„POINT 4" BESTAAT 4 JAAR 15 TERUG Reeds in oeroude tijden in Westfriesland beschaafd volk, dat wegen en muren bouwde Gemeente Amsterdam verwierf deel van collectie-Singer Eric-uit-de-Yukon" verloor een oor in een worstelwedstrijd Koedijk Interessant onderzoek van Alkmaarse geschiedschrijver in 18e eeuw -Hugowaard ERLIjKE STAND Oude heirbaan in de Wieringerwaard Innerlijke verwantschap boven volledigheid Zuid-Afrika gaaf emigranten beter voorlichten Wereldomspannend programma tot verhoging van levensstandaard f £e$,ew ipbelien! DINSDAG 84 FEBRUARI 1953 werd gehouden, was het een voor het front van een hten. Wel schoten nog jij het nazien der notulen ;gen de voorgestelde aan egeven moment tegen de voor leugenaar." De heer ing onder de aantekening na drie waarschuwingen iog te voeren dat niet aan ruiterlijk gebaar erkende neer te leggen bij het op de benoeming van de tijdens de rondvraag ter ekwel, die na als wethouder weer wilde aanvaarden C. v.d. Gragt zal innemen, was onder te brengen, door de gemeenteop- ïer L. Visser, worden on. rondvraag verklaarde de mens alle fracties, dat de stellen wethouders met oelingen in het college zitting nemen. Hun de- doen waar onrecht is." ,Het welzijn der gemeen, ester Schellinger, die aan- door hem opgestelde ver. afleggen zag hier van af, :der. geen voorwaarde af doen aan de prettige en eer waarin de Raadsverga. keer gehouden was. Hij leze er zou zijn tot in lengte RSTEUNINGSFONDS IN 1952 vergadering van het „Onder, ersteuningsfonds bij ziekte" irdagavond in café Het Ver gehouden. De secretaris- :ester, de heer P. Hart, bracht ■rslag ter tafel waaruit bleek, ekengeld in 1952 werd uitbe- bedrag van f 1972,99, ver leden met een totaal aan gen. Het financieel over- eindcijfers f 3000,91, wat J een achteruitgang van f 217,02. Vier leden wa» afgelopen jaar uitgetreden eden hadden zich aangeslo- jrzitter, de heer Jb. Boon, dat het bestuur in een bij- plaatselijke verenigingen een bedrag van f 150 in enfonds te storten, hetgeen edenvergadering werd goed- aftredende bestuursleden Klein en D. Vries werden nieuw lid der centrale- 'erd de heer Jb. Butter Pz ursvoorstel, dat leden, die te verzekeren in een ho- voor dit verhoogde bedrag utie moeten betalen naar werd met algemene genomen. ird om bij de ingezetenen laten verspreiden, waarin gehuwde vrouwen wordt dat zij in de gelegenheid den om ook lid van het >rden. Geradus J. M-, z. van J» en C, J. Burger. Marjo® C. Gootjes en A. de Graaf, z. van A- Smit en C. v» Cornelia M. M.f d. van N. Vertelman. Francina, d„ jsen en J. Spruijt. Sipke„ oorstra en H. Harms. Jo- van G. J. Bot en M. A. tonius M.( z. van J. Verwer em. Alida C. A-, d. van ten en M A. Tesselaar. A., d. van C. P. J. Scholten Geertruida M., d. van J« Bakker. Wilhelmus J»e ter en A. C. Bakker. En- d. van B. J. Jaspers en M. Catharina M., d. van N. N. E. Mooij. Alida M. Borst en A. Molenaar. M., z. van N. S. Spren- r. Bes. Dirk K., z. van en T. Schoo.Gerar- van S. Danenberg en Th. Irf. u w d Adrianus C. Bruin enkarspel) en Geertruida M. Klaas Bakker( won. te Lan- Wilhelmina M. Kwantes. de Vries en Grietje Kossen. Johannes Jong (won. te Alida Groot. Gerardus (won. te Hoorn) en Bre- Adrianus J. Overtoom (wo en Maartje Leeg- n Aafje Mulder, 69 jr, Brink. der bevolking n personen: Gijsberta P. van Doodemari, van Be- Veenhuizerweg 34. Hen- Remmer van Amsterdam eg 540. Thijsje Hoekstra naar Middenweg 126. F. van Drunen van 's-Gra- Middenweg 541. Guur- /an Amsterdam naar Veen- Cornelia M. van den menhuizen naar Hasselaars- Johanna Oud, echtg. van Akersloot naar Berkmeer- en personen: Willem Berkmeerdijk 6 naar Hoog- oogeboomlaan C 16. Ag- van Rustènburgerweg 13 Herenweg 81. Alida van Jong, van 4e Kil 6 Wagendwarspad 3a» veld, echtg van Borst, van naar Bergen (NH), Sluis- daria A van Schuurmans 8 naar Bergen op Zoom, it 71. Elisabeth N. de 207 naar Breda, t 17. Herman Ph. Harm- nweg 248 naar Westdon- 168. ftE PALUD ANUS WEG in Wieringerwaard is er oorzaak van geweest, dat wij ons zijn gaan verdiepen in de geschiedenis van een deel van ons gewest, zoals die wordt beschreven door Paludanus, een geschiedschrijver van het Westfriese land, die in de achttiende eeuw in Alkmaar gewoond heeft en een onderzoek heeft doen instellen naar de aanwezigheid van sporen van een wonderlijke muur of dijk of weg, die honderden, misschien wel duizenden jaren geleden in West-Friesland heeft gelopen. Het moet een kunstwerk zijn geweest, door mensenhanden aangelegd en gemetseld van z.g. duifsteen. Dat is iets wat zeker is. Voor het overige tasten we vrijwel in het duister. Reeds in 1775 ontdekte Jacob Queldam, dat er gedeelten van een muur lagen in de toenmalige Zuiderzee, nabij Oostwaard. Deze gedeelten waren bij laag water bijna boven, in ieder geval slechts zo weinig onder water, dat men er met een platboomde schuit niet over heen kon varen. nE muur maakte de indruk van een v zeer stevig bouwwerk te zijn, met een breedte van 17 voet, terwijl men een dikte peilde van omstreeks tien voet. Tot driehonderd meter in zee kon men deze muur volgen, waarna het niet meer mogelijk werd door de slappe grond die er boven op stond. De nieuwsgierigheid van onze voor ouders werd gewekt en men ging ook in Wieringerwaard nasporingen doen. Dat was niet zo gemakkelijk, want aan de oppervlakte kwam de muur daar nergens en er waren maar weinig boe ren, die er voor gevoelden, hun land te laten omwroeten, alleen om aan de nieuwsgierigheid van oudheidminnaars te voldoen. Men moest zich dan ook in hoofd zaak bepalen tot de kanten van slo ten en tot het ondervragen van arbei ders die met het slootwerk in de Wie ringerwaard in die tijd waren belast geweest. Dat was echter reeds interessant ge noeg, want aan de hand van die gege vens kon men vaststellen, dat er door het Noord Westelijk gedeelte van Wie ringerwaard een muur is geweest, (la ten we het voorlopig op de naam muur aanhouden) die voortzetting vond bui ten de polder, in Zijpe aan de ene, in de Zuiderzee aan de andere kant. Dat was omstreeks 1775. Wanneer we weten, dat de Wie- ringermeer omstreeks 1610 is droogge maakt, kunnen we met zekerheid vast stellen, dat die muur er voor de droog valling is geweest. In de periode van 1610—1775 aangelegd zou een ieder van het aanleggen van een dergelijk kunst werk hebben gehoord, alsmede van het feit, als zulk een werk door een of an dere natuurramp in de bodem zou zijn verdwenen. Nu echter beginnen we in het duis ter te tasten. Nu blijkt, dat we nog maar weinig, o zo weinig afweten van de geschiedenis van ons land in een periode, die toch nog niet zo heel ver in het verleden ligt. Wat is er gebeurd met het land. met het volk, in die pe riode, voorafgaande aan die, waarin de Zuiderzee grote stukken heeft verzwol gen? We weten het niet. We kunnen er slechts naar gissen. Zeker weten we alleen, dat het ge) bied. waar thans Wieringerwaard, An na Paulowna, Wieringen liggen, in oude tijden belangrijk gebied is ge weest. terwijl tal van mensen_ dat ge bied bewoonden. Mensen, die grote werken tot stand hebben gebracht- Afsluitdijk of heirbaan? Hebben we hier te maken met een verzonken zeewering? Het is bijna niet aan te nemen, zo min als de veronder stelling die Paludanus opperde dat_ men hier te doen had met een muur. die het water van de Riin moest tegenhouden, waardoor deze nabii Callantsoog of verder in de zee zou uitmonden.. Palu danus zelf verwerpt deze theorie ten slotte ook. Is het een oude heirbaan geweest, aangelegd door de Romeinen? Er wordt in het geschrift van Paludanus op ge zinspeeld. Dan zou deze baan doorge gaan zijn tot Medemblik. wellicht zelfs via het land. waarin later het Flevo- meer zou ontstaan, naar Friesland. Is deze veronderstelling te fantas tisch? Mogelijk. In ieder geval is ze in strijd met de opvatting, die tot op he den heeft gegolden, dat dit gedeelte van Holland omtrent de Romeinse tijd onbewoond zou zijn geweest. Deze op vatting kunnen we o.m. nog aantreffen In de historische atlassen, die ten dienste van het middelbaar en hoger onderwijs worden gebruikt. Zeer onwaarschijnlijk achten we het, dat deze muur of weg zou zijn aange legd omstree.ks 400 of meer jaren na het begin van onze jaartelling. Dat zou immers betekenen, dat ze verloren zou zijn gegaan duizend a twaalfhonderd jaar geleden. Dan zou er in oude kro nieken over een muur. die ten gevolge van een enorme ramp verloren ging. iets te vinden moeten ziin. Van ouder datum? Of moeten we aannemen, dat in deze streken eer. bevolking heeft gewoond, reeds eeuwen vóór de geboorte van Christus, die een zo hoge graad van be schaving had bereikt, dat ze reeds mu ren of wegen bouwde van gemetselde duifstenen? Vondsten in het laatst van de acht tiende eeuw in de toen ongeveer hon derd jaar droogliggende Wieringer waard gedaan, wijzen er op. dat er in de Wieringerwaard mensen hebben ge woond. die de kunst verstonden om put ten te maken. Herhaaldelijk gebeurde het. dat mensen en paarden in die put ten wegzakten, en slechts met moeite konden worden gered. Op grote diepte ziin resten van ge bouwen gevonden. Hetzelfde geldt trouwens voor het zo veel hoger gele gen Wieringen, waar men bii het ver richten van grondwerkzaamheden spo ren van bouwwerken vond op een diep te van omstreeks dertig Alkmaarse voeten. Tal van vragen komen naar aanlei ding van het geschrift van Paludanus naar voren. Hoe oud is de beschaving waarin men deze muren bouwde? Waar vandaan kwam dat volk? Waar is het heen gegaan? Hoor welk pen ontzaalii ke ramn is dit gebied getroffen, dat zulk een best-having geheel te loor kon gaan? Fen ramt), waarbii vergeleken die, welke heden ons land heef' getrof fen nog van betrekkelijk geringe af metingen kan worden genoemd. Deze gehele landstreek moet immers meters onder de waterspiegel ziin geraakt, om eerst na eeuwen weer heroverd te wor den. Vragen, die wij niet kunnen be- groter hebben doen worden, dat we antwoorden, maar die bii ons het besef van de geschiedenis van onze eigen bodem nog maar weing weten. Is er een vloed geweest, vreselijker dan de Elisabethsvioed? Een vondst bii opgravingen in de achttiende eeuw ver richt in een terp bii Julianadorp bracht de stoffelijke resten van ettelijke men sen naar boven, van alle leeftiiden, die waarschijnlijk daar ter plaatse ver dronken waren en met zand bedekt. Onjuisie opvatting? Wij hebben bij het geschiedenis onderwijs steeds geleerd, dat het zo omstreeks het begin van onze jaartelling in Holland, en speciaal in onze gewesten, een treurige boel was. Een moeras, waarin slechts enkele Germanen of Kanine- faten of wat voor stammen ook, leefden, die zich bezig hielden met de jacht en zich kleedden met dierenhuiden. Een volk dat op een zeer lage trap van bescha ving stond. Is dat nu juist, of moeten we geloven aan een wellicht veel ou dere beschaving, die op veel ho ger peil heeft gestaan, maar die door ons onbekende oorzaken geheel verloren is gegaan? Of weten we niets uit de geschiede nis van ons gewest vóór de Middeleeuwen? Of is de muur een grensscheiding ge weest tussen twee volkeren, een soort Chinese muur? welke veronderstelling Paludanus opwerpt. Niemand kan er een antwoord op geven. Het is zelfs zeer de vraag, of iemand er een rede lijke veronderstelling over vermag op te bouwen. Amerikaanse schilder verzamelde vele Nederlandse kunstvoortbrengselen (Van onze redacteur beeldende kunsten) VELE JAREN heeft de Amerikaanse kunstschilder William Henry Singer in ons land gewoond, nadat hij omstreeks de eeuwwisseling volkomen onbe vredigd de Académie Julien te Parijs hail verlaten. Singer een uitgesproken landschapsschilder voelde zich op deze school, waar uitsluitend het naakt werd bestudeerd, allerminst op zijn plaats. Toen hij dan ook van zijn vrienden de lof over de intieme schoonheid van 't Gooi hoorde, stond zijn besluit vast. Hij heeft er zich gevestigd, woonde er met onderbrekingen van 1901 tot 1939, maakte er onder de kunstenaars vele vrienden en bouwde van hun werk en van dat van tijdgenoten in het buitenland een grote collectie op. Een deel hier van zal thans in eigendom overgaan aan de gemeente Amsterdam. Van Singer zelf is er een twintig tal werken uit alle perioden van zijn leven: van zijn eerste Amerikaanse tijd af tot aan zijn laatste jaren onder de Duitse bezetting in Noorwegen, waar hij in 1943 overleed. Hij begint met een liefdevolle, scherpe observatie van zijn omgeving, die hij in een forse, mannelijke peinture en een wat harde kleur op het doek brengt hij eindigt met een prachtig doek als de Tweo Kameraden, met zijn verdroomde sfeer en zijn verstilde dramatiek. De wat eenzijdige samenstelling de zer collectie is ongetwijfeld eerder een afspiegeling van de geestesgesteldheid van Singer dan van de stand van de schilderkunst in en om het Gooi in de eerste vier decennia van deze eeuw. Aan de andere kant bevat deze verza meling zoveel merkwaardigs - geeft zij zo vaak een, zij het ook bescheiden, plaats aan overigens ten onrechte ver geten figuren, dat zij met al voor het gemeentelijk kunstbezit van Amster dam een zeer waardevolle aanwinst mag heten. Wie zich van de juistheid van deze bewering wil overtuigen, kan de komende weken terecht in Fodor, waar dit geschenk, tezamen met een groot aantal fraaie meubelen uit ver schillende stijlperioden, een onderdak heeft gevonden. VAN W. WILLIAM SINGER heeft, toen hij zijn schilderijenverzameling bij eenbracht, misschien niet in de eerste plaats gestreefd naar het allerbeste noch naar een volledig inzicht van de kunst in zijn tijd. Ware dat zo geweest, dan zou zijn collectie er waarschijnlijk wel anders hebben uitgezien. Hij zocht veeleer naar doeken, die hem op de een of andere manier aantrokken naar werk dat hem aansprak, waarmee hij zich verwant wist. Ook heeft hij met ruime hand zijn vrienden gesteund en geholpen. Zijn belangstelling voor verwante zielen heeft waarschijnlijk mede zijn sterke voorkeur voor het, werk van de gebroeders Jacob en Wil lem Dooyewaard bepaald. Inzonderheid voor het hier en daar aan Breitner herinnerende, zeer zorgvuldig geschil derde werk van Jacob heeft hij een zeer grote interesse aan de dag gelegd Nauwelijks minder echter was zijn aan dacht voor de veel robustere en kleu riger stukken van Willem. Hij heeft trouwens van velen iets. Soms verbaast men er zich over, juist dat werk te vinden: een paar van de wat romme lige, pathetische aquarellen van prof. Jurres b.v. Over het geheel echter heeft hij een zuiver gevoel voor het waardevolle aan dé dag gelegd. Zo vinden we er wat internationale groot heden, als de Engelsman Bonnington, uit het begin van de vorige eeuw, wiens werk zo veel verwantschap met dat van de latere Franse impressionis ten demonstreert. Er is een enkel mooi vrouwenportret van Fantin Latour, de Amerikaan W. Griffin is vertegenwoor digd met een paar fraaie Bretonse landschappen, als het ware in de verf gemodelleerd, verder zijn er een paar mooie doeken van Le Sidaner, om de voornaamste te noemen. Van de Nederlanders zijn er ver scheidene stukjes en stukken. De te vroeg gestorven Dirk Komter is met een zeer mooi doekje ver tegenwoordigd. J. Kuipers bena dert in een Geitje met jong in fijnheid van uitdrukking de veel bekendere Jan Mankes. Van Lizzy Ansingh is er één van haar beroemde poppenstukken. Anton Mauve is vertegenwoordigd door een zeer fijn miniatuurtje. We noemen verder nog, in de zekerheid niet volledig te kunnen zijn, namen als Bert Peizel, David Schulman, Frans Deutman en Willy Sluyter en hebben daarmee voor ons gevoel de interes- sensfeer van Singer wel ongeveer af gebakend. Voorwaardelijke straf voor handlangers aan inbraak De Meervoudige Strafkamer van de Alkmaarse rechtbank heeft gisteren vonnis gewezen in de zaak tegen de Alkmaarse stucadoor Jan de W. en de Amsterdammer Theodorus L., die bei den medeplichtig zijn geweest aan de inbraak bij de juwelier J. Oudes, in het Paygiop. De hoofddader was de huisgenoot van de stucadoor, zekere A. H. de M. Jan de W. had de buit onder de vloer van zijn woning verborgen gehouden, voor welke dienst hij een deel van de opbrengst van het gestolene zou krij. gen. Tegen hem was 14 dagen geleden een jaar geëist. De Amsterdammer had een horloge aangenomen, dat hem tot zwijgen moest inspireren. Tegen hem was zes maanden voorwaardelijk, met drie jaar proeftijd geëist. De vonnissen tegen Jan de W. en Theodorus L. luidden resp. 6 maanden voorwaarde lijk met een proeftijd van drie jaar en vier maanden voorwaardelijk. De NACO.chauffeur Cornelis Z., uit Egmond aan Zee. die in December van het vorige jaar met zijn bus een aan rijding met een kleine personenauto had, werd veroordeeld tot f 40 of 20 dagen De eis tegen hem luidde: hon. derd gulden boete, subs, veertig dagen. Op ieder schip zullen ambtenaren zijn £)E REGERING van de Unie van Zuid-Afrika zal grote aandacht gaan besteden aan de voorlichting van emigranten. Zij, die nis toekomstige immigranten zijn goedgekeurd, zullen vóór het vertrek naar hun nieuwe va derland lectuur krijgen, waardoor zij zich een beeld kunnen vormen van de omstandigheden, de problemen, de le- venskosten enz. Voorts zullen er in het vervolg op ieder emigrantenschip enige ambtenaren van het departe ment van onderwijs aanwezig zijn, die gedurende de overtocht lezingen zul len houden, filmvertoningen zullen arrangeren en iedere emigrant be hulpzaam zuilen zijn bij de oplossing van al zijn persoonlijke moeilijkheden en zorgen. De regering heeft voorts besloten, de ontvangst van de immigranten in Zuid-Afrika perfect te regelen. In het vervolg zal iedere immigrant afzon derlijke aandacht genieten tot hij op de plaats van bestemming is aange komen. De regering zal daarbij ge steund worden door particuliere orga nisaties, die tezamen een schare van medewerkers zullen recruteren bij de aankomst van ieder emigrantenschip. Een groot aantal auto's zal steeds ter beschikking worden gesteld. Het was reeds sinds vele maanden duidelijk, dat het Nederlandse Emi- gantencomité in Kaapstad (dat ove rigens prachtig werk deed) niet meer tegen de enorm toegenomen werk zaamheden was opgewassen. Een be trekkelijk klein aantal particulieren had zich, eigenlijk reeds vanaf 194G, tot het uiterste ingespannen om de binnenkomende landgenoten met raad en daad terzijde tp staan. Maar de aantallen onzer emigranten namen steeds meer toe en het gevolg daarvan was, dat lang niet iedereen hulp kon krijgen, die hij in den vreem de nodig had. Toen vorige week de „Zuiderkruis" binnenkwam hebben zich uiterst vervelende dingen afge speeld. Een moeder met zes kinderen heeft, zonder enige hulp, urenlang door Kaapstad gedwaald en later heeft zij vele uren op het grote station doorgebracht, zonder te weten wat zij moest doen. Dit heeft thans de stoot gegeven tot het grootscheepse ingrijpen van de regering. En dat ingrijpen komt geen minuut te vroeg. Sedert vele maanden heeft uw cor respondent, in tal van conferenties, moeten aanzien hoeveel goede wil er bij de Zuidafrikaners was om te hei pen, zonder dat men echter komen kon tot de coördinatie, die voor dit werk zo noodzakelijk is. Een duidelij ke en, naar ik vrees nogal scheme pu blicatie in het dagblad „Die Burger" heeft er thans toe geleid, dat de re gering zich op de kortst mogelijke ter- miin met de zaak heeft bemoeid. Het lijdt geen twijfel, dat de emigranten in den vervolge alle zorgen zullen ge nieten, die denkbaar zijn. Oost-Duitsland moet zijn handel vergroten Oost-Duitsland heeft tegen het einde van deze maand een bijeenkomst van haindelsdeskundigen georganiseerd, wel ke vermoedelijk in Oost-Berlijn gehou den zal worden. Naar verluidt moet de buitenlandse handel tegen elke prijs worden uitgebreid. Men verwacht, dat de Oostduitse campagne tot bevordering van de handel zich hoofdzakelijk zal richten op Turkije, Perzië, Syrië, Tunis de Libanon, Zuid-Afrika en Frans Ma rokko. Op het ogenblik onderhandelt een Oostduitse delegatie te Cairo over een handelsovereenkomst. SPORT'-FUTSEN U'T CANADA (Van onze C.B.C.-correspondent) ftOEWEL voetbal in West-Canada altijd zeer populair is geweest, was er in bet oosten van Canada nooit veel belangstelling voor. Een van de redenen die men daarvoor geeft, is dat de winters in Montreal en Toronto veel lamfer en kouder zijn dan in Vancouver. Maar nu de belangstelling door de komst van immigranten uit Europa steeds toeneemt in Oost-Canada, ziet de toekomst van het voetbalspel er in dat deel van het land nu gunstiger uit. De Canadese Voetbalbond heeft hoop, dat hij zijn activiteit zal kunnen uitbreiden tot de provincies New Brunswick en Nova Seetta, en dat meer wedstrijdenzullen worden gehouden tussen de verschillende steden. Er is in Montreal nu ook een betere accomodate voor het spel dan in vorige jaren. aan zijn hoofd te naaien. De wedstrijd werd ongeldig verklaard. In Windsor was er een andere wor stelaar, die de aandacht trok. Hij ver scheen voor de rechtbank wegens een beschuldiging van onvoorzichtig rijden. De politie zei, dat hij betrapt was, ter wijl hij zijn open auto bestuurde, zit tende op de rug van de voorbank, met zijn voeten op het stuur. De verdedi ger vertelde, dat de worstelaar voor de televisie speelde, en dat hij het idee had gehad, dat hij door op deze manier te rijden tegelijkertijd kon zonnebaden en zo een gezonde bruine tint kon krij gen. Die bruine tint voor zover bij die dan al had verkregen zal er in tussen we] weer afgegaan zijn, want de rechter veroordeelde hem tot tien da gen gevangenisstraf. Rugby brengt publiek extase in PANADA's liefste wintersport, rugby, is nu in volle gang en de liefheb bers van deze sport zijn zo langzamei- band in een dergelijke staat van op winding geraakt, dat ze niet meer we ten wat ze doen. In Torento lieten stu denten van de universiteit van Torento tijdens een wedstrijd twee honden en twee varkens los op het veld. De stu denten begonnen verder hevig te vech ten, gooiden met flessen, deden een aanval op de doelpalen en renden tij dens het spel over het veld. De trainer zei boos, dat de politie wel eens had mogen optreden en dat ze het zomaar toegelaten had, dat de jongens de boel beschadigden en de universiteit schan de aandeden. In Edmonton zat een rugby-liefheb- ber toe te kijken bij een wedstrijd. Hij nad last van zijn voeten en had daar om zijn schoenen maar uitgetrokken. Toen de wedstrijd voorbij was, wilde bij zijn schoenen weer aantrekken, maar ze waren verdwenen. In alle op winding had hij niets van de diefstal gemerkt. De rugby-ploeg uit Montreal heeft dit seizoen nog niet één wedstrijd ge wonnen. De verontwaardiging van de rugby-liefhebbers uit Montreal was zo groot, dat zelfs de leider van de ploeg niet aan de algemene critiek ontsnapte. Hij heeft een eigc' vliegtuig, waarop hij de Alouettes of leeuwerikken heeft laten schilderen, symbool van de naam van de ploeg, de Alouettes. Nadat de ploeg in één weekend twee wedstrijden had verloren, ontdekte de leider dat iemand de leeuwerikken op zijn vlieg tuig met zwart papier had omfloerst. In Shawinigan Falls in de provincie Quebec, begon het ijshockey-seizoen al goed. Toen een scheidsrechter een be slissing nam waar men het niet mee eens was, werden de liefhebbers uit Shawinigan Falls zo woedend, dat de scheidsrechter uit zijn benarde positie bevrijd moest worden. Nog een ander geraakte in moeilijk heden: Canada's beroemdste ijshockey speler, Maurice The Rocket Richard uit Montreal. Tijdens een wedstrijd in Valleyfield, in de provincie Quebec, werd hij kwaad en sloeg hij een politie agent. Resultaat: tien dollar boete. VELE SPORTLIEFHEBBERS voelen over het algemeen niet zo erg voor beroepsworstelen. Zij zeggen, dat het oplichterij is en een comedie die van te voren in elkaar gezet is. Maar af en toe moeten ze toegeven, dat er toch wel eens iets gebeurt, dat deze sport een tint van „echtheid" geeft. Onlangs was er een wedstrijd in Montreal, waarbij een reus die de bijnaam draagt van „Eric-uit-de-Yukon" als tegenstander had de Pool Wladek Kowalski. Ko- walski raakte zo in het vuur van de strijd, dat hij bij een bepaalde greep Eric z'n oor van het hoofd scheurde. Eric werd met spoed naar het.dichtst bijzijnde ziekenhuis getransporteerd, maar het lukte niet meer het oor weer (Van een medewerker) VIER JAAR is het thans geleden, dat president Truman begin 1949 in zijn openingsrede voor het congres de hulpverlening aan technisch minder ont wikkelde landen als onderdeel van zijn programma uiteenzette: „Wij moeten een groots, nieuw programma ter hand nemen, om de resultaten van onze wetenschappelijke en technische vooruitgang ook voor de verbetering en het gedijen van minder ontwikkelde gebieden productief te maken". Daar deze eis onder punt 4 van zijn buitenlands programma verscheen, is ze langzamerhand als „Point IV program" een in de gehele wereld bekend begrip geworden. ter beschikking gesteld, zodat men thans kan zeggen, dat er tegenwoordig rond twee milliard gulden in vijf en dertig verschillende landen voor een meestal op lang zicht opgebouwde ont wikkeling in het kader van dit speciale programma werkzaam is. Uit alle delen van de wereld succes gemeld WAT is er nu in de loop van de laatste vier jaar practisch gebeurd? Eerst verstreken er zestien maanden, eer het congres zich bereid verxlaarde de no dige financiële middelen ten bedrage van voorlopig 34,5 millioen dollar ter beschikking te stellen. Sinds September 1950 is de actie echter in volle om vang in werking gesteld, met het resul taat, dat tot dusver 340 millioen dollar in deze ongeëvenaarde, wereldomspan nende poging tot verhoging van de menselijke levensstandaard geïnves teerd werd. Van „investeren" kan hier zeer zeker gesproken worden, want het gaat geens zins om een charitatieve daad, maar om een politieke-economische onderne ming op lange termijn die evenzeer in het belang van de Verenigde Staten als in het belang van de begunstigde vol keren ligt. Ten eerste is het de bedoe ling door de verbetering van de levens omstandigheden bij de grotendeels in armoede en ellende levende volkeren het communisme de wapens uit de hand te slaan, anderzijds door de op bouw van nog onontwikkelde, vreemde economische eenheden nieuwe markten te scheppen voor de hoogontwikkelde staten en zodoende ook voor de V.S. Medewerking nodig IIET LIGT voor de hand, dat voor een 11 dergelijk veelomvattend program ma de middelen van de V.S. alleen nooit voldoende kunnen ziin. Het wel slagen van het programma hing dus bij voorbaat af van de medewerking van de te ontwikkelen landen zelf. In derdaad hebben deze van hun kant bij nog eens twee honderd millioen dollar het bovengenoemde bedrag tot dusver Wat de V. S- niet willen en niet kun nen, dat is de financiering van alle pro jecten met Amerikaanse staats- en be lastinggelden. Het gaat hun veeleer om het scheppen van de voorwaarden voor de zelfwerkzaamheid van alle minder ontwikkelde landen. Ze willen niet het tot dusver ontbrekende initiatief van de anderen vervangen, maar opwek ken! Zodoende staat op de voorgrond van al hun bemoeiingen het uitzenden van deskundigen, die de beste inheem se vaklieden de kennis van de moderne methoden op technisch, hygiënisch en sociaal gebied moeten bijbrengen. In het midden van dit jaar zullen er vijf en twintig honderd Amerikaanse ex perts .in de betrokken landen werkzaam zijn, 'gedeeltelijk onder buitengewoon moeilijke omstandigheden, of ze nu moeten werken in gebieden, die door malaria geteisterd worden, zoals in In dia, of in zuurstofarme streken zoals op de hoogvlakten van Peru of in po litiek onrustige landen als Birma, waar al eens een Amerikaans geoloog door communistische oostandelingen \^r- moord is. Niet ten onrechte heeft men deze vaak met idealisme aan het werk tügende technici „gezanten in hemds mouwen" genoemd. Omgekeerd krijgen de begaafdste van de inheemse techni ci stipendia, die hen in staat stellen hun studie in de V S zelf voort te zet- ten- Op het ogenblik zijn dit er meer dan 2800. Het eerste overzicht over de succes sen van het Point IV nrogram heeft thans de „New York Times" met versla gen van zijn correspondenten uit alle vijf en dertig landen gepubliceerd. Enkele resultaten, waaruit ook de wijze van hulpverlening blijkt, die na tuurlijk aan de individuele behoeften van de betrokken landen aangepast is, mogen hier vermeld worden. JN INDIA, dat met bijna honderd mil lioen dollar het leeuwenaandeel ge kregen heeft, zijn op het gebied van de landbouw vijf en dertig ontwikkelings projecten ter hand genomen, waarvan elk project drie honderd gemeenten omvat, die als modeldorpen ingericht zullen worden. Elf millioen mensen zul len daarvan voorlopig direct profiteren. In Pakistan is men met de bouw van een kunstmestfabriek begonnen, die twaalf millioen dollar zal kosten en die een zeer belangrijk aandeel zal heb ben in de verhoging van de landbouw productie. In Birma is men bezig de door de oorlog verwoeste havens vol gens de modernste inzichten te herstel len. Zelfs in het afgelegen Nepal wor den nieuwe verkeerswegen en stuw dammen voor het reguleren van de ri vieren aangelegd. De ten Westen van Alexandrië gelegen Egyptische Woestijn wordt zodanig bewerkt, dat ze de kud den van de Arabische Bedouïnen weer voedsel zal bieden. In Ecuador is door de chemische be strijding van schadelijke insecten de aardappeloogst verzesvoudigd, in El Sal vador de maïsoogst vervijfvoudigd door het kweken van een nieuwe soort, die een veelvoud van de tot dusver beken de inheemse soorten oplevert. In Peru wordt een geheel nieuw schoolsysteem ingericht, om de kinde ren eerst maar eens te leren lezen en schrijven. In de jungle van Panama heeft men onder de Indianen een groot scheepse inentingsactie tegen tubercu lose op touw gezet, waarbii men vanwe ge het wantrouwen van de inboor lingen de schijn van de oude toverfor mules moest bewaren. Deze lijst kan tot in het oneindige voortgezet worden en bewijst de veel vuldigheid van de werkzaamheden, die onder „Point IV" vallen Soms gedraagt de inheemse bevolking zich niet alleen wantrouwend, maar zoals gedeeltelijk in Abessinië het geval was. zelfs viian - dig. Maar dit ziin uitzonderingen in het algemeen bestaat er slechts één vij and. wie deze werkzaamheden een doorn in het oog zijn: het communisme Want waar nood en ellende plaats ma ken voor welvaart en gedijen, daar heeft de wereldrevolutie een slag ver loren. Plaatsing van deze stukken betekent niet dat de redactie mei de inhoud instemt. Zij acht kennisneming ervan wet van algemeen belang. Esperanlo en nog wat Mijnheer de Redacteur, De mensen met de groene ster, ken» ners van de wereldhulptaal „Esperan. tozuilen het niet mei U eens zyn, nat een onderwijs geven in deze taal net schoolprogramma zou overladen. Natuurlijk zijn er taken welke men moet leren, buiten lezen, schrijven en rekenen kan men niet, maar.... kan men wel buiten de kennis van een taal, waarmee men over de gehele wereld terecht kan? Ik weet niet of U de om- vang kent van alle uitgaven, die in het Esperanto ziin verschenen zoudt U die kennen, dan zoudt U natuurlijk ook weten dat er aan Esperanto veei meer is „gedaan" dan de oppervlakkige le» zer van uw blad zal denken. Ik ben geen onderwijsman en men zal het een buitenstaander misschien niet euvel duiden als deze van oordeel is, dat een bescheiden onderwijs in Es» peranto er „nog wel bij kan". Er is immers naast dat lezen, schrij ven en rekenen al zoveel bii. Nog heden ten dage zijn er scholen waarop ook een vreemde taal wordt „bijgegeven'' en kinderen van de 4e7e klasse weten op een lagere school soms al vrii aar dig wat van Frans af. Gaan wij eens naar de oudere gene ratie, die vroeger tot haar 12e jaar op de schoolbanken zat, dan ziin er toch zomaar twee jaar leertijd bii gekomen. En het is wel heel eigenaardig, dat de oudere mensen in die kortere leertijd minstens zo bekwaam waren als de leerlingen, die nu op 14-jarige leeftijd de school verlaten. Er zal misschien tegenspraak op ko men, maar ik durf graag beweren, dat ik vroeger in mijn bedrijf liever een leerling had. die tot ziin 12e jaar op school had gelopen dan tegenwoordig een van tot 14 jaar. Hoe knullig kan men tegenwoordig schrijven, hoe slecht zijn rapportcijfers van vakleerlingen als het taal, stijl, rekenen enz. betreft. Vieren en viiven ziin beste cijfers. Aan een acht komt men niet toe. het ziin in elk geval uitzonderingen. Neen. geef mii de leerlingen van vroeger maar. die schreven beter, die maakten minder taalfouten en konden vlugger rekenen dan de meer praats hebbende jongelui van tegenwoordig, die soms al met een sigaret in het hoofd naar school gaan. Soms lijkt het of de „pit" er uit is, of er geen gang meer in het onderwijs zit (de goede uitzonderingen natuur lijk daargelaten!) Waardoor dat komt weet ik niet, hoe het verbeterd moet worden, weet ik ook niet ik weet alleen dat velen uit de „goede, oude tijd" óók die ondervinding hebben. Nu moet er zou ik zo zeggen toch wel een uur in de week te vin den ziin. waarop Esperanto kan worden geleerd. Wanneer men vroeger op de lagere school die geen lessen gaf in „vreem de" talen liep. dan konden de uit zonderingen terecht bii het hoofd der school, dat of Duitse. Franse of Engel se lessen particulier gaf ft raison van zestig centen per uur- Men kreeg dan ook maar een uur les welnu, dat had men nu ook kunnen uittrekken voor Esneranto. Beziet U het daarom ook eens uit de ze hoek en geeft U de regeerders van ons land eens hartgrondig ongeliïk dat ze dit onderwijs niet verplichtend heb ben gesteld. Hoogachtend- Uw abnnoe B. (Naar en adres inz. ons bekend. Red.) Pakjes voor bemanning van de „lohan Maurits" Ter gelegenheid van het komende Paasfeest kunnen gedurende de nerio. de van 2 tot 14 Maart luchtnostbvief- pakies worden verzonden naar opva renden van Hr. Ms. Johan Maurits van Nassau, welk fregat thaog deel uit maakt van de vloot der Ver. Naties in de Koreaanse wateren. Het maximum gewicht van deze pakjes is 500 gram. De frankering be. draagt 8 cents per 50 gram met een minimum van 40 cents. Adressering als volgt: Naam. rang, marinenummer Aan boord van Hr. Ms. Johan Maurits van Nassau. Amster- dam.CS. Marine. BLOKKER, Veilingsvereniging „Op Hoop van Zegen". 23 Febr. Uien 50 60. knolbie'en 12.30—1420, groene kool 12—25, rode kool 8.30—10. spruitkool 18 —50. witlcf 3647. b-eekneen 12 20—18, '-nnlselde ie 20—27. Cox Orange 37—94, Golden Delicious 3262. Goudreinette 14—*8. Jonathan 2452 Laxton Sunerbe 3678, Notarisaonel 1316. Present V. Engeland 1044. Zucnalmac'io Rein-tta 13—23, Com?esse de Paris 1632. Con ference 51 D"venue dn Cornice 29—64, C-iesc Wild«man R—23. Soldat Labou- reur 16—20, Provisiepeer 4—12.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1953 | | pagina 7