Is
Klein-Europa te sterke buur
voor Groot-Brittannië
Gent zoekt nog steeds naar paneel
van Van Eyck's Gods"
In de schatkamer van Vlaanderen
Waar een rijk verleden spreekt
Doet U open?
Fotograaf met
een kroontje
ATIE
Als gidsv.d.Broecke
gaat vertellen
DOOR BELGIE
Reportage uit het Huis van Europa (4)
Zes van de E.D.G.
vormen harde kern
Ter overdenking
ZATERDAG 6 JUNI 195S
itfolo)
voor Facultatieve Hfkver-
passing van lage crematie-
3.- per jaar. De vereniging
ring op speciale voorwaarden.
ngenHoofdkantoor
554797 - VGravenhage.
MOTOR- en BROMFIET
SERS'. Wij leveren op ter
mijnbetaling: leren jassen
voor dames en heren, ooit
voor dames een Brom
fietscombinatie, best. uit
leren jasje en wollen pan
talon in moderne kleuren.
Alles naar maat. Vr. inl.
of bezoek bij Kledingbe
drijf „JEKON", Emmasin-
gel 23, Groningen.
Eerste Hypotheken vanaf
3% Tweede Hypotheken
op courante onderpanden,
Scheepshypotheken. Auto-
en Machinecredieten 6
Bromfietsen-financieringen
Alle verzekeringen. Vraagt
inlichtingen.
Hypotheekkantoor „Riing-
naida" te St. Pancras N.H.
(Van een onzer redacteuren)
WIJ STAAN ONDER DE MACHTIGE BOGEN van Gents gothische
St. Baals. Het bleke licht van de voorjaarsmorgen wordt gefilterd door
de gebrandschilderde ramen. Een schraal zonnetje doet ijverig pogin
gen de kerk binnen te dringen en tovert bijna een kleurig mozaiek op
het grijze habijt van een monnik, die biddend langs de kruisweg gaat.
Enige vrouwen liggen devoot geknield voor het altaar. Zeven eeuwen
tien op haar neer. Een oude man, sjofel gekleed, de pet in de knokige
vingers geklemd, doopt zijn hand in de wijwaterkelk bij de uitgang,
slaat een kruisje en verlaat de kathedraal. De zware eikenhouten deur
piept en het straatrumoer verstoort de serene stilte. Een ogenblik
slechts en dan heerst in het godshuis weer een gewijde rust. De gids
wekt ons uit onze mijmering en ongemerkt lopen wij op de tenen naar
de kapel, waar even later twaalf Nederlandse journalisten in stille be
wondering staan voor het onvoorstelbaar mooie drieluik van de gebroe
ders Van Eyck: „De aanbidding van het Lam Gods". Met gedempte
stem verklaart de gids de betekenis van het werk, wijst ons op de details
en vraagt overigens volkomen overbodig - aandacht voor het prach
tige coloriet. Plots gaat zijn vinger in de richting van een klein ivit pa
piertje in de benedenhoek van het linker paneeldat de naam draagt
van 'de kunstschilder De Feike. Nadat twee panelen van het drieluik
waren gestolen, heeft De Feike onder toezicht van prof. Coremans. be
kend uit de Vermeer-affaire, dit onderdeel „De rechtvaardige rechters"
geschilderd. De dief zond één paneel terug, het andere is nog steeds
soek en slechts het gelukkige toeval zal Gent weer in het bezit kunnen
stellen van dit gedeelte van zijn grootste kunstschat, die zes eeuwen
doorstond, doch rond de helft van de twintigste eeuw onderwerp werd
van een mysterieuze geschiedenis.
KORT NA DE DIEFSTAL van de
twee linkerpanelen (een voor- en een
achterziide) uit de kapel in de St-
Baafs ontving de burgemeester van
Gent een anonieme brief waarin de
dief aanbood de panelen tegen ont
vangst van twee millioen francs terug
te zenden. Ten bewijze, dat hij inder
daad in het bezit was van het kunst
werk, gaf hii de burgemeester het ad-
vies zich naar het Gare du Nora in
Brussel te begeven, alwaar hij in de
goederenloods één der panelen zou
vinden. De burgemeester toog naar de
Belgische hoofdstad en vond inderdaad
op de Noorderstatie het paneel, dat
door een onbekende afzender station
restante was verzonden. Het gehele
Belgische politieapparaat zocht ijverig
naar het tweede paneel, doch haar
speuren bleef tevergeefs.
Zo brak dan de dag aan, waarop in
Gent een grote vergadering werd ge
houden. tiidens welke de minister van
Kunstzaken, de heer De Schrijver, het
woord zou voeren. De zaal was stamp
vol en luisterde met aandacht naar de
rede van Zijne Excellentie. Plotseling
ontstond er echter rumoer onder het
publiek. Een man, die enkelen als de
koster van Wetteren herkenden, werd
onwel en riep om de minister. De heer
De Schrijver stapte van het podium en
begaf zich naar de plaats waar de kos
ter lag. Deze stamelde enige onver
staanbare woorden en.... stierf. Het
tragische sterfgeval en het vreemde
verzoek van de koster vormden niet
alleen het gesprek van de dag, doch
plaatste tevens de politie op een spoor.
Men bracht de wens van de koster om
kort voor zijn dood de minister te
spreken in verband met de diefstal van
de panelen van „Het Lam Gods" en
trok naar Wetteren. En ziein het
huis van de koster werd de schrijfma
chine gevonden, waarop de anonieme
brief was getikt. De vrouw en de zoon
des huizes werden aan een langdurig
verhoor onderworpen, doch konden
geen opheldering geven. Het huis werd
van boven tot onder omgekeerd, de
omgeving aan een minutieus onderzoek
onderworpen, doch het ontbrekende pa
neel werd nimmer gevonden. Gent
hoopt thans vurig, dat een toeval eens
het gestolene zal terug brengen op de
plaats waar het hoort. In die kleine,
sfeervolle kapel van de oude St. Baafs.
van het Vlaamse land. de stad. die in
1180 de kapitool van Vlaanderen werd
en drie eeuwen later, dank zij de lin
nen- en lakenhandel meer inwoners
telde dan het Parijs van die dagen.
Gent, de stad ook. die, naar officieel
is vastgesteld, meer goed bewaarde
kunstschatten bezit dan Brussel. Brug
ge, Mechelen en Antwerpen tezamen.
Gul laat de leraar ons delen in zijn
kennis van de historie van zijn stad
en pepert zijn beschouwingen met
enkele kostelijke legenden en volksver
halen. Zo staan wij op de Vrijdagmarkt
voor het standbeeld van de „Wijze man
van Gent", Jacob van Artevelde, die,
in 1338 tot Hoofdman van Gent aange
steld. door zijn beleid Vlaanderens
zelfstandigheid verwezenlijkte. Van
Artevelde staat daar met uitgestrekte
arm en op de vier hoeken van de sok
kel rusten vier zittende vrouwenfigu
ren. „Kijk" zegt onze gids, „de hand
wijst precies in de richting van het
cafétje aan de overkant. De Gentena
ren zeggen, dat hij vijf .biertjes bestelt.
Eén voor hem en vier voor de meisjes".
HEMELSBREED liggen er
rond vijftig kilometers tussen
de Belgische badplaats Ostende
met zijn ultra modern sneeuw
wit Casino-paleis en het oude
grijze Gent, een van de schat
kamers van Vlaanderen. Twee
Vlaamse plaatsen, twee felle
contrasten. Terwijl Ostende
toeristen trekt met zijn Kur
saal, verleidt Gent zijn bezoe
kers met de getuigen van een
rijk verleden. Met de amateur-
gids, de heer Frans van den
Broecke dwaalden wij door de
hoofdstad van Oost-Vlaande-
ren. In nevenstaande schets
willen wij u iets vertellen van
wat wij zagen en.... hoorden.
Op het Ste Veerleplein, in de zes
tiende eeuw de plaats van vele terecht
stellingen staat een leeuwtje op een
zuil, een monumentje dat ter herinne
ring aan de in 1913 te Gent gehouden
wereldtentoonstelling werd opgericht.
In de volksmond wordt het „Het
lachende leeuwtje" genoemd. „Lachend
omdat er toen zoveel geld is verdiend".
ONZE LEIDSMAN bepaalt zich niet
alleen tot aardige verhaaltjes. Met
nauwverholen trots gewaagt hij van de
bezienswaardigheden van zijn stad en
in een oogwenk slaagt hii erin ons te
doen delen in zijn enthousiasme over
de mannelijke schoonheid vaft Gent,
dat niettegenstaande het toenemende
toeristenbezoek toch nog door te weinig
vreemdelingen wordt bezocht. Om een
greep te doen uit de schatkamer van
Ganda: het sombere middeleeuwse
's Gravensteen, de prachtige van een
rijk verleden getuigende gildehuizen
aan de Graslei, het stoere Belfort met
zijn 53 klokken in de toren en Klokke
Roeland aan de voet, de St. Niklaas-
kerk uit het begin van de dertiende
eeuw, het versterkte herenhuis uit de
Middeleeuwen dat Geerard de Duivel
steen heet, de romantische Aehtersik-
kel waar wij ons in een ander tijdperk
hadden gewaand als er geen gestroom
lijnde Buick was geparkeerd, de Laken
hal, het Begijnhof, de Donkere Poort,
restant van het Prinsenhof, waar op 24
Februari 1500 Karei V het levenslicht
zag en het Hotel d'Hane-Steenhuyse,
De „Rij der Gentse torens": v.l.n.r. de St. Baafs, het Belfort en de
St. Niklaas.
dat Lodewijk XVIII gedurende het
honderdjarig bewind van Napoleon in
woning verschafte. Het stadhuis neemt
temidden van deze rijkdom een bijzon
dere plaats in. Als geen ander gebouw
toont het ons twee bouwstijlen in één
perceel verenigd. Het rechter gedeelte,
het Schepenhuis van de Keure, in de
gothische stijl van de zestiende eeuw.
links het Schepenhuis van de Ghedele
in de Renaissancestijl van de zeven
tiende eeuw. En in dit stadhuis de
prachtige Vierschaar, de zaal waar in
1576 de Pacificatie van Gent werd ge
tekend. Op de vloer een doolhof van
zwarte tegels, dat in vroeger jaren een
veelgebruikt strafwerktuig vormde. Wie
gezondigd had, moest biddend op zijn
knieën de weg van de zwarte tegels
volgen. Wij kunnen ons voorstellen,
dat deze penitentie een geduchte straf
betekende. Natuurlijk hebben ook deze
tegels hun verhaal.
De heer Van den Broecke vertelt
het ons.
„Er was eens een Gentenaar die een
varken had gestolen en veroordeeld
werd om met de Rozenkrans in de
hand biddend op zijn knieën over de
zwarte tegels te kruipen. Terwijl de
man zijn straf onderging, stapte er een
nonnetje binnen, dat zich verwonder
de over de ootmoed van de poorter. Als
een wereldlijk persoon zo godsdienstig
is. dan ben ik daar zeker toe verplicht,
dacht het nonnetje en de daad bij het
woord voegend, kroon zij eveneens over
de stenen vloer. In het midden van de
zaal ontmoette zii de dief. die de kloos
terlinge in gelijke ornrtandirtieden
ziende, vroeg: „Ewel zuster, hedde gü
°k een zwijn gestolen?"
Wij verlaten het wonderschone Gent-
Op de brug van St. Michiel slaan wij
nog een laatste blik op de unieke „Rij
van Gentse torens", de St. Niklaas, het
Belfort en de St. Baafs. En zeggen een
hartgrondig: „Tot weerziens".
(Speciale correspondentie)
LAAT IK NU NIET PESSIMISTISCH WORDEN. De grootste
gemene deler van de doeleinden der 6 staten, die de EDG vormen,
mogen dan klein zijn, men moet politiek van rekenkunde weten te
onderscheiden. Deze g.g d. kan tenslotte groter worden. Er zijn méér
vormen van samenwerking op een smalle basis begonnen en desniettemin
hecht en sterk geworden. De Belgische staatsman P. H. Spaak zeide op
9 Maart van dit jaar: „Het is duidelijk, dat het onmogelijk is aan elk
van onze Staten alle rechten behorende bij een onafhankelijke souverei-
niteit, te verzekeren en tegelijkertijd de belangen en de zekerheid van
alle te waarborgen. Het is altijd moeilijk het juiste midden te vinden
tussen de rechten, waarvan men moet afzien en die welke men kan
behouden in het onderhavige geval wordt die moeilijkheid nog vergroot
door de verschillen tussen onze staten in levensomstandigheden, opper
vlakte, gewoonten en bijzondere belangen." Dat waren rake woorden
en toch waren zij niet nieuw, want toen Spaak ze uitsprak citeerde
hij uit een brief van George Washington van 17 September 1787. Het
was een brief ter begeleiding van het ontwerp der grondwet voor de
V.S. van Noord-Amerika. En ziet wat er gebouwd is op dat fundament!
Europa kan een eenheid worden; Europa is het alleen nog op geen
stukken na. Daarom stelt Straatsburg al degenen teleur, die in hun
gedachtenwereld al verder zijn dan de werkelijkheid is. Straatsburg
zoekt nog steeds naar het juiste midden tussen de rechten, waarvan
men moet afzien en die welke men kan behouden. Het is een zoeken
in een chaotische warboel. Men moet er niet al te vaak met zijn neus
boven gaan staan wil men zijn vertrouwen in het uiteindelijke resultaat
geen kinderspeelgoed!"
an woede. „Ja, je denkt d
inen hebt, hè? Maar je
re pijp roken...." „Schreef
iel Vonkenboer haar beasfj,
ollen zijn nu omgekeerd, J ,g
r in willen laten lopen met
r dit zal bewijzen, dat ,g
Hij hield de browning in
men zei niets. Ze keek a
wat zij toen zag, deed *i
ogen dichtknijpen. Vn
stapte langzaam en log
MOCHT GE OOIT Gent bezoeken en
wij kunnen het u van harte aanbeve
len. dan hopen wij. dat ge zo gelukkig
zult zijn door de heer Frans van den
Broecke te worden rondgeleid Frans
van den Broecke. een forse vijftiger, de
zwarte flambard zwierig on één oor. is
leraar van beroep en treedt in zijn
vrije tijd als amateur gids op- „Hoe
meer ik weet des te beter weet ik, dat
ik er nog niets van weet", is de ver
klaring van de man. die gerechtigd is
fungerem'^guurlifk ges'nrokem hebben j behouden. Men moet eigenlijk een grenzenloze optimistzijn om als
wii hangend aan ziin linnen door het politicus of als journalist te Straatsburg niet aan scepsis te bezwijken.
oude Gent gewandeld. Gent het hart 1
DE GKS WERKT tenslotte, zij het
nog stroef. En de EDG zal nu hoogst
waarschijnlijk wel geratificeerd worden
en dan eveneens gaan functionneren.
Wat dat wil zeggen, kunnen wij ons
ternauwernood voorstellen: divisies van
zes staten, die elkaar tien jaar geleden
nog op leven en dood bevochten, onder
één leiding, waarin men althans zal
trachten elke vorm van hegemonie te
vermijden.
Dat betekent voor de EDG-statcn niet
meer en niet minder dan het prijs
geven van het beheer over de eigen
onafhankelijkheid. Dat betekent het
wegsnijden van het hart uit de eigen
souvereiniteit. Dat betekent in feite
ook al verzetten wij ons er tegen het
zó duidelijk te zien het opheffen
van zes staten en het stichten van een
nieuwe; een nieuwe van dezelfde orde
van grootte als de V.S. van Noord-
Amerika.
Zeg ik te veel? Staat het nergens
Enige fraaie gevels in Gent, getekend door Herman Verbaerg.
beschreven dat de EDG zóver gaat?
Toegegeven, maar het komt op hetzelfde
neer. Een staat, die het bevel over zijn
strijdkrachten voorgoed uit handen
geeft, heft zichzelf staatsrechtelijk
wel niet op, maar op de keper be
schouwd komt het daar toch wel op
neer.
De politici van Straatsburg hebben
het in feite ook zo aangevoeld. Hoe
zouden zij er anders toe gekomen zijn
te gaan beraadslagen over een Europese
Politieke Gemeenschap nog voor de
Europese Defensie-Gemeenschap geheel
in kannen en kruiken is? Als 6 staten
zichzelf en elkaar gemeenschappelijk
gaan verdedigen moeten zij een gemeen
schappelijk doel hebben, een gemeen
schappelijke politiek. Samenwerken,
hoe dan ook, zonder doel heeft geen
zin. Het is overigens wel typisch
Straatsburgs-Europees eerst militaire
samenwerking te bekokstoven en pas
daarna een formule te gaan zoeken voor
de reden waarom.
PREAMBULE
MAAR AL IS DE volgorde dan in
strijd met alle logica, het is goed dat
het doel der 6, de gemeenschappelijke
politieke gedragslijn, wordt uitgestip
peld. Het doel dan luidt als volgt
(preambule van het ontwerp-verdrag
behelzende het Statuut van de Europese
Gemeenschap)
W ij volkeren
Overwegende, dat de wereldvrede
slechts kan worden bewaard door een
krachtsontplooiing evenredig aan de
gevaren die hem bedreigen;
Ervan overtuigd, dat de bijdrage die
een georganiseerd vrij en levend Euro
pa tot de beschaving kan leveren en
tot de bescherming van ons gemeen
schappelijk geestelijk erfdeel, onont
beerlijk is voor het handhaven van
vreedzame betrekkingen;
Verlangend door uitbreiding van
onze productie gezamenlijk bij te dra
gen tot een verhoging van het levens
peil en tot het toenemen van de wer
ken des vredes;
Voornemens gezamenlijk de waardig
heid, de vrijheid en de fundamentele
gelijkheid van de mensen, welke ook
hun levensomstandigheden, hun ras of
hun godsdienst zijn, te beschermen;
Vastbesloten onze eeuwenoude wed
ijver door een samensmelting van onze
wezenlijke belangen te vervangen en
wel door het oprichten van instellin
gen, die in staat zijn richting te geven
aan een voortaan gezamenlijke be
stemming;
Ons bereid verklarend in ons midden
op te nemen alle andere volkeren van
Europa die door dit zelfde ideaal be
zield zjjn;
Hebben besloten een Europese Ge
meenschap in het leven te roepen.
PLAN-EDEN
ZIEDAAR DAN DE POLITIEKE
grootste gemene deler van Frankrijk,
Duitsland, Italië en de Drie-van-Bene-
lux.
Ziedaar de formule, op grond waar
van 6 Europese staten de weg inslaan
naar de samensmelting tot één.
Hier, te Straatsburg, vormen zij een
kern, die hard begint te worden te
midden van de weke massa der 15 min
6. Dat hard worden, dat kristallisatie
proces, gaat gepaard met een steeds
groter en steeds weker worden van de
massa rondom.
Ijverig zoekt men naar een weg om
meer landen direct of indirect te laten
deelnemen aan het werk van de Raad
van Europa. Zwitserland schijnt grote
belangstelling te hebben voor samen
werking op niet-politiek terrein. Oos
tenrijk zou, naar het schijnt, willen
deelnemen. En moet men op den duur
toch ook niet Spanje en Portugal in
schakelen? Bovendien is daar het be
faamde plan-Eden, misleidend ook ge
noemd het plan-Straatsburg, dat be
oogt sommige overzeese gebiedsdelen
van sommige Europese landen aan
sommige werkzaamheden te Straats
burg te laten deelnemen.
BUREN VAN FORMAAT
MEN HEEFT DEZE WENS welwil
lend in beraad genomen, maar tegelij
kertijd getracht na te gaan, wat Enge-
lands minister van Buitenlandse Zaken
beoogt met dit bijzonder opgeblazen en
bijzonder vage plan. Een afleidings
manoeuvre? Een poging om de kristal
lisatie te vertragen?
De Britten schijnen met leedwezen
het feit onder ogen te zien, dat de
EDG een goede kans van slagen heeft.
Zij maken (bedekt) zure opmerkingen;
zU praten het meest in Straatsburg
en zjj doen het minst aan Europa.
Eeuwenlang hebben zij weigevaren
bij het verdeel-en-heers-principe, maar
dat dreigt nu opeens niet meer op te
gaan. Zij zijn het geweest, die bij wijze
van tegenstelling tot G r o o t-Brittan-
nië de kleinerende term Klei n-Euro-
pa hebben gelanceerd voor het Europa
van 6, dat overigens als het eenmaal
hecht en weldoortimmerd zal zijn af
geleverd qua inwonertal en in som
mige andere opzichten op één lijn ge
steld kan worden met de V.S. van
Noord-Amerika.
Het schijnt geen aangenaam voor
uitzicht voor de Britten te zjjn binnen
afzienbare tijd misschien twee buren-
van-formaat te hebben, zelfs niet als
het bevriende buren zijn. Misschien
is het slinken van het eigen formaat
daar niet vreemd aan.
yANDAAG werd bij ons aangebeld
door een jonge, ons onbekende
vrouw. Ze had een baby op de arm
bij zich. Ik had haar een poosje
tevoren al bij het rijtje huizen van
de overburen zien bellen. Soms werd
niet opengedaan, meestal wel. Ze liet
dan iets zieneen stuk papier. Niet
iedereen wilde het lezen, maar er wa
ren ook mensen, die het witte papier
wel lazen. De reacties, die ik van de
overkant kon gadeslaan, waren heel
verschillend. De één schudde afwij
zend het hoofd en sloot de deur met
een duidelijk-hoorbare slag. Een an
der opende haar huisdeur juist wijd
en nodigde die stil-afwachtende
vrouw met haar kindje binnen. Na
een kwartiertje ging de onbekende
verder. Zo kwam ze ook bij ons, trok
aan de bel. Wie zou ze zijn, wat be
tekende dat papier? Een minuut later
wist ik het. Op het papier, een oude
enveloppe, staat, dat deze vrouw aan
toevallen lijdt en alleen staat op de
wereld. Ze liet ons haar leed zien.
Daarna trachtte ze iets te verkopen:
lelijke foto's, zulke, als -je nooit zult
versturen. Ze kwam om steun en
hulp voor zichzelf en het kindje.
Ik begreep nu, dat er onder de
overburen mensen waren, die deze
ontmoeting weigerden en de deur
dichtsloegen. Ook dat anderen er op
in gingen. Ze is nu verder gegaan,
maar de ontmoeting is gebleven en
heeft een vergelijking achtergelaten,
nl. het beeld van een Man, die door
de wereld, door ons leven gaat, duikt
op. Hij klopt bij ons aan. Soms zien
we Hem bij onze overbuur binnen
gaan: een smal of wijd geopende
deur. Ook zien en horen we dat een
ontmoeting met Hem geweigerd
wordt. Hij staat niet smekend, maar
als een vriend voor de deur. Hij laat
niet Zijn leed allereerst zien, maar als
we Hem ontmoeten, het gesprek met
woorden en stilte willen voeren, dan
ontdekken we ons eigen leed. Ontdek
ken we onszelf, de naaste en de we
reld. Hij geeft ons een foto, zonder re
touche, opmaak van het mensenle
ven. Helemaal gelijkend. Hij toont
ons, dat we, als we al niet aan „toe
vallen", dan wel aan aanvallen lijden.
Aanvallen van eigenwaan, onbarm
hartigheid, ongeloof, liefdeloosheid,
haat, eenzaamheid vult u zelf
maar in. Die wonderlijke Man klopt
soms onverwacht en biedt de voor
waarden voor wezenlijk mens-zijn
aan Namelijk de gemeenschap met
Hem-zelf, met God. Hij biedt aan ons
bij, in Hem te bergen voor aanvallen
van al wat kwaad in en rondom ons
is. Bij vrijwel ieder van ons is een
papier achtergelaten: De Bijbel.
Daarin ontmoeten we Hem en ons
zelf, hebben we een gesprek, vinden
we een stilte. Hij gaf en geeft Zich
zelf ömdar trij" van ~ons- treudt.Hij
vraagt niet te geloven in dit of dat.
Hij vraagt Hem te ontmoeten en zegt:
„Zie Ik sta aan de deur en Ik klop.
Indien iemand naar Mijn stem hoort
en de deur opent, Ik zal bij hem
binnenkomen."
Ons wezenlijk mens-zijn hangt af
van het aanvaarden of weigeren van
deze ontmoeting, dit binnenlaten iti
ons leven. Doet u opën?
J. Th. P.
TOEN DE MELODIEUZE klanken
van mijn speeldooswekker mijn oor
bereikten, had ik een vaag gevoel dat
er met deze dag iets bizonders aan de
hand was. Langzaam van de slaap in
ten waaktoestand trachtend te komen,
besefte ik het: Vandaag was het de
verjaardag van onze Benjamin. Als
jongste van de vijf wordt dit lieftallige
wezen door zjjn broers en zusters beur
telings vertroeteld, bewonderd en af
gesnauwd.
Terwijl ik op mijn tocht naar de
kast het koude vloerzeil succesvol ver
meed door de twee juiste sprongen op
de vloerkleedjes te nemen, overlegde
ik wat ik aan zou trekken. Dit is een
belangrijk punt in ons gezin want op
verjaardagen trekt ieder zjjn beste
spullen aan, hierdoor meteen al het
bizondere van de dag accentuerend.
Besluitend tot de nieuwe blauwe
blouse, hoorde ik het slachtoffer van
de ene kamer naar de andere scharre
len, overal vragend: „heb je ook doot-
jes"? Als hij nergens wat vangt de
traditie getrouw worden de cadeautjes
in de versierde stoel opgestapeld be
landt hjj tenslotte in mijn bed. Met
rode slaapwagen en al zijn krullen
recht overeind, zit hjj ernstig de aan-
kleedpartij van zjjn ouders gade te
slaan. Juist als ik bezig ben met het
sluiten van de knopenrij van de „nieu
we blauwe", komt Ellen onze achtja
rige binnen. Ze gaat klein vrouwtje
al naast me voor de spiegel staan,
waarin ze eerst zichzelf en daarna
haar moeder critisch bekjjkt.
„Mooi is moeder, hè", zegt mijn man,
„ze Ijjkt. wel een gravin."
Dat is te hoog gegrepen, denk ik, en
ja hoor, prompt erop vraagt Ellen,
wier historische kennis nog blanco is:
„Wat is eigenljjk een gravin"?
Om er van af te zjjn zeg ik: „da's
de vrouw van een graaf" en ga voort
mjin haren in de gewenste richting te
fatsoeneren.
Hierbij had ik buiten de waard of in
ait geval buiten mijn man gerekend,
die opvoeden een serieuze bezigheid
vindt. Tussen twee halen van het
scheermes in vroeg hij: „Maar weet
Ellen wat ren graaf is"?
Terwijl ik me zenuwachtig met de
drukke ochtend in het vooruitzicht op
een lange explicatie voorbereid, vangt
Ellen alle moeilijkheden heel gracieljjk
op. Ze knikt heel triomfantelijk: „O
7o, een graaf, dat is de mail die foto's
maakt".
HENDRINE.