Hoe Oud en Nieuw buiten onze grenzen gevierd wordt Z. Afrika Zweden Frankrijk LIEVE EMILIE EN GOEDE THEODOOR „De koning raakt je aan, God geneze je" Oude en nieuwe gebruiken bij de jaarwisseling in Frankrijk Actueel woord anno 1517 Schreven elkander aandoenlijke getreden teuwjaarswensen SSt.'LsrtrS- ml" OUDEJAARSNUMMER Woensdag 31 December 1952 „Drie koningen" wordt luidruchtig gevierd Oppervlakkigheid en uithuizigheid lllüfVfilifi Koud bier. hossen Auoll ülW en vrolijk zijn enraiMiBiDiininiiiiiinniiiiiniiminiiraniiiiiiiiiiiiiiinniniiniffliffliiiniBiniimminHiiiiiinnniiriin® imrai Braaivleis onder het Zuiderkruis Luidruchtige jeugd en volle theaters Een beetje zingen op straat Vrolijk leest met cadeautjes Geerlings brievenboek hielp een handle ALS IN DE NACHT van 31 December op 1 Januari het oude, afgeleefde jdar wegvlucht voor de twaalf bronzen slagen, die de kerktorens laten horen, of voor het lawaai van de toeterende schepen in de havens, voor het gillen van de locomotieven op de stationsemplacementen, voor het vuurwerk, dat knallend de lucht in vliegt, of voor de bescheiden twaalf slagen van de klok in de huis kamer en een nieuw jaar aarzelend zijn intrede doet, dan komen We tot inkeer, niet zelden tot een weemoedig herinneren aan wat voorbijgegaan is en tot een nieuw beginnen, bezield met de beste voornemens. We vieren de jaarwisseling ingetogen of luidruchtig, naar gelang van onze geaardheid. QOK DE verschillende landen halen het Nieuw Jaar op eigen manier bin. nen. Zij doen dat naar eeuwenoude tra dities en geven het naar 's lands wijs 's lands eer. Die tradities veranderen soms in de loop der tijden, doch over het algemeen is hun een lang leven beschoren en handhaven zij zich tegen alle pogingen om er wijziging in te brengen. De grote revolutie veranderde in Frankrijk de kalender en deed het Nieuwe Jaar van dat ogenblik af op 22 September beginnen, de dag waarop het Feest van de Revolutie gevierd werd Op die dag zijn dag en nacht even lang, wat een tijdgenoot deed opmer ken, dat de „gelijkheid" in de hemel stond aangegeven juist op het ogenblik, dat zij door de vertegenwoordigers van het Franse volk onder de burgerij werd uitgeroepen. Maar deze vernieuwing duurde niet lang genoeg om de oude gewoonten te kunnen verdringen; het grootste deel van de bevolking ging rustig door met het vieren van Nieuw jaar op de oude datum. Sinds de Middeleeuwen is de jaar wisseling in Frankrijk steeds een ge beurtenis geweest, die alom gevierd werd en waarbij vele goede wensen werden uitgesproken en men weer met nieuwe hoop' en verwachtingen begon. „PIJ WILT oorlog voeren? Onderzoek dan eerst wat vrede is, wat oorlog: at de eerste voor goeds, en de laatste ar kwaads meebrengt, en bereken tl eens of het werkelijk loont de de met de oorlog te verwisselen. In- een in alle opzichten bloeiend riik schone steden, met wel bebouwde ers, met de beste wetten, goede ïht en geheiligde zeden iets bewon- irenswaardigs is, bedenk dan: dit ge luk wordt door mij verstoord, wanneer ik oorlog voer. Daarentegen, indien gij eens de ruïnes van steden aanschouwd hebt. vernielde dorpen, uitgebrande kerken. verlaten akkers, en dit schouwspel, zo beklagensv. aardig als het is, werkelijk gezien hebt, bedenk dan: dit zijn de vruchten van de oor log. Indien veronachtzaming van de wet ten het allerergste kwaad is voor een staat, denk er dan aan, dat onder de wapenen de wetten zwijgen. Indien gij echtbreuk, bloedschande en ergerlijker dingen dan deze afschuwelijk vindt: de oorlog is leermeester van dit alles. In dien goddeloosheid en onverschilligheid voor de godsdienst de wortel is van alle kwaad: de godsdienst wordt door de stormen van de oorlog geheel en al uitgeroeid. Dit moet men altijd en altijd weer be denken, dat ieder zijn eigen zaak voor goed houdt en dat ieder zijn eigen ver wachtingen koestert: terwijl juist dat wat iemand in zijn opgewondenheid het rechtvaardigste toeschijnt, zeer dik wijls de slechtste zaak blijkt te zijn; en niet zelden wordt men in z'n hoop te leurgesteld. Maar neem nu eens aan, dat de oorzaak '.ot een oorlog zeer ge rechtvaardigd is en d„t de afloop zeer gunstig is, en maak dan eens de reke ning op van alle nadelen, waarmee de oorlog gevoerd is en van de voordelen, die de overwinning gebracht heeft: en zie dan of het werkelijk zoveel waard is om te overwinnen. Wel zelden wordt een overwinning behaald zonder bloed vergieten. Dan hebt gij onderdanen, die met mensenbloed bevlekt ziin. Bereken bovendien eens het verval van zeden en openbare tucht, drt met geen winst is goed te maken. Gij put uw schatkist uit, gij plundert uw volk, gij legt de goeden zware lasten op en zet de slech ten tot hun misdadig bedrijf aan. En wanneer de oorlog afgelopen is, dan ziin de gevolgen van de oorlog nog lang niet overwonnen". ERASMUS („De klacht van de Vrede"). Die eerste dagen van het Nieuwe Jaar werd er nergens gewerkt, in tegenstel ling met de Romeinse traditie die wilde, dat men juist de een of andere handen arbeid verrichtte, daar luiheid een slecht voorteken was. Talrijk waren de gelovigen, die van deze korte vacantie gebruik maakten om in retraite te gaan. Maar nog veel talrijker waren de families, waar de gebruikelijke Nieuwjaarwensen gepaard gingen met overvloedige maaltijden, die rijkelijk besproeid werden. Dat deze traditie niet verloren is gegaan, blijkt wel uit het feit, dat wat spijs en drank betreft, de nacht van het Oude in het Nieuwe in Frankrijk zeker niet onder doet voor de Kerstnacht. Genezende koningen VOOR DE Franse koningen betekende de eerste Januari het volbrengen van twee plechtigheden: ten eerste gingen zij naar de mis en - dit gebeurde zeker van de elfde eeuw af zij moesten mensen, lijdende aan klierzwellingen, aanraken, daar het volksgeloof hun de macht toedichtte, deze te kunnen gene zen. Onder de regering van Lodewijk XIV verdrongen honderden mensen, van heinde en ver gekomen, zich om de vorst, in afwachting van het wonder. De revolutie schafte deze gewoonte uiteraard af, doch zij leefde voor het laatst nog eenmaal op onder Karei X (1825). Deze vorst begaf zich als „eerste geneesheer van zijn koninkrijk" naar een hospitaal in Reims en legde de hand op enige honderden zieken onder het uitspreken van de sacramentele woor den: „De koning raakt je aan, God ge neze je." Door alle tijden lieen was en is het in Frankrijk de gewoonte geweest, dat op de eerste Januari cadeau's geschon ken worden. Dat is zo in alle lagen van de bevolking. Het voorbeeld werd van hogerhand gegeven, want de koning zelf gaf en ontving geschenken. Zo bood bij voorbeeld in 1600 de hertog van Savoye aan koning Hendrik V twee grote kris tallen kommen en vazen, „zeer fijn be werkt en van grote waarde", aan; de hertog ontving als tegenprestatie een diamanten medaillon met in het mid den op een transparant het portret van de vorst. Driekoningen DOK DRIEKONINGEN op 6 Januari heeft in Frankrijk sinds onheuglijke tijden aanleiding gegeven tot tamelijk luidruchtige volksvermaken. Vooral de studenten zetten op die dag de bloeme tjes flink buiten. Het feit, dat zowel de geestelijkheid als de universiteit hun grappen afkeurde, bewijst wel, dat de heren met hun schijnprocessies, bekend als „fëte des fous" (gekkenfeest) de perken wel eens a. te zeer te buiten gingen. Pet spreekt boekdelen, dat een besluit van de kunstfacuiteit in 1488 voorschreef, dat de studenten de volgen de aag „behoorlijk gekleed en met af geknipt haar" op college moesten ver schijnen. Meer algemeen was de gewoonte, die overigens nog heerst, om op deze dag een platte koek onder elkaar te ver delen. waarin een witte boon was mee lbakken. De gelukkige vinder van deze boon genoot het voorrecht één dag ko ning te zijn. In het begin van de veer tiende eeuw sprak de bisschop van Amiens hier reeds over; hij noemde het een gangbaar gebruik. Men riep „de koning drinkt" en wie dat vergat te doen, werd met roet ingesmeerd om de „Morenkoning" voor te stellen. Anna van Oostenrijk, de gemalin van Lodewijk XIII en regentes tijdens de minderjarigheid van Lodewijk XIV, be gon met de gewoonte om „ook de ar men wat te gunnen". In de Provence was het vieren van de zesde Januari altijd een traditioneel familiefeest. Een kind zegent daar de koek, snijdt hem in stukken en verbergt deze in een fijn wit linnen servet. De koning kiest ziin „koningin" en na het eten biedt hij haar zijn arm en brengt haar te voet terug naar haar woning. <„„ol<—s fnr a11^ -a-ion. dip flambou wen dragen. „Estre fava", het vinden van de boon, waarborgt de eendags- koning voor het getóele jaar geluk. In de Haute Provence, het land dat in zijn stille dalen zoveel tradities be waart, brandt men op Driekoningen jeneverbesstruiken om, volgens de folk loristen, de „Drie Koningen" hun weg te wijzen. CE IS MISSCHIEN niets, waarin het verschil in men taliteit tussen Nederland en België zo diep uitkomt als in de manier, waarop deze twee landen gewoon zijn de oude jaarsavond door te brengen. Ik zou dit verschil in dri» woorden willen uitdrukken: uithuizigheid, collectiviteit, oppervlakkigheid. In de eerste plaats uithuizigheid. Dit verschijn sel is het hele jaar dóór kenmerkend voor het Belgische volk, maar bereikt zijn hoogtepunt op een dag, waarop men het 't minst verwachten zou, n.l. de oudejaarsavond. Dan zijn er in België geen gezellig verlichte kamers, waar het gehele gezin nog een laatste keer in het wegstervend jaar sa men is, maar juist omgekeerd: verlaten huizen, donkere kamers, omdat jong en oud naar het café gegaan is, of, als het sociaal welgestelde kringen betreft, naar het deftige restaurant, waar men tot diep in de nacht samen blijft en onder het genot van veel spijs en drank, gehoor geeft aan de oproep van de dichter Albert Verwey: „Zie nog eens naar 't dode jaar, dan niet meer." Maar het merkwaardige van deze uithuizigheid, juist op de Oudejaarsavond, in België is, dat deze café-restaurant-vreugde niet individueel genoten wordt, maar collectief. Men sluit zich aaneen; men vormt groepen; men viert het feest in clubver band. De boogschuttersgroep, de kaartspelersclub, de duivenmelkersvereniging, de postfanfarege- mecnschap hebben het hele jaar hard gespaard en nu de oudejaarsavond aangebroken is, zijn zij samen om de pot te verteren. De vrouwen en kin deren ontbreken hierbij niet. Iedereen moet iets uitdenken of een voordracht ten beste geven. Dit verschijnsel van collectief uitgaan, vindt men ook ir. de „hogere" standen, met dit verschil, dat hier de plaats van samenkomst het luxe hotel of de exquise eetgelegenheid is, waar men zoveel drinkt, dat menigeen op nieuwjaarsmorgen naar huis ge reden moet worden. Of in dit collectivisme niet een stuk „vlucht" zit, vlucht voor de eenzaamheid, die voor velen juist op de oudejaarsavond het meest ondraaglijk is, beantwoord ik hier niet. Uit dit alles blijkt duidelijk, dat de gemiddelde Belg op die avond voor één ding doodsbenauwd is: voor een naar binnen gekeerde levenshouding. Hij ondergaat de ernst van die avond liever niet en eet en lacht en spoelt hem weg. Men kan zich haast niet een patriarchale Belg voorstellen, die deze avond de Bijbel, of een Rooms Katholiek equivalement openslaat, of met zijn gezin, om klokke twaalf, een gebed uitspreekt, zoals in veel Hollandse gezinnen nog gewoonte is. Hij scheert liever langs de oppervlakte van die avond heen, zoals een zwaluw langs het watervlak scheert zonder het aan te raken. Zo blijven op 31 Decem ber, waarvan de avond zich bij uitstek tot zelf- concentratie leent, in België: uithuizigheid, collec tiviteit en oppervlakkigheid, deze drie. Maar de ergste van deze is de uithuizigheid. A. G. BAFKLEY WOLF. DE KILLE, MEESTAL NATTE laatste Decemberdagen in een land als Nederland doen verlangen naar de kachel m de gezellige huiskamer, geslo ten gordijnen, een van de geur van warme oliebollen door drongen keuken en de ver trouwde geur van de aloude slemp. In een land als Australië echter behoren de laatste dagen van het jaar doorgaans tot de aller- warmste. En het laatste, waarnaar tegen het jaareinde verlangd wordt is de kachel, de gesloten gordijnen van de huiskamer en gloeiend warme oliebollen. De vettige lucht van de oliebollen en de geur van warme slemp zijn nu eenmaal moei lijk te verenigen met een warme zomernacht. Het is dan ook begrijpelijk, dat de oudejaars avond in een land als Australië de mensen doet verlangen naar de buitenlucht en naar koud bier. Daardoor mist de Australische oudejaarsavond viering het intieme, en is hij min of meer een publiek carnaval geworden. Wanneer de laatste uren van het jaar naderen, vullen de straten zich met vaak gemutste en ge maskerde mensen, gewapend met flessen bier, die zingend en hossend het nieuwe jaar willen in luiden. Straatmuzikanten, in de Australische ste den anders nogal zeldzaam, zijn uit alle hoeken en gaten te voorschijn gekomen en tegen middernacht kan er op vele drukke punten geen auto meer door. In de buitenwijken scharen familie en vrienden zich om „barbecues" in de tuin om in de open lucht met bier overgoten gerechten op het open vuur te roosteren. En wie lid is van een club een zeilclub, jachtclub, golfclub, zwemclub of andere club klinkt het oude jaar meestal uit aan het strand of in de tuin van het clubgebouw. De bijna de gehele nacht open blijvende res taurants zijn gevuld met lieden met mutsen, mas kers en toeters. Doch op deze wijze brengt slechts Als op Oudejaarsavond de mensen in Nederland zich in de gezellige familiekring om de tafel met oliebollen, punch of cho colademelk en meer lekkernijen ge schaard hebben houden ook de buitenlan ders hun „Oud en Nieuw". Ieder vogeltje zingt, zoals het gebekt is en ieder volk viert zijn Oudejaarsavond op de wijze, die bij de omstandigheden en bij zijn aard past. Hoe men In verschillende landen de Oudejaarsavond doorbrengt, daarover schrijven onze correspondenten in dit ar- m tikel. een klein gedeelte van het Australische publiek de laatste uren van het jaar door. Vele scheidsmuren vallen in Australië gedurende de laatste uren van het oude en de eerste uren van het nieuwe jaar weg. „New Year revellers" trekken van de ene party naar de andere en komen vaak terecht bij hun volkomen onbekende lieden. Tijdens „oud en nieuw" mag en kan in Australië welhaast alles. Behalve met ernstige gezichten ziin zonden overdenken. Want „oud en nieuw" is i'i Australië doortrokken van „good cheer" en carnavalsgeest. ALFRED SCHUURMAN. millioen Londenaars aan deelnemen, is het veel. Doen de Engelsen weinig of niets aan oud en nieuw, voor de Schotten is de jaar-wisseling een uitbundig feest. Er worden grote partijen ge organiseerd, waarbij eten en drinken in het mid delpunt der belangstelling staan. De plaats van de oliebol wordt bij de Schotten door een soort vleesbal (haggis) ingenomen. „Haggis" is eigenlijk niet anders dan een mengsel van havermout en gekruid vlees. Elke portie wordt als een worst in een stukje (schapen)darm gestouwd. LINK VAN BRUGGEN. plUD" EN „NIEUW" valt in Zuid-Afrika in het hartje van de zomer en de jaarwisseling blijft dus voor de Nederlanders, die als. emi granten naar het land van Sarie Marais kwamen een onwennige gebeurtenis. De oliebollen en de warme wijn zijn vervangen door roomijs en koud bier; van de gezellige huiselijkheid, die in het oude land eigenlijk de gehele December maand beheerst, is hier geen sprake. Sinterklaas kwam in zijn overhemd met opgestroopte mouwen en de Kerstboom stond in de huiskamer zo vreemd als een ijsmuts op het Scheveningse strand. En nu gaan we „Oud en Nieuw" vieren temid den van een weelde van bloemen; de rozen, de canna's, de geraniums en de bougainville vullen de tuinen en de huizen met hun geuren; overal langs de wegen vlamt de uitbundige bloemen- en bloesempracht; tot hoog tegen de bergen staan de dennen en de eiken en de struiken in het groen en in de takken maken kleurige vogels hun nes ten, waarin straks de eieren zullen liggen. Het felle licht schittert op de witte huizen, want de zon staat in deze dagen te branden aan een wolkeloze hemel, de bergen en het strand lokken duizenden tot een picnic in de buurt van de arendsnesten of tot een bad in het doorzichtige blauw-groene water van de oceaan. Overal snor ren in lange rijen de auto's over de brede asfalt wegen. Maar vanavond, de laatste avond van het jaar, zullen er in de tuinen der villa's en op de erfjes der pondokkies de houtvuren van het „braai vleis" zijn. Schapenbouten en boereworst zullen op de ijzeren roosters gebraden worden en onder de millioenen sterren rondom het Zuiderkruis zal de vredige stilte van de Afrikaanse avond slechts verbroken worden door de weemoedige guitaar- muziek van de naturellen. Groot en helder zal de maan opkomen boven de palmen, de krekels zullen ook vanavond hun eentonig wijsje zingen en de gedachten van vele geëmigreerde Nederlanders zullen negendui zend kilometer weg zijn: in het kleine land aan de Noordzee. Namens die allen: Zegen en Vrede in 1953! A. KAPTEIN TN ENGELAND gaat oud en nieuw vrijwel ongemerkt voorbij. Een oudejaarsavond met oliebollen en bisschops wijn kent men niet, noch een vrije, in een feestelijke sfeer gehulde nieuwjaarsdag. Op 31 December en 1 Januari wor den nooit bijzondere accenten gelegd. Iedereen gaat z'n ge wone gang, met uitzondering misschien van een paar mensen Die paar mensen verzamelen zich voor kerken en op pleinen om het jaar uit te zingen. Men heft veelal half-religieuze liederen aan, waarin het heil van vrienden en kennissen wordt bezongen. In Londen komen deze „community-singers" op Pic cadilly Circus en voor St. Paul's Cathedral bijeen. Op oudejaarsavond, als het verkeer in de City en het West End voor het grootste deel van de straat verdwenen is, echoot het gezang van mannen en vrouwen door het hart van de Britse hoofdstad. Deze gemeenschappelijke zang kan echter moeilijk als een algemeen geldend oudejaarsavond-gebruik worden gezien. Als er tienduizend van de tién MET EEN ZUCHT van ver lichting sluit de Zweedse zakenman op de middag van de laatste dag van het jaar zijn winkelmet een zucht verlaten honderdduizenden reeds op 30 December kanto ren en fabriekenen met een zucht haalt iedereen de laatste druppel brandewijn van het distributieboekje. Men heeft het gevoel zojuist een zwaar examen (al dan niet met de hakken over de sloot) te hebben afgelegd. Maar de de pressie duurt niet lang. Nog enkele uren en het jaar is „gehaald". Dat is een feestje waard. Natuurlijk wacht men het middernachtelijk uur niet in zijn eentje af. De honderd bioscopen, die Stockholm rijk is, de schouwburg en de opera zijn lang van tevoren uitverkocht. Geen zaal is meer te krijgen. Iedereen, die zich maar artist voelt, draagt ertoe bij, leven in de brouwerij te brengen. De jeugd loopt met balonnetjes door de straten en wordt niet moe met getoeter en gefluit het oude jaar te verjagen. Uit iedere taxi ziet men witte hemdborsten stralen. De dames zijn in warme bontjassen gestoken, maar hebben over het hoge kapsel, de kroon van haar toilet, slechts een chiffon-doekje. Dat is onvoorzichtig. Onvoorzich tig is het ook, bij vorst nylonkousen te dragen. Maar dat lijkt opzet. Men tart het gevaar en het ongemak, waarin men verkeert. En vooral denkt men niet aan hetgeen te wachten staat. Ook de thuisblijvers drinken en klinken. Er zijn geen bepaalde menu's voorgeschreven en ook de drank is vrij naar keuze, of beter, vrij naar draag kracht. Slechts de oudere generatie doet het iets kalmer aan en luistert ieder jaar weer naar het door Anders de Wahl met diepe stem voorgedragen Ringklockanring" en het luiden der Zweedse klokken. Wie met de tijd mee gaat, beschouwt dit als een begeleidend stukje conservatisme, een concessie aan de oudjes. Tien minuten later wordt toch weer om de met electrische kaarsjes gesierde kerstboom gedanst, de boom, die men dansend heeft inge wijd en op 8 Februari dansend het raam weer uitgooit. G. F. GSBEL. PELOOFT U OOK NIET, dat de meeste mensen op die laatste avond van het jaar een neiging voelen om enigszins melancholiek te zijn. Om wat weemoedig te denken aan din gen, die voorbij zijn en aan dat oude jaar dat moet gaan sterven? De Fransen hebben er echter wat op gevonden om die melancholie geen kans te geven hun oudejaars- gedachten te versomberen. Zij hebben van de 31ste December de vrolijkste avond van het ge hele jaar gemaakt. Zij blijven niet met ingetogen gezichten thuis zitten wachten tot de klok einde lijk twaalf uur wil slaan. Nee, in principe blijft een Parijzenaar op de Oudejaarsavond niet thuis. Hij verzamelt familie leden-en vrienden in één van de duizenden res taurants, waar de réveillon gevierd wordt. Die réveillon is een bijzonder uitgebreide maaltijd, die van 1952 tot 1953 duurt. Om een uur of tien gaat men aan tafel, om twaalf uur wordt het eerste glas champagne ge dronken, waarna men het nieuwe jaar etend en drinkend ingaat. Het blijft echter niet bij een feestelijke maaltijd. Het is namelijk ook de ge woonte, dat de Parijzenaars elkaar tijdens de réveillon cadeautjes geven. De kinderen krijgen hun geschenken van de Kerstman, maar is het niet logisch dat de ouderen, die niet in de Kerst man geloven, niets aan de Kerstboom vinden? De volwassenen komen de 31ste aan de beurt. Daarbij lijkt de manier, waarop men elkaar de cadeaux geeft, enigszins op onze Sinterklaas. Men maakt gekke spotgedichtjes, men verzint surprises, men zingt liedjes en iedereen doet zijn best om er een zo vrolijk mogelijke avond van te maken. En er is maar één ding. dat de Réveillon ietwat kan versomberen: namelijk zijn prijs. Er is een beroemd cabaret op de Avenue des Champs Ely- sées, waar men de duurste oudejaarsavond van heel de wereld kan beleven. De réveillon kost er ongeveer vierhonderd gulden per persoon. Alle plaatsen waren reeds weken van tevoren bespro ken. JAN BRUSSE. p I gij niet misschien dansende en als het Op een anderen keer beloof ik u N. meer te schrijven, nu herhaal ik nog Tó SCHREEF een kleine honderd jaar geleden „een Broeder zijn Nieuw jaarswens aan eene Zuster": „Veel heit en zegen, geliefde Zuster zij uw deel in dit nieuw begonnen jaar. God zij dank toegebracht, dat wij beiden het oude in gezondheid en met een vergenoegd hart mochten eindi gen. Dat het nieuwe met even zoveel vreugde voor ons daarheen snelle! U vooral, beste Zuster, wensch ik allen bedenkelijken voorspoed. De Hemel schenke u zijn besten zegen, en doe u in dit nieuwe tijdperk van uw leven een gelukkige loopbaan, vervrolijkt door gezondheid en een gerust en te vreden hart, beginnen en eindigen. Schenk mij, lieve Emilie! steeds uwe zusterliefde, waarop ik zoveel prijs stel, en wees verzekerd, dat de mijne onveranderlijk is tot aan het graf. Mogen anderen lachen met de ge woonte om elkander bij den aanvang van het nieuwe jaar geluk te wen- schen, mij is iedere gelegenheid wel kom, om u ie kunnen zeggen, dat ik u liefheb, dat mij uw geluk steeds ter harte gaat. Ik ben overtuigd, dat gij geene andere gezindheden jegens mij lc06St€Tt. De Oudejaarsavond werd door mij met enige oprechte vrienden onder een fijn glaasje, dat meer dan eens op uwe gezondheid werd aangestooten en ledig gedronken, zeer vergenoegd en vroolijk doorgebracht. Hebt gij dit niet aan uur Jhart gevoeld? Schrijf mij toch, lieve Emilie! wat gij toch op dien feestelijken avond hebt uitgericht. Zijt Uw Theodoor". COMPLEET MET ANTWOORD nOE HET die brave Theodoor maar eens na: Een koud kunstje, heeft de lieve Emilie omstreeks 1867 ge dacht. Zij sloeg „De Nederlandsche Briefsteller" door L.F. Geerling, „in houdende brieven en andere opstel len over de meeste onderwerpen, die in het maatschappelijk leven gemeen lijk voorkomen, met vooropgaande be palingen over de geschiktste wijze van samenstelling en inrichting der brieven; betitelingen en opschriften, benevens allerlei „koopmansbrieven" en rog veel meer nuttigs en wetens waardigs, open en vond onder Theo- doors epistel het juiste antwoord. „Neen, geliefde Broeder! ik heb het oude jaar niet beuzelend uitgedanst; ik ben het nieuwe met ernstiger over wegingen ingetreden. De jaarwisseling bracht ik blijde door in den kring van gemoedelijke vriendinnen, in dankbare herinnering aan al het goede, dat wij, door de genade des Aller- hoogsten, in den afgeloopen jaarkring zoo ruimschoots mochten genieten. Ontvange ook gij, goede Theodoor, mijn zusterlijken dank voor uwe liefde jegens mij. God zegene u daarvoor in het nieuw begonnen jaar met alle wen- schelijke vreugde, met alle zuiver ge not, waarvoor goede menschen vatbaar zijn, en dat zij tevens verdienen. Vervult de Algoede mijne wenschen, o! dan zal het u, mijn beste Broeder, wel gaan op deze onder- maansche wereld, waarop, rol pens het gevoel van mijn hart, de beste mensch ook de gelukkigste zijn moet. Ik ken uw hart en ik verzeker u dat ik onder duizenden zijne goede neigingen waardeer. Mochten die u immer bijblijven en niet het minst ook de hartelijke genegenheid, die gij steeds getoond hebt voor mij uwe zuster koesteren. Heden heb ik geen tijd om u meer te schrijven. De eerstvolgende zal echter eene lange ceêl over veel en allerlei zijn. Vaar dan wel, beste Theodoor! en twijfel niet, dat ik steeds geheel en al zijn zal Uw Emilie" VAN W.... NAAR N THEODOOR WOONT volgens het brievenboek in een W met puntjes en Emilie in NOie W moet be paald de afkorting zijn van Wellington, de hoofdstad van Nieuw Zeeland en Nzal wei in de plaats staan van Nieuwe Pekela, want zo aandoenlijk schrijven alleen een broer en een zus, die elkaar weinig of nooit zien of spre ken. Wij kennen tegenwoordig wel broers en zussen, die minder plichtple gingen tegenover eikaar gebruiken Maar daar niet van De heer Geerling, die het in zijn brie venboek zo mooi kan zeggen, zal even wel Weesp en Naarden bedoeld hebben. Want zo waren die lni vroeger: als ze een paar uur van elkaar woonden, moest er met Nieuwjaar een sierlijk geschre ven, hoogdravende biie» naar toe. L. F Geerling, de onmisbare mensen vriend, hielp een handje, zoals hij ook allen met pasklare epistels bij stond, die informaties of inlichtingen moesten inwinnen. di< raadgevingen en waarschuwingen hadden uit te delen die commissiën if opdrachten en bestel lingen hadden te plaatsen, die geluk moesten wensen bij verjaardag, geboort' en huwelijk of deelneming moesten be tuigen, die moesten uitnodigen of ver zoeken, die wilden aanbevelen of be danken of over rekeningen te klagen hadden. En zelfs kon men bij hem kust en te keur gaan voor huwelijks- aanzoeken en minnebrieven! De brief van de goede Theodoor da teerde L. F. Geerling in de zeveP£: veel vermeerderde druk met de isw Januari 1869 en het antwoord vanoe kuise Emilie met de 3de Januari lSo'. dus twee jaar vroeger. Maar wie aan stoot neemt aan zulke kleinigheden, een kniesoor. Geerling heeft immers genoeg tV' Pest gedaan, want oehalve een bri van een Broeder aan een Zuster hap1 wij ook voor u kunnen overschrijf een Nieuwjaarsv ens van een Zoon a zijn Ouders, een Nieuwjaarswens a Ouders, die in het afgelopen jaar zoon hebben verloren (Geerling oac aan alles V een Nieuwjaarswens van e .ehuwde dochtei aan haren Vader en een Nieuwjaarswens aan een zuster, o nevens np enige daarvan de passé» antwoorden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1952 | | pagina 18