„POINT 4" BESTAAT 4 JAAR
15 TERUG
Reeds in oeroude tijden in Westfriesland
beschaafd volk, dat wegen en muren bouwde
Gemeente Amsterdam verwierf
deel van collectie-Singer
Eric-uit-de-Yukon" verloor een
oor in een worstelwedstrijd
Koedijk
Interessant onderzoek van Alkmaarse
geschiedschrijver in 18e eeuw
-Hugowaard
ERLIjKE STAND
Oude heirbaan in de
Wieringerwaard
Innerlijke verwantschap
boven volledigheid
Zuid-Afrika gaaf
emigranten beter
voorlichten
Wereldomspannend programma tot
verhoging van levensstandaard
f
£e$,ew ipbelien!
DINSDAG 84 FEBRUARI 1953
werd gehouden, was het
een voor het front van een
hten. Wel schoten nog
jij het nazien der notulen
;gen de voorgestelde aan
egeven moment tegen de
voor leugenaar." De heer
ing onder de aantekening
na drie waarschuwingen
iog te voeren dat niet aan
ruiterlijk gebaar erkende
neer te leggen bij het
op de benoeming van de
tijdens de rondvraag ter
ekwel, die na als wethouder
weer wilde aanvaarden
C. v.d. Gragt zal innemen,
was onder te brengen,
door de gemeenteop-
ïer L. Visser, worden on.
rondvraag verklaarde de
mens alle fracties, dat de
stellen wethouders met
oelingen in het college
zitting nemen. Hun de-
doen waar onrecht is."
,Het welzijn der gemeen,
ester Schellinger, die aan-
door hem opgestelde ver.
afleggen zag hier van af,
:der. geen voorwaarde af
doen aan de prettige en
eer waarin de Raadsverga.
keer gehouden was. Hij
leze er zou zijn tot in lengte
RSTEUNINGSFONDS
IN 1952
vergadering van het „Onder,
ersteuningsfonds bij ziekte"
irdagavond in café Het Ver
gehouden. De secretaris-
:ester, de heer P. Hart, bracht
■rslag ter tafel waaruit bleek,
ekengeld in 1952 werd uitbe-
bedrag van f 1972,99, ver
leden met een totaal aan
gen. Het financieel over-
eindcijfers f 3000,91, wat
J een achteruitgang van
f 217,02. Vier leden wa»
afgelopen jaar uitgetreden
eden hadden zich aangeslo-
jrzitter, de heer Jb. Boon,
dat het bestuur in een bij-
plaatselijke verenigingen
een bedrag van f 150 in
enfonds te storten, hetgeen
edenvergadering werd goed-
aftredende bestuursleden
Klein en D. Vries werden
nieuw lid der centrale-
'erd de heer Jb. Butter Pz
ursvoorstel, dat leden, die
te verzekeren in een ho-
voor dit verhoogde bedrag
utie moeten betalen naar
werd met algemene
genomen.
ird om bij de ingezetenen
laten verspreiden, waarin
gehuwde vrouwen wordt
dat zij in de gelegenheid
den om ook lid van het
>rden.
Geradus J. M-, z. van J»
en C, J. Burger. Marjo®
C. Gootjes en A. de Graaf,
z. van A- Smit en C. v»
Cornelia M. M.f d. van N.
Vertelman. Francina, d„
jsen en J. Spruijt. Sipke„
oorstra en H. Harms. Jo-
van G. J. Bot en M. A.
tonius M.( z. van J. Verwer
em. Alida C. A-, d. van
ten en M A. Tesselaar.
A., d. van C. P. J. Scholten
Geertruida M., d. van J«
Bakker. Wilhelmus J»e
ter en A. C. Bakker. En-
d. van B. J. Jaspers en M.
Catharina M., d. van N.
N. E. Mooij. Alida M.
Borst en A. Molenaar.
M., z. van N. S. Spren-
r. Bes. Dirk K., z. van
en T. Schoo.Gerar-
van S. Danenberg en Th.
Irf.
u w d Adrianus C. Bruin
enkarspel) en Geertruida M.
Klaas Bakker( won. te Lan-
Wilhelmina M. Kwantes.
de Vries en Grietje Kossen.
Johannes Jong (won. te
Alida Groot. Gerardus
(won. te Hoorn) en Bre-
Adrianus J. Overtoom (wo
en Maartje Leeg-
n Aafje Mulder, 69 jr,
Brink.
der bevolking
n personen: Gijsberta P.
van Doodemari, van Be-
Veenhuizerweg 34. Hen-
Remmer van Amsterdam
eg 540. Thijsje Hoekstra
naar Middenweg 126.
F. van Drunen van 's-Gra-
Middenweg 541. Guur-
/an Amsterdam naar Veen-
Cornelia M. van den
menhuizen naar Hasselaars-
Johanna Oud, echtg. van
Akersloot naar Berkmeer-
en personen: Willem
Berkmeerdijk 6 naar Hoog-
oogeboomlaan C 16. Ag-
van Rustènburgerweg 13
Herenweg 81. Alida
van Jong, van 4e Kil 6
Wagendwarspad 3a»
veld, echtg van Borst, van
naar Bergen (NH), Sluis-
daria A van Schuurmans
8 naar Bergen op Zoom,
it 71. Elisabeth N. de
207 naar Breda,
t 17. Herman Ph. Harm-
nweg 248 naar Westdon-
168.
ftE PALUD ANUS WEG in Wieringerwaard is er oorzaak van geweest, dat wij
ons zijn gaan verdiepen in de geschiedenis van een deel van ons gewest,
zoals die wordt beschreven door Paludanus, een geschiedschrijver van het
Westfriese land, die in de achttiende eeuw in Alkmaar gewoond heeft en een
onderzoek heeft doen instellen naar de aanwezigheid van sporen van een
wonderlijke muur of dijk of weg, die honderden, misschien wel duizenden
jaren geleden in West-Friesland heeft gelopen. Het moet een kunstwerk zijn
geweest, door mensenhanden aangelegd en gemetseld van z.g. duifsteen. Dat
is iets wat zeker is. Voor het overige tasten we vrijwel in het duister. Reeds
in 1775 ontdekte Jacob Queldam, dat er gedeelten van een muur lagen in de
toenmalige Zuiderzee, nabij Oostwaard. Deze gedeelten waren bij laag water
bijna boven, in ieder geval slechts zo weinig onder water, dat men er met een
platboomde schuit niet over heen kon varen.
nE muur maakte de indruk van een
v zeer stevig bouwwerk te zijn, met een
breedte van 17 voet, terwijl men een
dikte peilde van omstreeks tien voet.
Tot driehonderd meter in zee kon men
deze muur volgen, waarna het niet
meer mogelijk werd door de slappe
grond die er boven op stond.
De nieuwsgierigheid van onze voor
ouders werd gewekt en men ging ook
in Wieringerwaard nasporingen doen.
Dat was niet zo gemakkelijk, want aan
de oppervlakte kwam de muur daar
nergens en er waren maar weinig boe
ren, die er voor gevoelden, hun land te
laten omwroeten, alleen om aan de
nieuwsgierigheid van oudheidminnaars
te voldoen.
Men moest zich dan ook in hoofd
zaak bepalen tot de kanten van slo
ten en tot het ondervragen van arbei
ders die met het slootwerk in de Wie
ringerwaard in die tijd waren belast
geweest.
Dat was echter reeds interessant ge
noeg, want aan de hand van die gege
vens kon men vaststellen, dat er door
het Noord Westelijk gedeelte van Wie
ringerwaard een muur is geweest, (la
ten we het voorlopig op de naam muur
aanhouden) die voortzetting vond bui
ten de polder, in Zijpe aan de ene, in
de Zuiderzee aan de andere kant.
Dat was omstreeks 1775.
Wanneer we weten, dat de Wie-
ringermeer omstreeks 1610 is droogge
maakt, kunnen we met zekerheid vast
stellen, dat die muur er voor de droog
valling is geweest. In de periode van
1610—1775 aangelegd zou een ieder van
het aanleggen van een dergelijk kunst
werk hebben gehoord, alsmede van het
feit, als zulk een werk door een of an
dere natuurramp in de bodem zou zijn
verdwenen.
Nu echter beginnen we in het duis
ter te tasten. Nu blijkt, dat we nog
maar weinig, o zo weinig afweten van
de geschiedenis van ons land in een
periode, die toch nog niet zo heel ver
in het verleden ligt. Wat is er gebeurd
met het land. met het volk, in die pe
riode, voorafgaande aan die, waarin de
Zuiderzee grote stukken heeft verzwol
gen? We weten het niet. We kunnen
er slechts naar gissen.
Zeker weten we alleen, dat het ge)
bied. waar thans Wieringerwaard, An
na Paulowna, Wieringen liggen, in
oude tijden belangrijk gebied is ge
weest. terwijl tal van mensen_ dat ge
bied bewoonden. Mensen, die grote
werken tot stand hebben gebracht-
Afsluitdijk of heirbaan?
Hebben we hier te maken met een
verzonken zeewering? Het is bijna niet
aan te nemen, zo min als de veronder
stelling die Paludanus opperde dat_ men
hier te doen had met een muur. die het
water van de Riin moest tegenhouden,
waardoor deze nabii Callantsoog of
verder in de zee zou uitmonden.. Palu
danus zelf verwerpt deze theorie ten
slotte ook.
Is het een oude heirbaan geweest,
aangelegd door de Romeinen? Er wordt
in het geschrift van Paludanus op ge
zinspeeld. Dan zou deze baan doorge
gaan zijn tot Medemblik. wellicht zelfs
via het land. waarin later het Flevo-
meer zou ontstaan, naar Friesland.
Is deze veronderstelling te fantas
tisch? Mogelijk. In ieder geval is ze in
strijd met de opvatting, die tot op he
den heeft gegolden, dat dit gedeelte
van Holland omtrent de Romeinse tijd
onbewoond zou zijn geweest. Deze op
vatting kunnen we o.m. nog aantreffen
In de historische atlassen, die ten
dienste van het middelbaar en hoger
onderwijs worden gebruikt.
Zeer onwaarschijnlijk achten we het,
dat deze muur of weg zou zijn aange
legd omstree.ks 400 of meer jaren na
het begin van onze jaartelling. Dat zou
immers betekenen, dat ze verloren zou
zijn gegaan duizend a twaalfhonderd
jaar geleden. Dan zou er in oude kro
nieken over een muur. die ten gevolge
van een enorme ramp verloren ging.
iets te vinden moeten ziin.
Van ouder datum?
Of moeten we aannemen, dat in deze
streken eer. bevolking heeft gewoond,
reeds eeuwen vóór de geboorte van
Christus, die een zo hoge graad van be
schaving had bereikt, dat ze reeds mu
ren of wegen bouwde van gemetselde
duifstenen?
Vondsten in het laatst van de acht
tiende eeuw in de toen ongeveer hon
derd jaar droogliggende Wieringer
waard gedaan, wijzen er op. dat er in
de Wieringerwaard mensen hebben ge
woond. die de kunst verstonden om put
ten te maken. Herhaaldelijk gebeurde
het. dat mensen en paarden in die put
ten wegzakten, en slechts met moeite
konden worden gered.
Op grote diepte ziin resten van ge
bouwen gevonden. Hetzelfde geldt
trouwens voor het zo veel hoger gele
gen Wieringen, waar men bii het ver
richten van grondwerkzaamheden spo
ren van bouwwerken vond op een diep
te van omstreeks dertig Alkmaarse
voeten.
Tal van vragen komen naar aanlei
ding van het geschrift van Paludanus
naar voren. Hoe oud is de beschaving
waarin men deze muren bouwde? Waar
vandaan kwam dat volk? Waar is het
heen gegaan? Hoor welk pen ontzaalii
ke ramn is dit gebied getroffen, dat
zulk een best-having geheel te loor kon
gaan? Fen ramt), waarbii vergeleken
die, welke heden ons land heef' getrof
fen nog van betrekkelijk geringe af
metingen kan worden genoemd. Deze
gehele landstreek moet immers meters
onder de waterspiegel ziin geraakt, om
eerst na eeuwen weer heroverd te wor
den. Vragen, die wij niet kunnen be-
groter hebben doen worden, dat we
antwoorden, maar die bii ons het besef
van de geschiedenis van onze eigen
bodem nog maar weing weten.
Is er een vloed geweest, vreselijker
dan de Elisabethsvioed? Een vondst bii
opgravingen in de achttiende eeuw ver
richt in een terp bii Julianadorp bracht
de stoffelijke resten van ettelijke men
sen naar boven, van alle leeftiiden, die
waarschijnlijk daar ter plaatse ver
dronken waren en met zand bedekt.
Onjuisie opvatting?
Wij hebben bij het geschiedenis
onderwijs steeds geleerd, dat het
zo omstreeks het begin van onze
jaartelling in Holland, en speciaal
in onze gewesten, een treurige
boel was. Een moeras, waarin
slechts enkele Germanen of Kanine-
faten of wat voor stammen ook,
leefden, die zich bezig hielden
met de jacht en zich kleedden
met dierenhuiden. Een volk dat
op een zeer lage trap van bescha
ving stond.
Is dat nu juist, of moeten we
geloven aan een wellicht veel ou
dere beschaving, die op veel ho
ger peil heeft gestaan, maar die
door ons onbekende oorzaken
geheel verloren is gegaan? Of
weten we niets uit de geschiede
nis van ons gewest vóór de
Middeleeuwen?
Of is de muur een grensscheiding ge
weest tussen twee volkeren, een soort
Chinese muur? welke veronderstelling
Paludanus opwerpt. Niemand kan er
een antwoord op geven. Het is zelfs
zeer de vraag, of iemand er een rede
lijke veronderstelling over vermag op
te bouwen.
Amerikaanse schilder verzamelde vele
Nederlandse kunstvoortbrengselen
(Van onze redacteur beeldende kunsten)
VELE JAREN heeft de Amerikaanse kunstschilder William Henry Singer in
ons land gewoond, nadat hij omstreeks de eeuwwisseling volkomen onbe
vredigd de Académie Julien te Parijs hail verlaten. Singer een uitgesproken
landschapsschilder voelde zich op deze school, waar uitsluitend het naakt
werd bestudeerd, allerminst op zijn plaats. Toen hij dan ook van zijn vrienden
de lof over de intieme schoonheid van 't Gooi hoorde, stond zijn besluit vast.
Hij heeft er zich gevestigd, woonde er met onderbrekingen van 1901 tot 1939,
maakte er onder de kunstenaars vele vrienden en bouwde van hun werk en
van dat van tijdgenoten in het buitenland een grote collectie op. Een deel hier
van zal thans in eigendom overgaan aan de gemeente Amsterdam.
Van Singer zelf is er een twintig
tal werken uit alle perioden van zijn
leven: van zijn eerste Amerikaanse
tijd af tot aan zijn laatste jaren onder
de Duitse bezetting in Noorwegen,
waar hij in 1943 overleed. Hij begint
met een liefdevolle, scherpe observatie
van zijn omgeving, die hij in een forse,
mannelijke peinture en een wat harde
kleur op het doek brengt hij eindigt
met een prachtig doek als de Tweo
Kameraden, met zijn verdroomde sfeer
en zijn verstilde dramatiek.
De wat eenzijdige samenstelling de
zer collectie is ongetwijfeld eerder een
afspiegeling van de geestesgesteldheid
van Singer dan van de stand van de
schilderkunst in en om het Gooi in
de eerste vier decennia van deze eeuw.
Aan de andere kant bevat deze verza
meling zoveel merkwaardigs - geeft zij
zo vaak een, zij het ook bescheiden,
plaats aan overigens ten onrechte ver
geten figuren, dat zij met al voor het
gemeentelijk kunstbezit van Amster
dam een zeer waardevolle aanwinst
mag heten. Wie zich van de juistheid
van deze bewering wil overtuigen, kan
de komende weken terecht in Fodor,
waar dit geschenk, tezamen met een
groot aantal fraaie meubelen uit ver
schillende stijlperioden, een onderdak
heeft gevonden.
VAN W.
WILLIAM SINGER heeft, toen hij
zijn schilderijenverzameling bij
eenbracht, misschien niet in de eerste
plaats gestreefd naar het allerbeste
noch naar een volledig inzicht van de
kunst in zijn tijd. Ware dat zo geweest,
dan zou zijn collectie er waarschijnlijk
wel anders hebben uitgezien. Hij zocht
veeleer naar doeken, die hem op de
een of andere manier aantrokken
naar werk dat hem aansprak, waarmee
hij zich verwant wist. Ook heeft hij
met ruime hand zijn vrienden gesteund
en geholpen. Zijn belangstelling voor
verwante zielen heeft waarschijnlijk
mede zijn sterke voorkeur voor het,
werk van de gebroeders Jacob en Wil
lem Dooyewaard bepaald. Inzonderheid
voor het hier en daar aan Breitner
herinnerende, zeer zorgvuldig geschil
derde werk van Jacob heeft hij een
zeer grote interesse aan de dag gelegd
Nauwelijks minder echter was zijn aan
dacht voor de veel robustere en kleu
riger stukken van Willem. Hij heeft
trouwens van velen iets. Soms verbaast
men er zich over, juist dat werk te
vinden: een paar van de wat romme
lige, pathetische aquarellen van prof.
Jurres b.v. Over het geheel echter
heeft hij een zuiver gevoel voor het
waardevolle aan dé dag gelegd. Zo
vinden we er wat internationale groot
heden, als de Engelsman Bonnington,
uit het begin van de vorige eeuw,
wiens werk zo veel verwantschap met
dat van de latere Franse impressionis
ten demonstreert. Er is een enkel mooi
vrouwenportret van Fantin Latour, de
Amerikaan W. Griffin is vertegenwoor
digd met een paar fraaie Bretonse
landschappen, als het ware in de verf
gemodelleerd, verder zijn er een paar
mooie doeken van Le Sidaner, om de
voornaamste te noemen.
Van de Nederlanders zijn er ver
scheidene stukjes en stukken.
De te vroeg gestorven Dirk Komter
is met een zeer mooi doekje ver
tegenwoordigd. J. Kuipers bena
dert in een Geitje met jong in fijnheid
van uitdrukking de veel bekendere
Jan Mankes. Van Lizzy Ansingh is er
één van haar beroemde poppenstukken.
Anton Mauve is vertegenwoordigd
door een zeer fijn miniatuurtje. We
noemen verder nog, in de zekerheid
niet volledig te kunnen zijn, namen
als Bert Peizel, David Schulman, Frans
Deutman en Willy Sluyter en hebben
daarmee voor ons gevoel de interes-
sensfeer van Singer wel ongeveer af
gebakend.
Voorwaardelijke straf voor
handlangers aan inbraak
De Meervoudige Strafkamer van de
Alkmaarse rechtbank heeft gisteren
vonnis gewezen in de zaak tegen de
Alkmaarse stucadoor Jan de W. en de
Amsterdammer Theodorus L., die bei
den medeplichtig zijn geweest aan de
inbraak bij de juwelier J. Oudes, in
het Paygiop. De hoofddader was de
huisgenoot van de stucadoor, zekere A.
H. de M.
Jan de W. had de buit onder de vloer
van zijn woning verborgen gehouden,
voor welke dienst hij een deel van de
opbrengst van het gestolene zou krij.
gen. Tegen hem was 14 dagen geleden
een jaar geëist. De Amsterdammer had
een horloge aangenomen, dat hem tot
zwijgen moest inspireren. Tegen hem
was zes maanden voorwaardelijk, met
drie jaar proeftijd geëist. De vonnissen
tegen Jan de W. en Theodorus L.
luidden resp. 6 maanden voorwaarde
lijk met een proeftijd van drie jaar en
vier maanden voorwaardelijk.
De NACO.chauffeur Cornelis Z., uit
Egmond aan Zee. die in December van
het vorige jaar met zijn bus een aan
rijding met een kleine personenauto
had, werd veroordeeld tot f 40 of 20
dagen De eis tegen hem luidde: hon.
derd gulden boete, subs, veertig dagen.
Op ieder schip zullen
ambtenaren zijn
£)E REGERING van de Unie van
Zuid-Afrika zal grote aandacht
gaan besteden aan de voorlichting van
emigranten. Zij, die nis toekomstige
immigranten zijn goedgekeurd, zullen
vóór het vertrek naar hun nieuwe va
derland lectuur krijgen, waardoor zij
zich een beeld kunnen vormen van de
omstandigheden, de problemen, de le-
venskosten enz. Voorts zullen er in
het vervolg op ieder emigrantenschip
enige ambtenaren van het departe
ment van onderwijs aanwezig zijn, die
gedurende de overtocht lezingen zul
len houden, filmvertoningen zullen
arrangeren en iedere emigrant be
hulpzaam zuilen zijn bij de oplossing
van al zijn persoonlijke moeilijkheden
en zorgen.
De regering heeft voorts besloten, de
ontvangst van de immigranten in
Zuid-Afrika perfect te regelen. In het
vervolg zal iedere immigrant afzon
derlijke aandacht genieten tot hij op
de plaats van bestemming is aange
komen. De regering zal daarbij ge
steund worden door particuliere orga
nisaties, die tezamen een schare van
medewerkers zullen recruteren bij de
aankomst van ieder emigrantenschip.
Een groot aantal auto's zal steeds ter
beschikking worden gesteld.
Het was reeds sinds vele maanden
duidelijk, dat het Nederlandse Emi-
gantencomité in Kaapstad (dat ove
rigens prachtig werk deed) niet meer
tegen de enorm toegenomen werk
zaamheden was opgewassen. Een be
trekkelijk klein aantal particulieren
had zich, eigenlijk reeds vanaf 194G,
tot het uiterste ingespannen om de
binnenkomende landgenoten met raad
en daad terzijde tp staan. Maar de
aantallen onzer emigranten namen
steeds meer toe en het gevolg
daarvan was, dat lang niet iedereen
hulp kon krijgen, die hij in den vreem
de nodig had. Toen vorige week de
„Zuiderkruis" binnenkwam hebben
zich uiterst vervelende dingen afge
speeld. Een moeder met zes kinderen
heeft, zonder enige hulp, urenlang
door Kaapstad gedwaald en later
heeft zij vele uren op het grote station
doorgebracht, zonder te weten wat zij
moest doen.
Dit heeft thans de stoot gegeven
tot het grootscheepse ingrijpen van de
regering. En dat ingrijpen komt geen
minuut te vroeg.
Sedert vele maanden heeft uw cor
respondent, in tal van conferenties,
moeten aanzien hoeveel goede wil er
bij de Zuidafrikaners was om te hei
pen, zonder dat men echter komen
kon tot de coördinatie, die voor dit
werk zo noodzakelijk is. Een duidelij
ke en, naar ik vrees nogal scheme pu
blicatie in het dagblad „Die Burger"
heeft er thans toe geleid, dat de re
gering zich op de kortst mogelijke ter-
miin met de zaak heeft bemoeid. Het
lijdt geen twijfel, dat de emigranten
in den vervolge alle zorgen zullen ge
nieten, die denkbaar zijn.
Oost-Duitsland moet zijn
handel vergroten
Oost-Duitsland heeft tegen het einde
van deze maand een bijeenkomst van
haindelsdeskundigen georganiseerd, wel
ke vermoedelijk in Oost-Berlijn gehou
den zal worden. Naar verluidt moet de
buitenlandse handel tegen elke prijs
worden uitgebreid. Men verwacht, dat
de Oostduitse campagne tot bevordering
van de handel zich hoofdzakelijk zal
richten op Turkije, Perzië, Syrië, Tunis
de Libanon, Zuid-Afrika en Frans Ma
rokko. Op het ogenblik onderhandelt
een Oostduitse delegatie te Cairo over
een handelsovereenkomst.
SPORT'-FUTSEN U'T CANADA
(Van onze C.B.C.-correspondent)
ftOEWEL voetbal in West-Canada altijd zeer populair is geweest, was er in
bet oosten van Canada nooit veel belangstelling voor. Een van de redenen
die men daarvoor geeft, is dat de winters in Montreal en Toronto veel lamfer
en kouder zijn dan in Vancouver. Maar nu de belangstelling door de komst
van immigranten uit Europa steeds toeneemt in Oost-Canada, ziet de toekomst
van het voetbalspel er in dat deel van het land nu gunstiger uit. De Canadese
Voetbalbond heeft hoop, dat hij zijn activiteit zal kunnen uitbreiden tot de
provincies New Brunswick en Nova Seetta, en dat meer wedstrijdenzullen
worden gehouden tussen de verschillende steden. Er is in Montreal nu ook een
betere accomodate voor het spel dan in vorige jaren.
aan zijn hoofd te naaien. De wedstrijd
werd ongeldig verklaard.
In Windsor was er een andere wor
stelaar, die de aandacht trok. Hij ver
scheen voor de rechtbank wegens een
beschuldiging van onvoorzichtig rijden.
De politie zei, dat hij betrapt was, ter
wijl hij zijn open auto bestuurde, zit
tende op de rug van de voorbank, met
zijn voeten op het stuur. De verdedi
ger vertelde, dat de worstelaar voor de
televisie speelde, en dat hij het idee
had gehad, dat hij door op deze manier
te rijden tegelijkertijd kon zonnebaden
en zo een gezonde bruine tint kon krij
gen. Die bruine tint voor zover bij
die dan al had verkregen zal er in
tussen we] weer afgegaan zijn, want de
rechter veroordeelde hem tot tien da
gen gevangenisstraf.
Rugby brengt publiek
extase
in
PANADA's liefste wintersport, rugby,
is nu in volle gang en de liefheb
bers van deze sport zijn zo langzamei-
band in een dergelijke staat van op
winding geraakt, dat ze niet meer we
ten wat ze doen. In Torento lieten stu
denten van de universiteit van Torento
tijdens een wedstrijd twee honden en
twee varkens los op het veld. De stu
denten begonnen verder hevig te vech
ten, gooiden met flessen, deden een
aanval op de doelpalen en renden tij
dens het spel over het veld. De trainer
zei boos, dat de politie wel eens had
mogen optreden en dat ze het zomaar
toegelaten had, dat de jongens de boel
beschadigden en de universiteit schan
de aandeden.
In Edmonton zat een rugby-liefheb-
ber toe te kijken bij een wedstrijd. Hij
nad last van zijn voeten en had daar
om zijn schoenen maar uitgetrokken.
Toen de wedstrijd voorbij was, wilde
bij zijn schoenen weer aantrekken,
maar ze waren verdwenen. In alle op
winding had hij niets van de diefstal
gemerkt.
De rugby-ploeg uit Montreal heeft
dit seizoen nog niet één wedstrijd ge
wonnen. De verontwaardiging van de
rugby-liefhebbers uit Montreal was zo
groot, dat zelfs de leider van de ploeg
niet aan de algemene critiek ontsnapte.
Hij heeft een eigc' vliegtuig, waarop
hij de Alouettes of leeuwerikken heeft
laten schilderen, symbool van de naam
van de ploeg, de Alouettes. Nadat de
ploeg in één weekend twee wedstrijden
had verloren, ontdekte de leider dat
iemand de leeuwerikken op zijn vlieg
tuig met zwart papier had omfloerst.
In Shawinigan Falls in de provincie
Quebec, begon het ijshockey-seizoen al
goed. Toen een scheidsrechter een be
slissing nam waar men het niet mee
eens was, werden de liefhebbers uit
Shawinigan Falls zo woedend, dat de
scheidsrechter uit zijn benarde positie
bevrijd moest worden.
Nog een ander geraakte in moeilijk
heden: Canada's beroemdste ijshockey
speler, Maurice The Rocket Richard
uit Montreal. Tijdens een wedstrijd in
Valleyfield, in de provincie Quebec,
werd hij kwaad en sloeg hij een politie
agent. Resultaat: tien dollar boete.
VELE SPORTLIEFHEBBERS voelen
over het algemeen niet zo erg voor
beroepsworstelen. Zij zeggen, dat het
oplichterij is en een comedie die van te
voren in elkaar gezet is. Maar af en toe
moeten ze toegeven, dat er toch wel
eens iets gebeurt, dat deze sport een
tint van „echtheid" geeft. Onlangs was
er een wedstrijd in Montreal, waarbij
een reus die de bijnaam draagt van
„Eric-uit-de-Yukon" als tegenstander
had de Pool Wladek Kowalski. Ko-
walski raakte zo in het vuur van de
strijd, dat hij bij een bepaalde greep
Eric z'n oor van het hoofd scheurde.
Eric werd met spoed naar het.dichtst
bijzijnde ziekenhuis getransporteerd,
maar het lukte niet meer het oor weer
(Van een medewerker)
VIER JAAR is het thans geleden, dat president Truman begin 1949 in zijn
openingsrede voor het congres de hulpverlening aan technisch minder ont
wikkelde landen als onderdeel van zijn programma uiteenzette: „Wij moeten
een groots, nieuw programma ter hand nemen, om de resultaten van onze
wetenschappelijke en technische vooruitgang ook voor de verbetering en het
gedijen van minder ontwikkelde gebieden productief te maken". Daar deze eis
onder punt 4 van zijn buitenlands programma verscheen, is ze langzamerhand
als „Point IV program" een in de gehele wereld bekend begrip geworden.
ter beschikking gesteld, zodat men
thans kan zeggen, dat er tegenwoordig
rond twee milliard gulden in vijf en
dertig verschillende landen voor een
meestal op lang zicht opgebouwde ont
wikkeling in het kader van dit speciale
programma werkzaam is.
Uit alle delen van de
wereld succes gemeld
WAT is er nu in de loop van de laatste
vier jaar practisch gebeurd? Eerst
verstreken er zestien maanden, eer het
congres zich bereid verxlaarde de no
dige financiële middelen ten bedrage
van voorlopig 34,5 millioen dollar ter
beschikking te stellen. Sinds September
1950 is de actie echter in volle om
vang in werking gesteld, met het resul
taat, dat tot dusver 340 millioen dollar
in deze ongeëvenaarde, wereldomspan
nende poging tot verhoging van de
menselijke levensstandaard geïnves
teerd werd.
Van „investeren" kan hier zeer zeker
gesproken worden, want het gaat geens
zins om een charitatieve daad, maar
om een politieke-economische onderne
ming op lange termijn die evenzeer in
het belang van de Verenigde Staten als
in het belang van de begunstigde vol
keren ligt. Ten eerste is het de bedoe
ling door de verbetering van de levens
omstandigheden bij de grotendeels in
armoede en ellende levende volkeren
het communisme de wapens uit de
hand te slaan, anderzijds door de op
bouw van nog onontwikkelde, vreemde
economische eenheden nieuwe markten
te scheppen voor de hoogontwikkelde
staten en zodoende ook voor de V.S.
Medewerking nodig
IIET LIGT voor de hand, dat voor een
11 dergelijk veelomvattend program
ma de middelen van de V.S. alleen
nooit voldoende kunnen ziin. Het wel
slagen van het programma hing dus
bij voorbaat af van de medewerking
van de te ontwikkelen landen zelf. In
derdaad hebben deze van hun kant bij
nog eens twee honderd millioen dollar
het bovengenoemde bedrag tot dusver
Wat de V. S- niet willen en niet kun
nen, dat is de financiering van alle pro
jecten met Amerikaanse staats- en be
lastinggelden. Het gaat hun veeleer om
het scheppen van de voorwaarden voor
de zelfwerkzaamheid van alle minder
ontwikkelde landen. Ze willen niet het
tot dusver ontbrekende initiatief van
de anderen vervangen, maar opwek
ken! Zodoende staat op de voorgrond
van al hun bemoeiingen het uitzenden
van deskundigen, die de beste inheem
se vaklieden de kennis van de moderne
methoden op technisch, hygiënisch en
sociaal gebied moeten bijbrengen. In
het midden van dit jaar zullen er vijf
en twintig honderd Amerikaanse ex
perts .in de betrokken landen werkzaam
zijn, 'gedeeltelijk onder buitengewoon
moeilijke omstandigheden, of ze nu
moeten werken in gebieden, die door
malaria geteisterd worden, zoals in In
dia, of in zuurstofarme streken zoals
op de hoogvlakten van Peru of in po
litiek onrustige landen als Birma, waar
al eens een Amerikaans geoloog door
communistische oostandelingen \^r-
moord is. Niet ten onrechte heeft men
deze vaak met idealisme aan het werk
tügende technici „gezanten in hemds
mouwen" genoemd. Omgekeerd krijgen
de begaafdste van de inheemse techni
ci stipendia, die hen in staat stellen
hun studie in de V S zelf voort te zet-
ten- Op het ogenblik zijn dit er meer
dan 2800.
Het eerste overzicht over de succes
sen van het Point IV nrogram heeft
thans de „New York Times" met versla
gen van zijn correspondenten uit alle
vijf en dertig landen gepubliceerd.
Enkele resultaten, waaruit ook de
wijze van hulpverlening blijkt, die na
tuurlijk aan de individuele behoeften
van de betrokken landen aangepast is,
mogen hier vermeld worden.
JN INDIA, dat met bijna honderd mil
lioen dollar het leeuwenaandeel ge
kregen heeft, zijn op het gebied van de
landbouw vijf en dertig ontwikkelings
projecten ter hand genomen, waarvan
elk project drie honderd gemeenten
omvat, die als modeldorpen ingericht
zullen worden. Elf millioen mensen zul
len daarvan voorlopig direct profiteren.
In Pakistan is men met de bouw van
een kunstmestfabriek begonnen, die
twaalf millioen dollar zal kosten en
die een zeer belangrijk aandeel zal heb
ben in de verhoging van de landbouw
productie. In Birma is men bezig de
door de oorlog verwoeste havens vol
gens de modernste inzichten te herstel
len. Zelfs in het afgelegen Nepal wor
den nieuwe verkeerswegen en stuw
dammen voor het reguleren van de ri
vieren aangelegd. De ten Westen van
Alexandrië gelegen Egyptische Woestijn
wordt zodanig bewerkt, dat ze de kud
den van de Arabische Bedouïnen weer
voedsel zal bieden.
In Ecuador is door de chemische be
strijding van schadelijke insecten de
aardappeloogst verzesvoudigd, in El Sal
vador de maïsoogst vervijfvoudigd door
het kweken van een nieuwe soort, die
een veelvoud van de tot dusver beken
de inheemse soorten oplevert.
In Peru wordt een geheel nieuw
schoolsysteem ingericht, om de kinde
ren eerst maar eens te leren lezen en
schrijven. In de jungle van Panama
heeft men onder de Indianen een groot
scheepse inentingsactie tegen tubercu
lose op touw gezet, waarbii men vanwe
ge het wantrouwen van de inboor
lingen de schijn van de oude toverfor
mules moest bewaren.
Deze lijst kan tot in het oneindige
voortgezet worden en bewijst de veel
vuldigheid van de werkzaamheden, die
onder „Point IV" vallen Soms gedraagt
de inheemse bevolking zich niet alleen
wantrouwend, maar zoals gedeeltelijk
in Abessinië het geval was. zelfs viian -
dig. Maar dit ziin uitzonderingen in
het algemeen bestaat er slechts één vij
and. wie deze werkzaamheden een
doorn in het oog zijn: het communisme
Want waar nood en ellende plaats ma
ken voor welvaart en gedijen, daar
heeft de wereldrevolutie een slag ver
loren.
Plaatsing van deze stukken betekent
niet dat de redactie mei de inhoud
instemt. Zij acht kennisneming ervan
wet van algemeen belang.
Esperanlo en nog wat
Mijnheer de Redacteur,
De mensen met de groene ster, ken»
ners van de wereldhulptaal „Esperan.
tozuilen het niet mei U eens zyn,
nat een onderwijs geven in deze taal
net schoolprogramma zou overladen.
Natuurlijk zijn er taken welke men
moet leren, buiten lezen, schrijven en
rekenen kan men niet, maar.... kan
men wel buiten de kennis van een taal,
waarmee men over de gehele wereld
terecht kan? Ik weet niet of U de om-
vang kent van alle uitgaven, die in het
Esperanto ziin verschenen zoudt U
die kennen, dan zoudt U natuurlijk ook
weten dat er aan Esperanto veei meer
is „gedaan" dan de oppervlakkige le»
zer van uw blad zal denken.
Ik ben geen onderwijsman en men
zal het een buitenstaander misschien
niet euvel duiden als deze van oordeel
is, dat een bescheiden onderwijs in Es»
peranto er „nog wel bij kan".
Er is immers naast dat lezen, schrij
ven en rekenen al zoveel bii. Nog heden
ten dage zijn er scholen waarop ook
een vreemde taal wordt „bijgegeven''
en kinderen van de 4e7e klasse weten
op een lagere school soms al vrii aar
dig wat van Frans af.
Gaan wij eens naar de oudere gene
ratie, die vroeger tot haar 12e jaar op
de schoolbanken zat, dan ziin er toch
zomaar twee jaar leertijd bii gekomen.
En het is wel heel eigenaardig, dat de
oudere mensen in die kortere leertijd
minstens zo bekwaam waren als de
leerlingen, die nu op 14-jarige leeftijd
de school verlaten.
Er zal misschien tegenspraak op ko
men, maar ik durf graag beweren, dat
ik vroeger in mijn bedrijf liever een
leerling had. die tot ziin 12e jaar op
school had gelopen dan tegenwoordig
een van tot 14 jaar. Hoe knullig kan
men tegenwoordig schrijven, hoe slecht
zijn rapportcijfers van vakleerlingen
als het taal, stijl, rekenen enz. betreft.
Vieren en viiven ziin beste cijfers. Aan
een acht komt men niet toe. het ziin in
elk geval uitzonderingen. Neen. geef
mii de leerlingen van vroeger maar. die
schreven beter, die maakten minder
taalfouten en konden vlugger rekenen
dan de meer praats hebbende jongelui
van tegenwoordig, die soms al met een
sigaret in het hoofd naar school gaan.
Soms lijkt het of de „pit" er uit is,
of er geen gang meer in het onderwijs
zit (de goede uitzonderingen natuur
lijk daargelaten!) Waardoor dat komt
weet ik niet, hoe het verbeterd moet
worden, weet ik ook niet ik weet
alleen dat velen uit de „goede, oude
tijd" óók die ondervinding hebben.
Nu moet er zou ik zo zeggen
toch wel een uur in de week te vin
den ziin. waarop Esperanto kan worden
geleerd.
Wanneer men vroeger op de lagere
school die geen lessen gaf in „vreem
de" talen liep. dan konden de uit
zonderingen terecht bii het hoofd der
school, dat of Duitse. Franse of Engel
se lessen particulier gaf ft raison van
zestig centen per uur- Men kreeg dan
ook maar een uur les welnu, dat had
men nu ook kunnen uittrekken voor
Esneranto.
Beziet U het daarom ook eens uit de
ze hoek en geeft U de regeerders van
ons land eens hartgrondig ongeliïk dat
ze dit onderwijs niet verplichtend heb
ben gesteld. Hoogachtend-
Uw abnnoe B.
(Naar en adres inz. ons bekend.
Red.)
Pakjes voor bemanning van
de „lohan Maurits"
Ter gelegenheid van het komende
Paasfeest kunnen gedurende de nerio.
de van 2 tot 14 Maart luchtnostbvief-
pakies worden verzonden naar opva
renden van Hr. Ms. Johan Maurits van
Nassau, welk fregat thaog deel uit
maakt van de vloot der Ver. Naties in
de Koreaanse wateren.
Het maximum gewicht van deze
pakjes is 500 gram. De frankering be.
draagt 8 cents per 50 gram met een
minimum van 40 cents.
Adressering als volgt: Naam. rang,
marinenummer Aan boord van Hr. Ms.
Johan Maurits van Nassau. Amster-
dam.CS. Marine.
BLOKKER, Veilingsvereniging „Op
Hoop van Zegen". 23 Febr. Uien 50
60. knolbie'en 12.30—1420, groene kool
12—25, rode kool 8.30—10. spruitkool 18
—50. witlcf 3647. b-eekneen 12 20—18,
'-nnlselde ie 20—27. Cox Orange 37—94,
Golden Delicious 3262. Goudreinette
14—*8. Jonathan 2452 Laxton Sunerbe
3678, Notarisaonel 1316. Present V.
Engeland 1044. Zucnalmac'io Rein-tta
13—23, Com?esse de Paris 1632. Con
ference 51 D"venue dn Cornice 29—64,
C-iesc Wild«man R—23. Soldat Labou-
reur 16—20, Provisiepeer 4—12.