Madame Tussaud: een bewogen leven
in de schaduw van de guillotine
Levenswerk van moedige vrouw werd
tweemaal verwoest
De graaf van Artois
liep een blauwtje
Zwitserse werd wasportrettiste
der Franse revolutie
DONDERDAG
MFf 19 "3
al inge-
op 4 Juni
3401 3546 4172 4618
5 16844 17197 17829
7 631 640 770 817
3 720 734
L 492 525
756 420
4 457 549 773 98i
2 247 262 275 325
3 401 408 496 504
623 633 641 679
1 839 845 865 886
337 355 375
718 742 790
316 333 383
657 706 813
991 995
369 382 397
589 590 643
925 960 976
7 200 236 319 329
'5 500 634 743 785
2 854 855 871 878
57 240 256 260 261
17 405 421 459 499
>7 672 715 757 803
15 987
12 241 248 273 359
iO 485 541 547 554
10 805 878 889 890
336 347 352 382
544 553 578 616
756 766 786 844
890 906 941 946
154 160 176 177
291 304 308 323
456 469 486 488
699 722 735 789
857 859 874 933
243 337 352 359
409 421 436 450
612 652 685 707
247 262 272 286
52 453 471 506 508
776 778 784 830
DOOR HET SCHILDERACHTIGE ZWITSERSE LANDSCHAP rijdt een fraaie reiskoets. Daarin
leut Francois Louis, prins van Conti behagelijk achterover in de kussens. Eens Frankrijks succesvolste
veldheer, vuurde hij zijn soldaten tot roemrijke daden aan. Wegens zijn te grote populariteit terug
geroepen naar Versailles, viel hij daar door zijn optreden in ongenade: hij mocht niet meer in het leger
dienen en evenmin het Hof betreden. Dit deed hem besluiten eens voor zijn plezier te gaan reizen en zo
vinden wij hem dan op weg naar Bern. Talloze reisbrieven zendt hij naar vrienden in Versailles, die wel
kome afleiding brengen in de strijd tegen de verveling: Je m'ennuie (ik verveel mij) is daar het mode
woord geworden. Zijn stoere soldatentaal is een verfrissende variatie op de verfijnde stijl van het Hof.
Op een regenachtige avond rijdt de koets met volgwagens de stad Bern binnen. Door een bruuske
beweging kantelt een der wagens en het oponthoud, dat de reparatie ervan meebrengt, noopt de prins
langer dan hij van plan is, in Bern te blijven. Zo besluit hij dan ook een bezoek te gaan brengen aan de
geheimzinnige Dr. Creutz, over wie men vertelt, dat hij een alchemist en tovenaar is.
IN BERN WOONDE in
dat jaar 1762 een zekere Dr.
Creutz, een eigenaardig
mens, die zich wat van
de mensen had afgekeerd.
Alleen zijn zuster, de Wed.
Grosholtz, bezoekt hij ge
regeld. Deze had zeven
zoons uit haar eerste hu
welijk en nog een dochter
tje uit haar tweede huwe
lijk op te voeden. Als arts
had Dr. Creutz de gewoonte
om van gebroken lichaams
delen wassen afgietsels te
maken, teneinde de breuk
beter te kunnen bestude
ren. Men vond het vreemd
bij hem zo'n verzameling
losse armen en benen te
zien en men ging hem mij
den. In de veilige besloten
heid van zijn huis kwam
hij er toe te om mensenfi
guren te maken en deze
scheppingsdrang ging hem
zo beheersen, dat hij dag en
nacht in de weer was.
Als prins de Conti de
halfduistere kamer binnen
treedt, staat hij direct te
genover een zo sprekend
evenbeeld van zichzelf, dat
hij voelt hier bij een heel
bijzondere kunstenaar te
zijn. Direct stelt hij Dr.
Creutz voor om met hem
mee naar Versailles te gaan,
teneinde aan het Hof por
tretten te makeh en doet
hem zo'n vorstelijk aanbod,
dat de dokter de volgende
dag al met hem naar Parijs
vertrekt, na afscheid te
hebben genomen van zijn
zuster en de tweejarige Ma
rie. Door dit voorval wordt
er een nieuwe bladzijde in
het levensboek van Marie
Grosholtz, de latere Mada
me Tussaud, opgeslagen.
Vier jaar later rijdt een
voornaam reiziger, de oude
stad Bern binnen. Het is
Dr. Creutz, thans een def
tig man, naar de laatste
Franse mode gekleed en
vergezeld door talrijke be
dienden. Hij heet nu Dr.
Curtius, wasprotrettist in
het Hotel d'Aligre, Rue St.
Honoré te Parijs. Heimwee
en het verlangen naar zijn
zuster dreven hem naar
Bern. Onder het genot van
zijn lievelingsgerechten, door
zijn zuster bereid, rijpt het
plan dat deze, nu haar zoons
de deur uit zijn, met haar
zesjarig dochtertje met Dr.
Curtius naar Parijs zal gaan.
De moeder kan de huishou
ding doen, de dochter later
het portretteren leren. Be
halve deze reisgezellinnen,
neemt Dr. Curtius nog een
honderdtal wassen beelden
mee, die hij vier jaar gele
den heeft achtergelaten.
In het Hotel d'Aligre
wordt het nu veel gezelli
ger. Het wordt een trefpunt
van de grote geesten van de
tijd, die er komen om van
gedachten te wisselen en
van mevrouw Grosholtz's
heerlijke gerechten te proe
ven; Necker, Diderot, Mira-
beau, Marat vinden elkaar
daar en zo groeit Marie op
in een wel zeer bijzondere
omgeving, die haar men
senkennis vergroot. Op deze
plaats hoort zij ook de
nieuwe leer van de gelijk
heid van alle mensen
IN 1776, ALS MARIE 16 JAAR IS en besloten heeft haar
ooms medewerkster te worden, houdt Curtius zijn eerste
tentoonstelling in het Paleis Royal, de plaats van waaruit
pamfletten tegen het Hof van Versailles worden verspreid,
de plaats ook van samenkomst der ontevredenen, die hun
haat tegen spilzieke Hof niet onder stoelen of banken ste
ken. Zo komt het op de wassenbeeldententoonstelling vaak
tot politieke demonstraties voor de beelden van de Ko
ninklijke Familie.
Op zekere dag krijgt Marie bezoek van een jongedame,
die zich Elisabeth de Grive noemt en die haar portret wil
1 laten maken. Onder het poseren ontstaan vriendschaps
banden, die tengevolge hebben, dat Marie bekend wordt
met de ware identiteit van haar cliënte: het is Madame
Elisabeth, de zuster van Lodewijk XVI. Zij stelt Marie voor
in Versailles te komen wonen om les te geven in de was-
portretkunst.
Negen jaren woont Marie Grosholtz in het paleis van Ver-
mailles, als vriendin van Madame Elisabeth en neemt deel aan
het hofleven. Haar xvordt het hof gemaakt door 's konings broer
d'Artois, dieals zij zijn avances hardnekkig afwijstbesluit
haar te laten ontvoeren.
Zo xvordt Marie op zekere dag in het park onverwachts in
een koets getrokken, die met flinke vaart wegrijdt. Zij be
houdt haar tegenwoordigheid van geest als zij in haar ontvoer
der een ijdele hoveling herkent. Zij doet alsof zij het een kos
telijk avontuur vindt en weet door haar aanmoedigende blik
ken het zover te krijgen, dat zij even uitstappen op een stil
plekje om blindemannetje te spelen, wat de [grote mode was
aan het hof. Als de hoveling geblinddoekt hulpeloos naar haar
loopt te zoeken, maakt Marie zich vlug uit de voeten.
Van de Graaf d'Artois heeft zij voortaan geen last meer
Jean Paul Marat, in zijn bad vermoord door Charlotte
Corday (reproductie naar het beroemde schilderij van
L. David).
Curtius heeft intussen op de Boulevard du Temple zijn
„Caverne des grands voleurs" geopend, waar men misda
digers kan zien Het is in deze dagen al niet meer rustig
in Frankrijk: Curtius voelt de dreiging der politieke on
rust en roept zijn nichtje terug uit Versailles, waar men
geen vermoeden heeft van de stormen, die op til zijn.
Na het ontslag van de populaire minister Necker en de
gloedvolle rede van Camille Desmoulins in het Palais Royal,
trekt men naar de Caverne en dwingt Curtius de beelden
van de volkshelden Necker en Orleans af te staan voor een
betoging Curtius z<°f voelt wel wat voor de theoriën der
revolutie Daar zijn Robespierre, de advocaat uit Arras,
die Marie yvcrig het hof maakt, de dierenarts Marat en
andere verkondigers der nieuwe leer. Na de bestorming
der gehate Bastille gevangenis op 14 Juli 1789, bezoekt
Marie aan de arm van Robespierre de gewelven van deze
gevangenis.
De storm woedt voort: 1790, 1791, 1792. Op 10 Augustus
luiden de stormklokken der St. Roche en St. Gerrrfain
l'Auxerrois de grote aanval op het Tuilerieën paleis in,
dat dapper wordt verdedigd door de Zwitserse lijfgarde des
Konings, onder welke zich familieleden van Marie bevin
den. Marie hoort het rumoer der opstandelingen in de stad,
die luide de Carmagnole en het nieuwe lied der Marseil-
lanen zingen: „Allons enfants de la patrie". De koning
vlucht naar het gebouw der Nationale Vergadering, waar
hij met zijn gezin eindeloze uren in de benauwde steno
graf enloge moet doorbrengen. De Tuilerieën worden ge
plunderd, de Zwitserse garde uitgemoord. Als de rust éin
delijk weerkeert, sluipt Marie door het paleis en de tui
nen en vindt haar broers daar dood. Alles getuigt van haat
en verwoesting.
JJE REVOLUTIE EIST, dat in de Caverne van Dr. Curtius
de beelden getooid worden met de revolutionnrdre rode
muts. De groten van de dag laten hun portret in was maken en
daar exposeren. Nóg zijn zij de helden, nóg is hun naam op
ieders lippen, maar straks zal Marie bij de guillotine deze
afgsneden hoofden in was moeten portretteren: Sic transit
gloria mundiMaar dat vermoeden zij nog niet: Zij
wanen zich de heersers voor altijd.
Als Marie op een avond haar donkere kamer betreedt,
voelt zij dat er iemand is. Zij wil om hulp roepen, doch
herkent de stem van haar stiefbroer, die zij omgekomen
waande bij het bloedbad van de Tuilerieën. Zij verbergt
hem op zolder temidden van niet meer gebruikte wassen
beelden, waar hij zwaar ziek wordt.
Nu Dr. Curtius lid is geworden van de Jacobynenclub
valt hem de eer te beurt van een bijzondere opdracht: het
volk wil de geguillotineerden blijvend kunnen zien, welnu,
in het wassenbeelden-kabinet zullen zy tentoongesteld
worden en Marie zal de terechtstellingen moeten bijwo
nen, om, als de guillotine haar werk heeft gedaan, hun
hoofden in was uit te beelden.
Walging maakt zich van haar meester, maar weigeren
betekent zichzelf blootstellen aan het scherpe mes. Zo zit
zij dan bij de guillotine en hoort de kreten van de menigte,
die nooit genoeg van dit schouwspel kan krijgen.
De 21ste Januari 1793 is in dit opzicht wel een bijzondere dag
dé gehate „Capet", vroeger koning Lodewijk XVI, zal sterven.
Als zijn hoofd in .do mand zaagsel is gevallen veegt de beul
Sanson zijn handen aan wat vodden af. Marie rijdt met de wagen
met de stoffelijke resten naar het Madaleine kerkhof, waar ook
de gesneuvelde Zwitserse gardesoldaten liggen (thans staat op
deze plek de Chapelle Expiatoire). Hier wordt het lichaam
van Lodewijk XVI in een laag ongebluste kalk begraven. Als
Marie daarna begeleid door sansculotten naar haar atelier gaat,
vermoedt niemand, dat hun kleine mand het bloederige hoofd
van Lodewijk XVI bevat.
Steeds moet Marie haar afkeer overwinnen om dit werk
te doen en zij rijpt dan ook in deze jaren van een gevoelig
meisje tot een door het leven geharde vrouw. In Juli 1793
wordt zij ontboden naar de Rue des Cordeliers, want daar
heeft men Jean Marat, de grote volksheld, vermoord in
zijn badkuip aangetroffen. Marie heeft hem vaak bij haar
oom ontmoet, toen hij gezocht werd door de dienaren van
de koning. Opgejaagd leefde hij toen, maar voor zijn idea
len was niets hem teveel. Deze dierenarts, die uren
kon vertoeven bij een zieke hond, eiste volledige onder
gang van alle vijanden der revolutie en was mede aan
sprakelijk voor de zogenaamde Septembermoorden in 1792.
Maar ook hij had vijanden: uit Caën kwam een jong
meisje, Charlotte Corday, met de bedoeling hem te ver
moorden. In een winkeltje van Palais Royal kocht zij een
mes, wist bij Marat door te dringen en trof hem in zyn
badkuip». In koele bloede doodde zij hem en nu staat Marie
bij dit levenloze lichaam en ook dit beeld moet zy in was
vastleggen.
HET VOLGEND JAAR BRENGT MARIE een heel droe-
dag als zij op het schavot het hoofd ziet vallen van haar
vriendin Madame Elisabeth. Wat heeft deze edelmoedige
godsdienstige vrouw misdreven? vraagt zij zich af. Nog
meer verdriet staat haar te wachten. Haar broer Paul, die
nog steeds op de zolder ziek ondergedoken is, houdt het
op zekere dag niet meer uit, gaat naar beneden, waar een
aantal vooraanstaande Jacobijncn juist vergadert en wordt
prompt gearresteerd. Als Marie te hulp wil komen, arres
teert men ook haar.
Dr. Curtius vertoeft in die dagen juist als Commissaris
voor oorlogsleveranties te Mainz. Zijn trouw aan de revo
lutie doet hem steekpenningen weigeren, die hom geboden
worden door een zekere Favard, voor het aangaan van on
deugdelijke leveranties. Deze Favard wreekt zich door op
een diner vergiftigde wijn te schenken, juist als de bode
het bericht komt brengen van Marie's arrestatie.
Haastig vertrekt Curtius naar Parijs, maar onderweg voe't
hij zich niet goed. Halverwege verzoekt een jongeman met
een vriendelijk open gezicht, hem om een plaatsje in zijn
koets, omdat zijn paard een ongeluk heeft gehad. Eerst bij
Curtius' huis stelt hij zich voor; Francois Tussaud uit Bour
gogne, wonend in hotel de Scilie en hij biedt uit dank aan
Curtius zijn diensten aan,
Curtius vraagt direct aan het personeel of zij weten in
welke gevangenis zijn nichtje zit, maar niemand kan hem
hierop antwoorden. Dan besluit Curtius zelf naar de open
bare aanklager Fouqier Tinville te gaan, van wie Marie
een portret heeft gemaakt. Deze kan de naam Grosholtz
niet op de lijsten vinden, doch geeft Curtius een pas om
zelf in de gevangenissen te gaan zoeken. Zo onderneemt
de oude Curtius, half ziek een speurtocht langs de gevange
nissen, doch tevergeefs, want Marie vindt hij niet. Op een
dag moedeloos thuisgekomen, voelt hij zich heel ziek, hij
vreest, dat hij zijn nichtje niet meer zal weerzien. De
artsen spreken over vergiftigingsverschijselen. In een
helder ogenblik herinnert hij zich de jongeman Tussaud.
Deze moet zijn opsporingswerk voortzetten. In allerijl gaat
een bediende naar het opgegeven hotel om Tussaud te
halen.
Francois Tussaud, een ondernemende en levenslustige jon
geman uit Bourgondië heeft zijn dorp verlaten uit drang
naar avonturen in Parijs de beste producten van zijn vaders
wijngaard te verkopen. In de hoofdstad neemt'hij zijn in
trek in het nogal obscure Hotel de Sicilië, een echt rovers
hol, waar de bediende van Curtius hem komt halen. Direct
gaat hij mee: zal dit het grote avontuur worden, waar hij
zo naar snakt?
IN DE GEVANGENISSEN VAN PARIJS, de Conciergerie,
l'Abbaye, La Force e.a. wachten de duizenden aristo's op hun
veroordeling. Inmiddels tracht men zich het leven nog umt te
veraangenamen: men maakt uitvoerig toilet, danst zonder muziek
de menuet en praat over de glorie van Versailles. In La Force
vertoeven beroemde vrouwen als Madame du Barry, eenmaal de
heerseres over het hart en het hof van Lodewijk XV, en Josephine
de Beauliarnais, een exotische schoonheid, die later keizerin
van Frankrijk zal zijn.
In deze gevangenis wachten ook Paul en Marie Grosholtz
op hun veroordeling. Op zekere dag wordt ook Marie's
naam afgeroepen: zij ziet evenwel, dat zij haar schoenen
heeft vergeten aan te trekken; zij vraagt ze te mogen halen,
en dat wordt haar redding, want op de volgende lijsten komt
zij niet meer voor. Groot is haar verbazing als zij op een
dag in haar gevangenisbroodje een briefje vindt: „Wij
zullen je bevrijden". Welke vrienden zullen haar redden?
Fraijgois Tussaud is reeds bij het eerste aanschouwen van
Marie's wasportret verliefd op haar geworden. Maar hoe
haar te vinden? Dank zij de goede wijn, fiie hij uit zijn dorp
heeft medegenomen, weet hij zich vrienden te maken onder
de bewakers der gevangenissen en daar hij zich als revo
lutionair voordoet, toestemming te krijgen eens een kijkje
te nemen binnen de muren. Als hij eindelijk Marie heeft
gevonden, slaat hem de schrik om het hart: zo slecht
ziet zij er uit.
Hij smeedt een plan om Marie in een leeg wijnvat, wat
in de gevangenis is achtergebleven, naar buiten te smokke
len. Voor alle zekerheid mengt hij een goed slaapmiddel in
de wijn, die hij de bewakers te drinken zal geven. Het
geluk is echter niet met hem: men is argwaan gaan koeste
ren: de ontdekking van het slaapmiddel heeft Frangois'
arrestatie ten gevolge.
De Chapelle Expiatoire met aan weerszijden de graven
van de 500 Zwitserse Gardes, die bij de bestorming van
de Tuilerieën werden gedood. Op hetzelfde kerkhof
rust ook Charlotte Corday. Lodewijk de XVI 'en Marie
Antoinette werden na hun executie eveneens hier be
graven, doch werden later overgebracht naar St. Denis.
Zo zit de jonge avonturier dan nu ook gevangen, doch
gelukkig in dezelfde gevangenis als zijn aangebedene. Door
een opening in de muur, die de mannen van de vrouwen
afdeling scheidt, verneemt Marie uit Frangois' mond de
dood van haar oom.
Voor deze opening in de muur speelt zich heel wat af:
geliefden vinden elkaar, echtgenoten nemen er afscheid.
Door deze opening ook doet Frangois Marie een huwelijks
aanzoek. Hoewel Marie voelt, dat zij zijn liefde niet be
antwoordt, kan zij het niet over zich verkrijgen, om, in de
schaduw van de guillotine, zijn aanzoek te weigeren, aan
gezien het toch door haar is, dat hij in deze benarde positie
is geraakt. Zo wordt in de gevangenis hun huwelijk door
een priester voltrokken; zij kunnen elkaar slechts de hand
geven, want de muur scheidt hen.
Tussaud's vrienden zitten intussen niet stil: nu er twee perso
nen uit de gevangenis ontvoerd moeten worden en liet bewuste
wijm'at te klein is, moet er een nieuw plan worden bedacht.
Op zekere dag melden zich enige handwerkslieden qan de ge
vangenis met op hun schouders een zeer lang tapijt, dat zij in
de kamer van de gevangenisopzichter moeten leggen. Na een
half uur komen zij er echter mee terug, zeggende, dat het te
groot is voor die kamer en dat zij even een ander zullen halen.
7,0 komen, verborgen in het opgerolde tapijt Marie en Francois
behouden in de Hue St. Honorc aan.
De grote karakterverschillen maken het huwelijk niet tot
een succes. Marie, die nu 35 jaar is, heeft teveel leed gezien
en heeft veel levenservaring, dan dat zij zich werkelijk
gelukkig kan voelen naast de man, dien zij onder zulke
hachelijke omstandigheden haar hand schonk cn die, hoe
hoffelijk en opgewekt, nog te jong en onervaren is. Ook
de geboorte van hun twee zoons Frangois en Joseph brengt
deze mensen niet dichter bij elkaar, hoewel Marie probeert
een goed echtgenote te zijn.
Het verleden laat haar niet los: overal in Parijs spreekt
het tot haar, op de pleinen, in een gevel en zelfs in een
rammelende kar. Bedrukt voelt zij zich en in haar eenzaam
heid wendt zij zich tot haar vrienden in het beeldenkabinet,
met wie ze gesprekken voert. Zo ontstaat in Marie het
plan om het land te verlaten en in Engeland te proberen
zich los te maken van het verleden. In 1801 'vertrekt zij
met haar zoontjes en haar beelden naar Engeland.
IONDEN IN HET JAAR 1802. In Fleetstreet heeft Madame
j Londenaren gaan echter haar tentoonstelling voorbij.
Tussaud voor haar beelden een onderdak gevonden. De
Haar zakeninstinct zegt haar, dat er reclame nodig is en
enkele dagen later verschijnt er dan ook een grote kop in
de krant: „Man wordt verliefd op wassenbeeld. Doornroosje
Wasportret van Madame TuTssaud.
uit het wassenbeeldenkabinet van Madame Tussaud gesto»
len." Grote verslagen over het proces volgen, waarbij da
zogenaamde dief bekent. Deze reclamestunt werpt vruchten
af: rijen bezoekers komen het wassenbeeldenkabinet van
Madame Tussaud bezichtigen. Achter de kassa zit een han
dige zakenvrouw, die met een scherpe blik haar bezoeker!
waarneemt.
Gedurende de volgende 30 jaren reist Madame Tussaud
met haar collectie beelden door Engeland. In Frankrijk
stijgt en daalt Napoleon's ster, de Bourbons komen terug,
maar zij heeft er geen interesse meer voor. Haar zaak is
haar levensdoel; overal in Engeland en Schotland kent men
haar nu. Een reis naar Ierland wordt haar noodlottig: stort
zeeën en stormen maken het schip tot een speelbal der
golven; in de ruimen hotsen de beelden door elkaar. Het
schip slaat lek. Madame Tussaud wil naar beneden om
haar heelden te redden. Men trekt haar met geweld in de
reddingboot. Eén beeld heeft zij nog weten te behouden:
dat van Marie Antoinette. Zo verdwijnt het beste deel van
haar collectie in de golven.
Met haar geweldige .energie, besluit Madame. Tussaud. de
in Londen bewaarde gietvormen uit de opslagruimten te
halen en haar collectie te gaan herscheppen. De detailverzor
ging der gewaden en kapsels vereist dagen werk. Toch kan
Madame Tussaud in 1835 voldaan op haar werk neerzien: het
wassenbeeldenkabinet is in alle glorie herrezen. Zij neemt
echter niet meer het risico ermee te gaan reizen. Zij laat
talrijke grote kisten bij zich brengen, alle gevuld met de
opbrengst in munten van haar tournées. Het is een groot
bedrag en genoeg om in Bakerstreet een permanente woning
voor haar beelden te gaan openen.
Nu dit is bereikt begint Madame Tussaud wat te verstarren
cn zelf meer op een beeld, dan op een levend mens te lijken.
In de volgende IS jaar blijft zij zelf nog actief aan het werk
deelnemen, doch brengt ook veel nachtelijke uren bij haar beel
den door. Zo vinden liaar kinderen haar op een morgen in diepe
rust bij liet beeld van Doornroosje. De dood, met wie zij in
liaar 90 levensjaren zo vertrouwd was geworden, is tot liaar
gekomen,
MADAME TUSSAUD IS DOOD. Aan een lang
leven kwam een einde, maar toch leeft zij voort
in de verzameling beelden door haar handen
vervaardigd en uitgebreid door haar zoons en klein
zoons. Op 8 Mei 1925 werd dit werk weer bedreigd;
een enorme brand vond in de wassen beelden een
gemakkelijke prooi; weer duurde het drie jaren,
eer het kabinet uit zijn as kon verrijzen, dank zij
het behoud van de gietvormen. En in dit grote com
plex zit nog steeds het kleine oude dametje in haar
zijden japon met kapothoedje, achter haar brilleglazen
rond te kijken en zij glimlacht over de vergankelijk
heid van de mensen, van wie zij de opkomst en onder
gang van zo dichtbij meemaakte.
Dokter Guillotin, de uitvinder van de naar hem ge
noemde guillotine, het, destijds zeer humaan geachte,
executie-apparaat onder welks omlaagsuizende valbijl zo
vele Fransen het leven lieten.