dat zij niet één, maar een conglomeraat van „vak ken" beoefenen, die misschien wel stuk voor stuk een heel mens opeisen, zich steeds meer gaan ontwikkelen tot we tenschappelijke beroepen en, in ver- tand met de grote verantwoordelijk heid van haar,' die ze bekleden, recht hebben op meer dan een dilettantische uitoefening. Waaruit weer volgt, dat ze een grondige voorbereiding eisen en een doorlopende studie en wij, of lie ver de vrouwen, geplaatst worden voor het uiterst belangrijke, maar zeet gecompliceerde probleem, hoe zij cèze „vakopleiding" kunnen combineren met die van een totaal ander beroep, dat haar onafhankelijk kan maken van de familieleden en haar niet dwingt uit puur zelfbehoud de hand te aanvaarden, die haar gratuite wordt geboden maar haar niet immer be koort. Terwijl toch niet vergeten mag worden, dat meer dan 90% van de meisjes in het huwelijk treedt en dan in de regel geplaatst wordt voor het uitoefenen van het beroep, waarvoor zij niet of onvoldoende werd voorbe reid. Hoe denkt „de vergeten categorie" over deze kwesties? Wij geven aller eerst het woord aan een 15-jarig meis je, dat „vak" en „huishouding" niet laat samenvallen. Afhankelijk van haar aanleg OP uw vraag: Moet ieder meisje een vak lerenis mijn antwoora: aai hangt helemaal af van haar aanleg. Bezit een meisje een bijzondere aan leg voor een bepaald vak en heeft ze er interesse voor, dan is er niets tegen en kan zij dat vak van haar keuze ge rust gaan leren; maar of het nu juist moét, geloof ik niet. Zij kan ook onaf hankelijk zijn, als zij zich Op eigen terrein begeeft en ook dan heeft ze een mooie taak. Wat kan ze voorbeel dig zijn in de huishouding met alle aroeid, die daar aan verbonden is, en jvat een narigheid heeft het al niet te weeg gebracht, dat ér geen dienst boden meer te krijgen zijn oj hulp in de huishouding. Daarom zeg ik: niet ieder meisje moet een vak leren, alleen zij, die daarvoor bijzonder geschikt zijn, anders wordt het een mislukking. En kent een meisje of vrouw eenmaal een bepaald vak, laat ze er dan ook maar mee doorgaan, als ze getrouwd is. Ze moet er echter mee ophouden, als de kinderen en de huishouding er on der te lijden hebben, en ook als door haar werk de mannen benadeeld wor den of werkloos rondlopen. Mijnheer, ik ben een meisje en ik heet Engeltje. Ik ben 15 jaar en werk bij mijn moeder in de huishouding. ENGELTJE DE BOER, Vijzelstraat 8, Den Helder. Naiuurlijk AIOET ieder meisje een vak leren, waardoor zij onafhankelijk kan zijn? Mijn enig antwoord hierop is: „Natuurlijk moet zij dat". Er zijn vee, mensen, die het natuurlijke hier met van inzien. Ze menen, dat meisjes ner gens beter op hun plaats zijn dan in de huishouding. Ze trouwen immers toch! Wat er met de meisjes moet gebeuren, die niet trouwen? „Nou ja". Daar maakt men zich met een schou derophalen van af. Maar die mensen zijn er hopeloos naast. Een meisje moet onafhankelijk zijn in onze maat schappij. Als ze ail'-en komt te staan zal die haar heus niet vooiuit helpe i Bovendien :s 4i het verplicht tegen over haar ouders, die ook niet eeuwig voor haar kunnen zorgen. Nu ligt de toekomst van de meeste meisjes in het huwelijk. Het lijkt misschien ot ik dat afkeur, dat is heus niet zo Maar is nu alles, wat ze in die perio Tenslotte de stem van Engeltjes broer, een jongeman uit het bedrijfsleven; hij pleit voor specifiek vrouwelijke beroe pen, die tegelijkertijd een zekere voor bereiding geven over het „beroep" van moeder en gezinsleidster en hij is niet blind voor de economische problemen, die het feit van „de werkende vrouw" oproept. Vrouw mag man niet verdringen OP uw eerste vraag in de negende kwestie kan ik zonder enig bezwaar een bevestigend antwoord geven en zeg volmondig „ja", een meisje moet ook enige zekerheid hebben voor haar toe komst. Het leven is immers rijk aan te leurstellingen en wie zal van te voren kunnen zeggen of een meisje een plaats in een gezin door een huwelijk krijgt? Ze kan wel niet ten huwelijk worden gevraagd of zelfs bedrogen of teleurge steld worden en dan is het zeer goed dat zij niet afhankelijk behoeft te zijn. Zij heeft ook prachtige kansen om zich te bekwamen in een bepaald vak, b.v. ver pleegster, waardoor zij zich zelf geeft voor het heil der lijdende mensheid, een schone taak. Of onderwijzeres. Van een goede onderwijzeres kan grote opvoe dende kracht uitgaan op het kind dat meestal veel meer van de juf dan van een meester houdt, tenminste zo ging het mij ook toen ik een jaar of 8 was. Ook kan zij het goede vak van coupeuse leren; dan blijft zij nog op eigen ter rein ook, dan zit ze tenminste het man nelijke geslacht niet dwars. Want het is ook wel eens het geval, dat de man van de arbeidsmarkt verdrongen wordt door de vrouw en dit kan vooral in crisis jaren en in tijden van werkloosheid ern stige gevolgen hebben. Daarom vind ik het wel aan te bevelen, dat een meisje een vak kiest om te Ieren, zonder dat ze de andere sexe benadeelt._ Een an dere vraag is echter: moet zij dat vak blijven beoefenen, als zij getrouwd is en kinderen heeft? Ik zou zeggen: dat zal van de omstandigheden afhangen. Neem b.v. het verpleegstersvak, wat zou er op tegen zijn als een jonge vrouw door liefde voor haar medemensen zich gedrongen voelt, het te blijven beoe, fenen, oo't als ze getrouwd is? Natuur- ijk moet ze er ook voor worden beloond. Ik denk aan de verloskundigen en kraamverzorgsters. Voor onderwijze ressen ligt het misschien weer even anders, want als een vrouw kinderen heeft, heeft ze een eigen taak voor haar eigen kinderen: ze kan dan ook een sta in de weg zijn voor de onder wijzers. Ook het vak coupeuse kan zonder enig bezwaar worden uitgeoefend, al is een vrouw gehuwd, tenminste als het gezin er niet onder te lijden heeft, want als het niet bevorderlijk is voor de op voeding der kinderen, mag ze er niet mee doorgaan. Misschien zijn er nog wel enkele vakken, die een getrouwde vrouw kan blijven uitoefenen, maar er zijn er ook en dan denk ik aan admi nistratieve arbeid en aan vakken als stewardes, conductrice e.d. die nog wel door ongehuwde vrouwen, maar niet door de gehuwden moeten worden be oefent! en dan is het jamm-r, dat de overheid dat in de hand werkt, door gehuwde ambtenaressen te handhaven. FAUI.US DE BOER Vijzelstraat 8, Den Helder. Oud 17 jaar, werkzaam op de Rijkswerf als mach. bankw. En de verdere brieven? het een QM welke redenen vindt men noodzakelijk, dat een meisje vak leert? Het geeft haar een zekere voldoening, onafhankelijk te zijn; „al tijd bij moeders pappot is niets ge daan"; „ze staat veel vaster op haal benen in de maatschappij en zij zal bij een eventuele echtscheiding niet met de handen in het haar zitten en naar haai' vader lopenEn stel je nu eens voor, dat ze niet trouwt, dan zal haar vader van zijn pensioen ook haar nog moeten onderhouden" aldus de 15- jarige Frans van Hilst uit A'dam. Leo Schagen (15 j.) uit Alkmaar is het daar mee eens, „mits het meisje geen auto buschauffeur of pilote wordt". Rie Friks (16 j.) uit Burgerbrug wijst er op, „dat het helemaal geen voldongen feit is, dat een meisje zal gaan trou wen" en Hans Kaper (16 j.i»uit Alk maar wil, „dat een meisje een vak leert, óók als zij in de huishouding g„at; men moet er echter voor zorgen, dat de studie niet teveel jaren neemt, tenzij het meisje allereerst 'n bepaalde status wil bereiken, alvorens aan trou wen te denke.i". Jacob Balder (16 j.) uit St. Pancras maakt onderscheid tus sen rijken en armen: „Ook hier is het, zoals bij zoveel pro blemen, onmogelijk met ja of neen te antwoorden. Hoeveel hangt er immers niet van af van de omstandigheden waarin het meisje verkeert. Als zij uit een milieu komt, waar men niet op geld behoeft te zien, dan is het waarschijnlijk dat zij een mid delbare of zelfs universitaire opleiding krijgt en dan trouwt. Van „een vak leren" is dan natuurlijk geen sprake. Moet thuis echter elk dubbeltje om gedraaid worden, voordat men het uit geeft, dan is het noodzakelijk èn van zelfsprekend, dat zo'n meisje op eigen benen gaat staan, zo gauw dat mogelijk ir". Hans Reinders uit Cestricurrr blijkt ook nu weer te beschikken over jour nalistieke gaven: „Wanneer men mij op de man af vraagt of ieder meisje een vak moet leren, dan zou ik in mijn eerste opwel ling deze vraag zeer zeker met een krachtig „ja" beantwoorden. Dat een meisje een vak leert, is, zo niet nood zakelijk, dan toch op z'n minst gezegd zeer wenselijk. Er zijn, en ik meen dit stellig te weten, nog altijd zeer veel meisjes, die na de lagere school niet veel meer doen dan wachten tot de tijd is aan gebroken dat „hij" komt. Ik wil niet zeggen dat de schuld hiervan geheel en al bij die meisjes zelf ligt. Integen deel, ik geloof vast dat in verreweg de meeste gevallen de schuld ligt bij de ouders, die zeggen: „Nou ja, het is eigenlijk zonde, want over een paar jaarVoor zover ik weet, komt dit laatste vooral in dorpen nog maar al te vaak voor. Het is inderdaad waar, dat die „hij" bijna altijd komt opdagen, maar het lijkt mij toch heus niet té pessimis tisch om er, voordat die beslissing van „wachten" genomen wordt, eens heel even bij stil te staan, wat er zal moe ten gebeuren wanneer hij verhinderd blijkt te zijn eh dus niét komt. Nee, het kan heus geen kwaad wan neer je in staat bent om op je eigen benen te staan en in je eigen levens onderhoud te voorzien, ook al ben je een meisje". Ria de Groot (16 jaar) uit Den Hel- ruwe, gesprongen huid, schrale lippen zwrrsAL mmnm gj gS tl 6G Si ellliliS (Advertentie, lng. Med.) der begint met de woorden: „Het is een verstandige .raag, die u gedaan heeft" dank je Ria! fn zij beeft een nieuw argument: „Een jongen ziet ook liever een ontwikkeld meisj-, dat hem be grijpt in zijn werk". Terwijl Jan Toes (17 jaar) uit Den Helder de wenselijk heid bepleit van bijverdiensten ook door de meisjes in een gezin met geringe in komsten: „verder snijdt het mes van twee kanten, als verloofden samen spa ren om een huwelijk mogelijk te ma ken". Vermelden we ten slotte nog, dat Ina Heemskerk (18 jaar) constateert, „dat een meisje niet alleen het vak moet leren, waar zij van houdt, maar tevens op huishoudelijk gebied goed beslagen ten ijs dient te komen", dan zijn we terug bij het probleem, dat ik in het be gin van dit artikel stelde. De antwoorden op vraag twee geven maar weinig aanleidirg tot bijzondere opmerkingen. M. J. Hensen (15 jaar) uit Amsterdam geeft een ironisch pleidooi voor „de gehuwde vrouw thuis!": „Want komt „het mannetje" 's avonds thuis dan zit vrouwtje nog op kantoor of is op weg naar huis. Wie zal dan de man een kopje thee schenken? En zijn pantoffels aangeven, haar een kussen in de rug stoppen en de steeds terugkerende ver zuchting aanhoren: ik bij zo moe als een hond?" Volgens hem is „de taak van de vrouw: kinderen te verzorgen, pantof fels te geven en klaagliederen van de man aan te horen!" Houdt hem in de gaten, meisjes! Sommige schrijvers en schrijfsters hebben een open oog voor het feit, dat een jor.ge, actieve, pas ge trouwde vrouw kans loopt op verveling en vereenzaming: zij willen haar laten doorgaan met 'iet werk, dat zij vóór haar huwelijk deed; dat zij nu tijdheeft voor de „wetenschappen" van haar nieu we beroep, wordt maar door een enkele opgemerkt. Als er kinderen zijn vindt ongeveer ieder het vanzelfsprekend, dat de moeder zich volkomen wijdt aan het gezin. In alle tonen wordt de onmisbaar heid van de moeder bezongen: door haar ontstaat de sfeer in huis, zij is de toe vlucht van alle kinderen, zij heeft tijd óm te luisteren naar alle vragen en het verslag van de dagelijkse ervaringen, zij zorgt voor gezelligheid, haar afwezig heid brengt leegte, haar aanwezigheid vreugde en vrede. Hoe groot is de plaats, die de moeder inneemt, ook in de harten van deze grote kinderen! „Huisvrouw zijn is een móói vak", zegt de 14-jarige Maartje Houtkooper. En ge lijk heeft ze! „Alle ijd besteden aan huishouden en kinderen, daar kan niets bij of af", eist Fians van Hilst. Leo Schagen voelt r.iets voor werkende ge huwde vrouwen: „Het geld, dat moeder verdient, gebruikt ze meestal om. het aardige jurkje, dat ze in een winkel heeft zien liggen, te kopen, of om dat leuke hoedje, versierd met een veertje of een ander ierlantijntje, te kunnen bezittenEr zijn in het dagelijks leven genoeg gevallen bekend van ge zinnen, die een dubbel inkomen hebben, terwijl er duizenden kostwinners werk loos in ons land rondlopen". Gelukkig zijri er anderen, die beseffen, dat vaak harde economische noodzaak man èn vrouw tot werken dwingen, hoe graag ze het anders zouden willen: onze mid denstanders kunnen u daarover voldoen de inlichten! En zij kunnen Jan Toes genezen van de vrees, dat de man, die door zijn vrouw geassisteerd wordt, last zal krijgen van minderwaardigheids complexen! Belangrijk is de opmerking van Mar jan Doorn uit Alkmair, dat de moeder wijs doet „op de mogte te blijven van wat er over het beroep, dat zij vóór haar huwelijk uitoefende, geschreven wordt. Zij kan dan, als de kinderen gro ter zijn en niet meer zoveel zorg nodig hebben, haar beroep geheel of gedeelte lijk weer opvatten. Een vrij beroep zal zij weer eerder kunnen uitoefenen dan een vaste betrekking aanvaarden". Mag ik dan eindigen met een citaat, dat een afwijkend oordeel uitspreekt, geschreven door C. H. du Burck uit Alk maar? „Wanneer zij rinderen heeft vind ik het ook geen bezwaar, dat de vrouw blijft werken. De ene vrouw is meer ge schikt voor het huishouden dan de andere. Er zijn 'rnmers vrouwen, die in het huishouden prullen zijn, en in hun beroep onvervangbaar! Waarom niet iemand voor de huishouding genomen, die hiervoor geschikt is? Als het huis houden dan goed bestierd wordt, vind ik het heel verstandig van de vrouw, als ze niet thuis blijft zitten, maar buitens huis haar werkkracht productief maakt". ^yAT zou je in de scholen voor jonge mensen van twaalf tot negen tien jaar graag anders geregeld zien? Er wordt geen critiek op de leraren bedoeld, maar het uitspreken van wensen betreffende de organisatie het onderwijs, de vakken e.d. Brieven aan D. L. Daalder, Komlaan 8, Bergen (NH). 2. Zo ging Pim er die middag al leen op uit om een boodschap voor Moeder te doen. Wel iets bijzonders, want meestal waren de broertjes onaf scheidelijk. Pim liep hard door. Niet alleen, omdat het nog steeds regende, maar hij vond er niets aan om in zijn eentje spelletjes te gaan doen in de olas.-en. Dat wordt pas leuk, wanneer je met z'n drieën'bent en je elkaar nat kunt spatten. De Dorpsstraat leek wel uitgestorven. Er was niemand te zien in de kille natte regen en Pim was blij, (oen hij in de drogisterij van meneer Vijzel stond. Hij werd vlug geholpen, maar aarzelde nog even, voordat hij weg zou gaan. want de vriendelijke meneer Vijzel had ditmaal vergeten om een dropje uit te delen. „Is er nog iets?" vroeg meneer Vijzel vriendelijk. „Nee., eh...." stamelde Pim. „Dag meneer". Juist wilde hij diep teleurgesteld naar buiten stappen, toen de winkelbel weer rinkelde en er nog een klant binnen stapte. Een zonderling heertje met een keurig geknipt puntbaardje en een hoge zijden hoed op. Pim kende de nieuwe bezoeker wel. zoals alle inwoners van Dierendorp. Het was prof. Splitser, die sinds enige tijd in het dorp woonde. Men fluisterde, dat hij met geheimzin nige onderzoekingen bezig was. Atomen of zoiets! Maar geen van de dorpelin gen wist er het zijne van, want de prof. sprak bijna met niemand. Toch was hij vriendelijk tegen een ieder, maar altijd wat verstrooid, alsof hij met zijn ge dachten bij heel andere dingen was. Ook nu glimlachte hij afwezig, terwijl hij voorzichtig zijn hoge hoed in de paraplubak zette en zijn paraplu aan een kapstok hing. LIEDEREN VAN HUGO WOLF. We hebben Wolf al eens eerder geprezen als componist van vele zeer fraaie liederen. Ditmaal worden werken van zijn hand Michel Angelo en Goethe, lie deren waarin een grondtoon van smart en hopeloosheid doorklinkt. De vertolkers zijn Laurens Bogt- man en Felix de Nobel, of naar BORIS CHRISTOFF. Deze Russische bas van zeer voorname allure zal le horen zijn in een programma van opera-fragmen ten van Moussorgsky, een land en tijdgenoot van Tsjaikofsky. (Vrijdag over Hilversum II, 298 m.,- resp. om 20.10 en 21.00). VRIJDAG 19 DECEMBER HILVERSUM I, 402 m.: 7.00—24.00 KRO. 7.00 Nieuws. 7.10 Gram.muziek. 7.40 Idem. 7.45 Morgengebed en Liturgi sche kalender. 8.00 Nieuws en weerbe richten. 8.15 Gram.muziek. 9.00 Voor de huisvrouw. 9.35 Waterstanden. 9.40 Gram\- muzeik. 10.00 Idem. 10.45 Idem. 10.50 Blazers-ensemble. 11.00 Voor de zieken. 11.40 Kamerorkest en solist. 12.00 Ange lus. 12.03 Lunchconcert. (12.30—12.33 Land- en Tuinbouwmededelingen.) 12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nieuws en Katholiek nieuws. 13.20 Actualiteiten. 13.25 Piano- duo en soliste. 13.45 Voor. de vrouw. 14.00 „Der Apotheker", opera, 15.00 Salon orkest. 15.15 Gram.muziek. 15.25 Sopraan, tenor en piano. 16.00 Voor de zieken. 17.00 Voor de jeugd. 17.15 Kinderkoor. 17.35 Kamerorkest en solisten. 18.00 Militaire reportage. 18.10 Dansmuziek. 18.30 Amu sementsmuziek. 18.52 Actualiteiten. 19.00 Nieuws. 19.10 Regeringsuitzending: „Ver klaring en Toelichting". 19.30 Gramofoon- muziek. 20.25 De gewone man zegt er 't zijne van. 20.30 Brabants programma. 21.05 „Doornroosje", radio-muziekspookje. 22.05 „Om de toekomst van Nederland", klankbeeld. 22.25 Gram.muziek. 22.35 Sportpraatje. 22.45 „Ik geloof in ene hei lige Katholieke Kerk", causerie. 23.00 Nieuws. 23.1524.00 Gramofoonmuziek. HILVERSUM II, 298 m.: 7.00 VARA, 10.00 VPRO, 10.20 VARA, 12.00 AVRO. 16.00 VARA, 19.30 VPRO, 21.00 VARA, 22.40 VPRO, 23.00—24.00 VARA. 7.00 Nieuws. 7.10 Gram.muziek. 7.15 Ochtend gymnastiek. 7.30 Gram.muziek. 8.00 Nieuws en weerberichten. 8.18 Gram.muziek. 8.50 Voor de huisvrouw. 9.05 Gram.muziek. 9.40 Voor de kleuters. 10.00 „Thuis", cau serie. 10.05 Morgenwijding. 10.20 Gram. muziek. 10.30 Schoolradio. 10.50 Gram. muziek. 11.25 Radiofeuilleton. 11.45 Vo caal Dubbelkwartet. 12.00 Dansmuziek. 12.33 Land- en Tuinbouwmededelingen. 12.33 Sport en prognose. 12.48 Gram- muziek. 13.00 Nieuws. 13.15 Mededelingen of gram.muziek. 13.20 Lichte muziek. 14.00 Kookpraatje. 14.20 Mezzo-sopraan en piano. 14.50 Boekbespreking. 15.10 Piano trio. 15.30 Lichte muziek. 16.00 Orgel spel. 16.30 Voor de jeugd. 17.00 Clave- cimbel-recital. 17.20 Muzikale causerie. 18.00 Nieuws. 18.15 Felicitaties. 18.45 „Denk om de bocht". 19.00 Meisjeskoor. 19.15 „Het volle pond", causerie. 19.30 ..Moreel Beraad", causerie. 19.50 Berich ten. 20.00 Nieuws. 20.05 Boekbespreking. 20.10 Bariton en piano. 20.30 „Benelux", causerie. 20.40 „Leven op aarde", cause rie. 21.00 Gram.muziek. 22.00 Buitenlands weekoverzicht. 22.15 Dansmuziek. 22.40 ..Vandaag", causerie. 22.45 Avondwijding. 23.00 Nieuws. 23.15 „In Huwelijk'en Ge zin", causerie. 23.3024.00 Vrouwenkoor en luit. In liet voorprogramma van de ont moeting tussen Amsterdamse en Lon- dense amateurboksers in Krasnapolsky te Amsterdam was 'n drietal uitgestelde kampioenspartijen van Noord-Holland in de B-klasse opgenomen. In het lichtgewicht kwamen uit de Amsterdammers Maarleveld en de Vos. In de eerste ronde viel Maarleveld, toen zij in de clinch waren en de scheidsrechter begon te tellen. Het pu bliek protesteerde luid tegen deze han delwijze, omdat van Maarleveld niet op j een stoot zou zijn neergegaan, maar ge woon was gevallen. Toen maakte trai- ner Bisschop zijn pupil met een arm zwaai duidelijk de ring te verlaten en voordat de scheidsrechter tot de acht ste tel was gekomen, kroop Maarleveld tussen de touwen door en ging naar ae kleedkamer. De voorzitter van de N.B.B., de heer M. S. van de Braak, deelde even later mede, dat voor deze partij geen uitslag gegeven zou worden en dat het bestuur een ernstig onderzoek zou instellen. De ontmoeting AmsterdamLonden werd door onze landgenoten met 7 te gen 3 punten gewonnen. Onder auspiciën van de sportcommis- sie Van Je Kon. Nederl. Automobiel Club had Woensdagmiddag in het Kur- haus te Scheveningen de traditionele bijeenkomst plaats van de Nederlandse deelnemers aan de in Januari te houden rallye naar Monte Carlo. Vrijwel alle rijders waren met hun co-equipiers ter vergadering verschenen, twaar o.a. ver- schillende punten van het omvangrijke reglement werden besproken en nader toegelicht, terwijl de juiste strategie voor het rijden van Je regelmatigheids- proef op de Col de Braus onder de loupe genomen werd. Voor deze regel- matigheidsproef heeft de Nederlandse rallyerijder prof. Van Lammeren een speciale gemiddelde-klok gecon strueerd. Voor de acceleratie- en rem proef, welke iedere deelnemer dadelijk na aankomst te Monte Carlo zal moeten afleggen, zullen de rijders op 6 Januari op het circuit te Zandvoort kunnen trainen. Kunst en cultuur INTERNATIONALE VIOLISTEN- PRIJZEN De Russische violist Igor Ojstrarii heeft op het internationale „Concours- Wienawski" in Warschau de eerste pri-'| behaald. De jonge Frangaise Blanc: Tarjus kreeg de derde prijs. De een- wedstrijd werd indertijd gewonr door Ginette Neveu, de bekende Fra violiste, die onlangs bij een vliegrti om het leven kwam. Met ingang van 1 November 10 is benoemd tot directeur van de Stick' ting Nederlandsch Impresariaat mej. Schill. Experimenteel Televisieprogramma van de KRO. 20.00—21.30: Openingsvoor stelling Circus Strassburger. DOOR. 63) PATRICIA WENT WORTH In het licht van de koplampen zag ze me en stopte. Als dat met gebeurd was, zou ze naar het huis zijn doorgereden en gehoord heb ben, dat ik uit was, Tegen zoveel pech kun je niet vechten. Ik had de hele ge schiedenis vergeten en hoe kon ik ver moeden. dat die historie weer zou op dagen? Heus. het werd met letterlijk opgedrongen. Ze liet de auto stoppen en stak het binnenlicht op. Ik zag een knappe vrouw in het zwart, maar had niet het minste idee, dat ik haar ooit te voren kon hebben ontmoet. Ik liep naar de auto en ze liet het venster zakken waarna ze vroeg, hoe het huis heette, waarvan ik zo juist het hek achter me had gesloten. Ik boorde wel, dat ze met een Fran' accent sprak, maar dacht er verder niet bij en zeide, dat het de „Grange" heette „Juist", hernam ze, „dat is de naam die hij me heeft genoemd, me neer Hathaway, de „Grange". Daar woont meneer Harlow". „U bedoelt meneer Mark Harlow?" vroeg ik en ze antwoordde: „Jais u soms me neer Mark Harlow?", wat ik beves tigde. Louise Rogers zat daar in de auto met het licht aan en ik stond een eindje weg... niet ver, weet je maar toch zo, dat ze me eigenlijk niet kon zien. „Was u met uw chauffeur en meneer Hathaway de avond van 4 Januari in de Stier te Ledlington, om ongeveer negen uur?" informeerde ze „En als ik daar nu eens was geweest?' vroeg ik. Toen glimlachte ze even en zei: „Misschien heb ik u daar gezien Misschien liet u onder mijn venster een sigaretten-aansteker vallen en zag ik u die oprapen". Ik dacht, dat ze me voor de mal wilde houden en ant woordde: „U kan me niet hebben ge- ZO GOED LIJMT VELPOH VRAAG DE JUISTE SOOÜ zien; het was te donker". Maar toen sprak ze ook lachend „U had een zak- dief was! Het was pech en nog eens lantaarn; ik geloof, dat u het mis schien is. Meneer Hathaway, die een enveloppe met zijn naam en adres had laten vallen, was het niet. Ik heb zo juist met hem in zijn huis gesproken en hij is niet de man, die ik hebben moet. Daarom denk ik, dat u het wel kunt zijn. Komt u wat dichterbij, dan weet ik het zeker". Nu, ik liep recht op de auto toe en legde mijn hand op de rand van het venster. Mij aan starend, riep ze ineens: „O. mon Dieu, u is het!" De manier, waarop ze dat zei, beviel me helemaal niet Ik dacht erover na, waar ik haar vroeger kon hebben ontmoet en toen vielen die twee ellendige oorringen me in 't oog. Hoe was het mogelijk en wie kon ooit zoveel pech hebben?" Onderwijl schreeuwde ze in het Frans, dat Ik haar juwelen had gestolen en schold me met allerlei lelijke woorden uit. Nu, daar moest ik een eind aan ma ken, nietwaar, want iemand had het kunnen horen. Ik sloeg haar neer wat kon ik anders doen? en maakte haar met een steen af. Ik mocht haar toch niet overal laten rondschreeu- wen, dat ik een schurk en een gemene pech, de eerste pech ter wereld." Cicely zweeg, de hand met de oor ring nu weer gesloten lan;t> haar lichaam latende hangen. Ze stond daar en hoorde hoe Mark's zo bekende stem dingen vertelde, die ze alleen in een nachtmerrie voor mogelijk zou hebben gehouden! 't Ergste was, dat hij erover sprak, of ze heel gewoon en natuurlijk waren. Zijn verhaal voortzettend, zei Mark Harlow: „Ik verborg haar in het bos en bracht de auto naar Basingstoke, waar ik ze dicht bij een garage ach terliet. Toen reisde ik met de trein van zes uur twintig naar Lenton en zag een film in de „Empire" Om half negen telefoneerde ik aan de garage dat ze de auto maar twee of drie da gen moesten bewaren tot ik terugkwam Wat voor naam ik opgaf, weet ik niet meer, maar natuurlijk niet de mijne Ik wilde niet, dat ze de politie over een verloren auto zouden opbellen. Ik keerde terug naar de bioscoop, zag de rest van de film en ging toen te voet naar huis. Daar moest ik even naden ken over de beste manier om het lijft te verbergen en op een ogenblik schoot me het Houtvesterhuis te bin nen. Mijn oom had een boek met ver halen erover, geschreven door de va der van juffrouw Grey, toen hij bier dominee was. Ik herinnerde mij, aa ik er als jongen in gelezen had. Toen ik de laatste k er, dat mijn oom no? leerde, hier op bezoek was, heeft !HJ me naar 't bos meegenomen en me dat Hij wees me ook, hoe huis laten zien. Hij wees me w» ik de kelderdeur moest openen, want dat wist hij, omdat zijn moeder een Tomalyn was en 't in' haar fam"ie' papieren stond. Je weet, dat hij ae titel aan de Abbotts betwistte, maar nat ze het ten slotte op een acc?or?', gooiden. Ik neem aan, dat dit je he kend is". „Ja", zei Ciciley. 't Had een heel alledaags gespne«j kunnen zijn. Ze hadden kunnen prate over al die dingen, die hem zogeiose' zaam en toch zo onverdraaglijk aea kijken. Ze spraken over de mari waarop hij Louise Rogers had vermoo en haar lijk in de kelder onder t w vestershuis had begraven! Hij nam de handen uit de zak!t.®nn(ie streek met de rechterhand door ziJ" vochtige haardos. (Word vervos TWEEHONDERD EN te Nijmegen dot aan de Zaan zUn twaalf tot vijftien ma in die week 90 pet. val een wekelijks dubbelt, financiële consequenties Geslaagd expe Nijmeegs £en experiment het. Immers op iets geheel nieuws g( lijk om een groep we de plaats van de vnjv zen te laten innemen, een twaalftal arbeiders geholpen. Men kan op dit ogenl gen, dat het experiment Men zou de proef dan voortzetten, doch dan gelijkheid worden ge- de gehele financiële la bedrijf (90 pet) en c (10 pet) te laten neei Het besef dat een m ge werkloosheid gro moreel te gronde te steeds breder kring c heid is een gevaar o< mecnschap, zo groot t moet worden om langdu, heid te voorkomen. Dat ook het bedrijfsle verantwoordelijkheid stei wust wordt, bewijst deze de proefneming. Zowel het bedrijfsleven heeft meegs experiment zeer stelling getoond. „Betekent dit nu, dat «1 op veel groter schaa toegepast?" hebben wij tie der firma Honig gev zijn we nog niet", was „Maar wanneer de toe] lijkheid niet ernstig wordt onderzocht, zal ten, of het idee op gri vensvatbaarheid heeft" [)E PRACTIJK van de maanden heeft geleei de uitvoering van het moeilijkheden vastzitten Tweehonderdenveertig honderd weekloners uit men er aan deci. Het wai sen boven achttien jaa arbeiders en voorlieden ders, zoals technici, die vervangen waren, roul mee. Wel echter velen, woordelijkheid voor een van zaken, even hoog mag worden als van de Deze omstandigheid en het Nijmeegs bedrijf, derd verschillende fun sommige met een i: maanden heeft een ning nodig gemaakt. Ec van vervanging en ve gesteld en nauwkeurig Dit heeft administratiev meegebracht, maar er geleid, dat de zaak l draaien. Voor de mensen, die den, organiseerde het ontwikkelingscursussen. Pat Mat I won rr van Oppos Voor de Ie klasse co In. H.-schaakbond speelde Oppositie 1 in het Statenh n ?°ede wedstrijd tej aldaar. Als attractie vvarer iers aan toegevoegd door zedat aan 15 borden wen eerste tien borden ware y°°r, de .kondscompetitie totaal vriendschappelijk De uitslagen waren: j. Holtes '/i'A; M. p. Sui maat 1-0; Ir D. G Huh, sink t/,: p. Zwart^u' W pr e,rrJ' Alleman to~W- Ligthart \>2- W. Breeuwer l—o- A 't .va" Oharldorp 1 i_W- A. Burgert 44—p"p Hn R de Vries—C Me Hoope^M. de Groot 1-^ A- H. Benard 1—o- T I- Biitamsj o—j'. M' de Bruin i-0. Totail J- C. de Haas—Th e ?,p Sr?eP 1- Groep 2- j Slings 1o* Tr t 1 M. Soeteman-wkSs In groep 4 won ren gedecideerd vaiM?2 peelden: Jos. Laveman- J A Sarif nTmk^K- Cor Vuuren-C. Zoon l-o-'j Claassen 0—1: j. van niü rink 0—1, Woensdag a s Sramma, doch wel clubav Zweedse onders voor directeur Ho keerP JWrienTSdag 10 Dec® den, h„t g?rberg. Seza zÜn verdiensten Y* h6m Vl Strekkingen tu«r ev?rd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1952 | | pagina 6