A. Roland Holst heden 65 jaar Tuinieren zonder aarde Een van de weinige grote gestalten uit het rijk derpoezie 1888—23 Mei—1953 Pinksteren CEBUTO Aspecten van een dichterschap ;t vacantie i ia" Reizenl IOUTHEM, 1CHTEN IRT - ROTTERDAM lUTOREIZEN et zen J OP DIT BLAD De DICHTER A. ROLAND HOLST die heden zijn 65ste verjaardag viert is een van de zeer weinige nog tussen ons verkerende waarlijk grote „gestalten" uit het geestelijk rijk der poëzie. Dit is niet zo maar een vriendelijk woord, als felicitatie geuit het is een rijpelijk overdachte uitspraak. Want wat kenmerkt wezen en verschijning van die schaarse figuren die het gelaat van een historisch tijdperk be palen? Allereerst een strikt persoonlijke signatuur, d ie even duidelijk afleesbaar is van hun in de stof ver schijnende habitus als uit elke regel die zij neerschrijven, elke lijn die zij tekenen, elke noot die zij doen klinken. Temidden van een rijke afwisseling van muziek klinkt plotseling een reeks tonen van kristalhel dere eenvoud en wij zeggen: Bach; een stapel tekeningen bladeren we met enthousiasme door en dan is daar in eens een krabbel die met een paar lijnen e en wereld uitdrukt en we weten 't: Rembrandt; we luisteren naar zeer goede voordracht van litterat uur der grote meesters, maar dan raakt een claus van speels gekozen woorden over 's levens essentiële kernen eensklaps een dieper liggende laag in ons en het was Shakespeare. Dit volstrekt eigene i n zichtbare allure en geestelijke tekens, wat is het anders dan de in de vorm zichtbaar geworden uitzonderlijke persoonlijkheid? Ter overdenking Sterkpersoonlijk kunstenaarschap (c />M 'CAx J*A~ k jA -<uw2-<*— s /Uy' - BUITENKANSJE VOOR PHIL A TELISTEN HOE ASTHMA EN BRONCHIALE HOEST TE VERLICHTEN Breigoederenfabriek door brand verwoest ZATERDAG 23 MEI 1953 Hotel- en Pensionhouder!, aan ons kantoon - ALKMAAR. zeil-vac. op de prachtige nder-plassen l 6 dag. 61,- m, 13/7-16/8 66,-. Instr. l.O. Lich. Opv. Vraagt gratis liiterweg 155, Aalsmeer Is en Pensions in alle prijg- itiek, Kunstgenot - Amusement, imburg, Eifel en Ahrdal. Het Stationsstraat 15, verstrekt all» ti „Dregeroord", teL 3169 Bog tige Veluwezoom. Verh. van bungalows. Vrij vooj str. w., rospectus. Telef, 298. Tenten „IJsselstein" N.O. Vein we, Kamers met str. water voor v.a. 27,p. p. p. w. Vraagt prospectus. i en boot vanaf 75.I Vraagt prospectus, r de A. N. W. B. Tel. 36955 SCHLUST". Prachtig gelegei^ ia keuken. Otterloseweg 30. Tel, ishalte Hoog Veluwe. - Huize WYTSKE. f 6,— p. d, Landhuisje te huur (4 pers.) Complete reizen, prima hotels, deskundige leidart, moderne autocars, geen enkel risieo. sep uit onze massa-keuI 20 F 209.- and F 219— iê F 195— ten F 239.— Alpen F 305— eli Oostenrijk F 178— end F 314— F 350.- F 379.- ime F 485.- rope F 750.- beschikbaar voor: erland 219.— erland/Lugano 314.— 350.— Ing van gratis reisgids IX CEBUTO-NACO Oever-Purmerend - Sehagen /ijk-Den Helder-Egmond a/Z. - Medemblik nschrijving nog open staat. is door Vier-landen 6' tserland met excurs. ƒ155 incl. Innsbrück 155 i Zaterdagsmidd. via tea ;e route d. zes-landen.) Ardennen en Luxemb. 51 3- en 4-dgs. tochten, aid via Rijn-Heidelb. terug ir.) Luxemb. Ardennen ƒ105 i, C. ten Bruggencate, rpsstr. 145a. Tel. K 2267-474 jke agenten. nog div. reizen ingelast.) reizen naar o.a.: panje - Parys - Linz-am- ;stival de Prades - Palm» irden. geheel verzorgde hotel- vardessen, ervaren chauf- ug. ie touringcars van de ainer en ijskast. ■ringen: Brouwersstraat 6 (naast Amsterdam (Z.) tel. t: Voorstraat 5 B, tel. prospectus! In een tijd van gelijkmaking en gelijkwording als waarin wij leven en waarin de eerbied voor de uit zonderlijken volkomen in discrediet is geraakt, is he t goed zich van tijd tot tijd te bezinnen op de waarde dier historie-scheppende gestalten. Want Ter Braa k moge al eens met een sardonische grijns de „hel denverering" hebben bespot, door er op te wijzen, dat er voor de kamerdienaar die immers zijn heer ook in de kleine zorgen van alledag ziet geen hel den bestaan: het lijkt mij niet nodig dat wij de plat vloerse mentaliteit van de kamerdienaar tot norm v erheffen ZELDZAAM ZIJN de grote creatieve gestalten. Herman Gorter was een van hen, en Marsman schreef over hem: „Hij was een vuurEen golfeen was een vuur. Een golf, een vlameen stromend stuk na tuur"; ook Marsman reken ik tot hen. Thomas Mann is een I der weinigen nog tussen ons. En dat is ook A. Roland Holst. Re „dichter" Roland Holst sprak ik van, maar men be- I g1'ijpe mti goed: het gaat hier riet alleen om de verzen schrij- ijende figuurwant immers: elke regel die hij schreef draagt zijn geestesmerk. In de beide delen „Verzameld Proza" die met de 2 delen Verzamelde Gedichten" "zijn kostbare „Ver zamelde Werken" vormen, kostbaarin ideële zin, want „duur" zijn ze nu juist niet! wordt even trefzeker en volle dig zijn levensvisie uitgespro ken als in zijn poëzie. Onver schillig of ge zijn onvergetelijke verhalen (ik noem slechts het meeslepende „Deirdre en de zonen van Usnach", van 1916; Achtergelatenvan 1920; ,J3e Afspraak" van 1925leest of zijn korte essays („Uit Zelfbe houd", 1938); dan wel of ge u verdiept in de aangrijpende overpeinzing van Hellas' heil Van Erts tot Arend" uit 1946 of in die soms langere („Over den dichter Leopold", 1926), soms korte („In memoriam Herman Gorter", 1927„helly een Afscheid", 1922) en soms zéér korte („Van twee landen", 1930, bij Van Eeden's 70ste ver jaardag; „Na een bezoek aan Totius", 1947; „Over den dich ter Keuls", 1948) edele beschou wingen of notities over enkele door Roland Holst vereerde grote dichters op elke pa gina weer zult ge vinden de tekens van wat deze figuur te zeggen heeft aan de wereld, en die tekens zullen steeds van dezelfde schriftuur zijn A. ROLAND HOLST MAAR IK ZEI, dat figuren als Ro- 1 land Holst het gelaat van een tijdperk I (bepalen. En hier kom ik op het tweede I kenmerk dezer gestalten: zij hebben 1 een houding in hun tijd, hetzij dan I beamend, hetzij dan afwijzend. Zo Sha- I kespeare, Dante, Shelley. Zo Goethe, [Thomas Mann. Zo ook Roland Holst. 1 Dat wil geenszins zeggen, dat zij tot ihet volk gingen en temidden van hen pongen of spraken. Dat kan: denk aan Sorter. Maar het kan ook anders, en San als in het geval van Roland polst kan het lijken of de dichter pch juist geheel buiten de mensheid heeft teruggetrokken. En echter: van- pit de gesmade „ivoren toren" onze vervlakte wereld haat, uit vrees, de [grote, trotse eenzamen klinkt on miskenbaar en met niet te negeren kracht de stem van de man wiens roeping het is tégen deze tijd te zijn, die hij af moét wijzen in naam van wat buiten en boven de tijd bestaat en [hem drijft. Want heeft deze dichter niet zijn I „Afspraak" met de Verborgene? Dreef hem niet het elysisch verlangen, waar over hij in 1918 zijn heldere beschou- I wing schreef? Maakte hij niet in de I geest „De zeetocht van Bran, zoon van ITebaT' mee, welk vervoerend Keltisch I lied hij in 1918 in Nederlandse verzen ■herschiep? Lag zijn heil niet eerder „Voorbij de Wegen" (naam van zijn grootste I bundel, 1920) en aan „De wilde Kim" 1 (verzen van 1925)? Wat heeft hij van doen met de wereld van thans, die om het bezit van geld en macht de glanzende vreugden en leefkrachtige deugden van ziel en zinnen verspeelt? I Hij kent het „heimwee in verbanning" [naar die mythische wereld van in I schoonheid en vrijheid rondgaande en [minnende gestalten, van welk verlan- I gen het „heimwee naar Hellas" „een I klein en vereeuwigd perk" nog de lenige wereldlijke afspiegeling is. En weet hij zich niet geroepen dat „ely- Isisch verlangen" te verkondigen in zijn I werk? Daartoe uitverkoren te zijn be tekent echter mede, zijn aandeel in i de strijd voor aards stoffelijk heil te I moeten verwaarlozen: het daaruit voort- 1 vloeiend (sociaal) schuldbesef geeft zijn [werk dan een speciale tragische toon (men leze „Een Winteravondval"). En juist die drang, nimmer zijn roeping te Vergeten, de bede tot God, hem aan dwaling of hoogmoed, de vervoering waarin de dichter komt, telkens wan neer hij zich daartoe uitverkoren weet deze sentimenten deden hem enkele der prachtigste gedichten schrijven die in onze taal bestaan: ik denk aan „De Ploeger", aan Het Gebed van den Harpspeler" en aan dat ongelooflijk schone: „Een Winter-dageraad" (van 1945), wat ik elke keer weer met stok kende adem herlees. Zijn houdign i n de tijd kón in de loop der jaren niet anders wor- den dan steeds meer een houding tegen de tijd. Waar geestelijke vervlakking en stoffelijke ver schrikking zó apert werden, moest de elegische toon van de dichter, die in de „Verzen" van 1911 en „De belijdenis van de stilte" van 1913 hadden geklonken en in de bundel „Voorbij de Wegen" van 1920 sterk tragisch en elysisch was geworden, verstillen, eerst tot de gesloten (esoterische) inkeer van het meesterwerk in 80 octaven dat hij „Een Winter aan Zee" noemde (van 1937) in bezwerende van alle sier ontdane naakte woorden spreekt hier de heremiet tot zichzel- ve in schijn, tot de mens in waar heid om daarna in „Onderweg" en in „Tegen de Wereld'' (1940 en later) te verhevigen tot een pro fetisch en toornend dichterschap, dat uitspreekt wat niet anders ge noemd kan worden dan: een oor deel over de wereld. Een groot dichter kan van meerdere kanten benaderd worden. Ik had nog kunnen schrijven over de tederer fa cetten van Roland Hoist's dichterschap: over zijn ontroerende liefdespoëzie die overigens, ik zei het immers reeds, dezelfde uiterst persoonlijke signatuur draagt, daar ook in deze regionen van het hart dat wat buiten de tijd is strijdt met wat voorbijgaat. Ik had op de vreugden en deugden van ziel en zin nen, waarover ik repte, nader kunnen ingaan, want essentieel en te vaak door critici genegeerd is het tweepolige van de levensvorm die Roland Holst in zijn „heimwee" ziet: even sterk gekant tegen het geestloze als tegen het bloedeloze men leze het zeer verhelderende ge dicht „De Twee Deuren". Ik had kun nen vertellen over de herdersjongen uit beide verlangens opklinken: het heim wee naar het verre eeuwige eiland der verheven gelukzaligen èn het verlangen naar de aardse dalen met de vriende lijke kleine mensenwoningenóók dat twee polen van Roland Hoist's men selijke gestalte: de eeuwige wind over de kustgebieden roept, maar lokt niet ook de wijn binnen bij het vlammende haardvuur? Ik gaf U nog slechts één sleutel tot het werk van deze dichtergestalte; wan neer U zijn werk telkens en telkens weer zult herlezen en dat kan bij een zo sterk en persoonlijk kunstenaar schap zult ge de overige sleutels stellig zelf wel vinden. W. L. M. E. VAN LEEUWEN deze te herinneren in tijden van af- het slot van „Deirdre" in wiens fluitlied ijl Vci.peJxA'J L\ 1 Uv, A/JjwcAA 'SM1 ^r1 Jvol Ut*."-*-# JA-*-' i D-ef7 /-Vn 1 'V Uu.^ CAAMM* Sr~i „De vagebondin het handschrift van de 65-jarige. (Van onze Haagse redacteur) DE NEDERLANDSE postzegelver zamelaars kunnen in het bezit komen van een waardevol Oostenrijks zegel, als zij aan hun verzamelwoede een oprecht medeleven paren met het mis deelde kind. Reeds een aantal jaren achtereen or ganiseert men in Oostenrijk ballon- tochten, waarop poststukken worden medegenomen. Daarvoor zijn speciale enveloppen vervaardigd met bijzon dere postzegels erop, die worden af gestempeld in de plaats -van opstijging en in de nu nog onbekende plaats van landing van de ballon. De philatelisten, die zich in het be zit van zo'n enveloppe willen stellen, hebben niet anders te doen dan tot en met 25 Mei hun bestelling te richten aan de Stichting „Voor het kind", Em- mastraat 38, Amsterdam-Z. Dat kan geschieden per postwissel waarop men tegelijk 2,50 stort of door storting van 2,50 per enveloppe op postreke ning no. 5324 ten name van H. Oyens en Zn., Amsterdam, ten behoeve v de Stichting „Voor het kind". De opbrengst komt ten goede aan de Oostenrijkse Kinderdorpvereniging in Salzburg, die zich het lot aantrekt van lichamelijk en geestelijk gebrek kige kinderen. F HET ALGEMEEN gesproken kan men zeggen, dat er in deze wereld heel wat geklaagd wordt. De wereld moest eens anders worden. Wij leven dagelijks in spanning en onzekerheid. Er wordt gesproken over vrede en de mogelijkheid wordt onder het oog ge zien de rechten van de mens te eerbie digen. En ondertussen .wapent men zich tot de oorlog. In plaats dat de volken elkaar de broederhand reiken om de wereldproblemen gezamenlijk tot een oplossing te brengen met ineen geslagen handen, worden de vuisten tegen elkaar opgeheven. En hier en daar vallen slagen, harde slagen. Wie dit als toeschouwer gadeslaat, slaakt reeds een zucht. Hoeveel te meer zij, die door deze harde slagen worden ge troffen. Er is een verlangen naar een andere wereld. Deze zal echter nim mer kunnen komen, als er geen andere geest onder de mensen gaat leven. Doch wie kan dat bewerken? Zondag is het Pinksteren. Deze dag heeft zijn naam te danken aan een van de Christelijke feestdagen. Dan wordt er uit de Bijbel gelezen Hande lingen 2. Dit hoofdstuk verplaatst ons naar Jeruzalem, korte tijd na het leven van Jezus Christus. Iedere regel, die men leest, verwekt verwondering. Daar is een groep van mensen bij een. Hoort, hoe zij spreken. Hun ge sprekken cirkelen niet om wat zij ge daan hebben, zoals in onze gsprekken het woordje „ik" of „wij" ontelbare malen gehoord wordt. Zij spreken van een Ander. En die Ander is God. Zij zijn vol van Gods grote daden. Eigen daden zinken daarbij in het niet. Wat God in Jezus Christus gedaan heeft staat op de voorgrond. Ziet, hoe zij handelen. In plaats van gedreven te worden door een onheilig egoïsme, dat eerst zich zelf zoekt om misschien ten slotte nog eens oog te hebben voor de belangen van een an der, zijn zij gericht op het welzijn van de naaste. Zij zoeken hun gaven ten nutte van anderen aan te wenden. Handen, die voorheen er op uit waren om te grijpen en te nemen en vast te houden, zijn nu bereid om te geven en te helpen in dienende liefde. Het was daar een stukje Paradijs op aarde. Het Koninkrijk der hemelen was nabij ge komen. Dat alles was mogelijk omdat er een andere geest in hen was ge komen. De Geest Gods had hen ver vuld. Nu kan de opmerking gemaakt wor den, dat dit alles al lang geleden is, en dat zulke dingen toen misschien mo gelijk waren. Maar wat hebben wij er aan dit te weten in onze tijd. Heeft die geschiedenis van Handelingen 2 voor ons zijn zin en betekenis niet verloren? Allerminst. Het tegendeel is juist waar. God heeft toen Zijn Geest uit gestort, opdat deze zal blijven tot aan het einde der wereld. Als men dan zo wéinig van zijn aanwezigheid bemerkt en als men zo bitter weinig vruchten daarvan ziet, komt dit omdat men zo weinig van Gods Geest verwacht. Men verlaat zich veel meer op de geest van de mens dan dat men zich toever trouwt aan de werking en de leiding van Gods Geest. De jongeren van Christus waren dagen achtereen biddend bij elkander. Smekend zagen zij uit naar alles, wat Christus hun beloofd had. En op het meest onverwachte moment kwam de goddelijke verrassing. Er kwam levens verandering. Er kwam verandering in de harten der mensen. En als het hart van een mens tot God bekeerd is, komt er levensvernieuwing. Hier ligt een heilige roeping voor de christelijke kerken in onze dagen. La ten wij bidden: Kom, Schepper, Geest! Dan kunnen er nog wonderen gezien worden. d. O. (Advertentie) Wat zou U er niet voor over heb ben om Uw benauwende hoestaan- vallen te kalmeren? Toch bestaat er een middel dat zijn doeltreffend heid bewezen heeft én dat aan dui zenden lijders aan asthma en bron- chiale hoest verlichting heeft ge bracht. De Adozo-tabletten zijn zo samengesteld, dat één tablet de fel ste aanval in 30 seconden verlicht en de normale, rustige ademhaling in 5-15 minuten herstelt. Neem zelf de proef; haal vandaag nog de Ado zo-tabletten bij Uw apotheker of drogist. (Advertentie, Ing. Med.t De dichter A. Roland Holst tijdens zijn bezoek aan Zuid-Afrika gesprek met prqf, dr PL, van Wijk Louw. SINDS JAAR EN DAG is tulnieren zonder aarde bij jong en oud bekend. Denkt U maar eens aan het zaaien len lapje, of het trekken van sterkers op een flanel van crocus- en narcisbollen in een bakje met grint. Het is dus niet iets nieuws wat II nu gaat lezen, maar soms moet men aan oude dingen herinnerd worden om de lust te krijgen op dit gebied tveer eens te experimenteren. Al passen wij dit soort tui nieren in onze tijd weer an ders toe dan in de kinder jaren, een miniatuurtuintje zal U nu ook nog veel ple zier geven. Wij houden nu eenmaal van levende dingen en geven graag onze zorg aan iets wat groeit. Een ieder die niet over een tuin beschikt behoeft toch niet verstoken te blij ven van een klein kweek- terreintje van allerlei aar dige plantjes. Indien men een paar schalen, een rie ten mandje of een metalen bak heeft, kan er iets won derlijks gaan groeien in iedere kamer. Vanwege het doorlekken van het water hebt U tegen een rieten mand misschien gedegen be zwaren. Dit doorlekken is echter gemakkelijk te ver helpen door op de bodem een stuk plastic te schikken. Nu worden achtereenvol gens een laag potscherven of grint gelegd en daarop een laagje rotsstenen of aar dige gekleurde schelpen. Zo mogelijk legt men tussen het grint een paar stukjes houtskool om het water zui ver te houden. Maak U de bak vooral nooit voller dan enkele centimeters onder de rand. Is nu de bak voor het gebruik gereed, dan gaat het er om te bepalen welke planten het op dit rantsoen: water en grint, kunnen uit houden. Veel voedsel is daar niet uit te halen, zodat men wel zo nu en dan wat ka- merplantenmest in het giet- water moet oplossen. Om nu op een aardige manier een bak met ver schillende planten te krijgen moet U zich eens het vol gende herinneren. Omstreeks 1600 kwam Clusius in ons land. Ofschoon hij een rechtskundige was, bezat hij een enorme plantenkennis. Hij schreef o.a. een flora van de planten uit Spanje, Oostenrijk en Hongarije. In verschillende landen had hij vrienden gemaakt die hem geregeld pakjes met planten- zaad stuurden. In die tijd was het ruilen van planten een vriendendienst. En waarom zo'n oud gebruik niet weer eens toe te pas sen? Bezit men dus een plant die weelderig en ge makkelijk groeit, dan kan men net als Clusius, te werk gaan. Door het ruilen van eigen stekken met die van anderen krijgt het minia tuurtuintje nog meer bete kenis. Ieder geruild plantje geeft tevens het contact met een andere plantenliefheb ber. Vóór het planten van alle gekregen en geruilde stek ken maakt men een kleine compositie „op het droge" om de juiste plaats ten op zichte van elkaar te bekij ken. Grote of hoogopschie- tende plantjes zet men ach ter in de bak of groepeert men aan één zijde. Zij, die overhangend gaan groeien, geven wij daarvoor de kans en krijgen een plaatsje aan de rand. Nu begint de ruilhandel. U bent bijvoorbeeld in het bezit van een prachtige Chlorophytum. De stekken worden geruild voor jonge Hedera's, Tradescantia's, Phi- lodendron, Syngonium. Al deze planten doen het op de grintbodem, ofschoon men hen wel even de tijd moet gunnen zich in de nieuwe omgeving thuis te voelen. Grint op de wortels en geen aanklevend zand, maakt dat zij wel eens proberen een uitstapje te maken en zich uit het grint los werken. Dit moet voorkomen worden, de worteltjes moeten op hun plaats blijven. Na enige tijd zijn ze gewend en met elkaar maken ze de schaal met ple zier tot een gezellig tuintje. Indien U tussen al dit groen iets kleurigs wilt heb ben dan zet U er een paar plantjes vergeet-mij-nietjes of primula's tussen. Mis schien brengt U van een wan deling wat waterminnende planten mee: kruizemunt, lepelblad of madeliefjes. De ze bloeiers blijven wel niet zo lang hun gastrol vervul len, maar zij zijn dan ook gemakkelijk te vervangen. Over een paar weken zet U er weer wat anders tussen en dat geeft dan weer een nieuwe verrassing. Zo het lezen van dit arti kel U tot enige activiteit op dit gebied heeft aange zet, dan zult U ondervinden hoe aardig het is een schaal- tuintje binnen Uw bereik te hebben. PETRA. h: De N.V. Breigoederenfabriek te Put ten in Noord-Brabant, is in de vroege ochtend van Vrijdag door brand geheel vernield. Er is, volgens een voorlopige schatting, voor honderdduizenden schade aangericht. De oorzaak van de brand is nog niet bekend. Er hebben zich géén persoonlijke ongelukken voorgedaan. Het nabij de fabriek gele gen huis van een monteur heeft zware brandschade opgelopen. De bewoners wisten zich in allerijl in veiligheid te stellen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1953 | | pagina 5