MYTHE VERDWEEN, Iedere filmster in een eigen TYPE hokje BLEEF Dichter en advocaat Corinne Franzen-Heslenfeld begenadigd beeldhouwster Een ommekeer in Hollywood and van de Opvallende reliefs en portretten boeken bulletin POST IN waterpolodag n Utrecht wer het hoofd Clercq Mr H. W. J. M. KEULS: Strenge vormen De scheiding tussen goed en kwaad, sex en hersens verviel De scharlaken stad n. 33 sec.; 2. Krijn Post, nnep) z.t.; 3. Donker, 5 uur 2 min. 6 sec.; 4. 5 uur 3 min! i. Versluis, Waddinxveen) onny Peters, (Haarlem) 5 20 sec.; 7. Wout Verhoe- ■schie) z.t.; 8. J. Verhoeien z.t.; 9. Boellaard (Am- z.t.; 10. Bos, (Greup) z.t. luidt: n Post, (Nieuw-Vennep) Daan de Groot, (Amster- 3. Donker, (Amster- 4. Wout Verhoeven i) 10.41.05; 5. Bos, (Greup) an Roon, (Haarlem) z.t.; 7. enselen, (Mijnsheerenland) loellaard, (Amsterdam) z.t.; (Zuilen) z.t.; 10. Mehag- ïsterdam) z.t. koude water van De Kronv Utrecht werd Zondag de Ne- waterpolodag, het grootste ter wereld, georganiseerd. temperatuur was oorzaak dat zeventallen met het oog op competitiewedstrijden, ver gaan. HZPC (Den Haag) werd de hoofdklasse heren en bij zegevierde het Robbenteam na een spannende finale te- concurrente HZC. uitslagen luiden heren: Haarlem—AZPC 3-3 vint met strafworpen, Robben__ ZianMeeuwen 5-0 w.o., Mer- 2-6, AZPC—GZC 1-4, Nep- Merwede 2-0, Haarlem— 1, Zian—HZPC 0-3, GZC—Nep- ihem 6-0, HaarlemHZPC 0-3, HZPC 2-4. damesRobben—Meeuwen ZianHZC 3-4, HDZMerwede met strafworpen, Robben- Finale RobbenHZC 1-1 Rob met strafworpen. ZESTIENDE IN DE VAN TRAVEMUENDE van Travemünde werd de Duitsers Polensky en 1100 cc) met 825.681 pun« Gatsonides en Dijk- met een Ford Taunus reden, met 696.646 punten. Europees en wereldkampioen- hockey te Genève gehouden, door Italië, dat in de fina- alle wedstrijden wist te win- gever welke de AVRO Zaterdag, ide leden in het Koninklijk egde, is vrijwel van de aan- hillende sprekers het afire* hebben geëist. In zijn t gewest, de heer L. F. van bestuur had besloten in te houden, opdat de leden te oriënteren en iedere ge* nnen worden gezegd en ge- het werk is bij de A\ 110 1 een duidelijk beeld van de heeft en dat middels een -,ie de AVRO de kans heeB hoon te voorschijn te kom» leer Van Loo, dat de wens imissie te vormen aan het bestuur zal worden overs-- en verdere discussie tussen rins, mevrouw De Leeuw Saane uit Amsterdam en eyzer uit Haarlem bleek, dat 5e Clercq de heer Vogt had wil- I indien deze tevreden was met de opdracht tot hetschrij- n de geschiedenis van de om- i ons land; waarop uit de zaa' klonk, dat men de heer an ook honderd strafregels had laten schrijven 'er Dorresteijn uit Haarlem was is van mening, dat iedere zaali doeken moet worden gedaan, blijven de geruchten hangen de heer Lanclé van het actie- voerde het woord over tal van inten, waarna de heer Over- it Zaandam opmerkte, dat d® Clercq de man is, die zichzeti acht, dat hij bereid is zell° tO aan zijn eigen ijdelheid -en. „Van de tien woorden, die De Clercq spreekt, geloof 'k eens vijf". De leden, die oe- komen terug, zodra de bu'di- •zitter „eruit" is. eer De Clercq ontlokte met zij „waarvan acte" een bijzon- irettige kwalificatie uit de vei- g. eer Gaarkeuken tenslotte op het instellen van een com van onderzoek aan, waarna o® an Loo, die deze woordenvlos en een half uur gelaten h. constateerde, dat }ej ne nnen zeggen wat hij wilde- an de heer Gaarkeukeni j0ot worden genomen, "'l'be- met een dringenci 0. allen om ais goede A n bijeen te blijven. VAN DER MEER l ElVC ZWEDEN-HONGARIJE nterland-voetbalwedstrijd ^Uj® welke op 5 Juli'°rde >lm wordt gespeeld, zal do ndse scheidsrechter Karei er worden geleid. BIJ ALLE REVOLUTIES die de wereld al gehad heeft en die er in stilte nog aan de gang zijn, mogen we ook die éne geruisloze uit Hollywood wel rekenen: de filmster met zijn rompslomp van verhalen, roddel en reclame is zo zoetjes aan verdwenen. De mythen, die het publiek tientallen jaren zijn opgedrongen om het uit de filmspelers zijn lievelingen te laten kiezen, die tot gestandaardiseerde wensdromen werden met Je gladde vanzelfsprekendheid van iedere illusie en tie stupiditeit van ieder commercieel bedrog, zijn zelf mythen geworden. De komst van de televisie o.a. dwong de grote filmproducers zoals een Goldwyn, i de films het accent te verleggen van de ster het verhaal. Niet dat de speler van geen im- 1 1 fc-f om in naar hei VCliiaui. - portantie meer was. Hij werd juist de laatste jaren van des te groter belang, omdat men hem niet langer «eer beschouwde als vertegenwoordiger van een itandaardtype, maar als een individu, als een dood- J.-~ die op eer kunst tracht hadden hierbij reclame in de vorm gewoon mens, als een kunstenaar, lijke en verantwoorde wijze zijn le beleven. De jongere acteurs niet de last van topzware van een aandoenlijk levensverhaal en een waas van halfgodendom met zich mee hadden te torsen. Want tot in de oorlog is practisch iedere filmster in een of ander typen-systeem ingedeeld geweest. Zo mogelijk werd ieder in een hem of haar passend hok geperst (Van onze filmmedewerker) Voor sommige waren de resultaten nihil en een Mi- cheline Presle (uit Frankrijk, ze speelde o.a. in Le Diable au Corps) werd evenals de Italiaanse Valen- tina Cortese geen succes in Hollywood. Doch in andere gevallen slaagde men beter, en het merkwaar dige is juist, dat het meestal in die gevallen was, waar de ster juist een uitzonderlijke persoonlijkheid bezat. Bewijs hiervoor is wel, dat vele sterren, die de gunst van het publiek genoten ook voorkwamen op de lijst van de officiële filmbekroningen! Of zij nu hun succes bevochten door of niettegenstaande de mythen, is zo vlug niet uit te maken. Doch een feit is het, dat men de reclame rond een ster niet zo maar lukraak verzon, doch wel degelijk rekening hield met een bepaalde aanleg en die in sommige gevallen daar door zelfs stimuleerde. Zo is van Katherine Hepburn en Dorothy McGuire steeds hun groot gevoel van vrijheid en hun individualiteit naar voren gebracht en werden zij in de praktijk ook vrij gelaten hun werk op het toneel te blijven doen. Doch waar de persoon lijkheid niet al te groot was, bleef de mythe overheer sen. En een Garbo en Dietrich zijn altijd meer mythe dan actrice geweest. Ieder gerucht over hen verhoogde de recettes van de bioscoopexploitant. In onze dagen zal niemand per sé Rita Hayworth willen gaan zien, omdat ze nu wel of niet weer eens ruzie gehad heeft met gouden Ali. veruit de meest dynamische film-ac teur, die Amerika heeft. Zijn held is onverzettelijk, intelligent, aggressief en soms bijna angstig neurotisch. Los van het moderne heldendom valt er vooral van een speler als een Mont gomery Clift en Marlon Brando (een ontdekking van toneelregisseur Erwin Piscator, die hem opleidde) vefel te verwachten, juist door hun individuali teit. Als Hollywood zijn handen nu maar van hen afhoudt en geen Typen van hen gaat maken, zal het binnen korte tijd enige zeer waardevolle spe lers bezitten. Clift's spel in „Place in the Sun" en Harion Brando's vertol kingen in „The Men", „A Streetcar named Desire" en „Viva Zapatka" kun nen ongetwijfeld de beste vertolkingen van het laatste jaar genoemd worden. TOEN MR BAREND DE GOEDE enkele jaren geleden in een interview met de op 19 Mei 70 jaar geworden, veel te weinig bekende dichter H. W. M. Keuls vroeg of hij, als hij de keuze had, wederom de advocatenpraktijk zou gaan uitoefenen (wat hij sinds 1907 doet) antwoordde Mr Keuls, dat hij de klassieke letteren als studievak zou verkiezen. En deze voorkeur correspondeert volkomen met geest en vorm van de poëzie van Keuls': zelfbeheersing, ondanks de smart om 's mensen tragisch lot. ên (dus ook): vormbeheersing gelijk in de kunst der klassieken. als Errol Flynn. Van de jongeren een Henry Fonda. Een bescheiden, huise lijk man, met een vriendelijke, haast dichterlijke gevoeligheid. John Wayne is meer één bonk natuur dan acteur. Doch als men hem zoals in „The Quiet Man" de rol van het ruige, taaie type laat spelen, blijkt hij wel degelijk een knap filmspeler. Voor hem zal de wel overwogen en bewuste indeling in een bepaalde klasse zeker meewerken aan zijn succes. De kroon spant zeker Kirk Douglas, Mr KEULS begaafd Mr H. W. J. M. KEULS behoort tot dezelfde generatie grote dichters als P. N. van Eyck, J. C. Bloem, A. Roland Holst, J. Greshoff, Albert Besnard en zo men wil Geerten Gossaert, van wel ke groep hij de oudste is en (op Bes nard na) de bij het publiek minst be- kende. Deze in 1885 geboren gene ratie treedt in 1910 in het litteraire daglicht. Zij komen dus kort na Leo pold, Boutens en Henriëtte Roland Holst, die direct volgden op de Tach tigers (Kloös, Verwey, Van Eeden, Gor ter). Formeel komen zij in een zeer belangrijk opzicht overeen: zij herstel len de klassieke versvorm in ere, rhyth- misch, metrisch en strophisch, mede onder invloed van de theorieën van Verwey. die zich van de Tachtiger richting had afgetekend, en van Bou- Urs, die het vorm-verbrokkelend im pressionisme en sensitivisme, zoals dat bij Gorter en Leopold voorkomt, even eens in zich had overwonnen. Aan Verwey's theorie over de nieu we vorm lag natuurlijk een idee ten grondslag: een gezochte nieuwe levens eenheid en de poging „in tijdeloosheid" te leven. Maar dit wil niet zeggen, dat de generatie van 1910 uitkomst vond in mystiek of mythe: geldt dit wellicht ai voor Gossaert en Van Eyck en (maar op tragischer wijze) voor A. Roland Holst wanhoop, weemoed en levens moeheid zijn bij Bloem, Besnard en Keuls niet geringer dan bij Leopold. Moderne helden, zoals de film ze ons nu levert, John Wayne (zittend met pet op) als de ruige, stoere kerel in The Quiet Man. DE GERUCHTENHANDEL over de' filmsterren of het indelen in bepaalde klassen, typen was dus wel degelijk een zeer nauwgezet werk, waarbij de producers de tijd vooral niet uit het oog mochten verliezen. In de dagen van de stille film waren de hartstoch telijke zuidelijke minnaars favoriet, ge flankeerd door vamps en engelachtige maagden als representanten van slecht en goed! De man, met de fijne neus waar het het aanwakkeren van het publiek kunstgevoel betreft ons aller Cecil B de Mille vond in de twintiger jaren ongetwijfeld tot veler genoe gen het sexappeal uit. Geen won der dat hij daarmee het grage publiek aan zijn beurs en met zorg geselec teerde sterren bond. De „ster" werd voor de bioscoopganger een onbereik bare liefde door wie men een paar uur aan het daagse stof kon ontsnappen. Juist die onbereikbaarheid maakte, dat men zich het wezen van zijn ver ering op andere wijze wilde toeëigenen. Vooral de komst van de geluidsfilm heeft toen de doorslag gegeven, dat het privéleven van iedere enigszins belangrijke ster gemeengoed werd. Want men kon dat bepaald type, dat men tot zijn favoriet had verkozen, nu de dingen hóren zeggen, die men tot dan toe er maar zelf bij had moeten fantaseren. De door het geluid vacant gekomen fantasie vroeg dus ander voedsel. Was er geen „achtergrond" voor een filmspeler, dan waren er altijd wel wat handige jongens, die een aandoenlijk doch altijd pakkend en psychologisch passend decortje voor wat harde dollars in elkaar wisten te timmeren. Voor de ster brak de tijd aan. dat hij of zij voortaan slechts in het ka der van een hem of haar passend ge maakt type zich privé te gedragen haden ook slechts rollen te spe len kreeg! Na 1930 eerst kreeg het eens zo op windend sexappeal meer burgerlijke allure en kwam het zelfs op goede voet met de deugdzaamheid Mariene Diet rich en Mae West deden geen moeite meer om het mandom te verleiden, al waren zij dan niet van zins zich met wat zij van huis uit „an natuurlijk schoon en overdaad hadden meege kregen bescheiden op de achtergrond te houden. Een ommekeer NA 1940 was er van de oorspron kelijke strenge scheiding tussen goed en kwaad, sex en hersens niet veel meer over. Een vamp kon een geres pecteerde vrouw zijn en een meisje met hersens had zelfs een aardig fi guurtje. Waarschijnlijk heeft de mythe dit door elkaar hutselen van typen niet meer bij kunnen houden en is zo een natuurlijke dood gestorven. Dat er tegenwoordig veel meer man nen dan vrouwen van de oude garde op het filmdoek te zien zijn, zou kun nen betekenen, dat zij in veel mindere mate in bepaalde systemen van typen ondergebracht zijn. En dat is ook zo.1 Natuurlijk waren ze zo nu en dan alle maal wel eens genoodzaakt naar de aard van de tijd in een film een be paald type te spelen, dat „men ver langde", maar daartegenover staat, dat ze veel meer dan de vrouwen de kans hadden hun individualiteit te bewijzen in goede films, die geen reclamemythg 1 nodig hadden om publiek te trekken. En doorgaans leverde de mannelijke ster goed en verstandelijk spel, zodat de reclameverhalen rond hen, die nu eenmaal geen enkel handelsobject los laten, bijzaak werden. Maar het eigen aardige is nu, dat in onze dagen in Hollywood juist voor de mannen veel en veel meer dan voor de vrouwen vastgehouden wordt aan een welbe wuste vorming van bepaalde typen. Bijvoorbeeld de held! Van de ouderen kennen we een held MERKWAARDIGE TEGENSTELLING! Wie haar robuuste beelden als de fakkeldragende vrouw de bevrijding symboliserende tegen de Domkerk in Utrecht, de mannenfiguren bij de ingang van het Zuiderpark in Den Haag en nog enkele andere van haar kunstwerken kent ro bust wat de omvang betreft, edel in de details verwacht, wanneer hij het rustig, tegenover het Huis ten Bosch aan de Bezuidenhoutseweg in Den Haag gelegen atelier van de beeldhouwster Corin- zeggingskracht heeft. Het stelt bepaalde eisen en het is tt Tit i_,i daarom noodzakelijk er zelf veel aan te werken. Het Er ontwikkelt zich een interessant gesprek, in de loop waarvan zij bekent, dat het dikwijls heel moeilijk is om een idee vast te houden, vooral wanneer men in steen werkt en het afmaken van een beeld soms maanden vergt. „Ik moet dan oppassen niet onder de stenen be dolven te raken. Maar het werk is heel boeiend. Het liefst werk ik toch, geloof ik, in steen Enorme zeggingskracht. „DAAR KOMT SOMS wat voor kijken. Nadat ik een ontwerp had gemaakt voor het bevrijdingsbeeld in Utrecht en dat goedgekeurd was, ben ik in Amerika geweest. Bij mijn terugkomst beviel het me echter niet en ik maakte een nieuw ontwerp. Bij de uitwerking daarvan kreeg ik 35 ton steen voor mijn neus. Een leek begrijpt niets van de omvang daarvan. Het zijn wagon ladingen Het beeld is zes en een halve meter hoog Ik heb sterk het gevoel, dat het materiaal een enorme DOME heeft op al degenen, die het be- zochten, een wonderlijke, fascineren de indruk gemaakt en oefent door alle eeuwen heen een sterke aantrekkings kracht uit. Rome werkt op de verbeel ding. te sterker naarmate wij er ons duidelijker van bewust worden, dat wij wel veel. maar nog lang niet alles weten wat zich daar rond het Vaticaan heeft afgespeeld. Het is zo begrijpelijk, dat een schrijf ster met een typische voorkeur voor de geschiedenis als Hella S. Haasse een episode uit de geschiedenis van dit Rome tot onderwerp van haar roman „De scharlaken stad" heeft gekozen. Bovendien nam zij de mysterieuze fi guur van Giovanni Borgia, wiens ge boortegeheim nimmer is opgelost, als centrum van haar boek. Hella Haasse heeft zich niet bepaald tot herschrijven van bekende feiten. Zij combineerde ge geven- en kwam zo tot mogelijkheden, die zeker niet tot de „onmogelijkheden" behoren. Dit boek is rondweg voortreffelijk van toon en van kleur. Uit de titel al leen bloeien de kleurige decennia van de middeleeuwen op: daar was en is altijd veel „scharlaken" in Rome. Veel gekuir v»el min en onmin en veel van precies in die volop Italiaanse stad het schijnbaar onbelangrijke détail, dat moet gebeuren, omdat het nergens an ders zo kén. Wellicht kan men de opmerking ma ken, dat dit boek iets teveel „van het boek" heeft, waarmee wij willen zeg gen ,van het naslagwerk". Hella Haas se is er evenwel in geslaagd een leven de stad te tekenen van levende men den. die ons vele uren sterk hebben ge- I boeid. KMS Uitgave: Querido, Amsterdam. ne Franzen-Heslenfeld binnenstapt, een grote, sterke vrouw aan te treffen. Maar tot zijn verras sing staat hij tegenover iemand, die men zelfs tenger zou kunnen noemen. Zij heeft levendig bruine ogen. zolang zij over haar werk spreekt; ze worden dromerig, wanneer zij ver weg schijnt te staren, in het land van haar rijke verbeelding. Of zij kijkt critisch naar het beeld, dat zij onder handen heeft, een in klei gemodelleerd, rank meis jesfiguurtje, dat in brons gegoten zal worden en dan een tuin zal sieren. „U neemt me niet kwalijk', zegt ze, opstaand en naar het beeld stappend om met een vlugge vingerbeweging nog wat aan de klei te kneden, die in aesthetische vormen en fraaie lijnen, de schouder, de armen en de dijbenen van het dynamische, vrijwel gereed zijnde beeld vormt. Zij luistert naar mijn vragen en opmerkingen en ver telt over haar leven en haar kunst, doch haar blik dwaalt voortdurend naar het werk in klei, midden in haar atelier, dat tot leven schijnt te willen komen en dat alle liefde van de kunstenares gevangen houdt. Corinne Franzen-Heslenfeld is een van de bekendste Nederlandse beeldhouwsters van deze tijd en zij is stellig de enige vrouw, die zulke grote, forse kunstwerken ge schapen heeft. Maar dat wil geenszins zeggen, dat ook de kleinere beelden haar belangstelling niet hebben. In een hoekje van haar atelier staat een fragiel kinderkopje, tevoorschijn getoverd uit een blokje wit marmer. Het is het portret van haar dochtertje. Met een eindeloos geduld werk zij eraan, ter afwisseling. Geen vak voor meisjes. OORSPRONKELIJK was Corinne Franzen-Heslenfeld van plan een schildersloopbaan te kiezen, maar al spoedig bleek, dat het beeldhouwen haar bijzonder lag. De pro fessor, onder wiens leiding zij op de Academie studeerde, vond dat echter geen vak voor meisjes. Het is physiek te zwaar, zei hij en bovendien kan het wel een gril zijn. Hij stelde haar op de proef, maar Corinne Franzen- Heslenfeld hield vol en zij beëindigde haar studietijd op de Rijksacademie in Amsterdam op een prettige manier door de Priz de Rome te winnen. De opdracht voor het eerste stipendiumjaar luidde, iets te maken voor een kindertuin. Toen ontstond „Gerda met het rendier", een oijzonder geslaagd werk, dat nog altijd in het park Marlot n Den Haag staat. „De Prix maakte het mogelijk", zo vertelt zij, „dat ik ■en paar jaar in Rome ging wonen en studeren. Dat heeft -.eer stimulerend gewerkt. Ik vestigde mij daarna in Den laag en maakte er veel portretten, zoals dat van de <oningin-moeder (koningin Emma) kort voor haar dood. iok een Prix de Rome-opdracht. En van dr A. Pit, de iiinsthistoricus, die de plastiek van het Rijksmuseum bij ■Ikaar gebracht heeft. Zijn portret staat nu in brons n het Rijksmuseum. Ik maakte de beelden aan de ingang van het Zuider park en vele reliefs een stuk of zestien voor het na de brand herbouwde Leidse stadhuis. Ook vervaar digde ik de beelden aan de gevel van de „Centrale" in de Rijnstraat in Den Haag". daarom noodzakelijk persoonlijke moet in het beeld vastgehouden worden". In November van het vorige jaar is een herdenkings monument een knielende vrouwenfiguur in Noord- wijk aan Zee onthuld. Corinne Franzen-Heslenfeld ver vaardigde bovendien, behalve veel andere beelden, de figuren aan de gevel van de Rotterdamse Verzekerings bank op de hoek van de Schiedamsesingel en de Witte de Withstraat in Rotterdam. Zij gaat nu een portret maken van de Nederlandse dichter A. Roland Holst uit Bergen, die in haar atelier komt poseren. Corinne Franzen-Heslenfeld heeft prachtige beelden gehakt, heel teer en heel fijnzinnige, maar ook ruwere, naar gelang van het materiaal, dat zij bewerkte. Steeds hield zij zich afzijdig van de opvattingen van sommige moderne beeldhouwers. Of zij dan geen waardering heeft voor sommige van de modernen? Zadkine vindt zij prach tig, omdat er iets overtuigends achter zijn werk zit. Ook voor Corinne Franzen-Heslenfeld is de vormgeving betrekkelijk ondergeschikt, als het kunstwerk maar van binnen uit ontstaat. „Kunst moet niet aan de weg tim meren", zegt zij. „Men moet kunst belijden. In deze chaotische tijd zijn er veel zoekers, onder wie zeer ernstige". Corinne Franzen-Heslenfeld, Nederlands grote beeld houwster, heeft gevonden en zij heeft daarvan in tal van scheppingen op overtuigende wijze getuigenis afgelegd. Corinne Franzen-Heslenfeld, de begaafde Ne derlandse beeldhouwster, met het door haar vervaardigde portret van haar moeder. Maar: hun gevoelens dwingen zij in da strenge vorm, die hun gehele generatia betracht. En evenzeer gemeenschappe lijk is een brandend geluksverlangen, dat uiteraard nimmer bevredigd bron is van hun weemoed, weliswaar, maar evenzeer stuwkracht van hun dichterschap, in welke hun geschonken gave zij tevens hun diepste troost vin den: O hart. vindt hier uw evenwicht! Als duisternissen op U loeren, Laat van Gods goedheid U beroeren Die sluit voor U den afgrond dicht Cm 't klein heelal van het gedicht" aldus Keuls in een van zijn rondelen. Het rondeel is één van de strenge vor men (de andere zijn het sonnet en het kwatrijn) die deze dichter zeer graag en met onovertroffen meesterschap be oefent. In zijn uitrankende en toch be sloten klankgeheel geeft het rondeel op treffende wijze vorm aan één emotie in naar het universele uitlopende kracht. Men weet het: er zijn 13 regels, en de le, 7e en 13e zijn gelijk; en er zijn maar 2 verschillende rijmklanken. „Het klein heelal van het gedicht"... het is een prachtige karakteristiek ook van zo'n in zichzelf afgeronde vorm. Minstens even sterk geldt deze typering voor het kwatrijn in zijn Oosterse vorm: 4 regels met rijm tussen de le, 2e en 4e regel; de 3e regel valt er even uit om het „afsluiten" van het „klein heelal" door de 4e met de oude rijmklank te ver rassender en nog definitiever te doen zijn. Ik citeer hier eerst een van de rondelen en daarna een van de kwa trijnen uit de bij zijn zeventigste ver jaardag verschenen nieuwste bundel van Keuls: „Regionen", als 30ste deel in de poëzie-reeks „De Ceder" bij Meu- lenhoff, Amsterdam verschenen. RONDEEL Zo diep heb ik van u gedronken Dat nog mijn hart dien smaak behoudt, Al wordt de wereld dor en oud; Al zijn er jaren weggezonken, Sinds my de beker-werd geschonken Die fonkelde van blank en goud. Zo diep heb ik van .u gedronken Dat steeds myn hart dien smaak •"binmt. Nooit hebben ogen zo geblonken, Nooit werd een lach my meer vertrouwd, En thans nog kan, in droom aanschouwd, Uw beeld het bleek bestaan doorvonken; Zo diep heb ik van U gedronken KWATRIJN Genaderd tot den drempel van den nacht tlaa ik om in te gaan niet meer de kracht; Ik wist nog niet hoe zwart en zwart verschillen, Den zo zwaar duister had ik niet verwacht, DE DICHTER KEULS gaf in 1920 zijn eerste bundel uit, „In den Stroom" geheten, welke in 1924 gevolgd werd door „Om de Stilta". Bij de editie van zijn „Verzamelde Gedichten" in 4 delen (1948—1949) werd in Deel I eerstge noemde bundel met ,.De dansende Lamp" van 1935 samengebracht; Deel II brengt dan een herdruk van „Om de Stilte", Deel III bevat zijn „Ron delen en Kwatrijnen" (o.a. ook zijn sublieme vertaling van de Perzische kwatrijnen van Omar Khayyam) en Deel IV een reeks grotendeels nog niet eerder gebundelde verzen en een aan tal prachtige „herscheppingen" in het Nederlands van poëzie van o.a. Shakes peare, Rossetti. Yeats, Verlaine, Rilke en Leopardi. Keuls is een voortreffelijk „vertaler" van verzen ook de nieuwe reeds genoemde bundel „Regionen" toont dat weer in zijn weergave van een groot aantal verzen van Jules Su- pervielle, een leeftijdgenoot van Keuls. Moeilijker litteraire opgave is er wel licht niet Ongeveer een jaar geleden kwam van zijn hand nog uit een nieu we bewerking van Dante's „La vita nuova", die dit kleine, verheven liefdes verhaal in proza en verzen zeker op niet minder fraaie wijze voor Neder landse lezers bereikbaar maakte als eens Van Suchtelen het deed. INGEKEERDHEID en ingetogenheid kenmerken allereerst wezen en werk van Keuls; waarschijnlijk mede daar door bleef h« zo lang weinig bekend. Ook echter zal de nimmer aflatende weemoed die zich meermalen tot wan- hoop verhevigt in deze zo gave verzen, de gemiddelde lezer hebben afgeschrikt die immers zo moeilijk leert inzien, dat H e /r°K®, J.m?ratuur' litteratuur dus die bij herlezing voortdurend wint, w/zen tragisch van levens visie is. En daar bij Keuls deze tragiek in een zo stille vorm verschijnt, dringt X wel* nog minder door. Maar in 1948 werd toch, zij het laat. zijn be tekenis duidelijk erkend door een dub bele bekroning: in dat jaar viel hem zowel de Tollens-prijs als de poezig Rnlfn^3 u ^TSteüdam ten deel- En A. Roland Holst schreef over zijn gene- 5?i100t de wiize woorden: „Enkel zelf lul i buj..zijn papier me' zich. alleen kan blijven, wordt door het nageslacht niet alleen gelaten: niet ver geten W. L. M E VAN LEEUWEN.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1953 | | pagina 7