OLEG GONTSJARENKO GREEP DE WERELDTITEL Russen braken met oude traditie Op de 10.000 meier onifuiselde Rus landgenoot Shilkov de eerste plaats Broekmans zelfvertrouwen als sneeuw voor de zon verdwenen Geen kampioen, maar drie Nederlanders bij de eerste zes Wim van der Voort stond voor een t e zware taak 0p de 10.000 meter, gepaard volgens Noorsedeskundige kreeg gelijk r~ Dr Carlier zat aan de luidspreker „ER WAS IETS MET KEES Pas in 1956 komt Broekman tot zijn beste prestaties V. J Waarom siariie Broekman niet in de eersie groep? Russische invitatie voor onze ploeg NEDERLANDSE RIJDERS TEGEN DE NOREN Tenley Albright kampioene kunstrijden Van Tientallen lijders aan Brandend Maagzuur Knud Geie zwom 200 m schoolslag in 2.37.4 TVfAAVnAfJ lfi FtfRRTTART IflKJt M m... I „B H -c*" §iPfliP^ (Van een speciale verslaggever) ANDERMAAL heeft Kees Broekman by de belangrijkste wedstrijd van het seizoen, de kamp om het wereldkampioenschap op de schaats, teleurgesteld. HU heeft het, waarschijnlijk door te veel wedstrijden, moegestreden hoofd, voor de Russen Gontsjarenko en Shilkov moeten buigen en zelfs de derde plaats in het eindklassement aan VVim van der Voort moeten afstaan. Hoewel een vierde plaats bü de wereldkampioenschappen altijd nog een prestatie van formaat is, hadden wy van Broekman meer mogen verwachten, maar wü moeten hier direct aan toevoegen, dat hy de omstandigheden niet mee had en een te overladen programma wellicht zijn stempel op zijn prestaties heeft gedrukt. Niettegenstaande deze teleurstelling, mogen wij over de totale ver richtingen van de Nederlandse ploeg meer dan tevreden zijn. Drie landgeno ten, Van der Voort (derde), Kees Broekman (vierde) en Anton Huiskes (zesde), schaarden zich bij de eerste zes. Met de uitstekend rijdende Russen, Gontsja renko en Shilkov, beheersten de Nederlanders het wereldkampioenschap 1953. De Scandinavische landen zijn er ditmaal toch wel bijzonder slecht afgekomen. Sverre Haugli leverde met zyn vijfde plaats nog de beste prestatie. Ericcson, Marlinsen en een Pajor vielen met hun achtste, negende en tiende plaats maar nauwelijks op. DUIM twintigduizend toeschouwers bevolkten de tribunes van het Olym pisch Stadion te Helsinki, toen Wim van der Voort en Sigge Ericsson Zater dag als eerste paar naar de start voor de 500 meter werden geroepen. Op dat moment was het nog windstil en het ijs gleed uitstekend. Van de Voort was, na een valse start, de tweede maal goed weg, nam een kleine voorsprong en ijlde met gretige sprintslagen naar de finish. Het electrische scoringbord gaf 44.4 sec. aan, de beste prestatie welke de Westlander ooit in Scandi navië op de korte afstand heeft gere den. Een goed begin dus voor de Ne derlandse ploeg, maar nadat Tsjaikin in 44 seconde rond door de finish was gegaan, Salonen met 43.1 sec. een nieuw Fins record vestigde, Shilkov 43.5 voor zich had laten afdrukken en Maarse in de voor hem matige tijd van 45 sec. finishte, kwam de eerste grote teleurstelling. Met een tijd van 46.6 kreeg Broek man een vrijwel hopeloze achterstand op zijn naaste concurrenten, ruim drie seconden bijvoorbeeld op Shilkov. Broekman had tegen Asplund de bin nenbaan geloot. Bij de eerste start was de Zweed te vroeg weg, bij de tweede start beide rijders, de derde maal weigerde het pistool en toen de rijders voor de vier de keer zich bij de streep gereed maakten, stond onze landgenoot veel te lang in de diepe starthouding om de heftige explosie bij het vertrek moge lijk te maken. Bovendien mislukte de derde slag bij onze landgnoot, hetgeen hem uit zijn evenwicht bracht. Hij ging voorts te ruim de eerste bocht in en reed de laatste bocht in een stijl, welke aan de 5.000 of de 10.000 meter deed denken. Na afloop was het raadsel van de 46,6 sec. hij had in de gegeven omstandigheden 45,1 of 45,2 sec moeten maken spoedig opgelost. In zijn ach terhoofd nad de valpartij van drie jaar geleden te Helsinki rondgespookt. En zijn zelfvertrouwen, de laatste jaren stevig gegroeid op de korte afstand, was, toen hij plotseling op diezelfde baan in dezelfde omstandigheden ver keerde, als sneeuw voor de zon ver dwenen. Ook Anton Huiskes reed maar een matige 500 meter, niettemin sneller dan Kees Broekman, hetgeen, de uit slagen van dit seizoen in aanmerking genomen, ten opzichte van de verrich ting van de Europese kampioen te den ken gaf. Broekman zelf was bijzonder ontevreden. „Haugli reed 45.4 sec., moet ik dan 46,6 sec. laten noteren?", zei hij volkomen terecht. *1 Broekman geslagen ypM VAN DER VOORT had op de 5000 meter aan de Koreaan Cho geen partner van gelijke kracht, maar niettemin kwam onze landgenoot tot de behoorlijke tijd van 8 min. 27 sec. Gont- sjarenko was slechts één seconde snel- Ier en daar Shilkov in een slordige stijl met veel moeite naar een tijd van 8 33.5 reed scheen er nog een kleine hoop voor Broekman bestaan. Immers hij was op de 5.000 meter dit seizoen nog met verslagen en een topprestatie op deze afstand zou hem waarschijnlijk nog een kans hebben gegeven Broek man was mentaal echter reeds een ver loren man. Hij wilde notabene starten op een schema van 8.40 omdat hij bij voorbaat het hopeloze van de slrijd tegen de ongunstige omstandigheden Inzag. Geen blijk dus van zelfvertrou wen en het kostte Klaas Schenk de grootste moeite om Broekman te bewe gen op een schema van 8.28 te vertrek ken. Dit was echter te snel. Bronsman moest genoegen nemen met 8.31.8. Hij de onoverwinnelijke op de vijf k m eindigde op deze afstand op de vijfde plaats, achter Gontsjarenko. Van der Voort, Huiskes en Offenberger. De tweede dag. V^N DER VOORT, door de teleurstel- lencle resultaten van Broekman, na de eerste dag het kanspaard van de Ne- ?m„ands.e pl°eg had' tQen hij aan de louo meter begon, maar een geringe achterstand op de Russische cracks. Het duel, dat hij Zondagmiddag tegen Wereldkampioen Gontsjarenko Gontsjarenko moest leveren, zou dus de beslissing kunnen brengen. Voor dit tweetal hadden o.a. Kees Broekman en Shilkov gereden, die respectievelijk 2.21,1 en 2.18,1 hadden laten afdrukken. Van der Voort liad ongunstig geloot, want liij zou in de laatste ronde de bui tenbaan moeten rijden. Na 300 meter leidde onze landgenoot met 28 sec. De 700 meter gingen in 1 min. 3 sec. en de 1100 meter in 1 min. 38 sec., de snelste tussentijden tot op dat ogenblik ge maakt. Maar in de laat«te ronde wist Oleg Gontsjarenko, «lie ae binnenbaan had, dank zij zijn grotere souplesse in de laatste bocht, zijn achterstand vol komen weg te werken, zodat 100 meter voor de finish de strijd nog onbeslist was. Prachtig gleden de beide concur renten naar de eindstreep toe, de han den los, met felle harde slagen. Het was onmogelijk te constateren, wie als eer ste over de streep was gegaan, maar Gontsjarenko was, gelukkig als een kind, beide armen omhoog, blijkbaar zeker van zijn overwinning. De tijden waren 2 min. 19 sec. voor de Rus, 0.1 sec. meer voor Van der Voort. He specialist op de 1500 meter Tsjaikin kwam niet verder dan 2.22,7, Anton Huiskes noteerde 2.25,5 en Gerard Maarse deed er nog een seconde lan ger oVer. Een nieuw duel de tijden Zaterdag op de 5000 m gemaakt, reden Gontsjarenko en Van der Voort opnieuw tegen elkaar. Na drie afstanden stond Shilkov boven aan met 140.883 punten, Gontsjarenko lag tweede met 141.033 punten en Wim van der Voort derde met 141.467 pnt. Alle andere deelnemers hadden toen reeds zo veel achterstand opgelopen, dat de titel uitsluitend bij één van dit drietal moest belanden. De onderlinge verschillen waren gering, maar gezien dat Gontsjarenko een voor treffelijke 10 km-rijder is, Shilkov daar- I bepaald zwak is oo die afstand, en wim van der Voort evenmin op een sterke 10.000 meter kan bogen, stond ei«enlijk vast. dat Oleg Gontsja- enK° de titel van wereldkampioen ad zou behalen. Men was alleen nog ppa5, meuwsgierig naar het feit of roekman de 10.000 meter zou kunnen 2f'nn?.n- He laatste reed met Sverre naugii samen. Onze landgenoot ver trok op een schema van 17 min. 17 sec., maar al spoedig bleek, dat dit te scnerp voor hem was. De lange mooie glijdende streek, welke op dit ijs zeer goed mogelijk was de temperatuur lag Zondagmiddag slechts enkele gra den beneden het vriespunt en er stond bijna geen wind benutte hij niet ten volle. Men kon zien, dat het hem wat minder gemakkelijk afging, dat het bochtenwerk te wensen over liet, kortom, dat over zijn hoogtepunt van dit seizoen heen was. Mentaal niet zo hard als Wim van der Voort, heeft Broekman zich wel wat gauw door tegenslag laten beïnvloeden. Wim van der Voort, die in de tweede rit van de 10.000 meter, waarvoor Maarse zich niet had kunnen plaatsen, tegen Gontsjarenko moest rijden, zou alleen wereldkampioen kunnen wor den, als hij met groot verschil van de Rus zou winnen. Deze opgave was voor Van der Voort te zwaar en hij moest met lede ogen toezien dat zijn rivaal iedere ronde uitliep. Met bijna een volle ronde achterstand finishte de Nederlander. Zijn tegenstander wist zich met 17,27,2 verzkerd van de eerste plaats. Anton Huiskes deed nog een wan hopige poging om Gontsjarenko van de eerste plaats op de 10 km te ver dringen, maar hij slaagde niet, al ver over de hij achter Gontsjarenko en Broekman wel een fraaie derde plaats op de lange afstand. En zo behaalde Gontsjarenko, die op de 500 meter vijfde was geworden, op de 1500 meter tweede, op de 5000 en de 10.000 meter winnaar, op fraaie wijze en volkomen verdiend het wereldkampioenschap. De uitslagen waren: 500 mgter: 1 Salonen 43.1; 2 Shilkov 43.5; 3 Tsjaikin 44.4 ex aequo Gonts jarenko en Hodt 44.1; 6 Wim van der Voort 44.4; 8 Gerard Maarse 45.9 ex aequo Stene, Parkkinen en Martinsen 45.2; 12 ex aequo Haugli en Loeninc 45.4; 14 Ericcson 45.5; 17 Huiskes 46.3; 21 Kees Broekman 46.6. 1500 meter: 1 Shilkov (Rusl.) 2.18.1; 2 Gontsjarenko (Rus.l) 2.19.0; 3 Wim van der Voort (Ned.) 2.19.1; 4 Kees Broekman (Ned.) 2.21.1; 5 Carl Erik Asplund (Zweden) 2.22.5; 6 Tsjaikin (Rusland) 2.22.7; 7 Sverre Haugli (Noorw.) 2.22.9; 9 Sigge Ericsson (Zweden) 2.24.0; 11 Kornel Pajor (Zweden) 2.24.8; 12 Franz Offenberger (Oost.) 2.25.0; 13 Finn Hodt (Noorw.) 2.25.2; 14 ex aequo Ivar Martinsen (Noorw.) en Lasse Parkkinen (Finl.) 2.25.3; 17 Anton Huiskes (Ned.) 2.25.5; 20 Gerard Maarse (Ned.) 2.26.5. 5000 meter: 1 Gontsjarenko 8.26.—-; 2 Van der Voort 8.27.3 Huiskes 8.29.2; 4 Offenberger 8.29.9; 5 ex aequo Broekman en Haugli 8.31.4; 7 Pajor 8.32.6 8 Shilkov 8.33.5; 9 Martinsen 8.42.6; 24 Maarse 9.04.1, 10.000 meter: 1 Gontsjarenko (Rusl.) 17.22.2; 2 Kees Broekman 17.29.9; 3 Anton Huiskes 17.35.5; 4 Kornel Pajor (Zweden) 17.37.7; 5 Sigge Erics son (Zweden) 17.39.9; 6 Sverre Haugli (Noorw.) 17.46.6; 7 Ivar Martinsen (Noor wegen) 17.49.7; 8 Lasse Parkkinen (Finl.) 17.51.2; 9 Boris Shilkov (Rusl.) 17.52.5; 10 Valentin Sacharov (Rusl.) 17.58.8; 11 Frans Offenberger (Oost.) 17.59.5; 12 W i m van der Voort 18.01.1. Eindklassement: 1 Oleg Gontsjarenko (Rusl.) 193.143 pnt.; 2 Boris Shilkov (Rus- land) 194.508; 3 Wim van der Voort 195.522; 4 Kees Broekman 197.268; 5 Sverre Haugli (Noorw.) 197.503; B An ton Huiskes 198.495; 7 Valentin Sa charov (Rusl.) 199.073; 8 Sigge Ericsson (Zwaden) 199.175; 9 Ivar Martinsen (Noorw.) 199.378; 10 Kornel Pajor (Zwe den) 199.412; 11 Franz Offenberger (O.) 199.598; 12 Lasse Parkkinen (Finl.) 199.723. De start van v. d. Voort tegen Sivverd Ericsson op de 500 meter. (Van een speciale verslaggever) HE STRIJD in Helsinki heeft wel overduidelyk aangetoond, dat Rusland op het ogenblik over de sterkste schaatsenrijders beschikt. Van de vier afstan den hebben de Russen er drie gewonnen. Alleen de 500 meter-overwinning ont ging hen. een merkwaardig feit overigens, omdat juist alle vier Russische deelnemers zulke sterke sprinters bleken te zyn. Wondermensen waren Shil kov, Gontsjarenko, Tsjaikin en Saharov intussen niet. Het waren ryders van voortreffelyke klasse, vooral op dc kortere afstanden. Daarbij bleken hun opvattingen over techniek en stijl van het hardrijden in menig opzicht af te wijken van de Gangbare in Scandinavië en Nederland Bovendien bleken zij in tactisch op zicht er andere opvattingen op na te houden dan de rekenmachines, welke Broekman, Huiskes. Ericsson, Haugli en de andere cracks op de 500 meter met hun gespecialiseerde schema's zijn ge worden. De Russen reden het eerste ge deelte van de 5000 meter zo hard zij konden. Boris Shilkov. favoriet voor de titel, was daar een merkwaardig voor beeld van. In de laatste ronden strom pelde Shilkov over de baan, in een hou ding en met een techniek welke niets meer te maken hadden met de geijkte opvattingen. I Een tweede belangrijke factor vorm de het w?er. Bij de ritten op de 500 me ter hingen de vlaggen slap langs de „TJA, dat zal weer geen wereld kampioen worden", zei dr. Carlier toen wij Zaterdagavond een praatje gingen maken met deze trainer van de Nederlandse kernploeg. V/onderlijk dat het mogelijk was dat wij in Neder land een gesprek konden voeren met de man die vanaf 6 Septem ber de Nederlandse schaatsen rijders onder zijn hoede heeft ge had. Wonderlijk dat deze dr. Car lier in Nederland zijn oor aan de luidspreker moest leggen, om te horen wat zijn jongens, hadden gepresteerd. Zonder nu te willen beweren dat Kees Broekman of Wim van der Voort het duel met de Russen zoel zouden hebben gewonnen als dr. Carlier in Hel sinki was geweest, menen wij toch dat er door de Nederlanders betere resultaten zouden zijn ge leverd. Beter dan wie ook zou dr. Carlier in staat zijn geweest Broekman na zijn topprestaties in Davos en Hamar in goede physieke en mentale conditie te houden. Met alle waardering voor de ca paciteiten van Klaas Schenk, die de zorgen voor de Nederlandse schaatsenrijders over neemt als zij door dr. Carlier zijn klaar ge stoomd, kunnen wij toch .niet zeg gen, dat deze tactiek van de KNSB de juiste is. Als er top prestaties moeten worden gele verd, zijn er immers tal van fac toren cie een rol spelen. Iedere sportbeoefenaar is voordat hij een topprestatie moet leveren een hyper-nerveus wezen, waarmee soms zeer moeilijk is om te sprin gen en die soms dwaze dingen doet of denkt. „Dok" Carlierzo als de jongens hem noemen, kent uiteraard zijn pappenheimers. Hij heeft hen weken lang geobser veerd en wij kunnen ons voor stellen dat Kees Broekman deze coach de dagen voor de wereld kampioenschappen node heeft ge mist. Het verwondert mij overigens niets dat Kees vandaag (Zaterdag) zo'n slechte beurt heeft gemaakt. Hamar en Davos hebben hun uit werking natuurlijk niet gemist en bovendien heeft hij daartussen door nog verscheidene andere wedstrijden gereden. Tot over maat van ramp moest hij op de 500 meter viermaal over starten, niet het gevolg dat zijn concen tratie natuurlijk volkomen zoek was en hij een tijd van 46.6 sec. liet noteren. Toen reeds moet hij geweten hebben dat de titel vrij wel onbereikbaar was en de re actie daarop was uiteraard een slechte 5000 meter7'. „Bovendien geloof ik", zo vervolgde de heer Carlier, „dat er met Kees iets aan de hand was. Iedere week schreef hij mij een uitvoerige brief en na de wedstrijden te Avesta heb ik alleen maar een briefkaart ontvangen. Ik denk hat hij geestelijk wat in de „lappen mand" zat. Mentaal is hij nog niet hard genoeg en daar komt na tuurlijk nog bij dat de berichten over de ramp in Nederland op zijn gevoelige natuur diep hebben in gewerkt. Overigens is hij pas 26 jaar en ik heb mijn trainings schema er op gebaseerd dat Kees in 1956 tot zijn grootste prestaties kan komen. Er is dus nog niets verloren" masten en bleek de temperatuur onge veer 5 graden onder nul te zijn. Ook tijdens de eerste vier ritten van de 5000 meter waren de omstandigheden vrij gunstig, maar er zat toen reeds veran dering in de lucht. En die kwam in de vorm van een stevige gure wind, waar door de temperatuur sterk daalde. Be hoefde het verwondering te wekken, dat noch een Huiskes. noch een Broekman, noch een Ericsson erin slaagden om de tijden van Gontsjarenko en Van der Voort, die heiden onder betere omstan digheden hadden gereden, te verbete ren? Dat de Zweedse favoriet Ericsson een tijd maakte, welke nog juist ge noeg was het scheelde slechts 0.1 se conde om hem het recht te geven op de tweede dag in de 10.000 meter te mogen uitkomen? Deze verandering van het weer, van de wind en van het ijs heeft voor de zoveelste keer bij een wereldkampioen schap invloed gehad op de tijden. Zo sterk zelfs, dat Wim van der Voort, die overigens voortreffelijk op de 5000 meter reed, zowel Anton Huiskes als Kees Broekman met flink verschil sloeg. En hiermee zijn we beland in het oude probleem, de indeling der rijders over de diverse groepen. Kees Broek man en Anton Huiskes hadden onder ling afgesproken zich te laten indelen in respectievelijk groep drie en groep twee voor de 5000 meter, precies an dersom als in Hamar het geval was ge weest. Waarom Kees Broekman niet in groep 1 geplaatst? Indien Broekman in dit seizoen ongeslagen is geweest, waarom dan niet meteen een voortref felijke tijd eruit gereden? Het zou be tekenen een mededeling aan de overige concurrenten: Zie nu maar eens een tijd te rijden, welke aan de mijne kan tippen. Was het niet een gebrek aan zelfvertrouwen om achter in het deel nemerslijstje te worden geplaatst ten einde vooral goed de kat uit de boom te kunnen kijken, hoe de andere deel nemers het er zouden afbrengen? Per Christian Andersen, sportredacteur van het Oslose „Aftenposten". de journalist die alle Olympische winterspelen heeft bijgewoond, en een schaatsdeskundige is bij uitstek, klopte ons na afloop op de schouder en zeide: „Hebben jullie Hollanders dan helemaal geen hersens? Waarom een favoriet als Broekman in de derde groep geplaatst terwijl je weet. dat de weersomstandigheden in de Finse hoofdstad nooit constant zijn en gewoonlijk later od de middag of de avond slechter worden? „en", zo voeg de deze Noorse deskundige, die een groot vriend is van de Nederlandse sport, eraan toe, „indien Broekman in de eerste groep was gestart, had hij met vlag en wimpel die 5000 meter ge wonnen. Indien hij zelf niet gewild had om zo vroeg te starten, hadden jullie hem ertoe moeten dwingen. Ik weel wel, dat de weersomstandigheden latei op de wedstrijddag wel eens beter kun nen worden dan in het begin, maar die kans in Helsinki is 1 op 10. En daaraan had men moeten denken". De uitslagenlijsten hebben het stand punt van de Noor volkomen bevestigd. De Zweden hebben dezelfde tactiek toe gepast als de Nederlanders. Ericsson startte in groep 2, en Asplund in groep drie. Kornel Pajor, de derde man van Zweden, liet men voor groep één in schrijven, met het gevolg dat Pajor veruit de beste op de 5000 meter is ge worden, dat Ericsson zich op het nip pertje heeft kunnen klasseren voor de 10.000 meter en dat Asplund uitgescha keld was. Het contact datde Nederlandse schaat. senrijders dit weekend met de Russen hebben gehad, heeft tot gevolg gehad dat onze landgenoten in het volgende seizoen waarschijnlijk in de gelegenheid zullen zijn om op de „sprookjesbaan" van Alma Ata te starten. Klaas Schenk had namelijk een onderhoud met de twee Russische leiders, die de Neder landse ploeg voor een wedstrijd te Mos kou en te Alma Ata uitnodigde. Klaas Schenk heeft in beginsel deze invitatie, welke uiteraard nog door de autoriteiten in de Russische hoofdstad moet worden bekrachtigd, aanvaard. Tijdens een onderhoud tussen de voorzitter van de Noorse Schaatsen- rijdersbond, Halvorsen en de leider van de Nederlandse ploeg, Klaas Schenk, is overeengekomen, dat op 25 en 26 Februari in het Bislett- Stadion te Oslo een landenwedstrijd tussen Noorwegen en Nederland zal worden igereden. Deze ontmoeting vindt plaats in het kader van do Scandinavische titelwedstrijden, welke op genoemde dagen op de baan te Oslo zijn uitgeschreven. Elk land zal met vijf rijders uitkomen. De vier hoogst geklasseerden op elke afstand tellen mee in de puntentleling van de landenwedstrijd. Er wordt over de vier klassieke afstanden gereden. De Nederlandse ploeg zal bestaan uit Kees Broekman, Wim van der Voort, Anton Huiskes, Gerard Maarse en nog een vijfde rijder, nader te Oslo aan te wijzen. Het eindklassement van de wedstrijden cm het wereldkampioenschap kunstrijden dames luidt: 1 Tenley Albright (VS) 188.29 pnt; 2 Gundi Bush (Duitsl.) 180.31; 3 Valda Os- born CGB) 176.21; 4 Carol Heiss (VS) 176.67; 5 Suzanne Morrow (Canada) 176.19. Onze landgenote Lydia Stoppelman ein digde op de 19e en laatste plaats met 143.53 punten. hebben er Dozijnen Rennies op zak.... Altijd en overal ontmoet U lijders aan brandend maagzuur en U herkent ze aan.de lof die ze voor Rennies heb ben. Innemen doen ze die tabletjes on opvallend, want water of wat ook komt er niet aan te pas. Ze helpen van de ene minuut op de andere. Ook U! (Advertentie. Ins Med.) De Deense zwemmer Knud Gleia heeft zich als eerste op de nieuwe wereldrecordlijst van de 200 meter schoolslag (orthodox) geplaatst. Zoals men weet is met ingang van 1 Januari 1953 een scheiding van kracht tussen de schoolslag en de vlinderslag. Als limiet- tnd voor de 200 meter schoolslag had da Internationale Zwemfederatie, de FTNA, oe tijd van 2 min. 36.0 vastgesteld G.eia i\on te Kopenhagen dit nummer tijdens internationale zwemwedstrijden in 2 mm. 37.4 sec. Aangezien de Deen da eerste zwemmer is, die onder de limiet- tijd bleef, zal hij eerste wereldrecord houder op de nieuwe lijst zijn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1953 | | pagina 5