misdaad Tanger is geen stad van Talloze malen overspoelde de zee het lage vlakke polderland Drieduizend bona fide handelszaken en 50 banken in het „smokkelaarsnest" Maar telkenmale werd het verloren gebied heroverd Ruim 75 ion goud in de kluizen Zoals bij de toren Babel van n Ter overdenking Geestelijke winst Met een angstwekkende regelmaat De ramp van heden een episode uit de eeuwige strijd van de Nederlanders tegen het water ZATERDAG 14 FEBRUARI 1953 ezels naar de bouwwerken getranspor teerd. Onwillekeurig denkt men, dat in de schaduw van de toren van Babel de zelfde tafereeltjes te zien waren. De moderne cementmengers neemt men dan wel op de koop toe. i wee richtingen DE NIEUWBAKKEN Tangerijnen leven hoofdzakelijk van de transitohandel. Men werkt in nvec richtingen. Van Tanger naar Marokko, Spanje, Frankrijk en andere landen worden goederen gesmokkeld, die in dollars moeten worden betaald, maar waarvoor geen legale betalingsmoge lijkheden kunnen worden verkregen In omgekeerde richting gaat alles wat waarde heeft, zoals goud, edelstenen briljanten, effecten, schilderijen, waarmee de dollarwaren worden be taald. Tanger fungeert dus als een grote, vrije, internationale ruilmarkt. Smokkelaars en smokkelhandel zijn hier niet. Men kan pas van smokkelen spreken, zodra bepaalde goederen clan destien naar een of ander land worden vervoerd. Maar daar staat Tanger bui ten. Uit het feit, dat een kleine 3000 buitenlandse ondernemingen en meer dan vijftig banken hun kantoren in Tanger hebben, blijkt dat een vrij commercieel centrum tamelijk levens krachtig en gezocht is. Tsaristische staven PRACTISCH alle landen, ook de Be- neux en de Sovjetunie, nemen deel aan de goudtransacties in Tanger. Goud deponeren in Tanger is een rage geworden. De voorraad, die telkens varieert, wordt op ruim 75 ton geschat. In de kluizen liggen staven, die nog het stempel van het oude tsaren rijk dragen. Goud vergaat niet! Daar slechts een dertigtal banken machtiging heeft gekregen om goudverrichtingen te doen, wordt het goud dat naar andere dan deze banken gaat als „in depót" in geschreven. Het mag niet worden ver handeld, hetgeen in de meeste gevallen geen bezwaar is, zolang Tanger een vei- De Arabische wijk in Tanger met op de achtergrond de toren van de Spaanse kerk lige schuilplaats is. Tanger bezit ook een eigen goudsmederij, in een achter buurtje, met de Fransman André Du- pard als smid. Zijn bewerkingsmetho den zijn vrij primitief, maar toch ook weer niet zo erg, dat bij het smelten, het in de vorm gieten van kleinere blokken, en pletten, ook maar één vin- gerhoedvol verloren zou gaan. Goud is hier een alledaags handelsartikel. Als er een goudzending in de haven of op het vliegveld aankomt, wordt deze met een gewone personenwagen afgehaald. Politiebegeleiding wordt nooit gevraagd: waaruit weer het betrouwbare karakter van Tanger zou blijken. Kwaliteit alles NA ENIGE TIJD Tangerijnse medi tatie constateert men, dat de kwa liteit hier alles en de kwantiteit onbelangrijk is. Van de 150.060 inwo ners zijn ongeveer 100.000 van Marok kaanse bloede en de rest van Europese en Amerikaanse stam. Een kleine be rekening toont aan, dat de eersten op éénzesde deel zijn samengedrukt, ter wijl de Europeanen breed en languit over vijfzesde van het stadsareaal zijn verspreid. Men loopt echter vrij op el- kaars grondgebied, en ieder tracht er mee zijn voordeel te doen H. (Van een bijzondere medewerker) /N TANGER is alles geoorloofd, wat met goud. v.aluta en goederen te maken heeft. Daarom wordt het Noordafrikaanse stadie het perfecte handelscentrum genoemd Methodisch getramde hersens moeten even aan die vrijheid wennen, die zelfs nog de meest drastische en eerlijke liberalisaties voorbijstreeft. Hier zijn geen deviezenbepalingen. invoerrestricties en economische massa opvoeding De welsprekendheid van welke minister van Financën ook kan in Tanger geen dekking zijn van de papiercirculatie. In Tanger wordt regelmatig de stijgende intlatiedruk in de verschillende Europese landen gemeten De Tangerse koersen zijn dan ook niet populair Want het constateren van een inflatie wordt gewoonlijk als een deloyale en oppositionele handeling beschouwd. HET IS GEZELLIG om in Tanger van boord te gaan. Een legertje van oude en jonge Marokkanen, op sandalen of blote voeten, neemt koffers, tassen en winterjassen in beslag. Het doet wat piraatachtig aan, maar er gaat geen Spaanse, banaan verloren. Het zou onhoffelijk zijn om de arme schuimers weg te duwen. De aankomst in het zwarte werelddeel mag niet om een paar stuivers worden verknoeid. ACHTER de strakke,fantasieloze loodsen, die het openlucht-zwem bassin van een haventje er op na houdt, ziet het er hoopvol uit. Op de betonnen havenweg staat een vermo gen aan droomtaxi's opgesteld: Cadil lacs, Pontiacs, Studebakers en andere dollar-smiles, met donker uitziende Marokkanen achter het elegante stuur wiel, de rode fez op het zwarte haar. Later, om en bij de Avenue Pasteur, vinden we de wereldse luxe al weer gewoon. Het soepelste en fijnste op automobiel-gebied glijdt daar eigen wijs en zelfverzekerd langs knusse flatgebouwen, weelderige étalages en bankkantoren met wereldnamen op de voorgevels. Van een splinternieuwe Cadillac uit lijkt zo'n wereld bereik baar, evenals het eerste het beste res taurant waar ze stopte. Na zware Zuid- spaanse rondritjes, op olijfolie en taai vlees, zwartgroene koffie en oudbak ken amandelbroodjes, krijgt men trek in andere Moorse ingrediënten. Daar na èn na de teleurstellende rekening komt vanzelf het pijnlijke gevoel, dat we hier niet voor de lol zijn, om te cadillaecen en zo. Luguber aspecf TANGER heeft een imponerend straf register, vertelden collega's, die een blauwde Maandag in hotel Villa de France (waar een gewezen Hollander directeur is) hadden gelogeerd: In het geïnternationaliseerde stadje, met zijn cusmopolitische samenleving, loert de misdaad om de hoeken van de smalle, kronkelende straatjes, die op de kleine en grote Sokko uitkomen, 's Nachts azen vlijmscherpe messen op Europese schouderbladen. Vrachtschepen komen het haventje binnen om wapens en goud te lossen. Vreemde jachten, met ver dachte lui aan boord, smokkelen cocaïne en blanke slavinnen naar het zwarte werelddeel. In de sjieke landhuizen op het land wonen de moderne piraten. Zij hebben hun vermogen in baar goud in de kluizen. Het kan niet op! Normale criminalileii Est ist nicht wahr! protesteren be trouwbare Tangerijnen, onze gezant en kolonel Legrand, die aan het hoofd van de „Force Unie de Police" staat. De laatste verklaarde in een speciaal in terview, dat in Tanger niet meer ge moord en geroofd wordt dan in welke willekeurige havenstad ook. Sensatio nele gevallen, zoals de recente smok- kelaffaire in de Middellandse Zee, zijn een uitzondering. Er waren trouwens meer steden bij betrokken, maar men wacht zich er wel voor om deze als smokkelnesten te betitelen. Tanger voerde die titel al, hoewel haar die niet toekomt. Gedurende de zeven jaren, die ik hier heb doorgebracht, heb ik slechts met één roofoverval, één cocaïnezaak en gemiddeld één moord per jaar te maken gehad zegt kolonel Legrand. Dat is vrij normaal en wie men voor blanke slavinnen aanziet, komen op eigen gelegenheid naar Tanger. De laatste tijd hebben de gebeurtenissen in Marokko en Tunesië een reactie vei oorzaakt in de Tangerse zone, maar afgezien daarvan is Tanger een rus tige, vieedzame en vooruitstrevende stad. Bona fide handel TANGER kent niet de begrippen smokkelhandel en beurshaaien Alle goederen mogen hier worden'inee voerd tegen een recht van 12°ad valorem. Goudtransacties zijn eveneens vrij. Dat honderden buitenlandse bona fide handelsondernemingen en banken een bijkantoor in Tanger hebben be wijst dat er volkomen legaal handel wordt gedreven. Een groot deel van de meuwe inwoners bestaat uit employé's van internationale bedrijven banken reisbureaux, legaties en toeristen Hei percentage avonturiers, belastingont hik gering v0%v'uchti^ - betSe- {ijk genng. Het is niet zo, dat elkp immigrant hier zijn kostje bij elkaai kan scharrejen zegt onze gezant Ook Sf beein ?eah handen aan het HJi begin je hier weinig We hebben al lukraak' gehad V ™~d?è lUKiaak naar Tanger kwamen waar- Hsche verha?mP°deêrd door de' far'tas" usctie verhalen, die over dc groei van deze stad de ronde deden. Men neemt in Marokko geen dure Europese werk krachten, omdat het aanbod van goed kope Arabische arbeiders enorm groot is. Ook ongustig bekendstaande indivi duen zochten de beschermende sfeer van de internationale zone op. Zij schaden Tangers goede naam. Geen big world TANGER is geen grote stad en er is niet veel te beleven. Culturele werk zaamheid is tot een minimum be perkt. Business overschaduwt alles. Daarom worden de bioscopen klein gehouden met oude rolprenten en koeienjongens van het wilde Westen. Daarom aurft niemand het. aan om het brede strand te exploiteren, ondanks de 117 wolkenloze dagen in het jaar. In de restaurants en koffiehuizen gaat het keurig toe. Soms treden in het handje vol bars verdwaalde artisten van het verre continent op. Een enkele keer brengt een hongerige negerband wat verstrooiing in het seizoen. Cultureel ligt Tanger nogal aan de perilerie van de big world. Een verzachtende om standigheid is, dat het moderne Tanger nog jong is. Snede groei TWEE werelden lopen in deze uitzon derlinge hoek door elkaar. Een Europees bruggenhoofd in een Mos lemoase, licht de reisgids in. Beider le vensstandaard moet een stuk boven de normale liggen. De omstandigheden zijn er naar. Tijdens en na de oorlog gebeurde het „Tangerse wonder". Tan ger werd ontdekt door duizenden vluch telingen van het bezette Europa. De stad beleefde een drukke invasie van men sen, die genoeg kapitaal hadden om een nieuw leven te beginnen. Er waren veel Fransen onder hen. Marokko was im mers het Franse evacuatiegebied. Tan ger vloeide in korte tijd over van ka pitaal: en kapitaal zoekt een goede be legging. In allerijl werden maatregelen genomen om „de komende stroom van vluchtelingen" op te vangen. Men schat te hun aantal op een slordige half mil- lioen. Zo beleefde Tanger een hoogcon junctuur. Er werd heel wat „besteed". In betrekkelijk korte tijd kreeg de Europese wijk een ander aanzien. In snel tempo werden moderne woning complexen, hotels, garages en winkels gebouwd. Er komen nog steeds nieuwe bouwterreinen bij. Aan werkkrachten en materiaal is geen gebrek. Duizenden Marokkanen zijn dagen nacht in de weer. Ze werken met primitief gereed schap. Zakken cement en stenen wor den op de magere ruggen van muil- La Place de France in Tanger wordt gemarkeerd door moderne Het haventje van Tanger, waarvoor moderniseringsplannen in de maak flatgebouwen zijn MA de verschrikkelijke gebeurtenissea van verleden week is de daaropvol gende Zondag eon goede Zondag ge weest- Er was diepe rouw in ons hart om allen, die in de Zuid-Westhoek van ons land. na een onbeschrijflijk lijden, in de golven de dood vonden. Hoe kon het anders, dan dat in da kerken een sfeer van verslagenheid hing. vertolkt door de donkere tonen van het orgel en door het stille woord van de voorganger. Hoe kon het anders dan dat wij onze ontroering slechts ter nauwernood meester bleven? Maar er was meer. en daarom was het een goede Zondag. Wij hebben op die dag ons heel sterk cén geweten met elkander één als volk in nood, maar ook één als volk in ge bed. In de natuur was het koud. maar in de harten was het warm. Bij alle verschil in godsdienstige vormen was er een gemeenschappelijk aanroepen vaa ons aller God. Het Koninklijk Huis ging ons voor. En wii hebben op de afbeeldingen ook de gebogen hoofden van bewoners van het getroffen gebied gezien, zoals zij. tegen de sneeuwstorm in, de ingang van het Godshuis naderden: wii hebben de mi litairen gezien, die hulp hadden ver leend. en nu meezongen in de dienst. Kerkeliiken en buitenkerkeliiken, wy waren over het hele land met elkander in d» geest verbonden En den om écn uur 's middags, de toe spraak van H.'M. Koningin Juliana, vertroostend, dankend voor de door zo ontelbaar velen, uit binnen- en buiten land geboden hulp. om onze arme land genoten te bevrijden uit hun met dood en verderf omringde schuilplaatsen. En 's avonds wéér godsdienstoefe ningen. wéér de behoefte, om te luiste ren en zich te bezinnen op hetgeen de. ze ramp ons te zeggen heeft. De indruk is dieper geweest dan wij kunnen nagaan. Iemand zeide deza week tot mij: ..Wij hebben de rouw- Zondag nu wel gehad; maar ik ben er nog steeds mee bezig, nog stééds: ik ben veranderd". Die laatste woorden zijn zéér belangrijk. En ik denk, dat ve len het die persoon nazeggen: „ik ben veranderd". Velen, zeer velen hebben geleden en lijden nog steeds. Maar deze persoon heeft niet geleden, en zo zijn er zo ve len 'in ons land. die niet geleden heb ben, maar zij zijn toch veranderd. Wak ker geschud uit dg slaap van zelf vol daanheid en vertrouwen op wat men senhand en mensen-verstand vermogen, ontwaakten zij tot de erkenning: „Da Heer is God en niemand meer". De gevolgen van 1 Februari zijn niet te overzien. Eerst langzamerhand za? er lijn en tekening komen in het vaststel len van de schade. Maar geestelijk zijn die gevolgen evenmin te overzien. Eerst langzamerhand zal er lijn en tekening komen in de winst. Wij zelf zijn veranderd en velen zijn het met ons. Wij weten weer. hoe klein wij zijn, en hoe groot en sterk God is; En wat wij nu beleefd hebben, is maar een kleinigheid van die macht, die Wij tentoonspreidt in het groot heelal'. Wij weten nu weer. wat echt bidden is: inkeer in onszelf tot Hem. het uitsore- ken van onze volstrekte afhankelijkheid van Hem. De indruk van de stormramp beeft ons allen teruggeworpen op de plaats, waar wii behoren te staan. Ons, die van natuur hoogmoedig zijn, hc°ft hu nederig gemaakt Zoals God de baren van de woeste zee over de dijken heeft doen slaan, zo kan en wil en zal Hii het ganse volk. dat in nood is. op zijn ootmoedig gebed opnieuw Zijn wegen leren. Deze geestelijke winst is nog einde loos veel meer waard dan de millioe- nen, die wii nu offeren en moeten b 1 ij v e n offeren voor het herstel van land en volk. Hoorn. Ds H. J. KASTEIN. Overzicht van de overstromings ramp in 1825. De met zwart ge merkte delen werden overspoeld door zeewater, de gearceerde land streken door zoet water JALLOZE MALEN bulderden de stormen over deze lage landen, zwiepten de vloedgolven de dijken stuk, vernielde het woedende water landerijen, dorpen en steden. Talloze malen moest de mens buigen voor het geweld van de natuur, voor de ontembare kracht van wind en water. Maar evenveel keren herstelde ons volk zich, begroef het zijn doden, lenigde de nood, herstelde de dijken en veroverde opnieuw het verloren land. De geschiedenis van ons volk is een onafgebroken worsteling tegen de zee en de storm, en als de noodklok luidt, verdwijnt iedere scheiding en staat heel ons volk klaar om als één man te helpen, te redden en te herstellen. Zo was het honderden jaren geleden en zo is het nu. NADAT ONS LAND door de over spoelende zee tot de hoogwater- lijn was opgeslibd en vruchtbaar land was neergelegd, trokken de men sen deze lage streken binnen en begon de strijd. De oudste getuigen hiervan zijn de terpen in het lage Noorden. Maar met de groei van de nog een voudige maatschappij en de primi tieve techniek kwamen ook de eerste dijken. Kinderspeelgoed voor de woe dende zee. Dijkdoorbraken waren er dan ook veelvuldig, maar even vaak werden deze dijken hersteld en groei de dit kinderspeelgoed uit tot mach tige sterke waterkeringen. Braken echter de dijken, dan ont stond een ramp in deze welvarende landen met hun steeds toenemende bevolking. Deze rampen vinden we vanaf de Middeleeuwen met een angst wekkende regelmaat terug. In 1404 braken de dijken van Zee land, overstroomden grote gebieden en werden verschillende dorpen volko men weggespoeld. Als een duidelijk litteken in het land van Zeeuws- Vlaanderen bleef de Braakman liggen. In de nacht van 18 November 1421 gierde opnieuw de storm en stuwde het water meters hoog tot diep in hei hart van Holland. De dijken bij Wiel- drecht en bij Werkendam bezweken De Zuidhollandse Waard werd vernield en de Biesbos gevormd. Maar ook tot diep in Brabant drong het water door. Duizenden en nog eens duizenden mensen verdronken in deze St.-Eli- sabethvloed. Al het vee kwam om en minstens zestien dorpen werden vol komen weggevaagd. Ruim een eeuw later werd Zeeland geteitsterd door de St. Felixvloed. Zuid-Beveland ten Oosten van Ierse- ke liep geheel onder. Talloos waren de slachtoffers en de overlevenden restte alleen ellende en bittere armoede. Slechts twee jaar later in 1552 sloeg de zee weer tweemaal toe (de z.g. Cosmasvloed en de Damianusvloed en vrat enorme stukken land weg langs de Wester-Schelde, overstroom de de rijke handelsstad Reimerswaal en het omringende land. Wel trachtte men daarna de stad opnieuw door bedijking te beschermen, maar dit ge lukte slechts ten dele en de stad moest worden prijsgegeven. Ook Noord-Beveland werd overstroomd. Er waren zo weinig overlevenden, dat aan herstel van de dijken niet kon worden gedacht: dit geschiedde pas ruim honderd jaar later. MAAR veel en veel zwaarder werd ong land getroffen door de Al lerheiligenvloed in 1570. De Noordwester stuwde het kolkende wa ter tot ver in Vlaanderen, zelfs tot voorbij Gent en Brugge. Alle Zeeuw se en Hollandse eilanden liepen onder. Grote delen van Friesland en Gronin gen overstroomden, zodat zelfs Leeu warden en Sneek werden bedreigd. In Holland sloeg de zee dwars door de duinen bij Scheveningen en bij Petten, zodat ook de Zijpe onderliep. Het aan tal slachtoffers was ontelbaar, men schatte het op 25000, de materiële schade onvoorstelbaar. En deze ramp trof ons volk in de oorlog tegen Span je. Ondanks dit alles herstelde Hol land zich, zij het met veel vertraging, ook van deze slagen. Steeds opnieuw kwam de zee terug. Ernstige zee-inbraken, vooral in Hol lands Noorder Kwartier geschiedden in de jaren 1610, 1625, 1665, 1675 en 1686. Zwaarder echter werd Groningen getroffen tijdens de beruchte herfst storm van 1717. Geheel Hunzingo overstroomde, 2300 mensen verloren het leven en minstens 20.000 stuks vee kwamen om. Midden in de Franse bezettingspe riode, 1808 en 1809, traden enorme overstromingen op in het land van de grote rivieren en kort daarop in 1810, eiste het water opnieuw zijn tol in het rivierengebied van Zuid-Holland. Op 3 Februari 1825 verenigden stor men en golven opnieuw hun krachten en doorbraken de dijken rond de Noordzee en de Zuiderzee. Van Water land tot Purmer, van de kust tot de Zaan golfde het water over 21000 ha. Ook in Friesland tussen Kuinre en Lemmer stroomde het water met volle kracht binnen. Ruim 100.000 ha werden overstroomd, 800 slachtoffers waren er te betreuren en 46.000 stuks vee gingen verloren. Wanneer de zee zelf geen direct ge vaar upleverde, dreigden de rivieren. Door een machtige ijsgang werden in 1861 de dijken vernield en donderde het water met ontembare kracht in de Bommeierwaard en het Land van Maas en Waai, vernielend al wat in de weg stond, huizen en bomen. Veer- tig mensenlevens eiste het water en de veroorzaakte schade bedroeg mil- lioenen. ONS VOLK trof een nieuwe ramp op 6 Maart 1906, maar deze was snel vergeten door de catastro phe van Januari 1916. Een woedende orkaan uit het Noordwesten stuwde het water in de Zuiderzee meters om hoog en plots draaide de storm naar het Zuid-Oosten. 1500 meter dijk werd in Waterland weggeslagen en diep drong de zee het land tn, zelfs tot aan de Zaan. Ruim 14000 ha. wer den een prooi der golven; hier en daar stond het water drie meter hoog. Mi litairen snelden te hulp, maar kwa men te laat om zeventien slachtoffers te redden. Onverminderd hield de storm aan, draaide opnieuw naar Noord-West en na twee dagen be zweken ook de dijken van de Anna- Paulowna-polder en werd de spoor lijn AlkmaarDen Helder doorbroken. Ook de Zuidelijke dijken van de Zui derzee werden op vele plaatsen ver nield. Bruisend stroomde het water de Gelderse Vallei in en eiste hier twintig mensenlevens. Toen de ele menten tot rust gekomen waren, werd de schade opgenomen: deze be droeg f 20.000.000. Snel ging het her stel, na een maand was Waterland opnieuw drooggemalen. En ook toen was in korte tijd een enorm bedrag (f 1.500.0001 voor de slachtoffers van de watersnood bijeen gebracht. Ook toen toonden bijna alle Europese re geringen spontaan haar medeleven. Op 1 Februari 1953 heeft de zee- opnieuw toegeslagen, doch ook nu zal Nederland zich, zoals het reeds tien tallen malen deed, van deze slag her stellen, want ook deze ramp ls slechts één van de verschrikkelijke episoden uit de eeuwige strijd van ons volk tegen het woedende geweld van de zee. W. F. G, WIE SE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1953 | | pagina 5