HET HOUTEN KERSTENGELTJE MAAR DE KERSTMAN WIST HET WEL Stalin met vc Ei Kersiliedje Welke muziekinstrumenten zijn in de Kerstboom verborgen? Dulles: „Ru: t.a.v. de vre Talrijke Mau Mc moorden in Ken KERSTNUMMER Woensdag 24 December 1952 Vader Kerstman Brits Kon. Paar Kerst in N.-Zeeland Vliegramp in Perzii eiste 24 levens NAGUIB NAAR DE V. Aanhoudend zacht v/eer met buien Weerbericht R. -K DE MEUBELMAKER KWAM met moeite overeind uit zijn geknielde houding. „Jongen, jongen, je wordt oud", zei hü zacht bij zichzelf. En peinzend liet hij erop volgen, terwijl zijn hand liefkozend het zware eikenhout van een forse tafel streelde: „Maar je werk mag er nog zijn, daar kan geen fabrieks- stuk mee wedijveren". Hü nam zqn bezem en veegde de vloer van zijn kleine werkplaats tot al het zaagsel en de krullen in een hoek lagen .Toen diepte hij uit de hoop glanzende linten een klein vierkant blokje op dat bij het zagen was overgeschoten. Hij woog het even op zijn vlakke hand. Zo'n mooi gaaf stukje hout jammer om het weg te gooien.En voor hij het wist stond hij aan zijn werk bank en lei de kleine scherpe mesjes klaar. En terwijl hij zo bezig was dacht hij glimlachend terug aan de lang vervlogen tüden, toen het huis nog vol blijde kinderstemmen was en het houtsnüwerk een aardige bijverdienste betekende. Houten paardjes had hü gemaakt, harlekijntjes en grappige kopjes voor de poppenkast: Jan Klaassen en Katrijn en de boosaardige diender. Maar dit moest iets anders worden, iets mooiers. En neuriënd kerfde hij in het stuk hout tot onder zijn vaardige handen het blokje tot een Kerstengeltje werd. 'AL WERKENDE kreeg hij er steeds meer plezier in. Hij haalde van een plank aan de muur lang vergeten pot jes: rode verf voor de wangen, de neus en de mond, zwarte voor de haren en de ogen, verguldsel voor het lijfje, dat met gouden sterretjes werd overdekt. Hij draaide het poppetje keurend om en om en maakte tussen de gevouwen handen een kleine holte, waarin een heel dun kaarsje zou passen. „Engeltje, lichtbrengertje", mompelde hij zacht. Hij wilde zijn gereedschap opbergen, maar toen zag hij opeens dat er nog iets ontbrak. Natuurlijk, de vleugeltjes. De oude meubelmaker dacht even na. Hij nam een fijn zaagje en een dun stukje triplex en toen het engeltje echt helemaal klaar was da/ht hij hardop: „Betere vleugeltjes kou ik je niet geven, maar wees daar niet bedroefd om, klein engeltje, want in de Kerstnapht gebeu ren wonderen en .ij, kleine bode van vrede en geluk, zult naar de hoogste hemelen vliegen ris je je taak vol bracht hebt UET KLEINE PAKJE, met de post gekomen, lag als een blijde verras sing op de ontbijttafel. Een pakje van grootvader, wat kon dat zi.n? Moeder, die het papier losmaakte, het doosje opende, keek benieuwd naar de op gewonden kindergezichten. Een kerst engeltje van hout, hoe zouden haar peuters dat vinden? „Hè moes", klonk het teleurgesteld uit drie monden, is-* dat nu een engeltje? Het heeft niet eens haren. Zou opa het zelf gemaakt hebben? Ik vind het niets mooi. Hoeft het niet in de boom? Het zou alles maar bederven!" En de moeder, die het wonderlijke figuurtje in haar han den hield, (lacht bij zichzelf: „Mijn kinderen zijn nog te klein om dit te waarderen. Ze weten nog niet, dat zo'n stukje hout, met zorg en liefde ge sneden, meer waarde heeft dan al het klatergoud uit de winkels." Ze keek de vader vragend aan. Die loste het probleem op door luchtig te zeggen: „Geef dat engeltje maar aan mij, ik hang het wel tussen de takken van mijn grote boom. Misschien zijn er kindertjes die het wèl mooi vinden en dan heeft opa toch zijn zin." Zo kwam dan dat houten engeltje te hangen in de reusachtige boom van Een kindje in een kribbe, Ginds in een kleine stal, En herdertjes die komen Vanuit het verre dal. Eén duwt het deurtje open En kijkt dan zoekend rond. Maria legt vermanend Haar vinger op haar mond. „Trekt uit Uw zware klompen, Eer gij het kind begroet, Gij mocht het soms eens storen, Hét kleintje slaapt zo zoet..." De herders, op hun tenen, Gaan naar het kribje toe. Als wachters staan terzijde Een ezel en een koe. Een grijsaard, in aanbidding, Knielt bij het kindje neer. Het schijnsel van een stalkaars Valt op het hoofdje teer Hij vouwt zijn grote handen, Zegt met bewogen stem: „Een kind is er geboren, Voor ons. in Bethlehem." PAULIEN. het warenhuis, waar de vader zaalchef was. Het was een pracht van een kerstboom, met wijde, volle takken. Er waren groene, rode en paarse bal len, zilveren klokjes en trompetjes, kleurige slingers en wel honderd elee- trische kaarsjes, die de hele dag door brandden. De kinderen die aan moe ders hand door de draaideur naar bin nen stroomden, waren even sprakeloos van zoiets moois en groots. Ze dren telden rond de dikke boom, op een afstandje, want heel dichtbij mocht je niet komen. Ze hadden wel graag even willen voelen of de witte vlokken op de takken heus geen echte sneeuw was, maar er was een strenge meneer die heel donker keek, wanneer je een pasje naar voren deed Niemand lette op het kerstengeltje, dat ergens heel hoog in de boom aan een puntig takje hing, vlak bij een gloeikaars en een denappel van glas. Het zag zichzelf weerspiegeld in dat glimmende ding en het dacht: „Wat ben ik lelijk. Geen wonder, dat de kin dertjes niet blij met me waren." Toen herinnerde het zich de woorden van de oude man, die het gemaakt had. Een bode van vrede, een geluksbren- gertje moest het zijn. Het wist opeens dat het dat ook kon. Maar niet hier, in het topje van die grote boom. En vastbesloten liet het zich vallen, om dat het daarboven geen taak te ver richten had. BE VERKOOPSTER van de papieraf- deling, die achter een stapel met kerstklokken bedrukte servetjes stond, was de eerste die het kleine voorwerp op de grond zag liggen. En omdat ze haar handen vol had riep ze naar de leerling-verkoopster van de kousen afdeling: „Zeg, breng dat kerstengel tje eens naar de plaats waar het hoort; het is zeker van de eerste étage naar beneden getuimeld!" De kleine ver koopster, blij met een verzetje, wipte de trap op en legde het houten popje in het vak van de kerstengeltjes. Het was druk op die afdeling en telkens graaide een hand in de bak waar het houten kerstengeltje zo dwaas lag op allerlei snoezige gipsen poppetjes met blauwe jurkjes en gazen vleugeltjes en lange blonde haren. Was het won- eer, dat het dacht: „Ik kom hier hooit vandaan, al die anderen zijn zoveel mooier?" En tochEen zachte hand tiiae het voorzichtig op, een vriende lijke stem zei hardop: „Hè, wat een wonderlijk v-rsierseltje. Eigenlijk veel mooier dan d'e opgeprikte poppetjes. Wat kost dit kerstengeltje, juffrouw?" De verkoopster, moe van de drukte van de laatste dagen, draaide gemelijk het houten figuurtje om en om. „Het ding is niet geprijsd", dacht ze kwaad, „dat is vervelend". De chef, die erbij werd geroepen, krabde zich eens ver legen achter zijn oor. „Vreemd", dacht hij, „heel vreemd". Hij fluisterde even met de verkoopster. „Hoeveel kosten die met de hand beschilderde kande laars daar? Een gulden? Goed, doe dit ding dan ook voor die prijs weg, dan zijn we er van af." Het kerstengeltje verhuisde naar de cassa en vandaar, gewikkeld in rood vloeipapier, naar de klant, die het feestelijke pakje in haar tas deed, te vreden met haar koop. Ze popelde in eens van verlangen het boompje, dat nog in de kelder stond, te versieren. Was het niet de dag vóór kerstmis? Ze moest zich haasten! Maar toen haar zoon van zestien verbaasd zei: „Zeg moeder, hoe verzin je het, voor zoiets ben ik toch véél te groot", toen dacht ze teleurgesteld: „Mijn kind is dat kos telijke kerstengeltje niet waard, het is beter dat ik het weggeef." En zo kwam het, dat Marie-de-werkster. die juist' klopte voor haar loon, naar huis stapte met het engeltje ende kleine boom uit de kelder. ANTJE, het kleine zieke meisje, lag soezend in haar bed. „Moeder is laat", dacht ze, „kijk, het is al donker buiten, de lantaarns gaan aan. Ik kan niet uit mijn bedje om het licht aan te knippen, ik kan immers niet lopen, maar ik vind het wel zo prettig met dat zachte schijn/el van buiten, dat alles in de kamer zo knus en gezellig maakt. Zo zie je niet dat we geen mat op de vloer hebben enWacht, hoor ik daar de deur? Ja, daar is moeder!" Marie-de-werkster kwam binnen, haar moeë gezicht één en al blijdschap dat ze haar kind een verrassing kon bezorgen. Ze raakten niet uitgekeken, die twee, op het boompje en op het engeltje, dat uit het rode vloeipapier gewikkeld werd. „O, wat snoezig", zuchtte Antje. „O moes, wat is dat mooiWe hangen het in de boom, hè, met een kaarsje tussen zijn han den." „Ja", knikte de moeder, „kaars jes heb ik gekocht. En houdertjes lig gen nog in de kast. O kind, we zullen een heerlijke avond hebben." Het was al heel laat toen de lichtjes aangestoken werden. Antje lag stil ge nietend in haar bedje te kijken naar het boompje, daar midden op de grote tafel. „Ik laat je even alleen", had moeder gezegd, „want in de keuken, daar maak ik zó iets lekkers." Antje staarde in de helle vlammetjes. Do kaarsjes werden kleiner en kleiner en het heel dunne kaarsje tussen de en gelenhandjes brandde nog vlugger weg dan de anderen. „O, kwam moe der maar", dacht Antje opeens, „het engeltje zal verbranden. Ik moet het helpen, ik moetMet een uiterste krachtsinspanning richtte ze zich op en ze stond op haar beentjes, die maan denlang ziek waren geweest. Haar moeder, die de kamer binnenkwam, riep buiten zichzelf: „Antje, er is een wonder gebeurd!" Tegelijk begonnen er buiten klokken te luiden. Bim, bam. bim, bamKerstnacht", fluisterde Antje eerbiedig. „Moeder, het engel tjeMaar het houten kerstengel tje hing niet meer in de boom. Nee, verbrand was het niet. Het had zijn taak volbracht en nu ging het op lich te vleugels de sterren tegemoet PAULIEN. Dit is geen gewone kerstboom, zien jullie wel? Hij hangt vol glanzende ballen en op elke bal prükt een letter greep. Wat is nu de bedoeling? Dat jullie met behulp van die lettergrepen de zes muziekinstrumenten opsporen, die ik in de boom verstopt heb. Zoek maar eens goed! De oplossingen verwacht ik uiterlijk Maandag aanstaande in de bus van Tante Paulien, Bureau van dit blad. De meest verzorgde inzending wordt beloond met een boek! Doe dus allen je best. Ik wens jullie allen een heel goed Kerstfeest! TANTE PAULIEN. Bol staan vaders vele zakken, Van de snuisterijenvloed, Aan zijn jasknoop hangen pakken, Als hij zijn triomftocht doet. In zijn linkerhand drie pakjes, Een paar doosjes in zijn zak, In zijn rechterhand vijf pakjes (Een paar doosjes en een pak) Linker binnenzak verspreidt een Weeïg zoetelijke geur: Bij een botsing kraakte 't zakje Van bonbonnen met likeur. Tussen linker arm en ribben 'n Twee-persoonse teddybeer; Alstublieft, uw hobbelpaardje, Kunt u 't dragen zo, meneer? Aan de and're ribbenzijde Zit een keukentje voor zus, Stevig vastgeklemd tezamen Met een op wind-autobus. Moeder, met zo'n parapluutje Met zo'n wezenloze knop. Wenkt van verre ongeduldig: Hè, toe, vader, schiet nou óp! CL1NGE DOORENBOS. (Slot) Sten haastte zich de kamer uit. Ver geet niet een paar plaids en riemen mee te nemen, riep zijn vader hem nog na. Ongelukkig genoeg was dokter Falk- berg bij een ernstige patiënt in.Hagg- vik geroepen, zodat het zeker gerui me tijd zou duren voor hij terug was, deelde men Sten door de telefoon mede. Niets aan te doen Sten, zei inge nieur Nordin toen hij dit hoorde, dan gaan we met ons beiden. Op dat ogenblik kwam Marta de serveerkamer binnen. Was je thuis Sten? riep ze verwonderd uit, me vrouw heeft, naar je gevraagd. Ze was ongerust over je. Of je haar meteen wilde opbellen als je er was. Ik weet het Marta. Ze heeft jam mer genoeg voor niets op me zitten wachten. Maar er is iets met de oude Mattson. Ik kon dus nooit op tijd zijn. Telefoneer jij haar dadelijk even als je wilt. Vader en ik moeten nu samen naar hem toe. Lennart Nordin, die in de hal een das omknoopte, hoorde dit korte gesprek tussen Marta en Sten. Zijn gezicht be trok. Hij betrapte er zich op, dat hij zo weinig afwist van wat de jongen deed. Maar lag dat eigenlijk niet aan hem zelf hij vroeg er immers nooit naar en uit eigen beweging zou Sten het zeker niet doen.... Alles is klaar vader. Zullen we gaan? In orde Sten. Vooruit maar. OP HaSSLEGARD liet Marta mevrouw Nordin binnen. Sten? was Sylvia's eerste vraag. De spanning week uit haar gezicht toen Marta vertelde wat er aan de hand was. Maar tegelijkertijd voelde ze zich overbodig hier in dit huis, waar de herinneringen als het ware op haar aanstormden. 't Is vervelend, merkte Marta spij tig op. Ik zou vanavond nog wel naar mijn familie zijn gegaan, maar daar komt nu natuurlijk niets van. Maar wat moet je dan hier nog doen? Is alles dan niet klaar? Jawel, de ham staat in de oven Maar er moet toch worden gedekt en opgediendBovendien zal er toch ook voor Mattson moeten worden ge zorgd als ze met hem komen. Sylvia knikte begrijpend. Ze stond een kort moment in gedachten. Weet je, aarzelde'ze, je zoudt tóch kunnen gaan Marta, dan blijf ik zo lang. Ik wil toch even met Sten praten. Het meisje schudde haar hoofd. Dat geeft misschien onaangenaamheden voor U mevrouw en die wil ik liever vermijden. Verlegen kleurde ze. Het was natuurlijk ongepast, dat ze zich met de particuliere zaken van de be woners van Hasslegard bemoeide, maar mevrouw was altijd lief voor haar ge weest en stel je voor dat er een scène kwam Och Marta, glimlachte Sylvia mat, ik ben niet bang voor onaangenaam heden. Als ze toch moeten komen, dan maar liever meteen. Ze uit de weg gaan doe ik niet langer. Vroeger wel, peins de ze. Trouwens, Sten is ook mijn zoon. Ze legde haar hand op Marta's arm. Ga nu maar, besloot ze. Marta liet zich overreden, eigenlijk blij dat ze toch nog haar kleine Kerst avond zou kunnen vieren. Het lokte haar allerminst aan om op Hasslegard te blijven. Toen het meisje vertrokken was, viel er een diepe stilte rondom Sylvia. Langzaam liep ze door alle vertrekken en bleef staan voor alle vertrouwde en geliefde voorwerpen. Bij Sten op tafel half afgemaakt houtsnijwerk en boeken en slordig neergegooide kleren over een stoel. Werktuigelijk hing ze deze in de kast. Op de drempel van Lennarts studeer vertrek bleef ze staan. Hij moest over haast zijn weggegaan. Zijn vulpen iag nog open op zijn werk. Schoorvoetend ging ze naar binnen. Berekeningen en schetsen lagen op het bureau. Ze boog zich over de tekeningen waar notities bij stonden in zijn typisch handschrift. Waar zou hij mee bezig zijn een nieuw project misschien? Een verlan gen welde in haar op om er meer over te weten. Vroeger zou hij het haar zeker uitgelegd hebben. als ze maar een spoortje belangstelling had ge toond. Haar hand gleed langs zijn pijp. Ze heiinnerde, zich hoe hij Ve met ijn rustige, kraentige hand kop vasthou den, ja ze zag hem op dat moment helemaal voor zich met zijn blonde verwarde haar, zijn blauwe ernstige ogen en die onverzettelijke mond. Len nart was gesloten, maar iemand waar je on vertrouwen kon Ze deed geen moeite om die herinne ringen te verdrijven dat was onmo gelijk in dit huis. Ze zuchtte. Kom, ze zou eens zien of er nog iets feestelijks van de tafel was te maken. Marta had gelukkig voor wat denne- groen gezorgd en Sylvia versierde daarmee de grote keukentafel. Op de avond vóór de Kerstdag was het tradi tie om in de keuken te eten. Een fleu rige loper over de tafel en enkele kan delaars tussen de borden en het flon kerend kristal. Twee borden Ze voelde hoe haar keel plotseling werd toegeknepen en in een flits zag ze het groteske van de hele situatie. Nee, dit kon ze niet'verder doen. Lang zaam rolden de tranen haar over de wangen en ze vluchtte haastig naar de salon. TN HET HELDERE maanlicht was het bos vol diepe schaduwen. De ski sporen lagen als donkere voren in de smetteloze sneeuw. Zwijgend liepen de beide mannen voor de slede. Een klare hemel met ontelbare sterren overkoepelde alles. Het was prikkelend koud, maar geen van hen had daar erg in. Beiden waren gevangen in de be tovering van de oneindige schoonheid van deze avond de ijle stilte om hen heen en de ongereptheid van de natuur. Nooit, overpeinsde Sten, kon je de diepere betekenis van het Kerst feest beter begrijpen dan buiten onder de sterrenhemel. Het wonder van de Kerstnacht kwam je hier zo dicht nabij zo zuiver en groots, dat het je ont roerde tot in je diepste wezen. Daar konden feesten en de prachtigst ver sierde kerstbomen het niet bii halen. Onwillekeurig bleef hij staan. Beneden hen lag het matglanzende meer teeen een achtergrond van donkere boom silhouetten tegen de lichte hemel. Wat mooi is het, sprak ingenieur Nordin gedempt. Hij legde zijn hand op Stens schouder. De jongen keek hem aan. Een diep gevoel van saamhorig heid rioorst-oomde hen beiden. We missen allebei iets Sten, liet hij er zacht op volgen. Ja, dacht Sten en bewoog nauw merkbaar zijn hoofd, terwijl hij vóór zich uitstaarde. Kom, zei zijn vader, we kun nen hier niet blijven staan we moe ten aan Mattson denken. De tocht werd voortgezet en voorzich tig loodsten ze de slede over het heu velachtige terrein naar Hasslegard toe. Lennart Nordin maakte de riemen los en droeg de oude Mattson naar bin nen. Sten was al vooruit om de deur open te maken. Het licht in de hall brandde nog. Voorzichtig werd Matt son op een van de brede banken neer gelegd. Sten liep haastig naar de salon om Marta te roepen, maar in de doorgang bleef hij plotseling staan. Een moment v/as hij sprakeloos, maar dan was hij bij Sylvia en sloeg zijn armen om haar heen. Moeder Over Stens schouder ontmoetten haar ogen die van Lennart. Haar hart bons de wild. Speel nu op wijs me de deur, zeiden haar ogen. Maar Lennart zei niets hij zag alleen de tranen- sporen op haar wangen. Sten had haar losgelaten in de span ning van het ogenblik. SylviaLennarts stem had een hese klank. Kom eens mee Ze volgde hem bevreemd, zonder iets te zeggen. Wat was hij van plan waar wilde hij naar toe Samen stonden ze op het bordes. Hij maakte een armbeweging. Zie je hoe mooi alles is, hoe intens mooi en vredigSylvia Ja, uitte ze gesmoord. Waarom deed hij dit waarom pijnigde hij haar op deze manier. Ze zou kunnen huilen of weglopen, maar ze deed het geen van beide. Kerstmis, ging hij voort zonder haar aan te zienvrede op aarde - heeft men altijd gezegd in mensen een welbehagen Sylvia, zei hij heftig, zich naar haar toe wendend, sinds jij weg benl is er geen vrede meer in mij .Ik be) dat nooit sterker gevoeld dan juist vat daag op die tocht naar Mattson. T«s was het of ik mezelf voor het eerst iï nerlijk zag Lennart! Zeg niets Sylvia. Nerveus ver frommelde hij een van zijn handschoe nen tussen zijn stevige handen. AH je weg wilt gaan kan ik me dat best voorstellen. Alleenjij zoudt die in nerlijke vrede in mij kunnen terug brengen datgene wat ik juist M nodig heb.... en jij misschien ook, liet hij er heel zacht op volgen. Het bleef lang stil. Het park la? roerloos in het zilveren maanlicht. Eindelijk vroeg ze Zou je merken dat ik er was? Zijn hand zocht de hare en drukt» die stevig. Dat zou ik zeker, Sylvia, zei hij beslist. j Dokter Falkberg, die te voet door de hoge sneeuw in de oprijlaan kwam baggeren omdat zijn auto was blijven steken, heeft nooit begrepen waarom ingenieur Nordin zijn vrouw bij 1» graden vorst juist buiten op het bordes moest omhelzen. Maar de Kerstman wist het wel..-- Directie: J. BIJLSMA en C. KRAK Hoofdredacteur: H. M. KOEMANS Redactie: Achterdam 18, Tel 5541 ADVERTENTIES en ABONNEMENTEN: Voordam 11, Tel. 3320 Postgiro 187294 MAARSCHALK STALIN heeft s< schriftelük gestelde vragen - „New York Times" Reston. Op i met vertegenwoordigers van de re wordt met de mogelijkheid van e Eisenhower over het verzwakken juichen, werd door Stalin bevest veel voor dpze suggestie." Stalin i diplomatieke pogingen om een eii de Sowjet-Unie hier belang bü he vragen antwoordde de Russische I de Ver. Staten en de Sowjet-Ur beschouwd .tn.dat onze landen ii waar de oorzaken van de huidi Stalin: „Overal waar de politiek haar aggresuieve uitdrukking vir Leden van het geheime Mau Ma nootschap hebben aan de voori van Kerstmis bij overvallen in ven dene delen van Kenya tien Kiko onder wie een vrouw, gedood. V werden moordaanslagen gedaan o ven inheemsen, onder wie drie k ren en een vrouw. Het merendee de aanslagen werd in het Nyeri-i vaat gepleegd, ongeveer 100 km Noorden van Nairobi. De Nieuwzeelandse premier, S Holland, heeft in zijn kerstbood: meegedeeld, dat koningin Elizabet Tweede en de Hertog van Edint volgend jaar Kerstmis in Nieuw land zullen zijn. Midden October werd te Londei flcieel bekend gemaakt, dat de k gin en haar echtgenoot in Dece 1953 uit Engeland zullen vertrekke het merendeel van Januari in Ni .eeland zullen doorbrengen. Ve gons zal een bezoek aan Australië den gebracht, waarna op de teru Ceylon wordt aangedaan. Donderdagavond is een vliegtuig de Perzische luchtvaartmaatsch tengevolge van de mist bij het veld van Teheran neergestort. Vie twintig personen kwamen om he ven. Er is slechts één overlevende, toestel kwam uit Abadan. Be waarnemende Egyptische m ter van buitenlandse zaken Fathi droean heeft verklaard, dat de E tische premier generaal Na voornemens is een bezoek te brei aan generaal Eisenhower na dieni stallatie in het Witte Huis. De d; van 't bezoek is nog niet vastges De minister zei, dat het bezoek ten doel had de nieuwe Amerika President geluk te wensen. OORZAAK RAMP MET GLOB1 MASTER De Amerikaanse luchtmacht i mede. dat de ramp met de Globem 'e Lake Moses, waarbij Zaterdag 86 sonen omkwamen, te wijlen is aai omstandigheid, dat voor het opst: enige bedieningsorganen niet ten werking zijn gesteld. h - - "Ws Hoewel het Eerste Kerstda droog is gebleven, trok gistermoi Ben een regenstoring over mt vrjj veel wind. Over koude hel ben wij niet te klagen gehai daar de temperatuur boven d vi}f graden Celsius bleef schom melen. Het komende weekeind staan ons buien te wachten, daa een. lagedruk-gebied van lJslan naar Engeland is getrokken. Gis teravond bereikte ons alweer ee randstoring met vooral in he Zuiden enige regen. Het is iet kov.der geworden, maar benede normaal zal de temperatuur no niet komen. De vorst is ver naa het Noorden gedreven en ook iï Oost-Rusland komt nog vorst va: betekenis voor. Onze blik moe de komende dagen echter iï de richting van de Oceaan wor den gericht, want van die kan kunnen wij voorlopig niet ander dan aanhoudend onbestendi j weer verwachten. Verwachting tot morgenavond: JETS KOUDER Overwegend zwaar bewolkt me! P'aatseiijk mist en hier en daar enige regen of motregen. Iets Kouder met in het binnenland nacht temperaturen om het „■'capunt. Zwakke tot matige gen Uit uiteen'°pende richtin-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1952 | | pagina 16