Beverwijk grote fabrieksstad MAXIMAAL 225.000 INWONERS MILLIOENENSCHOENENROLLEN VAN LOPENDE BAND KATER-BON lames Lagere prijzen zijn voorlopig niet te verwachten itief werk iIAN jubileerde erkzanger DIEFSTAL GEHOUDEN -Hugowaard :lijk EretekC heer Wijnkef Karakterverandering van Wijk aan Zee Industrie ten Noorden van de Hoogovens Romantiek moest wijken xoor techniek Krokodillenleer van de koe i van het kunstzaal. rgen met hun voort, jn voor het grootste van Loek Damsté. dden van de ruimte mmers heeft willen :t portret de in. en er zuiver-abstract t. MAANDAG 29 JUNI 1953 '..'.if SbfciJ oUtéÊÊtëL* LAND HOLST van L. Damsté es. Een papiermozaiefc joi van kleur en com- vindt onder bjjzondei idigheden plaats. Enkele 1 hebben zich beijverd, ritje met witkwast en goede beurt te geven, wanden zijn helderder I rdoor er meer licht is 1 irofijte van het geëxpo.J r zijn nog meer planneuf maar daarover een voll Van W,| de heer B. Landman zijn als kerkzanger. In s werd op plechtige wijze 1. Om halftien 's morgens tor Binkhorst o.p. tot in» jubilaris een Solemnele agen met assistentie van 2 en Buys o.p. Het kerk» leiding van Cas Himmel» Secunda Pontificalis, vóór ïgenskoor van Perosi. Na uit een „Laudate" var de jubilaris en zijn fa» ontvangen in tegen» het Kerkbestuur en het zangkoor, memoreerde de ver- heer Landman voor de speciaal naar voren, eid van deze zanger, die op de voorgrond trachtte overhandigde de jubilarii Daarna bood de vice-voor» koor de heer J. Dingerdii igers een wandbord aan. dman dankte voor de hem rscheiding en hoopte, dat gegeven zou zijn, zijn te blijven vervullen, deze plechtigheid tea de dag mocht de heer nen huize nog vele blijkei en felicitaties ont» rerden door de politi' aangehouden, verdac'J an artikelen uit een zaal ïdschappen. Het bleke jediende van het betre! en een smid uit de os1 Ukmaar te zijn. Beids olitiebureau ingesloten, LVENNIEUWS. rspoedige reis van slecMl meerde Zaterdagmiddjjl Ikade, de coaster „Kv;® I Eeftingh, komende ïSl Zuid-Zweden, at te Gasselte-Niievfjjl heeft een lading van ruwe boomstammen d voor de firma G. m, alhier. N ELKAAR GEZAKT ind laat werd op I de KennemerstraatJ* dame aangetrof"; was geworden en I ezekt. Met een GGD'z!;, zij naar het Centr* I ergebracht. RKT TE ALKMAAR 29 Juni. Opgave van 4 paarden van koeien van 6001150» 1 ;ren van 3072 en 3 ve )0120 per stuk; 290 v —1,92- per kg. Dirk Wijnker, die1 50 M van de Coöp. %0f\ Heerhugowaard-Zu'a jaren de gemeente i eft gediend, is ©U ^.1 lit de eremedaille ij» LI n aan de Orde van I rleend' dtjd'l vergadering van best ,1 e Boerenleenbank ,|fj| ster hiervan mede heer Wijnker de de borst gespeld. In haar interim-rapport over de ontwikkeling van het gebied van de Ymond komt de Werkcommissie Westen des Lands tot de conclusie, dat voor de huisvesting van een te verwachten bevolkingsuitbreiding, als gevolg van de sterke expansie van de zware industrie, de voorkeur moet worden gegeven aan een stedelijke uitbreiding van Beverwijk, dat bin nen dertig jaar vermoedelijk zal uitgroeien tot een stad van 225.000 in woners. Bovendien bevestigt het rapport, dat Wijk aan Zee als familie- hadplaats verloren zal gaan. De bevolking van de IJmond telt thans ruim 82.000 mensen; meer dan de helft hiervan woont in de gemeente Velsen. In dit reeds diehtbezette gebied dient zich thans een krachtige verdere indu striële impuls aan door de in gang zijn de uitgroei van het Hoogovenbedrijf. Ondanks de daaraan verbonden moei lijkheden in ruimtelijk opzicht is het een nationaal belang, dat de nodige kansen aan deze ontwikkeling worden geboden en ook voor de toekomst wor den opengehouden. Vaststaande ramingen kunnen om trent de uitgroei der industrie uiter aard niet worden gemaakt, gezien de talrijke onzekerheden in economisch en ander opzicht. Evenmin kan de tijds ruimte voor het bereiken van een be paald ontwikkelingsstadium nauwkeurig worden geschat. Het is echter in het onderhavige geval minder bezwaarlijk dat de totstandkoming van verdere in dustriële uitbreidingen zich over een enigszins langere toekomst zou uit strekken, dan dat men later zijn kan sen zou zien afgesneden door een te be perkte reservering van terreinen. In een gebied, waar zoveel aanspraken op de grond om de voorrang strijden, is het gevaar daarvoor zeker niet denk beeldig. Het komt er dus allereerst op aan, in grote lijnen de toekomstige be stemming van de bodem te bezien en daarbij, uitgaand van de dominerende betekenis van de basis-industrie_ (de Hoogovens met aangesloten bedrijven), armslag te houden voor een latere be langrijke vergroting van het complex. Uitbreiding naar 't Noorden De ligging van de hiervoor nodige terreinen is in hoofdzaak reeds bepaald door de bestaande bedrijfseenheden ten noorden van het Noordzeekanaal. De houw van de Breedbandfabriek heeft een uitgroei in noordelijke richting ingezet. Naar deze kant zullen op de hiervoor nodige draagkrachtige duin terreinen ook verder de mogelijkheden moeten worden opengehouden. In de toekomst zal de uitbreiding zich wellicht tot ten noorden van de Zeestraat tussen Beverwijk en Wijk aan Zee gaan uitstrekken. Uiteraard wordt ook het terrein ten westen van het huidige hoogovencom plex, voor zover niet nodig voor zee wering en eventuele andere water staatsdoeleinden, in de gedachten be trokken. De plaats voor mogelijke verdere chemische bedrijven laat gedeeltelijk iets meer speling, wat van belang is met het oog op het tegengaan van mo- „oor de wo11 Gerekend wordt op een terrein van beperkte afmetingen onmiddellijk ten oosten van het bestaande complex, alsmede op het vrijhouden van een gro tere oppervlakte op behoorlijke af stand ten zuid-oosten van Beverwijk. Te verwachten is, dat de ontwikkeling van het hoogovencomplex aanleiding zal geven tot de vestiging van de zgn. agglomeratieve bedrijven, d.w.z. be drijven die door de basisindustrie wor den aangetrokken. Ook hebben zowel Beverwijk als Velsen behoefte aan ge legenheid voor een zekere verdere ont wikkeling van de niet op de hoogovens georiënteerde industrie. Deze kan ech ter niet onbeperkt worden geboden, omdat anders de moeilijkheden voor de huisvesting van de aan te trekken bevolking te groot zouden worden. Maximum 225.000 Uitvoerige berekeningen hebben uit- gewezen, dat bij een optimale industri ële ontwikkeling na verloop van bv. drie decennnia een bevolkingscijfer mo gelijk zou zijn in de orde van grootte van 225.000. De vraag is uiteraard bezien, in wel ke mate de dan te verwachten bevol kingsaanwas aan de IJmond zelf zal moeten worden gehuisvest. Men zou zich immers kunnen voorstellen, dat de oplossing mede in meer of minder be langrijke mate wordt gevonden door heen en weer reizen van de arbeiders naar verschillende plaatsen in de om trek. De conclusie is echter, dat het forensisme een belangrijke invloed zal uitoefenen op de uitkomst van de bevolkingsprognose. Sterkere stimulering van het foren sisme ontmoet verschillende bezwaren. Bij het onderbrengen van de even tueel te verwachten bevolkingsaanwas van mogelijk 140.000 inwoners ontmoet men allerlei factoren, die een gave op lossing bijzonder moeilijk maken. Er is in het gebied reeds vrij veel be bouwing aanwezig, die ten dele is ge concentreerd in de kernen Velsen- IJmuiden, Velser.-Noord, Beverwijk, "Wiik aan Zee en Heemskerk, ten dele zich als lichtbebouwing langs de we gen heeft ontwikkeld of in het lande lijk gebied is verspreid. Rond Bever wijk er. Heemskerk wordt een belang rijk deel van de grond intensief ge bruikt voor de tuinbouw, die ook bet sociale beeld van deze plaatsen sterk bepaalt. Naar het oosten, waar hef veen de overhand krijgt, wordt de grond in het algemeen van minde* kwaliteit. Het minst waardevol ui' agrarisch oogpunt zijn1 uiteraard d du',nterreinen. Deze moeten echter o' worden gereserveerd voor de uitbre! ding van de basisindustrie of voor d drinkwatervoorziening, terwijl ook mo tieven van natuurbescherming en r< creatie hier een belangrijke plaats mo- mate er een grote bevolkingsconcen tratie in deze streek tot ontwikkeling zal komen. Ten slotte is getracht een inzicht te verkrijgen in de mogelijkheden voer de ontwikkeling van een zelfstandig en harmonisch cultureel leven in de toe komstige agglomeratie aan de IJmond. al naarmate deze haar zwaartepunt zou vinden in Velsen-Zuid of in Beverwijk. Hierbij trad geen zeer duidelijke aan wijzing aan de dag, hoewel het onder zoek enigszins wijst in de richting van de noordoever, waar Beverwijk van ouds als stadje een functie heeft ge had en de invloed van Haarlem min der sterk wordt gevoeld. De te ver wachten snelle groei der bevolking zal het ten zeerste gewenst maken, dat de noodzakelijke sociaal-culturele voorzie ningen tijdig worden getroffen. Kern vorming in stedebouwkundig opzicht is daartoe noodzakelijk. Terwijl getracht is al deze factoren op de beste wijze in de voorgestelde oplossing te betrekken, is er één aspect waarvan men zich in dit stadium heeft losgemaakt, nl. de bestuurlijke indeling. Het werd beter geacht, eerst voor het gehele onderzochte gebied de richtlij nen aan te geven voor de ruimtelijke ontwikkeling en vervolgens op de grondslag van de aldus te verwachten toestand de bestuurlijke problemen, mede in het licht van samenwerkings mogelijkheden te doen bestuderen. Aanbevolen oplossing De voornaamste keus betrof die tus sen de noord en de zuidoever van het kanaal als zwaartepunt van de toe komstige agglomeratie. De omvangrijke bestaande bebouwing is echter oorzaak, dat deze keus in geen van beide gevallen absoluut kan zijn- Men zal steeds zowel in het noorden als in het zuiden niet alleen een vrij aan zienlijke bevolking houden, maar bo vendien in redelijke mate ruimte moe ten laten voor normale ontwikkeling van de aanwezige kernen. Kiest men voor de zuidelijke oplos sing, dan zou bij een eventueel be volkingsaccres tot rond 225.000 inwo ners de verdeling ongeveer als volgt kunnen worden: Noordoever (Velsen-Noord. Beverwijk. Wijk aan Zee, Heemskerk) het cijfer voigens de oorspronkelijke opzet van het streekplan IJmond-noord inw. d.i. 70.000 Zuidoever (Velsen-zuid) 155.000 De capaciteit van de bestaande wederopbouw- en uitbreidings plannen voor de zuidoever be draagt 60.000 Ook uit een oogpunt van natuurschoon en recreatie zou het zeer bezwaarlijk zijn. naast een omvangrijk duinterrein voor de basisindustrie nog eens 800 - 1.000 ha duinen voor stedelijke bebou wing af te staan. Wat de stad zelf be treft, zou de oplossing voor de lijnen van vervoer oneconomisch zijn, omdat de werkg 'legenheid vrijwel geheel in de lengterichting aan één zijde van de woonwijken zou liggen. Doordat niet zou kunnen worden angesloten tjij een aanwezige kern, zouden veel hogere kasten moeten, worden gemaakt voor nieuwe wegen en andere openbare voorzienigen. Daarbij komt als ernstig bezwaar, dat er geen zekerheid kan worden gegeven over het tot stand ko men van de industriële expansie en de daarop gebaseerde bevolkinggroei. Zou men dus naast de bestaande kernen IJmuiden, Velsen-Noord, Beverwijk, Wijk aan Zee en Heemskerk nog een vijfde kern in de opneming van de bevolking willen betrekken, zonder dat de uitgroei van deze laatste tot een complete stad bij voorbaat is verzekerd, dan zou het gevaar niet denkbeeldig zijn dat geen enkele kern zich tot een centrum van enig .belang, ook sociaal-cultureel, zou ontwikkelen. Zo is de keus derhalve gevallen op de andere mogelijkheid, nl. een stede lijke uitbreiding aansluitend bij Beverwijk De omstandigheden in dit gebied leggen sterke beperkingen op aan de conceptie van het stedebouwkundige plan. Naar het Westen wordt aan de mogelijkheden een grens gesteld door de eventueel te verwachten uitbreiding van het hoogovencomplex benoorden de Zeestraat, waarvoor de ruimte moet worden gereserveerd, evenals voor een vrije strook tussen de industrie en de woonbebouwing. In het Oosten wordt het terrein ingeperkt door de spoorbaan BeverwijkUitgeest en de aldaar ontworpen nieuwe Rijksweg. Een der aanbevelingen is, het tracé voor deze weg zodanig te wijzigen, dat het in de nabijheid van de stadsuit breiding geheel ten Oosten van de spoorlijn komt te liggen. Ook in dat geval blijft er voor de toe komstige stad slechts een langgerekt gebied beschikbaar, waarin dan ge deeltelijk nog goede tuinbouwgronden zijn gelegen. Aan het zuidwestelijke uit einde ligt het bestaande stadje Bever wijk met zijn uitlopers van lintbebou wing langs verschillende wegen. Spiegelbeeld van Haarlem In haar algemene vorm zou een hier te ontwikkelen stad doen denken aan een spiegelbeeld van Haarlem. Bij goede Extra te voorzien voor 95.000 Deze oplossing zou betekenen de uit breiding van IJmuiden met een nieuwe stad in het duingebied aan de zuidzijde. Voordelen hiervan zouden zijn het spa ren van landbouwgrond en gunstiger atmosferische omstandigheden- Daar tegenover staan echter volstrekt over wegende nadelen. Verkeersbezwaren Wordt de bevolking in hoofdzaak aan de zuidzijde gehuisvest, terwijl de werkgelegenheid in overwegende mate aan de noordkant is, dan zal het dwarsverkeer over het kanaal op voor de scheepvaart ontoelaatbare wijze wor den opgevoerd, terwijl ook het land- verkeer zelf ernstige bezwaren zal ondervinden. In het kader van de Rand stad Holland is een dergelijke concen tratie in binnenwaartse richting onge wenst, te meer. daar de reeds toestaande ruimtelijke spanningen in Kennemer- land-zuid een zo belangrijke extra toeneming van de bevolking niet meer toelaten. Ook zou dan op den duur aan het gevaar van volledig samengroeien met Haarlem niet zijn te ontkomen, terwijl met het oog op de toekomstige ontwikkeling juist een behoorlijke on derbreking tussen de agglomeratie Haarlem en die aan de IJmond drin gend gewenst is. Bovendien zou de hier bedoelde oplossing slechts mogelijk zijn ten koste van een uit nationaal oogpunt hoogst belangrijk duingebied en van belangen der waterwinning. Om al deze redenen is de zuidelijke oplossing verworpen. Dit behoeft echter aan de normale ontwikkeling van IJmuiden niet in de weg te staan. Op zichzelf geeft ook deze door de onver mijdelijke wisselwerking tussen noord en zuidoever bezwaren van dwarsver keer. Nu echter de zuidelijke kernen eenmaal aanwezig zijn, moeten deze gelegenheid hebben voor een gezonde uitgroei, gebaseerd op hun eigen func tie. Bij keuze van de noordelijke oplos sing kan men aannemen, dat in het ver onderstelde geval (uitgroei tot 225 000 inwoners) bet aandeel van de zuide lijke kernen is te stellen op rond 50.000 en dat voor de noordoever moet worden gerekend op rond 175.000 inwoners. Hiervan kan rond 70.000 worden opge nomen door de normale uitgroei van de bestaande kernen. Er bliift dus eventueel te voorzien in het huisves ten van rond 105.000 inwon*:» Twee mogelijkheden Hiervoor zijn twee mogelijkheden on derzocht nl. het stichten van een nieuwe stad in de duinen ten noorden van de hoogovens en een stedelijke ontwikke ling aansluitend bij Beverwijk Hoe aantrekkelijk de eerste gedachte ook is uit zuiver stedebouwkunaig oogpunt en eveneens voor het ontzien van de landbouwbelangen, men heeft 'naar toch moeten prijsgeven. De 'tad zou dan komen in het hart van het wa terwingebied Heemskerk-Castricum juist waar in het Lek-duinplan de in filtratie met rivierwater is gedacht met leiding van de groei op de basis van een ideeënplan voor de volgroeide toe stand zal een meer harmonische op bouw mogelijk zijn dan die Haarlem vertoont. Niettemin is een dergelijke vormgeving op zichzelf minder gunstig en is een dergelijke langgerekte stad als voort zetting van de reeds bestaande keten van stedelijke bebouwing tussen Heem stede en Beverwijk weinig gewenst. Het is dan ook slechts het nationale belang van de industriële ontwikkeling aan de IJmond, die vrijheid geeft tot het voor stel, op de mogelijkheid van een derge lijke stadsuitbreiding te rekenen. Of deze mogelijkheid een zekerheid zal worden, zal afhangen van de uitgroei van de basisindustrie. Neemt deze laat ste echter haar loop, dan zal men ook de consequentie van een geconcentreer de huisvesting der aan te trekken be volking in één duidelijk sprekend cen trum van stedelijk karakter in beginsel moeten handhaven. Nieuwe city Verschillende aanbevelingen worden gedaan om de gesignaleerde moeilijkhe den bij de ontwikkeling van de toekom stige stad op te vangen. In verband met de excentrische lig ging van het huidige Beverwijk ten opzichte van het latere geheel zal het nodig zijn, bij de aigemene opzet te rekenen op het tot stand brengen van een volwaardige city in het nieuwe gedeelte. In de tweede plaats is gezocht naar een opzet voor de stadsuitbreiding, die bij inachtneming van behoorlijke voor zieningen voor actieve en passieve recreatie en wat verder tot de outillage van een aantrekkelijke 'stad behoort, toch een redelijke beperking van het grondgebruik mogelijk maakt. Voorgesteld wordt uit te gaan van 75 procent arbeiderswoningen en 25% middenstandsbouw, in beide geval len met 40% eengezinshuizen en 80% etagebouw. Sparen van cultuurgrond Door deze beperking van het stede lijke grondgebruik is tegelijkertijd ge tracht aan een der voornaamste wen sen van agrarische zijde, nl. sparen van de cultuurgrond, tegemoet te ko men. Dit is vervolgens ook geschied, door de richting van de stadsuitbreiding zoveel mogelijk te leggen naar het noordoosten, waar de gronden van min dere hoedanigheid liggen. Niettemin zullen in de nabijheid van Beverwijk en Heemskerk nog niet onbelangrijke op pervlakten aan tuingrond bij het plan moeten worden betrokken. Aanbevolen wordt de étappe-indeling waar mogelijk zó te maken, dat de beste tuinbouw gronden het laatst aan de orde komen en dus, als de totale omvang van de stad minder mocht blijken te kunnen MOGELIJKE ONTWIKKELING VAN DE IJMOND 1 BESTAANDE INOUSTBIE zijn, wellicht blijvend kunnen worden gespaard. Wijk aan Zee In het kader van de recreatieve as pecten wordt ook ingegaan op de ontwikkeling van het strand en met name op het lot van Wijk aan Zee. Het strand ten Zuiden van de haven is reeds ten volle nodig (en niet eens voldoende) voor de bevolking van IJmuiden en de achtergelegen agglo meraties Haarlem en Amsterdam; dat ten Noorden van de sluizen zal voor al van belang zijn voor de nieuw te verwachten bevolking. De vraag, of opoffering van Wijk aan Zee zou moe+«n worden overwogen om een be langrijk betere opzet te verkrijgen voor de industriële complexen heeft men gemeend niet serieus onder de ogen te moeten zien. Wel wordt als vaststaand aangenomen, dat deze bad plaats van karakter zal veranderen. Zij zal veel meer bezoek van dagjes mensen krijgen en daardoor haar aan trekkelijkheid als familiebadplaats voor vacantierecreatie wel verliezen. Gewezen wordt op het belang van goede verbindingen van Beverwijk naar Wijk a. Zee, vooral voor de Zui delijke wijken, die zo dicht op de industriële concentratie komen te lig gen. Of getracht moet worden meer naar het noorden een nieuwe familiebad plaats te scheppen van het type, dat met Wyk aan Zee verloren zal gaan, wordt aan de verdere studie overgelaten. (Van onze speciale verslaggever ER ZIJN MENSEN gelukkig worden ze steeds zeldzamer die alles, wat uit het buitenland komt, als het enig acceptabele aanvaarden en geen goed woord kunnen vinden voor wat in eigen land wordt ge maakt. Er is een tijd geweest, dat de Brabantse schoenfabrikanten hun schoenen kant en klaar naar Parijs stuurden. Daar kwamen er een Frans stempel op en een Frans doosje omheen, om vervolgens in de Neder landse winkel grif als „Franse schoenen" te worden verkocht. Gelukkig is dat nu wel anders geworden en begint de Nederlandse burger meer waardering te krijgen voor het vaderlandse product en tevens respect voor de duizenden mannen, vrouwen, jongens en meisjes, die met hun vakbekwaamheid en enthousiasme dit Nederlandse product uiteindelijk tot stand brengen. De Nederlandse schoenfabrieken mogen er in alle op zichten zijn, zowel wat betreft outillage als de producten, welke ze af leveren, zo verklaarde ons directeur Scheeren van de Robinsonfabriek in Nijmegen. „Zelfs Amerikaanse experts, die een kijkje kwamen nemen, hebben hun bewondering niet onder stoelen of banken gestoken". ten hebben, en wel des te meer, naar- j bet oog op de breedte van de duinen, DE GROTE VLUCHT, welke de Ne derlandse schoenindustrie de laatste jaren heeft genomen, is duidelijk te zien, als men. de cijfers van 1921 en 1952 vergelijkt. In dertig jaar tijds werd de jaarproductie van 5.300.000 paren met ruim 16 millioen opgevoerd tot 21.400.000. Hoewel Indonesië in 1951 als afzetgebied wegviel, bleef de ex port zich in stijgende lijn ontwikkelen. Met ruim 3.7 millioen paren (waarde ruim 28 millioen gulden) maakte de export in 1952 bijna 18% van de Neder landse schoenenproductie uit. Over de toekomstige prijs-ontwikke- ling valt met de beste wil van de wereld niets te voorspellen. In elk ge val is er voorlopig geen verlaging van de schoenenprijzen te verwachten, te meer daar de Nederlandse schoenen- prijzen de laagste ter wereld zijn, zo werd ons medegedeeld. Er staan in Nederland heel wat choenenfabrieken, maar de meeste vindt men toch wel in de Langstraat en Nijmegen. De Keizer Karelstad met haar vier grote fabrieken Swift, Nimco, Nijma en Robinson produ ceert elk jaar meer dan één millioen paar schoenen. Sinds millioenen schoenen-paren aan de lopende band worden geboren, is er veel van de romantiek van het schoen makersvak verloren gegaan. Het ge zellige klop-klop en de pikdraad heb ben plaats moeten maken voor razende schuur- en snijmachines. Jongens en meises krijgen een stuk leer op hun machine gelegd om er de lijm- kwast of de stiknaald over te halen.... het eindproduct zien zij in de winkel. Veel moet er gebeu ren in razend tempo, want de produc tie-tabellen moeten vele nullen tel len.... Dit moderne fabricage-proces heeft nog maar weinig ruimte over gelaten voor het initiatief en de vaar digheid van de rechtgeaarde schoen lapper. Slechts daar, waar gestansd wordt en tenslotte in de montage-afde ling, waar de schoen zijn eigenlijke vorm krijgt, ontdekt men de vakman weer, die met behulp van zijn razende machine en een flinke dosis bekwaam heid tenslotte het eindproduct tot stand brengt. LEERLOOIERIJ HET KNUSSE Brabantse dorpje Rijen, waar de gele Harvards van 's lands Kon. Luchtmacht het lucht ruim beheersen, is één van de belang rijkste leder-eentra. Bij de N.V. Hol- landsche Lederfabriek worden dage lijks honderden kilo's runder-, scha pen- en geitenhuiden omgewerkt tot het prachtigste leer. De zoolleder-pro- ductie van Gilze Rijen alleen al dekt 50% van het Nederlandse verbruik Van de 163 lederbedrijven zijn er 134 gevestigd in Noord-Brabant. Aangezien er bij het looien van huiden en vellen weinig machinale handelingen voor komen, kan een leerlooierij volstaan met 'n veertigtal arbeiders. De huiden en vellen zijn twee tot drie maanden in bewerking en dit brengt voor het bedrijf risico's met zich. In de periode van inkoop en verkoop bestaat n.l. de mogelijkheid, dat er sterke prijsschom- melingen optreden en de gevolgen daarvan zullen gedragen moeten wor den door het betreffende bedrijf. Een gezonde lederindustrie zal dus over behoorlijk kapitaal moeten beschikken, wil zij economisch verantwoord wer ken. Een leerfabriek is voor de buiten staander een interessant bedrijf. De Es kimo's mogen de vellen dan nog steeds door de vrouwen laten kauwen, de Brabanders hebben zich grote kuipen, draai-trommels en walsen aangeschaft, waarmede zij volgens een grondig bestudeerd recept net zo lang spoe len, draaien en persen tot de stinken de huid een welriekend, glanzend stuk leer is geworden. Zo bij de eerste aan blik waant men zich in een abattoir. Scherpe messen trekken het resterende vlees en de haren van de huid en dit alles, met de zwavelzuren en andere chemicaliën, doet een luchtje ontstaan, waaraan moeilijk valt te wennen. De Brabantse werkers weten echter niet anders meer en doen hun werk met veel plezier. Dit is geen massawerk, dat men in haast aan een lopende band kan verrichten. Hier zijn kennis en degelijk vakmanschap vereist. Dank zij de bekwaamheid van de Nederlandse leerlooiers kan de Nederlandse markt worden voorzien van het prachtigste zoolleer, saffiaan, jucht, peau de suède, glacé, zeemleer en andere soorten, wel ke in kwaliteit met de beste buiten landse producten kunnen wedijveren. Dank zij ingenieuze en kostbare pers machines kan men het leer ook een kunstmatige nerf geven. Zó levert eon koe krokodillen-leer. 'OM SCHOENEN te maken heeft men niet alleen leer, maar ook band nodig. Dit laatste product vonden we in Til burg, bij de gastvrije Van Luyks. Een belangrijke industrie. Want de 12!4 mil lioen meter bandsoorten, die hier jaar lijks buiten de elastiek en de schoen veters de fabriek verlaten, zijn ruim voldoende, om er een lint mee te span nen van de Noord- naar de Zuidpool. Hier geen riekende kuipen of vellen, maar frisse Brabantse meiskes, verf- baden en duizend ratelende spoeltjes. Een fabriek vol leven en lawaai. „Werkloosheid kennen we hier niet," zei ons de jeugdige directeur A. J. van Luyk, die samen met zijn moeder de fabriek leidt. „Er is zelfs groot gebrek aan vrouwelijke werk krachten." De dertig bandweeffabrieken, die vji.l. Tilburg en Enschede tellen, pro duceerden in 1952 met ruim 2000 ar beiders voor ruim 20 millioen gulden tegen 3 millioen gulden in 1938. Werd in 1937 nog niet de helft van het totale verbruik van band, veters en elas tiek door de binnenlandse industrie geleverd, thans bedraagt dit meer dan 80%, In 1952 werd ongeveer 20% geëx porteerd, voor een waarde van ruim 4 millioen gulden. Deze export is in hoofdzaak gericht op de West-Euro- pese landen. Samen met een fabriek in Enschede fabriceert Van Luyk in Tilburg thans als enige fabriek in Nederland ook treksluitingen. De treksluiting berust op een vinding van een Amerikaanse sergeant in de jaren vóór de Eerste Wereldoorlog. Tot voor kort we"den elk jaar enkele millioenen stuks in Neder land ingevoerd voor rubberschoeisel, lederwaren en confectie-industrie, voor namelijk uit Tsjecho-Slowakije, België, Scandinavië, Duitsland, Engeland en de V.S. Spoedig zal dit niet meer nodig zijn. want behalve een voorziening van de binnenlandse markt is de trekslui- lingfabricage in Twente en Tilburg zo danig, dat zelfs de export van dit pro duct aanzienlijk zal kunnen worden uitgebreid. Met het oog hierop zal de komende beurs ook voor deze indus trie-sector van buitengewoon belang kunnen worden. OOK IN ONS GEMOED heeft de opening van het visseizoen onstuimi ge gevoelens wakker geroepen. Nu, hebben wij niet de aard van die noes te, Siera Madre-achtige sportievelin- gen, die de zee tot hun jachtterrein maken, of die aan de oever van snel vlietende rivieren forellen en andere waterreuzen vangen. Wy stellen ons tevreden met een witvisje, een baarsje of een bescheiden karpertje. Wij opereren niet in die brede wa teren. Eenvoudig, doch wel enigszins verfijnd stofferen wij de rand van één onzer stedelijke grachten en wij zijn zelfs niet te Verwaand om te ant woorden op de vraag van prille mede hengelaars: Meneerheppu u al wat gevangel" Dat is nu eenmaal onze vreugde: dicht bij huis en in de roe ring van het dagelijkse leven naar een dobbertje te zitten staren. Zo kon men ons deze week signa leren aan de kant van een smal wa terwegje in onze binnenstad. By tijd en wyle hieven wy onze hengel om hoog, teneinde het deeg aan het hoek je te verversen. U moet weten, dat wy met ontbijtkoek vissen, welke sub stantie nogal oplosbaar blykt te zijn. Wij waren er ons tijdens de vispartij van bewust, dat wij een vrolijke noot aan de wallekant vormden. We droe gen ons lichtblauwe hengelaars jas je en .en grijze broek. Aangelokt door deze levendige combinatie, of in een bijna menselijke scherpzinnigheid dat weten we niet hadden drie buurtkaters zich naast ons neergezet MET STOÏCIJNSE BLIKKEN, keken de drie gedierten naar het zach te wiegen van onze dobber en het scheen ons zelfs, of ze elkaar toe voegden: „Hij heeft er aardig slag van!" In intense spanning vergezelden de blikken van de drie katers de om hoogkomende haak, wanneer wij het deeg verversten. Als het blikkerende haakje boven water kwam, keken ze elkaar moedeloos aan, als wilden ze zeggen: „Poeh, wat 'n visser!" Maar ze bleven toch zitten $n één van hen, een knalrode kater, met een markante kop, streek zijn pezig lichaam zelfs even langs onze arm. Het is aardig, op deze manier een tafereeltje" te mogen vormen. Mens en dier, in een paradijsachtige har monie, levend met elkaar. Wy vieren vormden als het ware één persoon, en ons gezamenlijk denken was gericht op één ding: de dobber. Op een gegeven ogenblik begon dit intrument te trillen. Wjj zagen de ka ters opschrikken. Tjoep, tjoep, deed de dobber, om eventjes later resoluut onder water te verdwijnen. Kalm blij ven, hielden we onszelf voor. Even vastslaan, en dan kordaat op halen. Het verliep schitterend!" Met één koene zwaai lieten wy een klein, blikkerend witvisje in de lucht spar telen. HOEWEL WE DIRECT ZAGEN dat het hier geen tonijn of zalm be trof, meenden we toch de buit even te moeten opmeten. Je kunt immers nooit weten. We legden het visje naast ons neer en zochten onze duim stok. Toen we opkeken was de vis ver dwenen en mèt hem de rode kater. De twee anderen zaten met de ge zichten van wachtende dokterspatiën ten te kjjken en deden erg onschuldig. Net legden we weer in, ons verlies nemend, toen een stem achter ons zei: „Meneer!" Omkijkend ontwaarden we een politie-agent. „U bent in over treding," zei hy. De katers en wij zelf keken zeer verbouwereerd. „U weet toch wel, dat u geen ondermaat se vis mag vangenDit is natuur lijk onjuist. Geen mens kan een on dermaatse vis verbieden in een stukje ontbijtkoek te happen, en zich te laten ophijsen. We zeiden dit ook, maar het gezag verklaarde zich nader: „Maar u voert een kat met ondermaatse vis, en dat is verboden! Dat weet u best!" De twee katers keken ons verwijtend aan. De verraders. Enfin, het werd een bon. Daar doe je nu eenmaal niets aan. Om de vrouw te troosten hebben we toen maar een paar Hollandse Nieuwen gekocht. Maar onze poes heeft geen stadrtje gekregen. ALBERIK

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1953 | | pagina 3