HET HOUTEN KERSTENGELTJE
MAAR DE KERSTMAN WIST HET WEL
Stalin
met
vc
Ei
Kersiliedje
Welke muziekinstrumenten zijn
in de Kerstboom verborgen?
Dulles: „Ru:
t.a.v. de vre
Talrijke Mau Mc
moorden in Ken
KERSTNUMMER
Woensdag 24 December 1952
Vader Kerstman
Brits Kon. Paar Kerst
in N.-Zeeland
Vliegramp in Perzii
eiste 24 levens
NAGUIB NAAR DE V.
Aanhoudend zacht
v/eer met buien
Weerbericht
R. -K
DE MEUBELMAKER KWAM met moeite overeind uit zijn geknielde houding.
„Jongen, jongen, je wordt oud", zei hü zacht bij zichzelf. En peinzend liet
hij erop volgen, terwijl zijn hand liefkozend het zware eikenhout van een
forse tafel streelde: „Maar je werk mag er nog zijn, daar kan geen fabrieks-
stuk mee wedijveren". Hü nam zqn bezem en veegde de vloer van zijn kleine
werkplaats tot al het zaagsel en de krullen in een hoek lagen .Toen diepte hij uit
de hoop glanzende linten een klein vierkant blokje op dat bij het zagen was
overgeschoten. Hij woog het even op zijn vlakke hand. Zo'n mooi gaaf stukje hout
jammer om het weg te gooien.En voor hij het wist stond hij aan zijn werk
bank en lei de kleine scherpe mesjes klaar. En terwijl hij zo bezig was dacht hij
glimlachend terug aan de lang vervlogen tüden, toen het huis nog vol blijde
kinderstemmen was en het houtsnüwerk een aardige bijverdienste betekende.
Houten paardjes had hü gemaakt, harlekijntjes en grappige kopjes voor de
poppenkast: Jan Klaassen en Katrijn en de boosaardige diender. Maar dit moest
iets anders worden, iets mooiers. En neuriënd kerfde hij in het stuk hout tot
onder zijn vaardige handen het blokje tot een Kerstengeltje werd.
'AL WERKENDE kreeg hij er steeds
meer plezier in. Hij haalde van een
plank aan de muur lang vergeten pot
jes: rode verf voor de wangen, de neus
en de mond, zwarte voor de haren en
de ogen, verguldsel voor het lijfje, dat
met gouden sterretjes werd overdekt.
Hij draaide het poppetje keurend om
en om en maakte tussen de gevouwen
handen een kleine holte, waarin een
heel dun kaarsje zou passen. „Engeltje,
lichtbrengertje", mompelde hij zacht.
Hij wilde zijn gereedschap opbergen,
maar toen zag hij opeens dat er nog
iets ontbrak. Natuurlijk, de vleugeltjes.
De oude meubelmaker dacht even na.
Hij nam een fijn zaagje en een dun
stukje triplex en toen het engeltje echt
helemaal klaar was da/ht hij hardop:
„Betere vleugeltjes kou ik je niet geven,
maar wees daar niet bedroefd om, klein
engeltje, want in de Kerstnapht gebeu
ren wonderen en .ij, kleine bode van
vrede en geluk, zult naar de hoogste
hemelen vliegen ris je je taak vol
bracht hebt
UET KLEINE PAKJE, met de post
gekomen, lag als een blijde verras
sing op de ontbijttafel. Een pakje van
grootvader, wat kon dat zi.n? Moeder,
die het papier losmaakte, het doosje
opende, keek benieuwd naar de op
gewonden kindergezichten. Een kerst
engeltje van hout, hoe zouden haar
peuters dat vinden? „Hè moes", klonk
het teleurgesteld uit drie monden, is-*
dat nu een engeltje? Het heeft niet
eens haren. Zou opa het zelf gemaakt
hebben? Ik vind het niets mooi. Hoeft
het niet in de boom? Het zou alles
maar bederven!" En de moeder, die
het wonderlijke figuurtje in haar han
den hield, (lacht bij zichzelf: „Mijn
kinderen zijn nog te klein om dit te
waarderen. Ze weten nog niet, dat zo'n
stukje hout, met zorg en liefde ge
sneden, meer waarde heeft dan al het
klatergoud uit de winkels." Ze keek
de vader vragend aan. Die loste het
probleem op door luchtig te zeggen:
„Geef dat engeltje maar aan mij, ik
hang het wel tussen de takken van
mijn grote boom. Misschien zijn er
kindertjes die het wèl mooi vinden en
dan heeft opa toch zijn zin."
Zo kwam dan dat houten engeltje
te hangen in de reusachtige boom van
Een kindje in een kribbe,
Ginds in een kleine stal,
En herdertjes die komen
Vanuit het verre dal.
Eén duwt het deurtje open
En kijkt dan zoekend rond.
Maria legt vermanend
Haar vinger op haar mond.
„Trekt uit Uw zware klompen,
Eer gij het kind begroet,
Gij mocht het soms eens storen,
Hét kleintje slaapt zo zoet..."
De herders, op hun tenen,
Gaan naar het kribje toe.
Als wachters staan terzijde
Een ezel en een koe.
Een grijsaard, in aanbidding,
Knielt bij het kindje neer.
Het schijnsel van een stalkaars
Valt op het hoofdje teer
Hij vouwt zijn grote handen,
Zegt met bewogen stem:
„Een kind is er geboren,
Voor ons. in Bethlehem."
PAULIEN.
het warenhuis, waar de vader zaalchef
was. Het was een pracht van een
kerstboom, met wijde, volle takken.
Er waren groene, rode en paarse bal
len, zilveren klokjes en trompetjes,
kleurige slingers en wel honderd elee-
trische kaarsjes, die de hele dag door
brandden. De kinderen die aan moe
ders hand door de draaideur naar bin
nen stroomden, waren even sprakeloos
van zoiets moois en groots. Ze dren
telden rond de dikke boom, op een
afstandje, want heel dichtbij mocht je
niet komen. Ze hadden wel graag even
willen voelen of de witte vlokken op
de takken heus geen echte sneeuw
was, maar er was een strenge meneer
die heel donker keek, wanneer je een
pasje naar voren deed
Niemand lette op het kerstengeltje,
dat ergens heel hoog in de boom aan
een puntig takje hing, vlak bij een
gloeikaars en een denappel van glas.
Het zag zichzelf weerspiegeld in dat
glimmende ding en het dacht: „Wat
ben ik lelijk. Geen wonder, dat de kin
dertjes niet blij met me waren." Toen
herinnerde het zich de woorden van
de oude man, die het gemaakt had.
Een bode van vrede, een geluksbren-
gertje moest het zijn. Het wist opeens
dat het dat ook kon. Maar niet hier,
in het topje van die grote boom. En
vastbesloten liet het zich vallen, om
dat het daarboven geen taak te ver
richten had.
BE VERKOOPSTER van de papieraf-
deling, die achter een stapel met
kerstklokken bedrukte servetjes stond,
was de eerste die het kleine voorwerp
op de grond zag liggen. En omdat ze
haar handen vol had riep ze naar de
leerling-verkoopster van de kousen
afdeling: „Zeg, breng dat kerstengel
tje eens naar de plaats waar het hoort;
het is zeker van de eerste étage naar
beneden getuimeld!" De kleine ver
koopster, blij met een verzetje, wipte
de trap op en legde het houten popje
in het vak van de kerstengeltjes. Het
was druk op die afdeling en telkens
graaide een hand in de bak waar het
houten kerstengeltje zo dwaas lag op
allerlei snoezige gipsen poppetjes met
blauwe jurkjes en gazen vleugeltjes
en lange blonde haren. Was het won-
eer, dat het dacht: „Ik kom hier hooit
vandaan, al die anderen zijn zoveel
mooier?" En tochEen zachte hand
tiiae het voorzichtig op, een vriende
lijke stem zei hardop: „Hè, wat een
wonderlijk v-rsierseltje. Eigenlijk veel
mooier dan d'e opgeprikte poppetjes.
Wat kost dit kerstengeltje, juffrouw?"
De verkoopster, moe van de drukte
van de laatste dagen, draaide gemelijk
het houten figuurtje om en om. „Het
ding is niet geprijsd", dacht ze kwaad,
„dat is vervelend". De chef, die erbij
werd geroepen, krabde zich eens ver
legen achter zijn oor. „Vreemd", dacht
hij, „heel vreemd". Hij fluisterde even
met de verkoopster. „Hoeveel kosten
die met de hand beschilderde kande
laars daar? Een gulden? Goed, doe dit
ding dan ook voor die prijs weg, dan
zijn we er van af."
Het kerstengeltje verhuisde naar de
cassa en vandaar, gewikkeld in rood
vloeipapier, naar de klant, die het
feestelijke pakje in haar tas deed, te
vreden met haar koop. Ze popelde in
eens van verlangen het boompje, dat
nog in de kelder stond, te versieren.
Was het niet de dag vóór kerstmis?
Ze moest zich haasten! Maar toen haar
zoon van zestien verbaasd zei: „Zeg
moeder, hoe verzin je het, voor zoiets
ben ik toch véél te groot", toen dacht
ze teleurgesteld: „Mijn kind is dat kos
telijke kerstengeltje niet waard, het is
beter dat ik het weggeef." En zo kwam
het, dat Marie-de-werkster. die juist'
klopte voor haar loon, naar huis stapte
met het engeltje ende kleine
boom uit de kelder.
ANTJE, het kleine zieke meisje, lag
soezend in haar bed. „Moeder is
laat", dacht ze, „kijk, het is al donker
buiten, de lantaarns gaan aan. Ik kan
niet uit mijn bedje om het licht aan
te knippen, ik kan immers niet lopen,
maar ik vind het wel zo prettig met
dat zachte schijn/el van buiten, dat
alles in de kamer zo knus en gezellig
maakt. Zo zie je niet dat we geen mat
op de vloer hebben enWacht,
hoor ik daar de deur? Ja, daar is
moeder!"
Marie-de-werkster kwam binnen,
haar moeë gezicht één en al blijdschap
dat ze haar kind een verrassing kon
bezorgen. Ze raakten niet uitgekeken,
die twee, op het boompje en op het
engeltje, dat uit het rode vloeipapier
gewikkeld werd. „O, wat snoezig",
zuchtte Antje. „O moes, wat is dat
mooiWe hangen het in de boom,
hè, met een kaarsje tussen zijn han
den." „Ja", knikte de moeder, „kaars
jes heb ik gekocht. En houdertjes lig
gen nog in de kast. O kind, we zullen
een heerlijke avond hebben."
Het was al heel laat toen de lichtjes
aangestoken werden. Antje lag stil ge
nietend in haar bedje te kijken naar
het boompje, daar midden op de grote
tafel. „Ik laat je even alleen", had
moeder gezegd, „want in de keuken,
daar maak ik zó iets lekkers." Antje
staarde in de helle vlammetjes. Do
kaarsjes werden kleiner en kleiner en
het heel dunne kaarsje tussen de en
gelenhandjes brandde nog vlugger
weg dan de anderen. „O, kwam moe
der maar", dacht Antje opeens, „het
engeltje zal verbranden. Ik moet het
helpen, ik moetMet een uiterste
krachtsinspanning richtte ze zich op
en ze stond op haar beentjes, die maan
denlang ziek waren geweest. Haar
moeder, die de kamer binnenkwam,
riep buiten zichzelf: „Antje, er is een
wonder gebeurd!" Tegelijk begonnen
er buiten klokken te luiden. Bim, bam.
bim, bamKerstnacht", fluisterde
Antje eerbiedig. „Moeder, het engel
tjeMaar het houten kerstengel
tje hing niet meer in de boom. Nee,
verbrand was het niet. Het had zijn
taak volbracht en nu ging het op lich
te vleugels de sterren tegemoet
PAULIEN.
Dit is geen gewone kerstboom, zien
jullie wel? Hij hangt vol glanzende
ballen en op elke bal prükt een letter
greep. Wat is nu de bedoeling? Dat
jullie met behulp van die lettergrepen
de zes muziekinstrumenten opsporen,
die ik in de boom verstopt heb. Zoek
maar eens goed!
De oplossingen verwacht ik uiterlijk
Maandag aanstaande in de bus van
Tante Paulien, Bureau van dit blad.
De meest verzorgde inzending wordt
beloond met een boek! Doe dus allen
je best.
Ik wens jullie allen een heel goed
Kerstfeest!
TANTE PAULIEN.
Bol staan vaders vele zakken,
Van de snuisterijenvloed,
Aan zijn jasknoop hangen pakken,
Als hij zijn triomftocht doet.
In zijn linkerhand drie pakjes,
Een paar doosjes in zijn zak,
In zijn rechterhand vijf pakjes
(Een paar doosjes en een pak)
Linker binnenzak verspreidt een
Weeïg zoetelijke geur:
Bij een botsing kraakte 't zakje
Van bonbonnen met likeur.
Tussen linker arm en ribben
'n Twee-persoonse teddybeer;
Alstublieft, uw hobbelpaardje,
Kunt u 't dragen zo, meneer?
Aan de and're ribbenzijde
Zit een keukentje voor zus,
Stevig vastgeklemd tezamen
Met een op wind-autobus.
Moeder, met zo'n parapluutje
Met zo'n wezenloze knop.
Wenkt van verre ongeduldig:
Hè, toe, vader, schiet nou óp!
CL1NGE DOORENBOS.
(Slot)
Sten haastte zich de kamer uit. Ver
geet niet een paar plaids en riemen mee
te nemen, riep zijn vader hem nog na.
Ongelukkig genoeg was dokter Falk-
berg bij een ernstige patiënt in.Hagg-
vik geroepen, zodat het zeker gerui
me tijd zou duren voor hij terug was,
deelde men Sten door de telefoon mede.
Niets aan te doen Sten, zei inge
nieur Nordin toen hij dit hoorde, dan
gaan we met ons beiden.
Op dat ogenblik kwam Marta de
serveerkamer binnen. Was je thuis
Sten? riep ze verwonderd uit, me
vrouw heeft, naar je gevraagd. Ze was
ongerust over je. Of je haar meteen
wilde opbellen als je er was.
Ik weet het Marta. Ze heeft jam
mer genoeg voor niets op me zitten
wachten. Maar er is iets met de oude
Mattson. Ik kon dus nooit op tijd zijn.
Telefoneer jij haar dadelijk even als je
wilt. Vader en ik moeten nu samen
naar hem toe.
Lennart Nordin, die in de hal een das
omknoopte, hoorde dit korte gesprek
tussen Marta en Sten. Zijn gezicht be
trok. Hij betrapte er zich op, dat hij
zo weinig afwist van wat de jongen
deed. Maar lag dat eigenlijk niet aan
hem zelf hij vroeg er immers nooit
naar en uit eigen beweging zou Sten
het zeker niet doen....
Alles is klaar vader. Zullen we
gaan?
In orde Sten. Vooruit maar.
OP HaSSLEGARD liet Marta mevrouw
Nordin binnen.
Sten? was Sylvia's eerste vraag.
De spanning week uit haar gezicht
toen Marta vertelde wat er aan de hand
was. Maar tegelijkertijd voelde ze zich
overbodig hier in dit huis, waar de
herinneringen als het ware op haar
aanstormden.
't Is vervelend, merkte Marta spij
tig op. Ik zou vanavond nog wel
naar mijn familie zijn gegaan, maar
daar komt nu natuurlijk niets van.
Maar wat moet je dan hier nog
doen? Is alles dan niet klaar?
Jawel, de ham staat in de oven
Maar er moet toch worden gedekt en
opgediendBovendien zal er toch
ook voor Mattson moeten worden ge
zorgd als ze met hem komen.
Sylvia knikte begrijpend. Ze stond
een kort moment in gedachten.
Weet je, aarzelde'ze, je zoudt
tóch kunnen gaan Marta, dan blijf ik
zo lang. Ik wil toch even met Sten
praten.
Het meisje schudde haar hoofd.
Dat geeft misschien onaangenaamheden
voor U mevrouw en die wil ik liever
vermijden. Verlegen kleurde ze. Het
was natuurlijk ongepast, dat ze zich
met de particuliere zaken van de be
woners van Hasslegard bemoeide, maar
mevrouw was altijd lief voor haar ge
weest en stel je voor dat er een scène
kwam
Och Marta, glimlachte Sylvia mat,
ik ben niet bang voor onaangenaam
heden. Als ze toch moeten komen, dan
maar liever meteen. Ze uit de weg gaan
doe ik niet langer. Vroeger wel, peins
de ze. Trouwens, Sten is ook mijn
zoon.
Ze legde haar hand op Marta's arm.
Ga nu maar, besloot ze.
Marta liet zich overreden, eigenlijk
blij dat ze toch nog haar kleine Kerst
avond zou kunnen vieren. Het lokte
haar allerminst aan om op Hasslegard
te blijven.
Toen het meisje vertrokken was, viel
er een diepe stilte rondom Sylvia.
Langzaam liep ze door alle vertrekken
en bleef staan voor alle vertrouwde en
geliefde voorwerpen. Bij Sten op tafel
half afgemaakt houtsnijwerk en boeken
en slordig neergegooide kleren over
een stoel. Werktuigelijk hing ze deze
in de kast.
Op de drempel van Lennarts studeer
vertrek bleef ze staan. Hij moest over
haast zijn weggegaan. Zijn vulpen iag
nog open op zijn werk. Schoorvoetend
ging ze naar binnen. Berekeningen en
schetsen lagen op het bureau. Ze boog
zich over de tekeningen waar notities
bij stonden in zijn typisch handschrift.
Waar zou hij mee bezig zijn een
nieuw project misschien? Een verlan
gen welde in haar op om er meer over
te weten. Vroeger zou hij het haar
zeker uitgelegd hebben. als ze maar
een spoortje belangstelling had ge
toond.
Haar hand gleed langs zijn pijp. Ze
heiinnerde, zich hoe hij Ve met ijn
rustige, kraentige hand kop vasthou
den, ja ze zag hem op dat moment
helemaal voor zich met zijn blonde
verwarde haar, zijn blauwe ernstige
ogen en die onverzettelijke mond. Len
nart was gesloten, maar iemand waar
je on vertrouwen kon
Ze deed geen moeite om die herinne
ringen te verdrijven dat was onmo
gelijk in dit huis. Ze zuchtte. Kom, ze
zou eens zien of er nog iets feestelijks
van de tafel was te maken.
Marta had gelukkig voor wat denne-
groen gezorgd en Sylvia versierde
daarmee de grote keukentafel. Op de
avond vóór de Kerstdag was het tradi
tie om in de keuken te eten. Een fleu
rige loper over de tafel en enkele kan
delaars tussen de borden en het flon
kerend kristal. Twee borden
Ze voelde hoe haar keel plotseling
werd toegeknepen en in een flits zag
ze het groteske van de hele situatie.
Nee, dit kon ze niet'verder doen. Lang
zaam rolden de tranen haar over de
wangen en ze vluchtte haastig naar de
salon.
TN HET HELDERE maanlicht was het
bos vol diepe schaduwen. De ski
sporen lagen als donkere voren in de
smetteloze sneeuw. Zwijgend liepen
de beide mannen voor de slede. Een
klare hemel met ontelbare sterren
overkoepelde alles. Het was prikkelend
koud, maar geen van hen had daar erg
in. Beiden waren gevangen in de be
tovering van de oneindige schoonheid
van deze avond de ijle stilte om hen
heen en de ongereptheid van de natuur.
Nooit, overpeinsde Sten, kon je
de diepere betekenis van het Kerst
feest beter begrijpen dan buiten onder
de sterrenhemel. Het wonder van de
Kerstnacht kwam je hier zo dicht nabij
zo zuiver en groots, dat het je ont
roerde tot in je diepste wezen. Daar
konden feesten en de prachtigst ver
sierde kerstbomen het niet bii halen.
Onwillekeurig bleef hij staan. Beneden
hen lag het matglanzende meer teeen
een achtergrond van donkere boom
silhouetten tegen de lichte hemel.
Wat mooi is het, sprak ingenieur
Nordin gedempt. Hij legde zijn hand
op Stens schouder. De jongen keek hem
aan. Een diep gevoel van saamhorig
heid rioorst-oomde hen beiden.
We missen allebei iets Sten, liet
hij er zacht op volgen.
Ja, dacht Sten en bewoog nauw
merkbaar zijn hoofd, terwijl hij vóór
zich uitstaarde.
Kom, zei zijn vader, we kun
nen hier niet blijven staan we moe
ten aan Mattson denken.
De tocht werd voortgezet en voorzich
tig loodsten ze de slede over het heu
velachtige terrein naar Hasslegard toe.
Lennart Nordin maakte de riemen
los en droeg de oude Mattson naar bin
nen. Sten was al vooruit om de deur
open te maken. Het licht in de hall
brandde nog. Voorzichtig werd Matt
son op een van de brede banken neer
gelegd.
Sten liep haastig naar de salon om
Marta te roepen, maar in de doorgang
bleef hij plotseling staan. Een moment
v/as hij sprakeloos, maar dan was hij
bij Sylvia en sloeg zijn armen om haar
heen. Moeder
Over Stens schouder ontmoetten haar
ogen die van Lennart. Haar hart bons
de wild. Speel nu op wijs me de
deur, zeiden haar ogen. Maar Lennart
zei niets hij zag alleen de tranen-
sporen op haar wangen.
Sten had haar losgelaten in de span
ning van het ogenblik.
SylviaLennarts stem had een
hese klank. Kom eens mee
Ze volgde hem bevreemd, zonder
iets te zeggen. Wat was hij van plan
waar wilde hij naar toe
Samen stonden ze op het bordes.
Hij maakte een armbeweging. Zie
je hoe mooi alles is, hoe intens mooi en
vredigSylvia
Ja, uitte ze gesmoord. Waarom
deed hij dit waarom pijnigde hij
haar op deze manier. Ze zou kunnen
huilen of weglopen, maar ze deed het
geen van beide.
Kerstmis, ging hij voort zonder
haar aan te zienvrede op aarde -
heeft men altijd gezegd in mensen
een welbehagen
Sylvia, zei hij heftig, zich naar
haar toe wendend, sinds jij weg benl
is er geen vrede meer in mij .Ik be)
dat nooit sterker gevoeld dan juist vat
daag op die tocht naar Mattson. T«s
was het of ik mezelf voor het eerst iï
nerlijk zag
Lennart!
Zeg niets Sylvia. Nerveus ver
frommelde hij een van zijn handschoe
nen tussen zijn stevige handen. AH
je weg wilt gaan kan ik me dat best
voorstellen. Alleenjij zoudt die in
nerlijke vrede in mij kunnen terug
brengen datgene wat ik juist M
nodig heb.... en jij misschien ook, liet
hij er heel zacht op volgen.
Het bleef lang stil. Het park la?
roerloos in het zilveren maanlicht.
Eindelijk vroeg ze Zou je merken
dat ik er was?
Zijn hand zocht de hare en drukt»
die stevig. Dat zou ik zeker, Sylvia,
zei hij beslist.
j
Dokter Falkberg, die te voet door de
hoge sneeuw in de oprijlaan kwam
baggeren omdat zijn auto was blijven
steken, heeft nooit begrepen waarom
ingenieur Nordin zijn vrouw bij 1»
graden vorst juist buiten op het bordes
moest omhelzen.
Maar de Kerstman wist het wel..--
Directie:
J. BIJLSMA en C. KRAK
Hoofdredacteur:
H. M. KOEMANS
Redactie:
Achterdam 18, Tel 5541
ADVERTENTIES en
ABONNEMENTEN:
Voordam 11, Tel. 3320
Postgiro 187294
MAARSCHALK STALIN heeft s<
schriftelük gestelde vragen -
„New York Times" Reston. Op i
met vertegenwoordigers van de re
wordt met de mogelijkheid van e
Eisenhower over het verzwakken
juichen, werd door Stalin bevest
veel voor dpze suggestie." Stalin i
diplomatieke pogingen om een eii
de Sowjet-Unie hier belang bü he
vragen antwoordde de Russische I
de Ver. Staten en de Sowjet-Ur
beschouwd .tn.dat onze landen ii
waar de oorzaken van de huidi
Stalin: „Overal waar de politiek
haar aggresuieve uitdrukking vir
Leden van het geheime Mau Ma
nootschap hebben aan de voori
van Kerstmis bij overvallen in ven
dene delen van Kenya tien Kiko
onder wie een vrouw, gedood. V
werden moordaanslagen gedaan o
ven inheemsen, onder wie drie k
ren en een vrouw. Het merendee
de aanslagen werd in het Nyeri-i
vaat gepleegd, ongeveer 100 km
Noorden van Nairobi.
De Nieuwzeelandse premier, S
Holland, heeft in zijn kerstbood:
meegedeeld, dat koningin Elizabet
Tweede en de Hertog van Edint
volgend jaar Kerstmis in Nieuw
land zullen zijn.
Midden October werd te Londei
flcieel bekend gemaakt, dat de k
gin en haar echtgenoot in Dece
1953 uit Engeland zullen vertrekke
het merendeel van Januari in Ni
.eeland zullen doorbrengen. Ve
gons zal een bezoek aan Australië
den gebracht, waarna op de teru
Ceylon wordt aangedaan.
Donderdagavond is een vliegtuig
de Perzische luchtvaartmaatsch
tengevolge van de mist bij het
veld van Teheran neergestort. Vie
twintig personen kwamen om he
ven. Er is slechts één overlevende,
toestel kwam uit Abadan.
Be waarnemende Egyptische m
ter van buitenlandse zaken Fathi
droean heeft verklaard, dat de E
tische premier generaal Na
voornemens is een bezoek te brei
aan generaal Eisenhower na dieni
stallatie in het Witte Huis. De d;
van 't bezoek is nog niet vastges
De minister zei, dat het bezoek
ten doel had de nieuwe Amerika
President geluk te wensen.
OORZAAK RAMP MET GLOB1
MASTER
De Amerikaanse luchtmacht i
mede. dat de ramp met de Globem
'e Lake Moses, waarbij Zaterdag 86
sonen omkwamen, te wijlen is aai
omstandigheid, dat voor het opst:
enige bedieningsorganen niet ten
werking zijn gesteld.
h - - "Ws
Hoewel het Eerste Kerstda
droog is gebleven, trok gistermoi
Ben een regenstoring over mt
vrjj veel wind. Over koude hel
ben wij niet te klagen gehai
daar de temperatuur boven d
vi}f graden Celsius bleef schom
melen. Het komende weekeind
staan ons buien te wachten, daa
een. lagedruk-gebied van lJslan
naar Engeland is getrokken. Gis
teravond bereikte ons alweer ee
randstoring met vooral in he
Zuiden enige regen. Het is iet
kov.der geworden, maar benede
normaal zal de temperatuur no
niet komen. De vorst is ver naa
het Noorden gedreven en ook iï
Oost-Rusland komt nog vorst va:
betekenis voor. Onze blik moe
de komende dagen echter iï
de richting van de Oceaan wor
den gericht, want van die kan
kunnen wij voorlopig niet ander
dan aanhoudend onbestendi j
weer verwachten.
Verwachting tot morgenavond:
JETS KOUDER
Overwegend zwaar bewolkt me!
P'aatseiijk mist en hier en daar
enige regen of motregen. Iets
Kouder met in het binnenland
nacht temperaturen om het
„■'capunt. Zwakke tot matige
gen Uit uiteen'°pende richtin-