Is Klein-Europa te sterke buur voor Groot-Brittannië Gent zoekt nog steeds naar paneel van Van Eyck's Gods" In de schatkamer van Vlaanderen Waar een rijk verleden spreekt Doet U open? Fotograaf met een kroontje ATIE Als gidsv.d.Broecke gaat vertellen DOOR BELGIE Reportage uit het Huis van Europa (4) Zes van de E.D.G. vormen harde kern Ter overdenking ZATERDAG 6 JUNI 195S itfolo) voor Facultatieve Hfkver- passing van lage crematie- 3.- per jaar. De vereniging ring op speciale voorwaarden. ngenHoofdkantoor 554797 - VGravenhage. MOTOR- en BROMFIET SERS'. Wij leveren op ter mijnbetaling: leren jassen voor dames en heren, ooit voor dames een Brom fietscombinatie, best. uit leren jasje en wollen pan talon in moderne kleuren. Alles naar maat. Vr. inl. of bezoek bij Kledingbe drijf „JEKON", Emmasin- gel 23, Groningen. Eerste Hypotheken vanaf 3% Tweede Hypotheken op courante onderpanden, Scheepshypotheken. Auto- en Machinecredieten 6 Bromfietsen-financieringen Alle verzekeringen. Vraagt inlichtingen. Hypotheekkantoor „Riing- naida" te St. Pancras N.H. (Van een onzer redacteuren) WIJ STAAN ONDER DE MACHTIGE BOGEN van Gents gothische St. Baals. Het bleke licht van de voorjaarsmorgen wordt gefilterd door de gebrandschilderde ramen. Een schraal zonnetje doet ijverig pogin gen de kerk binnen te dringen en tovert bijna een kleurig mozaiek op het grijze habijt van een monnik, die biddend langs de kruisweg gaat. Enige vrouwen liggen devoot geknield voor het altaar. Zeven eeuwen tien op haar neer. Een oude man, sjofel gekleed, de pet in de knokige vingers geklemd, doopt zijn hand in de wijwaterkelk bij de uitgang, slaat een kruisje en verlaat de kathedraal. De zware eikenhouten deur piept en het straatrumoer verstoort de serene stilte. Een ogenblik slechts en dan heerst in het godshuis weer een gewijde rust. De gids wekt ons uit onze mijmering en ongemerkt lopen wij op de tenen naar de kapel, waar even later twaalf Nederlandse journalisten in stille be wondering staan voor het onvoorstelbaar mooie drieluik van de gebroe ders Van Eyck: „De aanbidding van het Lam Gods". Met gedempte stem verklaart de gids de betekenis van het werk, wijst ons op de details en vraagt overigens volkomen overbodig - aandacht voor het prach tige coloriet. Plots gaat zijn vinger in de richting van een klein ivit pa piertje in de benedenhoek van het linker paneeldat de naam draagt van 'de kunstschilder De Feike. Nadat twee panelen van het drieluik waren gestolen, heeft De Feike onder toezicht van prof. Coremans. be kend uit de Vermeer-affaire, dit onderdeel „De rechtvaardige rechters" geschilderd. De dief zond één paneel terug, het andere is nog steeds soek en slechts het gelukkige toeval zal Gent weer in het bezit kunnen stellen van dit gedeelte van zijn grootste kunstschat, die zes eeuwen doorstond, doch rond de helft van de twintigste eeuw onderwerp werd van een mysterieuze geschiedenis. KORT NA DE DIEFSTAL van de twee linkerpanelen (een voor- en een achterziide) uit de kapel in de St- Baafs ontving de burgemeester van Gent een anonieme brief waarin de dief aanbood de panelen tegen ont vangst van twee millioen francs terug te zenden. Ten bewijze, dat hij inder daad in het bezit was van het kunst werk, gaf hii de burgemeester het ad- vies zich naar het Gare du Nora in Brussel te begeven, alwaar hij in de goederenloods één der panelen zou vinden. De burgemeester toog naar de Belgische hoofdstad en vond inderdaad op de Noorderstatie het paneel, dat door een onbekende afzender station restante was verzonden. Het gehele Belgische politieapparaat zocht ijverig naar het tweede paneel, doch haar speuren bleef tevergeefs. Zo brak dan de dag aan, waarop in Gent een grote vergadering werd ge houden. tiidens welke de minister van Kunstzaken, de heer De Schrijver, het woord zou voeren. De zaal was stamp vol en luisterde met aandacht naar de rede van Zijne Excellentie. Plotseling ontstond er echter rumoer onder het publiek. Een man, die enkelen als de koster van Wetteren herkenden, werd onwel en riep om de minister. De heer De Schrijver stapte van het podium en begaf zich naar de plaats waar de kos ter lag. Deze stamelde enige onver staanbare woorden en.... stierf. Het tragische sterfgeval en het vreemde verzoek van de koster vormden niet alleen het gesprek van de dag, doch plaatste tevens de politie op een spoor. Men bracht de wens van de koster om kort voor zijn dood de minister te spreken in verband met de diefstal van de panelen van „Het Lam Gods" en trok naar Wetteren. En ziein het huis van de koster werd de schrijfma chine gevonden, waarop de anonieme brief was getikt. De vrouw en de zoon des huizes werden aan een langdurig verhoor onderworpen, doch konden geen opheldering geven. Het huis werd van boven tot onder omgekeerd, de omgeving aan een minutieus onderzoek onderworpen, doch het ontbrekende pa neel werd nimmer gevonden. Gent hoopt thans vurig, dat een toeval eens het gestolene zal terug brengen op de plaats waar het hoort. In die kleine, sfeervolle kapel van de oude St. Baafs. van het Vlaamse land. de stad. die in 1180 de kapitool van Vlaanderen werd en drie eeuwen later, dank zij de lin nen- en lakenhandel meer inwoners telde dan het Parijs van die dagen. Gent, de stad ook. die, naar officieel is vastgesteld, meer goed bewaarde kunstschatten bezit dan Brussel. Brug ge, Mechelen en Antwerpen tezamen. Gul laat de leraar ons delen in zijn kennis van de historie van zijn stad en pepert zijn beschouwingen met enkele kostelijke legenden en volksver halen. Zo staan wij op de Vrijdagmarkt voor het standbeeld van de „Wijze man van Gent", Jacob van Artevelde, die, in 1338 tot Hoofdman van Gent aange steld. door zijn beleid Vlaanderens zelfstandigheid verwezenlijkte. Van Artevelde staat daar met uitgestrekte arm en op de vier hoeken van de sok kel rusten vier zittende vrouwenfigu ren. „Kijk" zegt onze gids, „de hand wijst precies in de richting van het cafétje aan de overkant. De Gentena ren zeggen, dat hij vijf .biertjes bestelt. Eén voor hem en vier voor de meisjes". HEMELSBREED liggen er rond vijftig kilometers tussen de Belgische badplaats Ostende met zijn ultra modern sneeuw wit Casino-paleis en het oude grijze Gent, een van de schat kamers van Vlaanderen. Twee Vlaamse plaatsen, twee felle contrasten. Terwijl Ostende toeristen trekt met zijn Kur saal, verleidt Gent zijn bezoe kers met de getuigen van een rijk verleden. Met de amateur- gids, de heer Frans van den Broecke dwaalden wij door de hoofdstad van Oost-Vlaande- ren. In nevenstaande schets willen wij u iets vertellen van wat wij zagen en.... hoorden. Op het Ste Veerleplein, in de zes tiende eeuw de plaats van vele terecht stellingen staat een leeuwtje op een zuil, een monumentje dat ter herinne ring aan de in 1913 te Gent gehouden wereldtentoonstelling werd opgericht. In de volksmond wordt het „Het lachende leeuwtje" genoemd. „Lachend omdat er toen zoveel geld is verdiend". ONZE LEIDSMAN bepaalt zich niet alleen tot aardige verhaaltjes. Met nauwverholen trots gewaagt hij van de bezienswaardigheden van zijn stad en in een oogwenk slaagt hii erin ons te doen delen in zijn enthousiasme over de mannelijke schoonheid vaft Gent, dat niettegenstaande het toenemende toeristenbezoek toch nog door te weinig vreemdelingen wordt bezocht. Om een greep te doen uit de schatkamer van Ganda: het sombere middeleeuwse 's Gravensteen, de prachtige van een rijk verleden getuigende gildehuizen aan de Graslei, het stoere Belfort met zijn 53 klokken in de toren en Klokke Roeland aan de voet, de St. Niklaas- kerk uit het begin van de dertiende eeuw, het versterkte herenhuis uit de Middeleeuwen dat Geerard de Duivel steen heet, de romantische Aehtersik- kel waar wij ons in een ander tijdperk hadden gewaand als er geen gestroom lijnde Buick was geparkeerd, de Laken hal, het Begijnhof, de Donkere Poort, restant van het Prinsenhof, waar op 24 Februari 1500 Karei V het levenslicht zag en het Hotel d'Hane-Steenhuyse, De „Rij der Gentse torens": v.l.n.r. de St. Baafs, het Belfort en de St. Niklaas. dat Lodewijk XVIII gedurende het honderdjarig bewind van Napoleon in woning verschafte. Het stadhuis neemt temidden van deze rijkdom een bijzon dere plaats in. Als geen ander gebouw toont het ons twee bouwstijlen in één perceel verenigd. Het rechter gedeelte, het Schepenhuis van de Keure, in de gothische stijl van de zestiende eeuw. links het Schepenhuis van de Ghedele in de Renaissancestijl van de zeven tiende eeuw. En in dit stadhuis de prachtige Vierschaar, de zaal waar in 1576 de Pacificatie van Gent werd ge tekend. Op de vloer een doolhof van zwarte tegels, dat in vroeger jaren een veelgebruikt strafwerktuig vormde. Wie gezondigd had, moest biddend op zijn knieën de weg van de zwarte tegels volgen. Wij kunnen ons voorstellen, dat deze penitentie een geduchte straf betekende. Natuurlijk hebben ook deze tegels hun verhaal. De heer Van den Broecke vertelt het ons. „Er was eens een Gentenaar die een varken had gestolen en veroordeeld werd om met de Rozenkrans in de hand biddend op zijn knieën over de zwarte tegels te kruipen. Terwijl de man zijn straf onderging, stapte er een nonnetje binnen, dat zich verwonder de over de ootmoed van de poorter. Als een wereldlijk persoon zo godsdienstig is. dan ben ik daar zeker toe verplicht, dacht het nonnetje en de daad bij het woord voegend, kroon zij eveneens over de stenen vloer. In het midden van de zaal ontmoette zii de dief. die de kloos terlinge in gelijke ornrtandirtieden ziende, vroeg: „Ewel zuster, hedde gü °k een zwijn gestolen?" Wij verlaten het wonderschone Gent- Op de brug van St. Michiel slaan wij nog een laatste blik op de unieke „Rij van Gentse torens", de St. Niklaas, het Belfort en de St. Baafs. En zeggen een hartgrondig: „Tot weerziens". (Speciale correspondentie) LAAT IK NU NIET PESSIMISTISCH WORDEN. De grootste gemene deler van de doeleinden der 6 staten, die de EDG vormen, mogen dan klein zijn, men moet politiek van rekenkunde weten te onderscheiden. Deze g.g d. kan tenslotte groter worden. Er zijn méér vormen van samenwerking op een smalle basis begonnen en desniettemin hecht en sterk geworden. De Belgische staatsman P. H. Spaak zeide op 9 Maart van dit jaar: „Het is duidelijk, dat het onmogelijk is aan elk van onze Staten alle rechten behorende bij een onafhankelijke souverei- niteit, te verzekeren en tegelijkertijd de belangen en de zekerheid van alle te waarborgen. Het is altijd moeilijk het juiste midden te vinden tussen de rechten, waarvan men moet afzien en die welke men kan behouden in het onderhavige geval wordt die moeilijkheid nog vergroot door de verschillen tussen onze staten in levensomstandigheden, opper vlakte, gewoonten en bijzondere belangen." Dat waren rake woorden en toch waren zij niet nieuw, want toen Spaak ze uitsprak citeerde hij uit een brief van George Washington van 17 September 1787. Het was een brief ter begeleiding van het ontwerp der grondwet voor de V.S. van Noord-Amerika. En ziet wat er gebouwd is op dat fundament! Europa kan een eenheid worden; Europa is het alleen nog op geen stukken na. Daarom stelt Straatsburg al degenen teleur, die in hun gedachtenwereld al verder zijn dan de werkelijkheid is. Straatsburg zoekt nog steeds naar het juiste midden tussen de rechten, waarvan men moet afzien en die welke men kan behouden. Het is een zoeken in een chaotische warboel. Men moet er niet al te vaak met zijn neus boven gaan staan wil men zijn vertrouwen in het uiteindelijke resultaat geen kinderspeelgoed!" an woede. „Ja, je denkt d inen hebt, hè? Maar je re pijp roken...." „Schreef iel Vonkenboer haar beasfj, ollen zijn nu omgekeerd, J ,g r in willen laten lopen met r dit zal bewijzen, dat ,g Hij hield de browning in men zei niets. Ze keek a wat zij toen zag, deed *i ogen dichtknijpen. Vn stapte langzaam en log MOCHT GE OOIT Gent bezoeken en wij kunnen het u van harte aanbeve len. dan hopen wij. dat ge zo gelukkig zult zijn door de heer Frans van den Broecke te worden rondgeleid Frans van den Broecke. een forse vijftiger, de zwarte flambard zwierig on één oor. is leraar van beroep en treedt in zijn vrije tijd als amateur gids op- „Hoe meer ik weet des te beter weet ik, dat ik er nog niets van weet", is de ver klaring van de man. die gerechtigd is fungerem'^guurlifk ges'nrokem hebben j behouden. Men moet eigenlijk een grenzenloze optimistzijn om als wii hangend aan ziin linnen door het politicus of als journalist te Straatsburg niet aan scepsis te bezwijken. oude Gent gewandeld. Gent het hart 1 DE GKS WERKT tenslotte, zij het nog stroef. En de EDG zal nu hoogst waarschijnlijk wel geratificeerd worden en dan eveneens gaan functionneren. Wat dat wil zeggen, kunnen wij ons ternauwernood voorstellen: divisies van zes staten, die elkaar tien jaar geleden nog op leven en dood bevochten, onder één leiding, waarin men althans zal trachten elke vorm van hegemonie te vermijden. Dat betekent voor de EDG-statcn niet meer en niet minder dan het prijs geven van het beheer over de eigen onafhankelijkheid. Dat betekent het wegsnijden van het hart uit de eigen souvereiniteit. Dat betekent in feite ook al verzetten wij ons er tegen het zó duidelijk te zien het opheffen van zes staten en het stichten van een nieuwe; een nieuwe van dezelfde orde van grootte als de V.S. van Noord- Amerika. Zeg ik te veel? Staat het nergens Enige fraaie gevels in Gent, getekend door Herman Verbaerg. beschreven dat de EDG zóver gaat? Toegegeven, maar het komt op hetzelfde neer. Een staat, die het bevel over zijn strijdkrachten voorgoed uit handen geeft, heft zichzelf staatsrechtelijk wel niet op, maar op de keper be schouwd komt het daar toch wel op neer. De politici van Straatsburg hebben het in feite ook zo aangevoeld. Hoe zouden zij er anders toe gekomen zijn te gaan beraadslagen over een Europese Politieke Gemeenschap nog voor de Europese Defensie-Gemeenschap geheel in kannen en kruiken is? Als 6 staten zichzelf en elkaar gemeenschappelijk gaan verdedigen moeten zij een gemeen schappelijk doel hebben, een gemeen schappelijke politiek. Samenwerken, hoe dan ook, zonder doel heeft geen zin. Het is overigens wel typisch Straatsburgs-Europees eerst militaire samenwerking te bekokstoven en pas daarna een formule te gaan zoeken voor de reden waarom. PREAMBULE MAAR AL IS DE volgorde dan in strijd met alle logica, het is goed dat het doel der 6, de gemeenschappelijke politieke gedragslijn, wordt uitgestip peld. Het doel dan luidt als volgt (preambule van het ontwerp-verdrag behelzende het Statuut van de Europese Gemeenschap) W ij volkeren Overwegende, dat de wereldvrede slechts kan worden bewaard door een krachtsontplooiing evenredig aan de gevaren die hem bedreigen; Ervan overtuigd, dat de bijdrage die een georganiseerd vrij en levend Euro pa tot de beschaving kan leveren en tot de bescherming van ons gemeen schappelijk geestelijk erfdeel, onont beerlijk is voor het handhaven van vreedzame betrekkingen; Verlangend door uitbreiding van onze productie gezamenlijk bij te dra gen tot een verhoging van het levens peil en tot het toenemen van de wer ken des vredes; Voornemens gezamenlijk de waardig heid, de vrijheid en de fundamentele gelijkheid van de mensen, welke ook hun levensomstandigheden, hun ras of hun godsdienst zijn, te beschermen; Vastbesloten onze eeuwenoude wed ijver door een samensmelting van onze wezenlijke belangen te vervangen en wel door het oprichten van instellin gen, die in staat zijn richting te geven aan een voortaan gezamenlijke be stemming; Ons bereid verklarend in ons midden op te nemen alle andere volkeren van Europa die door dit zelfde ideaal be zield zjjn; Hebben besloten een Europese Ge meenschap in het leven te roepen. PLAN-EDEN ZIEDAAR DAN DE POLITIEKE grootste gemene deler van Frankrijk, Duitsland, Italië en de Drie-van-Bene- lux. Ziedaar de formule, op grond waar van 6 Europese staten de weg inslaan naar de samensmelting tot één. Hier, te Straatsburg, vormen zij een kern, die hard begint te worden te midden van de weke massa der 15 min 6. Dat hard worden, dat kristallisatie proces, gaat gepaard met een steeds groter en steeds weker worden van de massa rondom. Ijverig zoekt men naar een weg om meer landen direct of indirect te laten deelnemen aan het werk van de Raad van Europa. Zwitserland schijnt grote belangstelling te hebben voor samen werking op niet-politiek terrein. Oos tenrijk zou, naar het schijnt, willen deelnemen. En moet men op den duur toch ook niet Spanje en Portugal in schakelen? Bovendien is daar het be faamde plan-Eden, misleidend ook ge noemd het plan-Straatsburg, dat be oogt sommige overzeese gebiedsdelen van sommige Europese landen aan sommige werkzaamheden te Straats burg te laten deelnemen. BUREN VAN FORMAAT MEN HEEFT DEZE WENS welwil lend in beraad genomen, maar tegelij kertijd getracht na te gaan, wat Enge- lands minister van Buitenlandse Zaken beoogt met dit bijzonder opgeblazen en bijzonder vage plan. Een afleidings manoeuvre? Een poging om de kristal lisatie te vertragen? De Britten schijnen met leedwezen het feit onder ogen te zien, dat de EDG een goede kans van slagen heeft. Zij maken (bedekt) zure opmerkingen; zU praten het meest in Straatsburg en zjj doen het minst aan Europa. Eeuwenlang hebben zij weigevaren bij het verdeel-en-heers-principe, maar dat dreigt nu opeens niet meer op te gaan. Zij zijn het geweest, die bij wijze van tegenstelling tot G r o o t-Brittan- nië de kleinerende term Klei n-Euro- pa hebben gelanceerd voor het Europa van 6, dat overigens als het eenmaal hecht en weldoortimmerd zal zijn af geleverd qua inwonertal en in som mige andere opzichten op één lijn ge steld kan worden met de V.S. van Noord-Amerika. Het schijnt geen aangenaam voor uitzicht voor de Britten te zjjn binnen afzienbare tijd misschien twee buren- van-formaat te hebben, zelfs niet als het bevriende buren zijn. Misschien is het slinken van het eigen formaat daar niet vreemd aan. yANDAAG werd bij ons aangebeld door een jonge, ons onbekende vrouw. Ze had een baby op de arm bij zich. Ik had haar een poosje tevoren al bij het rijtje huizen van de overburen zien bellen. Soms werd niet opengedaan, meestal wel. Ze liet dan iets zieneen stuk papier. Niet iedereen wilde het lezen, maar er wa ren ook mensen, die het witte papier wel lazen. De reacties, die ik van de overkant kon gadeslaan, waren heel verschillend. De één schudde afwij zend het hoofd en sloot de deur met een duidelijk-hoorbare slag. Een an der opende haar huisdeur juist wijd en nodigde die stil-afwachtende vrouw met haar kindje binnen. Na een kwartiertje ging de onbekende verder. Zo kwam ze ook bij ons, trok aan de bel. Wie zou ze zijn, wat be tekende dat papier? Een minuut later wist ik het. Op het papier, een oude enveloppe, staat, dat deze vrouw aan toevallen lijdt en alleen staat op de wereld. Ze liet ons haar leed zien. Daarna trachtte ze iets te verkopen: lelijke foto's, zulke, als -je nooit zult versturen. Ze kwam om steun en hulp voor zichzelf en het kindje. Ik begreep nu, dat er onder de overburen mensen waren, die deze ontmoeting weigerden en de deur dichtsloegen. Ook dat anderen er op in gingen. Ze is nu verder gegaan, maar de ontmoeting is gebleven en heeft een vergelijking achtergelaten, nl. het beeld van een Man, die door de wereld, door ons leven gaat, duikt op. Hij klopt bij ons aan. Soms zien we Hem bij onze overbuur binnen gaan: een smal of wijd geopende deur. Ook zien en horen we dat een ontmoeting met Hem geweigerd wordt. Hij staat niet smekend, maar als een vriend voor de deur. Hij laat niet Zijn leed allereerst zien, maar als we Hem ontmoeten, het gesprek met woorden en stilte willen voeren, dan ontdekken we ons eigen leed. Ontdek ken we onszelf, de naaste en de we reld. Hij geeft ons een foto, zonder re touche, opmaak van het mensenle ven. Helemaal gelijkend. Hij toont ons, dat we, als we al niet aan „toe vallen", dan wel aan aanvallen lijden. Aanvallen van eigenwaan, onbarm hartigheid, ongeloof, liefdeloosheid, haat, eenzaamheid vult u zelf maar in. Die wonderlijke Man klopt soms onverwacht en biedt de voor waarden voor wezenlijk mens-zijn aan Namelijk de gemeenschap met Hem-zelf, met God. Hij biedt aan ons bij, in Hem te bergen voor aanvallen van al wat kwaad in en rondom ons is. Bij vrijwel ieder van ons is een papier achtergelaten: De Bijbel. Daarin ontmoeten we Hem en ons zelf, hebben we een gesprek, vinden we een stilte. Hij gaf en geeft Zich zelf ömdar trij" van ~ons- treudt.Hij vraagt niet te geloven in dit of dat. Hij vraagt Hem te ontmoeten en zegt: „Zie Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar Mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen." Ons wezenlijk mens-zijn hangt af van het aanvaarden of weigeren van deze ontmoeting, dit binnenlaten iti ons leven. Doet u opën? J. Th. P. TOEN DE MELODIEUZE klanken van mijn speeldooswekker mijn oor bereikten, had ik een vaag gevoel dat er met deze dag iets bizonders aan de hand was. Langzaam van de slaap in ten waaktoestand trachtend te komen, besefte ik het: Vandaag was het de verjaardag van onze Benjamin. Als jongste van de vijf wordt dit lieftallige wezen door zjjn broers en zusters beur telings vertroeteld, bewonderd en af gesnauwd. Terwijl ik op mijn tocht naar de kast het koude vloerzeil succesvol ver meed door de twee juiste sprongen op de vloerkleedjes te nemen, overlegde ik wat ik aan zou trekken. Dit is een belangrijk punt in ons gezin want op verjaardagen trekt ieder zjjn beste spullen aan, hierdoor meteen al het bizondere van de dag accentuerend. Besluitend tot de nieuwe blauwe blouse, hoorde ik het slachtoffer van de ene kamer naar de andere scharre len, overal vragend: „heb je ook doot- jes"? Als hij nergens wat vangt de traditie getrouw worden de cadeautjes in de versierde stoel opgestapeld be landt hjj tenslotte in mijn bed. Met rode slaapwagen en al zijn krullen recht overeind, zit hjj ernstig de aan- kleedpartij van zjjn ouders gade te slaan. Juist als ik bezig ben met het sluiten van de knopenrij van de „nieu we blauwe", komt Ellen onze achtja rige binnen. Ze gaat klein vrouwtje al naast me voor de spiegel staan, waarin ze eerst zichzelf en daarna haar moeder critisch bekjjkt. „Mooi is moeder, hè", zegt mijn man, „ze Ijjkt. wel een gravin." Dat is te hoog gegrepen, denk ik, en ja hoor, prompt erop vraagt Ellen, wier historische kennis nog blanco is: „Wat is eigenljjk een gravin"? Om er van af te zjjn zeg ik: „da's de vrouw van een graaf" en ga voort mjin haren in de gewenste richting te fatsoeneren. Hierbij had ik buiten de waard of in ait geval buiten mijn man gerekend, die opvoeden een serieuze bezigheid vindt. Tussen twee halen van het scheermes in vroeg hij: „Maar weet Ellen wat ren graaf is"? Terwijl ik me zenuwachtig met de drukke ochtend in het vooruitzicht op een lange explicatie voorbereid, vangt Ellen alle moeilijkheden heel gracieljjk op. Ze knikt heel triomfantelijk: „O 7o, een graaf, dat is de mail die foto's maakt". HENDRINE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1953 | | pagina 5