OLEG GONTSJARENKO GREEP DE WERELDTITEL
Russen braken met oude traditie
Op de 10.000 meier onifuiselde Rus
landgenoot Shilkov de eerste plaats
Broekmans zelfvertrouwen als
sneeuw voor de zon verdwenen
Geen kampioen, maar drie Nederlanders bij de eerste zes
Wim van der Voort
stond voor een t e
zware taak
0p de 10.000 meter, gepaard volgens
Noorsedeskundige
kreeg gelijk
r~
Dr Carlier zat aan de luidspreker
„ER WAS IETS MET KEES
Pas in 1956 komt
Broekman tot zijn
beste prestaties
V.
J
Waarom siariie Broekman niet in
de eersie groep?
Russische invitatie
voor onze ploeg
NEDERLANDSE RIJDERS
TEGEN DE NOREN
Tenley Albright kampioene
kunstrijden
Van Tientallen lijders
aan Brandend Maagzuur
Knud Geie zwom 200 m
schoolslag in 2.37.4
TVfAAVnAfJ lfi FtfRRTTART IflKJt
M m... I „B
H
-c*" §iPfliP^
(Van een speciale verslaggever)
ANDERMAAL heeft Kees Broekman by de belangrijkste wedstrijd van het
seizoen, de kamp om het wereldkampioenschap op de schaats, teleurgesteld.
HU heeft het, waarschijnlijk door te veel wedstrijden, moegestreden hoofd,
voor de Russen Gontsjarenko en Shilkov moeten buigen en zelfs de derde
plaats in het eindklassement aan VVim van der Voort moeten afstaan. Hoewel
een vierde plaats bü de wereldkampioenschappen altijd nog een prestatie van
formaat is, hadden wy van Broekman meer mogen verwachten, maar wü
moeten hier direct aan toevoegen, dat hy de omstandigheden niet mee had
en een te overladen programma wellicht zijn stempel op zijn prestaties heeft
gedrukt. Niettegenstaande deze teleurstelling, mogen wij over de totale ver
richtingen van de Nederlandse ploeg meer dan tevreden zijn. Drie landgeno
ten, Van der Voort (derde), Kees Broekman (vierde) en Anton Huiskes (zesde),
schaarden zich bij de eerste zes. Met de uitstekend rijdende Russen, Gontsja
renko en Shilkov, beheersten de Nederlanders het wereldkampioenschap 1953.
De Scandinavische landen zijn er ditmaal toch wel bijzonder slecht afgekomen.
Sverre Haugli leverde met zyn vijfde plaats nog de beste prestatie. Ericcson,
Marlinsen en een Pajor vielen met hun achtste, negende en tiende plaats
maar nauwelijks op.
DUIM twintigduizend toeschouwers
bevolkten de tribunes van het Olym
pisch Stadion te Helsinki, toen Wim
van der Voort en Sigge Ericsson Zater
dag als eerste paar naar de start voor
de 500 meter werden geroepen. Op dat
moment was het nog windstil en het
ijs gleed uitstekend. Van de Voort was,
na een valse start, de tweede maal
goed weg, nam een kleine voorsprong
en ijlde met gretige sprintslagen naar
de finish. Het electrische scoringbord
gaf 44.4 sec. aan, de beste prestatie
welke de Westlander ooit in Scandi
navië op de korte afstand heeft gere
den. Een goed begin dus voor de Ne
derlandse ploeg, maar nadat Tsjaikin
in 44 seconde rond door de finish was
gegaan, Salonen met 43.1 sec. een
nieuw Fins record vestigde, Shilkov
43.5 voor zich had laten afdrukken en
Maarse in de voor hem matige tijd van
45 sec. finishte, kwam de eerste grote
teleurstelling.
Met een tijd van 46.6 kreeg Broek
man een vrijwel hopeloze achterstand
op zijn naaste concurrenten, ruim drie
seconden bijvoorbeeld op Shilkov.
Broekman had tegen Asplund de bin
nenbaan geloot.
Bij de eerste start was de Zweed te
vroeg weg, bij de tweede start beide
rijders, de derde maal weigerde het
pistool en toen de rijders voor de vier
de keer zich bij de streep gereed
maakten, stond onze landgenoot veel te
lang in de diepe starthouding om de
heftige explosie bij het vertrek moge
lijk te maken. Bovendien mislukte de
derde slag bij onze landgnoot, hetgeen
hem uit zijn evenwicht bracht. Hij ging
voorts te ruim de eerste bocht in en
reed de laatste bocht in een stijl, welke
aan de 5.000 of de 10.000 meter deed
denken. Na afloop was het raadsel van
de 46,6 sec. hij had in de gegeven
omstandigheden 45,1 of 45,2 sec moeten
maken spoedig opgelost. In zijn ach
terhoofd nad de valpartij van drie jaar
geleden te Helsinki rondgespookt. En
zijn zelfvertrouwen, de laatste jaren
stevig gegroeid op de korte afstand,
was, toen hij plotseling op diezelfde
baan in dezelfde omstandigheden ver
keerde, als sneeuw voor de zon ver
dwenen.
Ook Anton Huiskes reed maar een
matige 500 meter, niettemin sneller
dan Kees Broekman, hetgeen, de uit
slagen van dit seizoen in aanmerking
genomen, ten opzichte van de verrich
ting van de Europese kampioen te den
ken gaf. Broekman zelf was bijzonder
ontevreden. „Haugli reed 45.4 sec., moet
ik dan 46,6 sec. laten noteren?", zei hij
volkomen terecht.
*1
Broekman geslagen
ypM VAN DER VOORT had op de
5000 meter aan de Koreaan Cho
geen partner van gelijke kracht, maar
niettemin kwam onze landgenoot tot de
behoorlijke tijd van 8 min. 27 sec. Gont-
sjarenko was slechts één seconde snel-
Ier en daar Shilkov in een slordige stijl
met veel moeite naar een tijd van 8 33.5
reed scheen er nog een kleine hoop
voor Broekman bestaan. Immers hij
was op de 5.000 meter dit seizoen nog
met verslagen en een topprestatie op
deze afstand zou hem waarschijnlijk
nog een kans hebben gegeven Broek
man was mentaal echter reeds een ver
loren man. Hij wilde notabene starten
op een schema van 8.40 omdat hij bij
voorbaat het hopeloze van de slrijd
tegen de ongunstige omstandigheden
Inzag. Geen blijk dus van zelfvertrou
wen en het kostte Klaas Schenk de
grootste moeite om Broekman te bewe
gen op een schema van 8.28 te vertrek
ken. Dit was echter te snel. Bronsman
moest genoegen nemen met 8.31.8. Hij
de onoverwinnelijke op de vijf k m
eindigde op deze afstand op de vijfde
plaats, achter Gontsjarenko. Van der
Voort, Huiskes en Offenberger.
De tweede dag.
V^N DER VOORT, door de teleurstel-
lencle resultaten van Broekman, na
de eerste dag het kanspaard van de Ne-
?m„ands.e pl°eg had' tQen hij aan de
louo meter begon, maar een geringe
achterstand op de Russische cracks. Het
duel, dat hij Zondagmiddag tegen
Wereldkampioen Gontsjarenko
Gontsjarenko moest leveren, zou dus de
beslissing kunnen brengen. Voor dit
tweetal hadden o.a. Kees Broekman en
Shilkov gereden, die respectievelijk
2.21,1 en 2.18,1 hadden laten afdrukken.
Van der Voort liad ongunstig geloot,
want liij zou in de laatste ronde de bui
tenbaan moeten rijden. Na 300 meter
leidde onze landgenoot met 28 sec. De
700 meter gingen in 1 min. 3 sec. en de
1100 meter in 1 min. 38 sec., de snelste
tussentijden tot op dat ogenblik ge
maakt. Maar in de laat«te ronde wist
Oleg Gontsjarenko, «lie ae binnenbaan
had, dank zij zijn grotere souplesse in
de laatste bocht, zijn achterstand vol
komen weg te werken, zodat 100 meter
voor de finish de strijd nog onbeslist
was. Prachtig gleden de beide concur
renten naar de eindstreep toe, de han
den los, met felle harde slagen. Het was
onmogelijk te constateren, wie als eer
ste over de streep was gegaan, maar
Gontsjarenko was, gelukkig als een
kind, beide armen omhoog, blijkbaar
zeker van zijn overwinning. De tijden
waren 2 min. 19 sec. voor de Rus, 0.1
sec. meer voor Van der Voort.
He specialist op de 1500 meter Tsjaikin
kwam niet verder dan 2.22,7, Anton
Huiskes noteerde 2.25,5 en Gerard
Maarse deed er nog een seconde lan
ger oVer.
Een nieuw duel
de tijden Zaterdag op de 5000 m
gemaakt, reden Gontsjarenko en Van
der Voort opnieuw tegen elkaar. Na
drie afstanden stond Shilkov boven
aan met 140.883 punten, Gontsjarenko
lag tweede met 141.033 punten en Wim
van der Voort derde met 141.467 pnt.
Alle andere deelnemers hadden toen
reeds zo veel achterstand opgelopen,
dat de titel uitsluitend bij één van dit
drietal moest belanden. De onderlinge
verschillen waren gering, maar gezien
dat Gontsjarenko een voor
treffelijke 10 km-rijder is, Shilkov daar-
I bepaald zwak is oo die afstand,
en wim van der Voort evenmin op een
sterke 10.000 meter kan bogen, stond
ei«enlijk vast. dat Oleg Gontsja-
enK° de titel van wereldkampioen
ad zou behalen. Men was alleen nog
ppa5, meuwsgierig naar het feit of
roekman de 10.000 meter zou kunnen
2f'nn?.n- He laatste reed met Sverre
naugii samen. Onze landgenoot ver
trok op een schema van 17 min. 17
sec., maar al spoedig bleek, dat dit te
scnerp voor hem was. De lange mooie
glijdende streek, welke op dit ijs zeer
goed mogelijk was de temperatuur
lag Zondagmiddag slechts enkele gra
den beneden het vriespunt en er stond
bijna geen wind benutte hij niet ten
volle. Men kon zien, dat het hem wat
minder gemakkelijk afging, dat het
bochtenwerk te wensen over liet,
kortom, dat over zijn hoogtepunt
van dit seizoen heen was. Mentaal niet
zo hard als Wim van der Voort, heeft
Broekman zich wel wat gauw door
tegenslag laten beïnvloeden.
Wim van der Voort, die in de tweede
rit van de 10.000 meter, waarvoor
Maarse zich niet had kunnen plaatsen,
tegen Gontsjarenko moest rijden, zou
alleen wereldkampioen kunnen wor
den, als hij met groot verschil van de
Rus zou winnen. Deze opgave was
voor Van der Voort te zwaar en hij
moest met lede ogen toezien dat zijn
rivaal iedere ronde uitliep. Met bijna
een volle ronde achterstand finishte
de Nederlander. Zijn tegenstander wist
zich met 17,27,2 verzkerd van de
eerste plaats.
Anton Huiskes deed nog een wan
hopige poging om Gontsjarenko van
de eerste plaats op de 10 km te ver
dringen, maar hij slaagde niet, al ver
over de hij achter Gontsjarenko en
Broekman wel een fraaie derde plaats
op de lange afstand. En zo behaalde
Gontsjarenko, die op de 500 meter
vijfde was geworden, op de 1500 meter
tweede, op de 5000 en de 10.000 meter
winnaar, op fraaie wijze en volkomen
verdiend het wereldkampioenschap.
De uitslagen waren:
500 mgter: 1 Salonen 43.1; 2 Shilkov
43.5; 3 Tsjaikin 44.4 ex aequo Gonts
jarenko en Hodt 44.1; 6 Wim van der
Voort 44.4; 8 Gerard Maarse 45.9
ex aequo Stene, Parkkinen en Martinsen
45.2; 12 ex aequo Haugli en Loeninc 45.4;
14 Ericcson 45.5; 17 Huiskes 46.3; 21
Kees Broekman 46.6.
1500 meter: 1 Shilkov (Rusl.) 2.18.1; 2
Gontsjarenko (Rus.l) 2.19.0; 3 Wim van
der Voort (Ned.) 2.19.1; 4 Kees
Broekman (Ned.) 2.21.1; 5 Carl Erik
Asplund (Zweden) 2.22.5; 6 Tsjaikin
(Rusland) 2.22.7; 7 Sverre Haugli (Noorw.)
2.22.9; 9 Sigge Ericsson (Zweden) 2.24.0;
11 Kornel Pajor (Zweden) 2.24.8; 12
Franz Offenberger (Oost.) 2.25.0; 13 Finn
Hodt (Noorw.) 2.25.2; 14 ex aequo Ivar
Martinsen (Noorw.) en Lasse Parkkinen
(Finl.) 2.25.3; 17 Anton Huiskes
(Ned.) 2.25.5; 20 Gerard Maarse
(Ned.) 2.26.5.
5000 meter: 1 Gontsjarenko 8.26.—-; 2
Van der Voort 8.27.3 Huiskes
8.29.2; 4 Offenberger 8.29.9; 5 ex aequo
Broekman en Haugli 8.31.4; 7 Pajor 8.32.6
8 Shilkov 8.33.5; 9 Martinsen 8.42.6; 24
Maarse 9.04.1,
10.000 meter: 1 Gontsjarenko (Rusl.)
17.22.2; 2 Kees Broekman 17.29.9; 3
Anton Huiskes 17.35.5; 4 Kornel
Pajor (Zweden) 17.37.7; 5 Sigge Erics
son (Zweden) 17.39.9; 6 Sverre Haugli
(Noorw.) 17.46.6; 7 Ivar Martinsen (Noor
wegen) 17.49.7; 8 Lasse Parkkinen (Finl.)
17.51.2; 9 Boris Shilkov (Rusl.) 17.52.5;
10 Valentin Sacharov (Rusl.) 17.58.8; 11
Frans Offenberger (Oost.) 17.59.5; 12 W i m
van der Voort 18.01.1.
Eindklassement: 1 Oleg Gontsjarenko
(Rusl.) 193.143 pnt.; 2 Boris Shilkov (Rus-
land) 194.508; 3 Wim van der Voort
195.522; 4 Kees Broekman 197.268;
5 Sverre Haugli (Noorw.) 197.503; B An
ton Huiskes 198.495; 7 Valentin Sa
charov (Rusl.) 199.073; 8 Sigge Ericsson
(Zwaden) 199.175; 9 Ivar Martinsen
(Noorw.) 199.378; 10 Kornel Pajor (Zwe
den) 199.412; 11 Franz Offenberger (O.)
199.598; 12 Lasse Parkkinen (Finl.)
199.723.
De start van v. d. Voort tegen Sivverd Ericsson op de 500 meter.
(Van een speciale verslaggever)
HE STRIJD in Helsinki heeft wel overduidelyk aangetoond, dat Rusland op
het ogenblik over de sterkste schaatsenrijders beschikt. Van de vier afstan
den hebben de Russen er drie gewonnen. Alleen de 500 meter-overwinning ont
ging hen. een merkwaardig feit overigens, omdat juist alle vier Russische
deelnemers zulke sterke sprinters bleken te zyn. Wondermensen waren Shil
kov, Gontsjarenko, Tsjaikin en Saharov intussen niet. Het waren ryders van
voortreffelyke klasse, vooral op dc kortere afstanden.
Daarbij bleken hun opvattingen over
techniek en stijl van het hardrijden in
menig opzicht af te wijken van de
Gangbare in Scandinavië en Nederland
Bovendien bleken zij in tactisch op
zicht er andere opvattingen op na te
houden dan de rekenmachines, welke
Broekman, Huiskes. Ericsson, Haugli en
de andere cracks op de 500 meter met
hun gespecialiseerde schema's zijn ge
worden. De Russen reden het eerste ge
deelte van de 5000 meter zo hard zij
konden. Boris Shilkov. favoriet voor de
titel, was daar een merkwaardig voor
beeld van. In de laatste ronden strom
pelde Shilkov over de baan, in een hou
ding en met een techniek welke niets
meer te maken hadden met de geijkte
opvattingen. I
Een tweede belangrijke factor vorm
de het w?er. Bij de ritten op de 500 me
ter hingen de vlaggen slap langs de
„TJA, dat zal weer geen wereld
kampioen worden", zei dr.
Carlier toen wij Zaterdagavond
een praatje gingen maken met
deze trainer van de Nederlandse
kernploeg. V/onderlijk dat het
mogelijk was dat wij in Neder
land een gesprek konden voeren
met de man die vanaf 6 Septem
ber de Nederlandse schaatsen
rijders onder zijn hoede heeft ge
had. Wonderlijk dat deze dr. Car
lier in Nederland zijn oor aan de
luidspreker moest leggen, om te
horen wat zijn jongens, hadden
gepresteerd. Zonder nu te willen
beweren dat Kees Broekman of
Wim van der Voort het duel met
de Russen zoel zouden hebben
gewonnen als dr. Carlier in Hel
sinki was geweest, menen wij
toch dat er door de Nederlanders
betere resultaten zouden zijn ge
leverd. Beter dan wie ook zou dr.
Carlier in staat zijn geweest
Broekman na zijn topprestaties in
Davos en Hamar in goede physieke
en mentale conditie te houden.
Met alle waardering voor de ca
paciteiten van Klaas Schenk, die de
zorgen voor de Nederlandse
schaatsenrijders over neemt als
zij door dr. Carlier zijn klaar ge
stoomd, kunnen wij toch .niet zeg
gen, dat deze tactiek van de
KNSB de juiste is. Als er top
prestaties moeten worden gele
verd, zijn er immers tal van fac
toren cie een rol spelen. Iedere
sportbeoefenaar is voordat hij een
topprestatie moet leveren een
hyper-nerveus wezen, waarmee
soms zeer moeilijk is om te sprin
gen en die soms dwaze dingen
doet of denkt. „Dok" Carlierzo
als de jongens hem noemen, kent
uiteraard zijn pappenheimers.
Hij heeft hen weken lang geobser
veerd en wij kunnen ons voor
stellen dat Kees Broekman deze
coach de dagen voor de wereld
kampioenschappen node heeft ge
mist.
Het verwondert mij overigens
niets dat Kees vandaag (Zaterdag)
zo'n slechte beurt heeft gemaakt.
Hamar en Davos hebben hun uit
werking natuurlijk niet gemist en
bovendien heeft hij daartussen
door nog verscheidene andere
wedstrijden gereden. Tot over
maat van ramp moest hij op de
500 meter viermaal over starten,
niet het gevolg dat zijn concen
tratie natuurlijk volkomen zoek
was en hij een tijd van 46.6 sec.
liet noteren. Toen reeds moet hij
geweten hebben dat de titel vrij
wel onbereikbaar was en de re
actie daarop was uiteraard een
slechte 5000 meter7'. „Bovendien
geloof ik", zo vervolgde de heer
Carlier, „dat er met Kees iets
aan de hand was. Iedere week
schreef hij mij een uitvoerige
brief en na de wedstrijden te
Avesta heb ik alleen maar een
briefkaart ontvangen. Ik denk hat
hij geestelijk wat in de „lappen
mand" zat. Mentaal is hij nog niet
hard genoeg en daar komt na
tuurlijk nog bij dat de berichten
over de ramp in Nederland op zijn
gevoelige natuur diep hebben in
gewerkt. Overigens is hij pas 26
jaar en ik heb mijn trainings
schema er op gebaseerd dat Kees
in 1956 tot zijn grootste prestaties
kan komen. Er is dus nog niets
verloren"
masten en bleek de temperatuur onge
veer 5 graden onder nul te zijn. Ook
tijdens de eerste vier ritten van de 5000
meter waren de omstandigheden vrij
gunstig, maar er zat toen reeds veran
dering in de lucht. En die kwam in de
vorm van een stevige gure wind, waar
door de temperatuur sterk daalde. Be
hoefde het verwondering te wekken, dat
noch een Huiskes. noch een Broekman,
noch een Ericsson erin slaagden om de
tijden van Gontsjarenko en Van der
Voort, die heiden onder betere omstan
digheden hadden gereden, te verbete
ren? Dat de Zweedse favoriet Ericsson
een tijd maakte, welke nog juist ge
noeg was het scheelde slechts 0.1 se
conde om hem het recht te geven op
de tweede dag in de 10.000 meter te
mogen uitkomen?
Deze verandering van het weer, van
de wind en van het ijs heeft voor de
zoveelste keer bij een wereldkampioen
schap invloed gehad op de tijden. Zo
sterk zelfs, dat Wim van der Voort,
die overigens voortreffelijk op de 5000
meter reed, zowel Anton Huiskes als
Kees Broekman met flink verschil
sloeg. En hiermee zijn we beland in het
oude probleem, de indeling der rijders
over de diverse groepen. Kees Broek
man en Anton Huiskes hadden onder
ling afgesproken zich te laten indelen
in respectievelijk groep drie en groep
twee voor de 5000 meter, precies an
dersom als in Hamar het geval was ge
weest.
Waarom Kees Broekman niet in
groep 1 geplaatst? Indien Broekman in
dit seizoen ongeslagen is geweest,
waarom dan niet meteen een voortref
felijke tijd eruit gereden? Het zou be
tekenen een mededeling aan de overige
concurrenten: Zie nu maar eens een
tijd te rijden, welke aan de mijne kan
tippen. Was het niet een gebrek aan
zelfvertrouwen om achter in het deel
nemerslijstje te worden geplaatst ten
einde vooral goed de kat uit de boom
te kunnen kijken, hoe de andere deel
nemers het er zouden afbrengen? Per
Christian Andersen, sportredacteur van
het Oslose „Aftenposten". de journalist
die alle Olympische winterspelen heeft
bijgewoond, en een schaatsdeskundige
is bij uitstek, klopte ons na afloop op
de schouder en zeide: „Hebben jullie
Hollanders dan helemaal geen hersens?
Waarom een favoriet als Broekman in
de derde groep geplaatst terwijl je
weet. dat de weersomstandigheden in
de Finse hoofdstad nooit constant zijn
en gewoonlijk later od de middag of de
avond slechter worden? „en", zo voeg
de deze Noorse deskundige, die een
groot vriend is van de Nederlandse
sport, eraan toe, „indien Broekman in
de eerste groep was gestart, had hij
met vlag en wimpel die 5000 meter ge
wonnen. Indien hij zelf niet gewild had
om zo vroeg te starten, hadden jullie
hem ertoe moeten dwingen. Ik weel
wel, dat de weersomstandigheden latei
op de wedstrijddag wel eens beter kun
nen worden dan in het begin, maar die
kans in Helsinki is 1 op 10. En daaraan
had men moeten denken".
De uitslagenlijsten hebben het stand
punt van de Noor volkomen bevestigd.
De Zweden hebben dezelfde tactiek toe
gepast als de Nederlanders. Ericsson
startte in groep 2, en Asplund in groep
drie. Kornel Pajor, de derde man van
Zweden, liet men voor groep één in
schrijven, met het gevolg dat Pajor
veruit de beste op de 5000 meter is ge
worden, dat Ericsson zich op het nip
pertje heeft kunnen klasseren voor de
10.000 meter en dat Asplund uitgescha
keld was.
Het contact datde Nederlandse schaat.
senrijders dit weekend met de Russen
hebben gehad, heeft tot gevolg gehad
dat onze landgenoten in het volgende
seizoen waarschijnlijk in de gelegenheid
zullen zijn om op de „sprookjesbaan"
van Alma Ata te starten. Klaas Schenk
had namelijk een onderhoud met de
twee Russische leiders, die de Neder
landse ploeg voor een wedstrijd te Mos
kou en te Alma Ata uitnodigde.
Klaas Schenk heeft in beginsel deze
invitatie, welke uiteraard nog door de
autoriteiten in de Russische hoofdstad
moet worden bekrachtigd, aanvaard.
Tijdens een onderhoud tussen de
voorzitter van de Noorse Schaatsen-
rijdersbond, Halvorsen en de leider
van de Nederlandse ploeg, Klaas
Schenk, is overeengekomen, dat op
25 en 26 Februari in het Bislett-
Stadion te Oslo een landenwedstrijd
tussen Noorwegen en Nederland zal
worden igereden. Deze ontmoeting
vindt plaats in het kader van do
Scandinavische titelwedstrijden, welke
op genoemde dagen op de baan te
Oslo zijn uitgeschreven. Elk land zal
met vijf rijders uitkomen. De vier
hoogst geklasseerden op elke afstand
tellen mee in de puntentleling van de
landenwedstrijd. Er wordt over de
vier klassieke afstanden gereden.
De Nederlandse ploeg zal bestaan
uit Kees Broekman, Wim van der
Voort, Anton Huiskes, Gerard Maarse
en nog een vijfde rijder, nader te Oslo
aan te wijzen.
Het eindklassement van de wedstrijden
cm het wereldkampioenschap kunstrijden
dames luidt:
1 Tenley Albright (VS) 188.29 pnt; 2
Gundi Bush (Duitsl.) 180.31; 3 Valda Os-
born CGB) 176.21; 4 Carol Heiss (VS)
176.67; 5 Suzanne Morrow (Canada)
176.19.
Onze landgenote Lydia Stoppelman ein
digde op de 19e en laatste plaats met
143.53 punten.
hebben er Dozijnen Rennies op
zak....
Altijd en overal ontmoet U lijders aan
brandend maagzuur en U herkent ze
aan.de lof die ze voor Rennies heb
ben. Innemen doen ze die tabletjes on
opvallend, want water of wat ook komt
er niet aan te pas. Ze helpen van de
ene minuut op de andere. Ook U!
(Advertentie. Ins Med.)
De Deense zwemmer Knud Gleia
heeft zich als eerste op de nieuwe
wereldrecordlijst van de 200 meter
schoolslag (orthodox) geplaatst. Zoals
men weet is met ingang van 1 Januari
1953 een scheiding van kracht tussen de
schoolslag en de vlinderslag. Als limiet-
tnd voor de 200 meter schoolslag had da
Internationale Zwemfederatie, de FTNA,
oe tijd van 2 min. 36.0 vastgesteld G.eia
i\on te Kopenhagen dit nummer tijdens
internationale zwemwedstrijden in 2
mm. 37.4 sec. Aangezien de Deen da
eerste zwemmer is, die onder de limiet-
tijd bleef, zal hij eerste wereldrecord
houder op de nieuwe lijst zijn.