MYTHE VERDWEEN,
Iedere filmster in een eigen
TYPE
hokje
BLEEF
Dichter en advocaat
Corinne Franzen-Heslenfeld
begenadigd beeldhouwster
Een ommekeer in Hollywood
and van de
Opvallende reliefs
en portretten
boeken
bulletin
POST IN
waterpolodag
n Utrecht
wer het hoofd
Clercq
Mr H. W. J. M. KEULS:
Strenge vormen
De scheiding tussen goed
en kwaad, sex en
hersens verviel
De scharlaken stad
n. 33 sec.; 2. Krijn Post,
nnep) z.t.; 3. Donker,
5 uur 2 min. 6 sec.; 4.
5 uur 3 min!
i. Versluis, Waddinxveen)
onny Peters, (Haarlem) 5
20 sec.; 7. Wout Verhoe-
■schie) z.t.; 8. J. Verhoeien
z.t.; 9. Boellaard (Am-
z.t.; 10. Bos, (Greup) z.t.
luidt:
n Post, (Nieuw-Vennep)
Daan de Groot, (Amster-
3. Donker, (Amster-
4. Wout Verhoeven
i) 10.41.05; 5. Bos, (Greup)
an Roon, (Haarlem) z.t.; 7.
enselen, (Mijnsheerenland)
loellaard, (Amsterdam) z.t.;
(Zuilen) z.t.; 10. Mehag-
ïsterdam) z.t.
koude water van De Kronv
Utrecht werd Zondag de Ne-
waterpolodag, het grootste
ter wereld, georganiseerd.
temperatuur was oorzaak dat
zeventallen met het oog op
competitiewedstrijden, ver
gaan. HZPC (Den Haag) werd
de hoofdklasse heren en bij
zegevierde het Robbenteam
na een spannende finale te-
concurrente HZC.
uitslagen luiden
heren: Haarlem—AZPC 3-3
vint met strafworpen, Robben__
ZianMeeuwen 5-0 w.o., Mer-
2-6, AZPC—GZC 1-4, Nep-
Merwede 2-0, Haarlem—
1, Zian—HZPC 0-3, GZC—Nep-
ihem 6-0, HaarlemHZPC 0-3,
HZPC 2-4.
damesRobben—Meeuwen
ZianHZC 3-4, HDZMerwede
met strafworpen, Robben-
Finale RobbenHZC 1-1 Rob
met strafworpen.
ZESTIENDE IN DE
VAN TRAVEMUENDE
van Travemünde werd
de Duitsers Polensky en
1100 cc) met 825.681 pun«
Gatsonides en Dijk-
met een Ford Taunus reden,
met 696.646 punten.
Europees en wereldkampioen-
hockey te Genève gehouden,
door Italië, dat in de fina-
alle wedstrijden wist te win-
gever
welke de AVRO Zaterdag,
ide leden in het Koninklijk
egde, is vrijwel van de aan-
hillende sprekers het afire*
hebben geëist. In zijn
t gewest, de heer L. F. van
bestuur had besloten in
te houden, opdat de leden
te oriënteren en iedere ge*
nnen worden gezegd en ge-
het werk is bij de A\ 110
1 een duidelijk beeld van de
heeft en dat middels een
-,ie de AVRO de kans heeB
hoon te voorschijn te kom»
leer Van Loo, dat de wens
imissie te vormen aan het
bestuur zal worden overs--
en verdere discussie tussen
rins, mevrouw De Leeuw
Saane uit Amsterdam en
eyzer uit Haarlem bleek, dat 5e
Clercq de heer Vogt had wil- I
indien deze tevreden was
met de opdracht tot hetschrij-
n de geschiedenis van de om-
i ons land; waarop uit de zaa'
klonk, dat men de heer
an ook honderd strafregels had
laten schrijven
'er Dorresteijn uit Haarlem was
is van mening, dat iedere zaali
doeken moet worden gedaan,
blijven de geruchten hangen
de heer Lanclé van het actie-
voerde het woord over tal van
inten, waarna de heer Over-
it Zaandam opmerkte, dat d®
Clercq de man is, die zichzeti
acht, dat hij bereid is zell°
tO aan zijn eigen ijdelheid
-en. „Van de tien woorden, die
De Clercq spreekt, geloof 'k
eens vijf". De leden, die oe-
komen terug, zodra de bu'di-
•zitter „eruit" is.
eer De Clercq ontlokte met zij
„waarvan acte" een bijzon-
irettige kwalificatie uit de vei-
g.
eer Gaarkeuken tenslotte
op het instellen van een com
van onderzoek aan, waarna o®
an Loo, die deze woordenvlos
en een half uur gelaten h.
constateerde, dat }ej ne
nnen zeggen wat hij wilde-
an de heer Gaarkeukeni j0ot
worden genomen, "'l'be-
met een dringenci 0.
allen om ais goede A
n bijeen te blijven.
VAN DER MEER l ElVC
ZWEDEN-HONGARIJE
nterland-voetbalwedstrijd ^Uj®
welke op 5 Juli'°rde
>lm wordt gespeeld, zal do
ndse scheidsrechter Karei
er worden geleid.
BIJ ALLE REVOLUTIES die de wereld al gehad
heeft en die er in stilte nog aan de gang zijn, mogen
we ook die éne geruisloze uit Hollywood wel rekenen:
de filmster met zijn rompslomp van verhalen, roddel
en reclame is zo zoetjes aan verdwenen. De mythen,
die het publiek tientallen jaren zijn opgedrongen om
het uit de filmspelers zijn lievelingen te laten kiezen,
die tot gestandaardiseerde wensdromen werden met
Je gladde vanzelfsprekendheid van iedere illusie en
tie stupiditeit van ieder commercieel bedrog, zijn zelf
mythen geworden. De komst van de televisie o.a.
dwong de grote filmproducers zoals een Goldwyn,
i de films het accent te verleggen van de ster
het verhaal. Niet dat de speler van geen im-
1 1 fc-f
om in
naar hei VCliiaui. -
portantie meer was. Hij werd juist de laatste jaren
van des te groter belang, omdat men hem niet langer
«eer beschouwde als vertegenwoordiger van een
itandaardtype, maar als een individu, als een dood-
J.-~
die op eer
kunst tracht
hadden hierbij
reclame in de vorm
gewoon mens, als een kunstenaar,
lijke en verantwoorde wijze zijn
le beleven. De jongere acteurs
niet de last van topzware
van een aandoenlijk levensverhaal en een waas van
halfgodendom met zich mee hadden te torsen. Want
tot in de oorlog is practisch iedere filmster in een of
ander typen-systeem ingedeeld geweest. Zo mogelijk
werd ieder in een hem of haar passend hok geperst
(Van onze filmmedewerker)
Voor sommige waren de resultaten nihil en een Mi-
cheline Presle (uit Frankrijk, ze speelde o.a. in Le
Diable au Corps) werd evenals de Italiaanse Valen-
tina Cortese geen succes in Hollywood. Doch in
andere gevallen slaagde men beter, en het merkwaar
dige is juist, dat het meestal in die gevallen was,
waar de ster juist een uitzonderlijke persoonlijkheid
bezat. Bewijs hiervoor is wel, dat vele sterren, die
de gunst van het publiek genoten ook voorkwamen
op de lijst van de officiële filmbekroningen! Of zij nu
hun succes bevochten door of niettegenstaande de
mythen, is zo vlug niet uit te maken. Doch een feit is
het, dat men de reclame rond een ster niet zo maar
lukraak verzon, doch wel degelijk rekening hield met
een bepaalde aanleg en die in sommige gevallen daar
door zelfs stimuleerde. Zo is van Katherine Hepburn
en Dorothy McGuire steeds hun groot gevoel van
vrijheid en hun individualiteit naar voren gebracht
en werden zij in de praktijk ook vrij gelaten hun werk
op het toneel te blijven doen. Doch waar de persoon
lijkheid niet al te groot was, bleef de mythe overheer
sen. En een Garbo en Dietrich zijn altijd meer mythe
dan actrice geweest. Ieder gerucht over hen verhoogde
de recettes van de bioscoopexploitant. In onze dagen
zal niemand per sé Rita Hayworth willen gaan zien,
omdat ze nu wel of niet weer eens ruzie gehad heeft
met gouden Ali.
veruit de meest dynamische film-ac
teur, die Amerika heeft. Zijn held is
onverzettelijk, intelligent, aggressief en
soms bijna angstig neurotisch.
Los van het moderne heldendom valt
er vooral van een speler als een Mont
gomery Clift en Marlon Brando (een
ontdekking van toneelregisseur Erwin
Piscator, die hem opleidde) vefel te
verwachten, juist door hun individuali
teit. Als Hollywood zijn handen nu
maar van hen afhoudt en geen Typen
van hen gaat maken, zal het binnen
korte tijd enige zeer waardevolle spe
lers bezitten. Clift's spel in „Place in
the Sun" en Harion Brando's vertol
kingen in „The Men", „A Streetcar
named Desire" en „Viva Zapatka" kun
nen ongetwijfeld de beste vertolkingen
van het laatste jaar genoemd worden.
TOEN MR BAREND DE GOEDE enkele jaren geleden in een
interview met de op 19 Mei 70 jaar geworden, veel te weinig bekende
dichter H. W. M. Keuls vroeg of hij, als hij de keuze had, wederom
de advocatenpraktijk zou gaan uitoefenen (wat hij sinds 1907 doet)
antwoordde Mr Keuls, dat hij de klassieke letteren als studievak zou
verkiezen. En deze voorkeur correspondeert volkomen met geest en
vorm van de poëzie van Keuls': zelfbeheersing, ondanks de smart om
's mensen tragisch lot. ên (dus ook): vormbeheersing gelijk in de
kunst der klassieken.
als Errol Flynn. Van de jongeren een
Henry Fonda. Een bescheiden, huise
lijk man, met een vriendelijke, haast
dichterlijke gevoeligheid. John Wayne
is meer één bonk natuur dan acteur.
Doch als men hem zoals in „The Quiet
Man" de rol van het ruige, taaie type
laat spelen, blijkt hij wel degelijk een
knap filmspeler. Voor hem zal de wel
overwogen en bewuste indeling in een
bepaalde klasse zeker meewerken aan
zijn succes.
De kroon spant zeker Kirk Douglas,
Mr KEULS
begaafd
Mr H. W. J. M. KEULS behoort tot
dezelfde generatie grote dichters als P.
N. van Eyck, J. C. Bloem, A. Roland
Holst, J. Greshoff, Albert Besnard en
zo men wil Geerten Gossaert, van wel
ke groep hij de oudste is en (op Bes
nard na) de bij het publiek minst be-
kende. Deze in 1885 geboren gene
ratie treedt in 1910 in het litteraire
daglicht. Zij komen dus kort na Leo
pold, Boutens en Henriëtte Roland
Holst, die direct volgden op de Tach
tigers (Kloös, Verwey, Van Eeden, Gor
ter). Formeel komen zij in een zeer
belangrijk opzicht overeen: zij herstel
len de klassieke versvorm in ere, rhyth-
misch, metrisch en strophisch, mede
onder invloed van de theorieën van
Verwey. die zich van de Tachtiger
richting had afgetekend, en van Bou-
Urs, die het vorm-verbrokkelend im
pressionisme en sensitivisme, zoals dat
bij Gorter en Leopold voorkomt, even
eens in zich had overwonnen.
Aan Verwey's theorie over de nieu
we vorm lag natuurlijk een idee ten
grondslag: een gezochte nieuwe levens
eenheid en de poging „in tijdeloosheid"
te leven. Maar dit wil niet zeggen, dat
de generatie van 1910 uitkomst vond in
mystiek of mythe: geldt dit wellicht ai
voor Gossaert en Van Eyck en (maar
op tragischer wijze) voor A. Roland
Holst wanhoop, weemoed en levens
moeheid zijn bij Bloem, Besnard en
Keuls niet geringer dan bij Leopold.
Moderne helden, zoals de film ze ons nu levert, John Wayne
(zittend met pet op) als de ruige, stoere kerel in The Quiet Man.
DE GERUCHTENHANDEL over de'
filmsterren of het indelen in bepaalde
klassen, typen was dus wel degelijk
een zeer nauwgezet werk, waarbij de
producers de tijd vooral niet uit het
oog mochten verliezen. In de dagen
van de stille film waren de hartstoch
telijke zuidelijke minnaars favoriet, ge
flankeerd door vamps en engelachtige
maagden als representanten van slecht
en goed!
De man, met de fijne neus waar het
het aanwakkeren van het publiek
kunstgevoel betreft ons aller Cecil
B de Mille vond in de twintiger
jaren ongetwijfeld tot veler genoe
gen het sexappeal uit. Geen won
der dat hij daarmee het grage publiek
aan zijn beurs en met zorg geselec
teerde sterren bond. De „ster" werd
voor de bioscoopganger een onbereik
bare liefde door wie men een paar uur
aan het daagse stof kon ontsnappen.
Juist die onbereikbaarheid maakte,
dat men zich het wezen van zijn ver
ering op andere wijze wilde toeëigenen.
Vooral de komst van de geluidsfilm
heeft toen de doorslag gegeven, dat
het privéleven van iedere enigszins
belangrijke ster gemeengoed werd.
Want men kon dat bepaald type, dat
men tot zijn favoriet had verkozen, nu
de dingen hóren zeggen, die men tot
dan toe er maar zelf bij had moeten
fantaseren. De door het geluid vacant
gekomen fantasie vroeg dus ander
voedsel. Was er geen „achtergrond"
voor een filmspeler, dan waren er
altijd wel wat handige jongens, die
een aandoenlijk doch altijd pakkend
en psychologisch passend decortje voor
wat harde dollars in elkaar wisten
te timmeren.
Voor de ster brak de tijd aan. dat
hij of zij voortaan slechts in het ka
der van een hem of haar passend ge
maakt type zich privé te gedragen
haden ook slechts rollen te spe
len kreeg!
Na 1930 eerst kreeg het eens zo op
windend sexappeal meer burgerlijke
allure en kwam het zelfs op goede voet
met de deugdzaamheid Mariene Diet
rich en Mae West deden geen moeite
meer om het mandom te verleiden, al
waren zij dan niet van zins zich met
wat zij van huis uit „an natuurlijk
schoon en overdaad hadden meege
kregen bescheiden op de achtergrond
te houden.
Een ommekeer
NA 1940 was er van de oorspron
kelijke strenge scheiding tussen goed
en kwaad, sex en hersens niet veel
meer over. Een vamp kon een geres
pecteerde vrouw zijn en een meisje
met hersens had zelfs een aardig fi
guurtje. Waarschijnlijk heeft de mythe
dit door elkaar hutselen van typen
niet meer bij kunnen houden en is zo
een natuurlijke dood gestorven.
Dat er tegenwoordig veel meer man
nen dan vrouwen van de oude garde
op het filmdoek te zien zijn, zou kun
nen betekenen, dat zij in veel mindere
mate in bepaalde systemen van typen
ondergebracht zijn. En dat is ook zo.1
Natuurlijk waren ze zo nu en dan alle
maal wel eens genoodzaakt naar de
aard van de tijd in een film een be
paald type te spelen, dat „men ver
langde", maar daartegenover staat, dat
ze veel meer dan de vrouwen de kans
hadden hun individualiteit te bewijzen
in goede films, die geen reclamemythg 1
nodig hadden om publiek te trekken.
En doorgaans leverde de mannelijke
ster goed en verstandelijk spel, zodat
de reclameverhalen rond hen, die nu
eenmaal geen enkel handelsobject los
laten, bijzaak werden. Maar het eigen
aardige is nu, dat in onze dagen in
Hollywood juist voor de mannen veel
en veel meer dan voor de vrouwen
vastgehouden wordt aan een welbe
wuste vorming van bepaalde typen.
Bijvoorbeeld de held!
Van de ouderen kennen we een held
MERKWAARDIGE TEGENSTELLING!
Wie haar robuuste beelden als de fakkeldragende
vrouw de bevrijding symboliserende tegen
de Domkerk in Utrecht, de mannenfiguren bij de
ingang van het Zuiderpark in Den Haag en nog
enkele andere van haar kunstwerken kent ro
bust wat de omvang betreft, edel in de details
verwacht, wanneer hij het rustig, tegenover het
Huis ten Bosch aan de Bezuidenhoutseweg in Den
Haag gelegen atelier van de beeldhouwster Corin- zeggingskracht heeft. Het stelt bepaalde eisen en het is
tt Tit i_,i daarom noodzakelijk er zelf veel aan te werken. Het
Er ontwikkelt zich een interessant gesprek, in de loop
waarvan zij bekent, dat het dikwijls heel moeilijk is om
een idee vast te houden, vooral wanneer men in steen
werkt en het afmaken van een beeld soms maanden
vergt. „Ik moet dan oppassen niet onder de stenen be
dolven te raken. Maar het werk is heel boeiend. Het
liefst werk ik toch, geloof ik, in steen
Enorme zeggingskracht.
„DAAR KOMT SOMS wat voor kijken. Nadat ik een
ontwerp had gemaakt voor het bevrijdingsbeeld in
Utrecht en dat goedgekeurd was, ben ik in Amerika
geweest. Bij mijn terugkomst beviel het me echter niet
en ik maakte een nieuw ontwerp. Bij de uitwerking
daarvan kreeg ik 35 ton steen voor mijn neus. Een leek
begrijpt niets van de omvang daarvan. Het zijn wagon
ladingen Het beeld is zes en een halve meter hoog
Ik heb sterk het gevoel, dat het materiaal een enorme
DOME heeft op al degenen, die het be-
zochten, een wonderlijke, fascineren
de indruk gemaakt en oefent door alle
eeuwen heen een sterke aantrekkings
kracht uit. Rome werkt op de verbeel
ding. te sterker naarmate wij er ons
duidelijker van bewust worden, dat
wij wel veel. maar nog lang niet alles
weten wat zich daar rond het Vaticaan
heeft afgespeeld.
Het is zo begrijpelijk, dat een schrijf
ster met een typische voorkeur voor de
geschiedenis als Hella S. Haasse een
episode uit de geschiedenis van dit
Rome tot onderwerp van haar roman
„De scharlaken stad" heeft gekozen.
Bovendien nam zij de mysterieuze fi
guur van Giovanni Borgia, wiens ge
boortegeheim nimmer is opgelost, als
centrum van haar boek. Hella Haasse
heeft zich niet bepaald tot herschrijven
van bekende feiten. Zij combineerde ge
geven- en kwam zo tot mogelijkheden,
die zeker niet tot de „onmogelijkheden"
behoren.
Dit boek is rondweg voortreffelijk
van toon en van kleur. Uit de titel al
leen bloeien de kleurige decennia van
de middeleeuwen op: daar was en is
altijd veel „scharlaken" in Rome. Veel
gekuir v»el min en onmin en veel van
precies in die volop Italiaanse stad
het schijnbaar onbelangrijke détail, dat
moet gebeuren, omdat het nergens an
ders zo kén.
Wellicht kan men de opmerking ma
ken, dat dit boek iets teveel „van het
boek" heeft, waarmee wij willen zeg
gen ,van het naslagwerk". Hella Haas
se is er evenwel in geslaagd een leven
de stad te tekenen van levende men
den. die ons vele uren sterk hebben ge-
I boeid. KMS
Uitgave: Querido, Amsterdam.
ne Franzen-Heslenfeld binnenstapt, een grote,
sterke vrouw aan te treffen. Maar tot zijn verras
sing staat hij tegenover iemand, die men zelfs
tenger zou kunnen noemen. Zij heeft levendig
bruine ogen. zolang zij over haar werk spreekt;
ze worden dromerig, wanneer zij ver weg schijnt
te staren, in het land van haar rijke verbeelding.
Of zij kijkt critisch naar het beeld, dat zij onder
handen heeft, een in klei gemodelleerd, rank meis
jesfiguurtje, dat in brons gegoten zal worden en
dan een tuin zal sieren.
„U neemt me niet kwalijk', zegt ze, opstaand en naar
het beeld stappend om met een vlugge vingerbeweging
nog wat aan de klei te kneden, die in aesthetische vormen
en fraaie lijnen, de schouder, de armen en de dijbenen
van het dynamische, vrijwel gereed zijnde beeld vormt.
Zij luistert naar mijn vragen en opmerkingen en ver
telt over haar leven en haar kunst, doch haar blik dwaalt
voortdurend naar het werk in klei, midden in haar atelier,
dat tot leven schijnt te willen komen en dat alle liefde
van de kunstenares gevangen houdt.
Corinne Franzen-Heslenfeld is een van de bekendste
Nederlandse beeldhouwsters van deze tijd en zij is stellig
de enige vrouw, die zulke grote, forse kunstwerken ge
schapen heeft. Maar dat wil geenszins zeggen, dat ook
de kleinere beelden haar belangstelling niet hebben. In
een hoekje van haar atelier staat een fragiel kinderkopje,
tevoorschijn getoverd uit een blokje wit marmer. Het is
het portret van haar dochtertje. Met een eindeloos geduld
werk zij eraan, ter afwisseling.
Geen vak voor meisjes.
OORSPRONKELIJK was Corinne Franzen-Heslenfeld
van plan een schildersloopbaan te kiezen, maar al spoedig
bleek, dat het beeldhouwen haar bijzonder lag. De pro
fessor, onder wiens leiding zij op de Academie studeerde,
vond dat echter geen vak voor meisjes. Het is physiek te
zwaar, zei hij en bovendien kan het wel een gril zijn.
Hij stelde haar op de proef, maar Corinne Franzen-
Heslenfeld hield vol en zij beëindigde haar studietijd
op de Rijksacademie in Amsterdam op een prettige manier
door de Priz de Rome te winnen. De opdracht voor het
eerste stipendiumjaar luidde, iets te maken voor een
kindertuin. Toen ontstond „Gerda met het rendier", een
oijzonder geslaagd werk, dat nog altijd in het park Marlot
n Den Haag staat.
„De Prix maakte het mogelijk", zo vertelt zij, „dat ik
■en paar jaar in Rome ging wonen en studeren. Dat heeft
-.eer stimulerend gewerkt. Ik vestigde mij daarna in Den
laag en maakte er veel portretten, zoals dat van de
<oningin-moeder (koningin Emma) kort voor haar dood.
iok een Prix de Rome-opdracht. En van dr A. Pit, de
iiinsthistoricus, die de plastiek van het Rijksmuseum bij
■Ikaar gebracht heeft. Zijn portret staat nu in brons
n het Rijksmuseum.
Ik maakte de beelden aan de ingang van het Zuider
park en vele reliefs een stuk of zestien voor het
na de brand herbouwde Leidse stadhuis. Ook vervaar
digde ik de beelden aan de gevel van de „Centrale" in
de Rijnstraat in Den Haag".
daarom noodzakelijk
persoonlijke moet in het beeld vastgehouden worden".
In November van het vorige jaar is een herdenkings
monument een knielende vrouwenfiguur in Noord-
wijk aan Zee onthuld. Corinne Franzen-Heslenfeld ver
vaardigde bovendien, behalve veel andere beelden, de
figuren aan de gevel van de Rotterdamse Verzekerings
bank op de hoek van de Schiedamsesingel en de Witte
de Withstraat in Rotterdam.
Zij gaat nu een portret maken van de Nederlandse
dichter A. Roland Holst uit Bergen, die in haar atelier
komt poseren.
Corinne Franzen-Heslenfeld heeft prachtige beelden
gehakt, heel teer en heel fijnzinnige, maar ook ruwere,
naar gelang van het materiaal, dat zij bewerkte. Steeds
hield zij zich afzijdig van de opvattingen van sommige
moderne beeldhouwers. Of zij dan geen waardering heeft
voor sommige van de modernen? Zadkine vindt zij prach
tig, omdat er iets overtuigends achter zijn werk zit.
Ook voor Corinne Franzen-Heslenfeld is de vormgeving
betrekkelijk ondergeschikt, als het kunstwerk maar van
binnen uit ontstaat. „Kunst moet niet aan de weg tim
meren", zegt zij. „Men moet kunst belijden. In deze
chaotische tijd zijn er veel zoekers, onder wie zeer
ernstige".
Corinne Franzen-Heslenfeld, Nederlands grote beeld
houwster, heeft gevonden en zij heeft daarvan in tal van
scheppingen op overtuigende wijze getuigenis afgelegd.
Corinne Franzen-Heslenfeld, de begaafde Ne
derlandse beeldhouwster, met het door haar
vervaardigde portret van haar moeder.
Maar: hun gevoelens dwingen zij in da
strenge vorm, die hun gehele generatia
betracht. En evenzeer gemeenschappe
lijk is een brandend geluksverlangen,
dat uiteraard nimmer bevredigd
bron is van hun weemoed, weliswaar,
maar evenzeer stuwkracht van hun
dichterschap, in welke hun geschonken
gave zij tevens hun diepste troost vin
den:
O hart. vindt hier uw evenwicht!
Als duisternissen op U loeren,
Laat van Gods goedheid U beroeren
Die sluit voor U den afgrond dicht
Cm 't klein heelal van het gedicht"
aldus Keuls in een van zijn rondelen.
Het rondeel is één van de strenge vor
men (de andere zijn het sonnet en het
kwatrijn) die deze dichter zeer graag
en met onovertroffen meesterschap be
oefent. In zijn uitrankende en toch be
sloten klankgeheel geeft het rondeel
op treffende wijze vorm aan één emotie
in naar het universele uitlopende kracht.
Men weet het: er zijn 13 regels, en de
le, 7e en 13e zijn gelijk; en er zijn maar
2 verschillende rijmklanken. „Het klein
heelal van het gedicht"... het is een
prachtige karakteristiek ook van zo'n in
zichzelf afgeronde vorm. Minstens even
sterk geldt deze typering voor het
kwatrijn in zijn Oosterse vorm: 4 regels
met rijm tussen de le, 2e en 4e regel;
de 3e regel valt er even uit om het
„afsluiten" van het „klein heelal" door
de 4e met de oude rijmklank te ver
rassender en nog definitiever te doen
zijn. Ik citeer hier eerst een van de
rondelen en daarna een van de kwa
trijnen uit de bij zijn zeventigste ver
jaardag verschenen nieuwste bundel
van Keuls: „Regionen", als 30ste deel
in de poëzie-reeks „De Ceder" bij Meu-
lenhoff, Amsterdam verschenen.
RONDEEL
Zo diep heb ik van u gedronken
Dat nog mijn hart dien smaak behoudt,
Al wordt de wereld dor en oud;
Al zijn er jaren weggezonken,
Sinds my de beker-werd geschonken
Die fonkelde van blank en goud.
Zo diep heb ik van .u gedronken
Dat steeds myn hart dien smaak
•"binmt.
Nooit hebben ogen zo geblonken,
Nooit werd een lach my meer
vertrouwd,
En thans nog kan, in droom
aanschouwd,
Uw beeld het bleek bestaan
doorvonken;
Zo diep heb ik van U gedronken
KWATRIJN
Genaderd tot den drempel van den
nacht
tlaa ik om in te gaan niet meer de
kracht;
Ik wist nog niet hoe zwart en zwart
verschillen,
Den zo zwaar duister had ik niet
verwacht,
DE DICHTER KEULS gaf in 1920
zijn eerste bundel uit, „In den Stroom"
geheten, welke in 1924 gevolgd werd
door „Om de Stilta". Bij de editie van
zijn „Verzamelde Gedichten" in 4 delen
(1948—1949) werd in Deel I eerstge
noemde bundel met ,.De dansende
Lamp" van 1935 samengebracht; Deel
II brengt dan een herdruk van „Om
de Stilte", Deel III bevat zijn „Ron
delen en Kwatrijnen" (o.a. ook zijn
sublieme vertaling van de Perzische
kwatrijnen van Omar Khayyam) en
Deel IV een reeks grotendeels nog niet
eerder gebundelde verzen en een aan
tal prachtige „herscheppingen" in het
Nederlands van poëzie van o.a. Shakes
peare, Rossetti. Yeats, Verlaine, Rilke
en Leopardi. Keuls is een voortreffelijk
„vertaler" van verzen ook de nieuwe
reeds genoemde bundel „Regionen"
toont dat weer in zijn weergave van
een groot aantal verzen van Jules Su-
pervielle, een leeftijdgenoot van Keuls.
Moeilijker litteraire opgave is er wel
licht niet Ongeveer een jaar geleden
kwam van zijn hand nog uit een nieu
we bewerking van Dante's „La vita
nuova", die dit kleine, verheven liefdes
verhaal in proza en verzen zeker op
niet minder fraaie wijze voor Neder
landse lezers bereikbaar maakte als
eens Van Suchtelen het deed.
INGEKEERDHEID en ingetogenheid
kenmerken allereerst wezen en werk
van Keuls; waarschijnlijk mede daar
door bleef h« zo lang weinig bekend.
Ook echter zal de nimmer aflatende
weemoed die zich meermalen tot wan-
hoop verhevigt in deze zo gave verzen,
de gemiddelde lezer hebben afgeschrikt
die immers zo moeilijk leert inzien, dat
H e /r°K®, J.m?ratuur' litteratuur
dus die bij herlezing voortdurend wint,
w/zen tragisch van levens
visie is. En daar bij Keuls deze tragiek
in een zo stille vorm verschijnt, dringt
X wel* nog minder door. Maar in
1948 werd toch, zij het laat. zijn be
tekenis duidelijk erkend door een dub
bele bekroning: in dat jaar viel hem
zowel de Tollens-prijs als de poezig
Rnlfn^3 u ^TSteüdam ten deel- En A.
Roland Holst schreef over zijn gene-
5?i100t de wiize woorden: „Enkel
zelf lul i buj..zijn papier me' zich.
alleen kan blijven, wordt door het
nageslacht niet alleen gelaten: niet ver
geten
W. L. M E VAN LEEUWEN.