KERSTPUZZLE
WELKE STER
Middeleeuwse misverstanden op
de vierenzestig velden
Kerstprijsvraag
voor dammers
De Kerstman wijst
U op onze
KERSTNUMMER
VERKOUDHEIDBLTedsomlSOP
Zwart: 11 schijven op 7, 8. 9, 11. 18
15:,18, 19. 23. 2B. 35.
Wit; 11 schijven op 22, 24, 25, 28, 3D
32. 34, 42 43, 44. 46.
Wit speelt en wint.
Woensdag 24 December 1952
Vroegtijdige emancipatie veroorzaakte:
ouD oeroud is het schaakspel; althans één van de vormen van het koninklijke
spel is in de zesde eeuw of eerder in India ontstaan. In latere tijden duikt het
in Perzië en in Arabië op. De enorme militaire successen van het jonge Moham
medanisme brengen het „Sjatrandsj" in Spanje en van daaruit verovert het
Europa en later de wereld, om met Keuben Fine te spreken. Aan het eind van de
vijftiende eeuw vindt er dan, vermoedelijk in Spanje, een ingrijpende wijziging
plaats. De dame, die slechts één pas in schuine richting mocht uitvoeren krijgt
haar huidige macht en bewegingsvrijheid een vroegtijdige emancipatie overi
gens. De loper wordt als het ware gemotoriseerd.
Ook nu nog vissers in
troebel water
r\E gevolgen van deze wijziging waren
verbluffend. Terwijl in het Arabisch-
Middeleeuwse schaakspel de partijen
eindeloos duurden en zelden tot mat
voerden, werden nu snelle beslissingen
mogelijk, zoals het beruchte Herders-
mat (1. e4, e5 2. Lc4, Lc5 3. Dh5(?), Pc6
4 Dxf7±. Na 3De7 staat zwart
eerder beter). Inhet oude Sjatrandsj
werden de partijen of remise, óf er
ontstond pat (wat niet als remise
gold), óf men beroofde de vijandelijke
koning van al zijn onderdanen, wat ook
een soort overwinning was.
Na de wijziging der spelregels wa
ren de berovingswinst en de patwinst
niet meer in aanzien: soms gebeurde
het zelfs, dat wie pat Zette of het laat
ste stuk van zijn tegenstander sloeg,
geacht werd verloren te hebben.
LISTEN EN LAGEN
IN DE onderstaande ware geschiedenis
spookten enkele van die oude be
grippen nog rond; het was in een tijd,
dat er weinig vaststond, zodat geslepen
individuen door bluf hun kansen pro
beerden te verbeteren. Heden ten dage
kent men overigens de zwendel (in het
Zwitsers: Schwindel) net zo goed;
hoeveel verloren partijen zijn er niet
door hardnekkig en vindingrijk vissen
in troebel water gered of gewonnen?
Hoe vaak probeert men niet als het
„zwendelen" niet lukt, door „zwetsen"
een vluggertje een gunstige wending te
geven?
Er waren eens een beroepsschaker
het verhaal speelt na 1600 en een
dilettant in een partij gewikkeld. Ik be
doel daarmee niets ten nadele van de
laatste te zeggen: een dilettant is een
liefhebber, iemand die er plezier in
heeft. Dat deze amateur de meester bo
vendien financieel steunde, pleit even
min tegen hem: hij nam n.l. schaakles
en na enige theorie volgde er telkens
praktijk. Eerst gaf de crack een dame
voor, en won, na verloop van tijd ging
dat echter niet meer, zodat de million-
nair want zijn leerling bezat inder
daad millioenen een toren voor kreeg,
verloor, later won, een paard, een. pion
en uiteindelijk zelf remise maakte zon
der voorgift. Dit alles geeft nog geens
zins aanleiding om ook maar de ge
ringste karakterfout bij de millionnair
(Onder redactie van Max Douwes,
Soestdijkerstraatweg 58, Hilversum)
De hoofdredacteur is een ontwikkeld
en fijnvoelend mens en wij doen ook
altijd onmiddellijk wat hij vraagt. Maar
nu heeft hij ons toch diep gegriefd en
wij zullen maanden nodig hebben, om
ons verkreukte innerlijk weer op peil
te brengen. Want wat zou U er van
zeggen, wanneer U als serieus dam-
redacteur het volgende verzoek ont
vangt: „Ziet U kans om voor ons Kerst
nummer een rubriek met een bijzonder
karakter samen te stellen? Bijvoorbeeld
een schertspuzzle of iets dergelijks
(Cursivering van ons - Damred.)
Dat iemand niet damt, is, hoewel na
tuurlijk onverdedigbaar, toch nog in
zekere zin te begrijpen, zij het dan met
enige inspanning. Maar dat iemand het
woord „schertspuzzle" durft te uiten m
verband met het damspel, is ronduit
verbijsterend. Het verschijnsel, dat
iemand het begrip „scherts" te pas durft
te brengen met dammen en dammers,
doet ons plotseling beseffen, dat het
geen wonder is dat het er in de wereld
zo slecht uitziet. En dan die toevoeging:
„Of iets dergelijks"!
Onze reactie hierop was waardig, bij
het ijzige af. Wij hebben een composi
tie samengesteld (het woord „puzzle' is
natuurlijk beneden onze dammerswaar-
digheid), die U kunt oplossen. Het is
een ernstig werkstuk, ontstaan uit de
zuivere bron der inspiratie en gelouterd
door de worsteling van de kunstenaar
met de materie (deze uitdrukking ont
leenden we aan onze kunstrubriek)
De opgave luidt: Wit speelt en wint.
En als onvoorzien mocht blijken, dat wit
op meer dan één manier kan winnen,
dan is dat nog niet erg, want voor elke
winstgang die U aangeeft, krijgt D 4
punten. Maar U moet wel oppassen, niet
alles wat rijp en groen is. als winst_ in
te sturen, want indien U een oplossing
mocht inzenden, die bij nader inzien
toch geen winst voor wit oplevert, dan
Verliest U daarmee 3 punten.
Voor de winnaars stellen wij een
tweetal boeken van F. Raman beschik
baar, nl. ,.D» Raadselen der Symetrie
Sn „Slaggeheimcn in het Damspel". De
oplossingen dienen uiterliik Maandag 5
Januari in ons bezit te zijn.
We wensen U veel genoegen en suc
ces bij het oplossen en verder een goede
Kerst!
te constateren. Wèl echter bleek na die
laatste partij, dat hij niet uitblonk in
zelfkennis; hij meende n.l. even goed te
spelen als zijn leraar en wilds dus de
lessen stopzetten. „Laten we dan eerst
nog eens een partij met een dame voor
gift spelen" sprak de meester. Dat ge
schiedde en de meester won
Maar ik dwaal af. Ik had het over een
partij, die gespeeld werd toen de mae-
cenas een paard voor had gekregen en
bovendien met wit speelde. Daarin ont
stond diagramstelling A. Zwart had
Pb8 voor het begin van de partij van
het bord genomen.
DIAGRAM A
Wit Kf2, Tg4, Pc2.
Zwart: Khl, pion g5.
„Mat in twee zetten" sprak de millio-
nair triomfantelijk en hij greep pion
g5. „Afblijven" antwoordde de meester
verstoord. „U weet toch wel dat het
laatste stuk van de tegenpartij nooit
geslagen mag worden?" Wit liet zich
hierdoor overbluffen en begon opnieuw
te peinzen. Na een half uur speelde hij
Pc2el, met de mededeling dat het nu
mat in drie zetten werd Kh2 2. Pf3t en
Tg3±. De schaakmeester, die niet de
bedoeling had om deze partij te verlie
zen, maar door een blunder een toren
kwijtgeraakt was, gromde toen: „De be
doeling van een voorgiftpartij is, dat U
met het stuk dat U extra kreeg, mat
zet". Ook deze bewering was onjuist,
maar wat doet een mens niet om zijn
broodje? Weer verstreek er een uur en
toen zei de maecenas: „Het is mat in
zes zetten: 1. Pel, Kh2, 2. Pf3t. Khl 3.
Pgl, Kh2 4. Tg2t, Khl 5. Pe2, g4, 6.
Pg3±. De meester lachte Wulderënd"en
sprak: „U bedoelt zeker helpmat, want
ik speel 2Kh3". Maar hij had
niet helemaal gelijk, want er was toch
mat in zes zetten mogelijk. Ziet u hoe?
DE OPLICHTER
CR WAS eens een avonturier, die een
schaakmeester wilde verslaan. Der
halve lijmde hij Thl aan het bord vast,
maar niettemin kwam hij verloren te
staan (zie diagramB Wit's laatste zet
was f7f8D geweest waarop zwart zijn
zet deed; opmerkend: „U ziet zeker geen
kans om me met de toren mat te zet
ten". „Natuurlijk wel", sprak de mees
ter en hij greep de toren. Het gevolg
was, dat het hele bord een „schuiver"
maakte. „U bent een oplichter",
schreeuwde de crack. „Dat moet u no
dig zeggen", antwoordde zijn tegen
stander, „zowel letterlijk als figuurlijk
licht u de zaak op! Waar blijft nu dat
mat met die toren?"
Daarop slaagde de meester erin. zijn
woede te bedwingen, en na enkele mi
nuten verklaarde hij: „Ik geef U mat
in zeven zetten". En hij veegde zijn on-,
scrupuleuze partner volgens de regelen
van diens kunst van het bord. Het spijt
mij, dat van het document waarop dit
ware verhaal vermeld staat, hier blijk
baar een gedeelte ontbreekt. Maar U
kunt het zelf wel vinden, nietwaar?
DIAGRAM B
Wit: Ke2, Df8. Thl.
Zwart Kg2.
Opgave A: Wit geeft mat in zes zetten
met Pc2: pion g5 mag niet geslagen
worden.
Opgave B: Wit geeft mat in zeven zet
ten met Thl; dit stuk mag niet van
zijn plaats komen.
De oplossingen van deze opgaven
moeten uiterlijk Maandag 5 Januari 1953
in het bezit zijn van drs J. Muilwijk,
Van Maerlantlaan 142, Den Haag. Onder
de goede oplossers wordt een bedrag
van f 10.- (voor beide) en twee van
f 5 (voor één) verloot.
Als de verkoudsheldsklemen zich vastzetten,
raken uw ademhalingsorganen verstopt.
Het natuurlijke afweermiddel, de bloeds
omloop. raakt In de knel. U krijgt het be
nauwd; de besmetting woekert voort.
Geef de microben geen kans. Ga ze te ltli
met MENTHO-REX. Wrijf borst, keel en
rug er flink mee in en de 8 geneeskrach
tige oliën van MENTHO-REX Jagen het
bloed weer door de weefsels. MENTHO-
REX verdrijft de kou vla de bloedsomloop,
zonder dat u iets hoeft in te nemen. Grote
DOt MENTHO-REX f. 1.2S.
(Advertentie, lng. Med.j
wees de drie wijzen de
weg naar Bethlehem?
„Want wij hebben gezien zijne
Ster in het oosten" (Matth. 2 2)
TELKENJARE tegen Kerstmis duikt
de vraag weer op:. „Welke ster is
dat geweest die volgens het bijbelver
haal de wijzen uit hei Oosten de plaats
aanwees waar Jezus werd geboren?"
Het is logisch dat men voor een ant
woord te rade gaat bij de sterrenkunde
(de astronomie) hoewel het eigenlijk
meer een kwestie is vanastrologie!
Want ongetwijfeld wordt met „wijzen
uit het oosten" gezinspeeld op de doe
ning van oosterse (n.l. Chaldeeuwse en
Babylonische) sterrenwichelaars. Zij
beoefenden inderdaad dt sterrenkunde,
maar op een bijzondere manier: hun
doel was, de tekenen te verstaan, die
de godheid door middel van de hemel
lichamen aan de mensen gaf.
Men ging er in die tijd nog van uit
dat de aarde stilstaand middelpunt van
het Al was een leer die zich tot Co
pernicus' en Galilëi's dagen heeft ge
handhaafd! en kon zodoende de
planetenbanen niet herkennen als een
voudige ellipsen; hun grillige loop
moest iets beduiden. In een bepaald
stadium van deze astrologische opvat
ting waren heldere sterren de sterren
van koningen; wij vinden die opvatting
terug in Mattheüs 2 2, waarin de wij
zen vragen; „Waar is de geboren koning
der Joden, want wij hebben gezien
zijne ster in het oosten." Een duide
lijke aanwijzing.
Minder duidelijk is helaas de andere
passage (in vers 9 van hetzelfde hoofd
stuk); „en zie, de ster die zij in het
oosten gezien hadden ging hen voor,
totdat zij kwam en stond boven de
plaats waar het kindeke was." Het is
mij niet bekend of er klaarheid bestaat
omtrent de betekenis van het zinsdeel:
„de ster die zij in het oosten gezien
haddon". Betekent het: de ster die de
wijzen zagen toei. zij zelf nog in het
oosten vertoefden, of is het de ster,
die zij in oostelijke richting zagen?
Maar dit laatste lijkt minder waar
schijnlijk: Bethlehem lagvoor deze
reizigers Westelijk, daarboven bleef de
ster staan
Welke ster?
CR IS in de loop der eeuwen naarstig
naar een antwoord gezocht. De
astronomie is tol veel in staat. Gebeur
tenissen uit bet oude Egypte, vermeld
Het Kerstmannetje, dat zich voor deze speciale gelegenheid half achter sen
grote Kerstklok verschool, kijkt glunderend de wereld in. Hij heeft er ook
alle reden toe, want de puzzle, die hij onze abonné's ditmaal voorlegt is
niet zo eenvoudig. Het resolute gebaar, waarmee onze Kerstman naar de
onderste figuur in de klok wijst, laat aan duidelijkheid niets te wensen
over-, in deze figuur moeten n.l. de eerste moeilijkheden uit de weg worden
geruimd. Dit Kunt U doen door woorden met de volgende betekenis in te
vullen:
A. hondachtig roofdier, heerser, telwoord
B. blijspel; rangtelwoord (mv); begin
C. vervoeging van branden; strekking; hoofdstad van Kenya
D. katachtige roofdieren; soberheid; drieregelige strofe
(poëzie)
E. weersgesteldheid; land in Europa; maand
F. deel; waternimfen; deel van een etmaal (mv.)
G. belangrijk tijdstip; vorm van schoonmaken, bewoners
v.e. werelddeel.
H. diefachtige vogel (mv,); rond gebouwd.
Bij een juiste invulling ontstaat op de eerste rij van boven
naar beneden in deel no, I van deze figuur, de naam van een
dichter; terwijl op de eerste rij van boven naar beneden in deel
2 en 3 achter elkaar gelezen, de naam van een gedicht van deze
dichter te voorschijn komt.
Door hierna alle gevonden letters uit de onderste figuur over te brengen
naar de gelijkgenummerde hokjes in de bovenste figuur van de klok, ont
staat daarin een deel uit dit gedicht.
(Voor de oplossing zie men ons blad van Zaterdag).
in papyrus-kronieken van lang vóór
het begin onzer jaartelling, heeft men
nauwkeurig kunnen vastleggen aan de
hand van daarin vermelde zons- of
maansverduisteringen. Men heeft on
danks het feit dat de kalender diverse
malen is gewijzigd, kunnen berekenen
dat een oud verhaal uit het China der
keizers, volgens hetwelk twee hof-
astronomen werden onthoofd omdat zij
in hun onachtzaamheid hadden nage
laten een zonsverduistering tijdig aan
te kondigen, betrekking heeft op de
eclips van de 22ste October van het
jaar 2137 vóór Christus' geboorte. Maar
omtrent het hemellicht dat zich tijdens
Christus' geboorte moet hebben ver-,
toond, tasten wij in het duister.
Waarom?
f)M TWEEëRLEI reden. Het kan bij
de vaststelling van gebeurtenissen uit
een grijs verleden voorkomen dat de
sterrenkunde de geschiedenis te hulp
komt Wanneer zonder nadere tijds
aanduiding wordt vermeld dat zekere
gebeurtenis plaats had (wij nemen een
willekeurig voorbeeld) „terwijl Mars,
Jupiter en Saturnus in conjunctie wa
ren" dan kan men deze gebeurtenis in
de geschiedenis localiseren: men kent
de omlooptijden van deze drie planeten
nauwkeurig en kan dus door berekening
vinden op welk tijdstip zij „in conjunc
tie" („samenstand") waren.
Ook 't omgekeerde komt voor; wordt
bijvoorbeeld een veldslag beschreven
met data erbij tijdens welke het
plotseling overdag nacht werd terwijl
men sterren zag, dan heeft de sterren
kunde aan deze vage aanduiding genoeg
om te weten dat hier een totale zons
verduistering wordt beschreven; men.
controleert op die wijze de vermelde
datum.
Welk jaar?
MAAR DE VRAAG die velen met
Kerstmis stellen blijft onbeantwoord.
Er zijn namelijk geen historische stuk
ken voorhanden over de geboorte van
Jezus, zodat wij niet weten, in welk
jaar die te plaatsen; anderzijds ont
breekt ook elke nadere aanduiding om
trent de „ster van Bethlehem", zodat
noch geschiedenis, noch sterrenkunde
enig houvast biedt.
Ook de uitdrukking „christelijke
jaartelling" geeft geen aanwijzing. Deze
dateert namelijk pas uit de zesde eeuw
na Christus, toen de geleerde Dionysius
Exiguus een bepaald jaar van de ro-
meinse jaartelling „het jaar 532 der
christelijke aera" heeft genoemd.
Exiguus deed dat op grond van tijd-
technische overwegingen. Een aanwij
zing^ omtrent het geboortejaar van
Christus houdt dit niet in: men wist
toen al niet meer, wanneer Christus
was geboren.
Men gaat er bij gebrek aan exacte
gegevens dan ook maar van uit dat „de
ster van Bethlehem" een conjunctie is
geweest van twee planeten. Gesteld bij
voorbeeld dat Mars en Jupiter in die
tijd zo vlak bij elkaar aan het firma
ment hebben gestaan dat het oog maar
eén ster onderscheidde (de verrekijker
dateert pas uit de zeventiende eeuw!)
dan zal die „ster" van een uitzonderlijke
helderheid zijn geweest (Jupiter alleen
is immers al het helderste licht van de
avondhemel). Reden genoeg voor de
wijzen uit het (astrologische) oosten
om het verschijnsel in verband te
brengen met een uitzonderlijk gebeu
ren: de geboorte van de Koning der
Joden.
P Noord-Holandse Margarinefabriek te Zaandijk,
onder controle van de Nederlandse Vegetariërs Boud.
(Advertentie, lng. Med.)