Pension Belhomme, eens toevluchtsoord
der vervolgde Franse aristocraten
„Waar blijft de halsdoek,
Sir Winston Churchill?"
van het Westelijk
Gibraltar
halfrond
Belgische intellectuelen
hebben hoge salarissen
:e militaire
komst
Relatie's met revolutionnair bewind zorgden
voor de nodige patiënten
Eerste gouverneur was een
Engelse timmerman
vonderlamp
rfstmanoeuvres
3e**J:
e Gasperi heeft JÜ11
regering gereed
Hongerdieët en hoge prijzen brachten
inhalig „zenuwarts" ten val
Wist Openbaar Aanklager
er niets vanaf?
Afrikaanse boer maant Britse premier
Washington vond er
grote steun
Land zonder prijsbeheer sing
Apothekers in trek, medici in discrediet
DONDERDAG 9 JULI 1953
3gen het negertje: „Ach All,
tie nu vanmorgen toch al zo
Wil je nu óók nog even naar
nier gaan om een hall pond
halen? De bus is leeg en ik
gewoon geen vaad". „Meeste,
en, Ali gehoorrrzamen", ant-
deze en hij was al weg, ter.
eder hem bezorgd nariep:
om, bij Dries Drentel moet
n je' zegt maar dat het voor
li lichtte even zijn fez op, ten
hij hei ocgrepen had en snel-
verder, terwijl de barooesse
ne trippelpasjes op Moeder
ifiiep.
ig moeten worden, gemobill.
lar zit iets in! Maar Nederland
in oudsher een systeem ge-
at een zéér snelle mobilisatie
pen waarborgde, een systeem,
wee grote vuurproeven, nl. ij i
1914 en in Augustus 1939 zijn 1
ikheid heeft bewezen,
amerhand heeft men ook h
enland begrip gekregen voor
teid waarmee men in Neder,
epen kan mobiliseren. Menj
NATO-kringen wel van over,
at de legerleiding hier in str
>n enkele dagen een mobili
isie gevechtsklaar te hebt,
it neemt niet weg, dat m
1 eens graag de proef op ci
i zien genomen. Die proei o
voltrekt zich nu in de eeuti
m Augustus. Op zekere dt!
aan de openbare gebouwa
biljetten worden aangeplakt,
radio zullen oproepen weet.
en door heel het land zullen
aen van de 3e Divisie het „but.
rk waarmee zij bezig zijn,
jen, zich in militaire uniform
en zich begeven naar het voor
estemde onkomstcentrum. In-
is heel hét mobilisatie-rader-
ti beweging gekomen. Motor-
jen zullen (symbolisch) worden
rd (na enkele uren zal de
r met ziin auto weer kunnen
at hij wil), scholen zullen ale
;sruimte worden ingericht,
rten over de weg en langs de
llen worden gereedgemaakt, om
nen van de 3e Divisie te bren-
ar het eigenlijke oefenterrein,
is (en nog veel meer) moet in
enkele dagen tot stand komen,
wij de reputatie van onze snel-
abéle divisies kunnen hand-
s dus in het kort de bedoellnl
mobilisatie-oefening der 3e Dt-
log enkele goede wenken aan
zers: schrik niet als ge op zekere
Augustus plotseling iets hoort
en mobilisatie van mili'a'f®
gelukkig alleen maar een
s. Ook nog een wenk aan on«
lichtige, met groot verlof zijnde
de meesten van hen zullen
af zij al dan niet tot de 3e dive
oren. Hun zakboekje zal t»
er bovendien inlichten, t»
lede hebben zij, indien zij tot
■isie behoren, omstreeks 1
aarschuwing ontvangen, dat i.
ïg moeten houden met een op
/oor de mobilisatie-oefening -
us.
Ie grote manoeuvres in Du
d betreft, daaraan zullen
andse zijde deelnemen de l
e Divisie en de narate Di
-oepen. Deze onderdelen wow*
ld door de dienstplichtigen
ïtingen 19521, II en III.
Engelsen, zullen de NetJ^rLj
epen in één Legerkorpsverb
en. Deze manoeuvres
a gehouden in de 2e helft
'inden dit najaar slechts we'1^
lallieerde oefeningen pla®»
or deze Nederlands-Engelse M.
-es dus veel belangstelling
/an de zijde van NATO en
bovendien het Nederlands j
in de oefenende troep«ww
egend groot is, kan ook n« 0.
ikere vuurproef worden s
Wij hebben echter alle ve or.
oefening als aan de
uvres van Nederlandse l0.
mij iieuiren voor
gezien de zeer degelijk
ing, welke zowel aan
als aan de tcn
Nederlandse
slag ligt, dat onze mi '1 bet een
Augustus als in Sep'em
figuur zullen maken.
ide de Gasperi heeft zlJ^eVOrm
reen volgende rege van
estant geheel uit '„atische 23'
inse christen-demo" hgeft gee
Iet nfeuwe kabinet nt,
ierheid in het pa11
IN HET OUDE PARIJS ten Oosten van de Place
de la Bastille loopt een oude straat, Rue de Chatonne
geheten. En in deze straat staat een heel oudverval
len huis, waarop de wandelaar de volgende inscriptie
ontdekt: 1787 Maison de Santé du docteur Bel-
homme
In 1787 vestigde een zekere dokter Belhomme op
deze plek een zenuwlijdersgesticht. Het huis was
comfortabel en omringd door wijngaarden en een
grote tuin, een ideaal oord voor rustbehoevenden.
Binnen twee jaar had het zich al zon goede reputa
tie verworven, dat het al 46 patiënten onderdak ver
schafte. De revolutie bracht Belhomme de benoeming
tot kapitein van de compagnie van de sectie Popin-
court. Hij kreeg toen de inval zijn gesticht aan het
bestuur der sectie aan te bieden om er aristocraten
in onder te brengen, welke het leven in de vochtige
Parijse gevangenissen niet beviel. De gegadigden
zouden natuurlijk een pensionprijs moeten betalen
en men zou het dan doen voorkomen, alsof zij daar
een kuur tegen rheumatiek moesten doen.
De dokter had zo goede relaties met de mannen
van het bewind, dat zijn voorstel werd aangenomen.
Weldra waren er vele liefhebbers voor een plaats
in het pension in alle gevangenissen van Parijs. Men
vertelde elkaar, dat dit gesticht onder speciale be
scherming stond en dat men daar niet de kans liep
naar de guillotine te worden gevoerd. Men genoot er
zelfs zekere vrijheden, want men mocht bezoek ont
vangen en rondwandelen. Het Pension Belhomme
werd in de ogen van de aristocraten, die ten dode
opgeschreven waren, als het Paradijs op Aarde. Men
fluisterde, dat Fouquier Tinville, de beruchte Open
bare aanklager, en Belhomme overeengekomen waren,
dat de eerste de gevangenen ongemoeid zou laten,
als Belhomme hem een deel van zijn ontvangsten aan
pensiongelden zou betalen.
Voor Belhomme gingen de zaken goed. Voor de
aristocraten, die bij hem een plaats hadden kunnen
bemachtigen, ging alles goed, zolang zij over vol
doende contanten konden beschikken. Elke maand
werd n.l. voor een ieder de pensionprijs opnieuw
vastgesteld: elke maand moest men als het ware in
het kleine kantoortje van dokter Belhomme zijn leven
gaan kópen. Wie niet meer kon betalen, werd over
gebracht naar een der gevangenissen, wachtkamer
voor de guillotine.
MEN ZAL ZICH AFVRAGEN hoe
men het moet inkleden om onderdak
te krijgen bij Belhomme. Welnu, een
zekere Vilain, advocaat bij het Tribunal
Révolutionaire, wist daar wel raad op.
Men raadpleegde hem veel wegens zijn
grote invloed.
Hij beloofde zijn cliënt dan voor een
ville, mits hem een zeer hoog bedrag
audiëntie te zorgen bij Fouquier Tin
ter hand werd gesteld, wat hij zeide
aan de Openbare Aanklager te zullen
overdragen. De audiëntie werd dan ver
leend, Fouquier schreef direct het bevel
uit om de bewuste persoon over te
brengen naar Belhomme en de cliënt
roemde tot in lengte van dagen het on
baatzuchtige optreden van Vilain niet
vermoedende, dat deze de geldsom in
eigen zak had gestoken.
Zo kreeg het Pension Belhomme, dat
In die dagen voor vervolgden een oord
van rust en veiligheid werd, een zeer
gevarieerde bevolking. Vele mensen
vonden elkaar daar terug, na een ver
blijf in een vochtige gevangenis. Het
ging er nogal vrolijk toe, wat misschien
wel kwam door de opluchting, die men
voelde aan de dood ontkomen te zijn.
Men amuseerde zich mot zang en dans
en zelfs zorgden actrices van het
Théatre Francais voor afleiding. Lief
desidyllen speelden er zich ook af en
hoewel elke maand de laatste kon zijn,
als de financiën uitgeput raakten, toch
maakten de geliefden toekomstplannen.
Belhomme liet zijn gasten zoveel moge
lijk hun gang gaan en deze kregen na
verloop van tijd enige achting voor
hem.
Wanneer aan het einde van de maand
hü gedwongen was aan hen, die geen
pension meer konden betalen het ver
blijf onder zijn dak op te zeggen, kon
digde hij hen dat aan met wel enige
spijt in zijn stem, maar dit was nu
éénmaal de conditie geweest
ZIJN ZAKEN BREIDDEN zich zo uit,
dat hij het naburige hotel Chabanais
erbij huurde, dat eveneens door een
grote tuin was omringd, waar men vrij
mocht wandelen. Niemand dacht eraan
te vluchten, wel wetend nergens zo
veilig te zijn als bij dokter Belhomme.
De pensionprijs, die Belhomme be
dong, was overigens alleen de prijs,
waarvoor men zijn veiligheid kocht
Voor het gehele levensonderhoud moest
apart betaald worden.
Men woonde er, opeengepakt in nau
we kamertjes, waarin alleen die meu
bels stonden, d e men zich veroorloven
kon te huren. Zijn oorspronkelijke rust-
t behoevende patiënten bracht Belhom
me onder op zolderkamertjes. Vooral
de zenuwlijders onder hen irriteerde het
.geroezemoes der overige gasten, die
dicht opeen, overal in het huis a.h.w.
i kampeerden. Zij, die zuinig aan moes
ten doen, aten aan de gemeenschappe-
lijke tafel.
Vaste etensuren waren er evenwel
niet, zodat men geregeld queue maakte
voor de eetzaal om niet de hond in de
pot te vinden. Ging de deur open, dan
haastte men zich naar binnen om een
plaatsje en wat eten te bemacbtigen,
want hoewel de tafels gedekt waren
voor 30 personen, bracht men slechts
eten voor acht.
Weliswaar kon men eten van buiten
laten komen, doch dan was men ver
plicht er iets van af te geven voor de
tafel van Belhomme zelf. Het ging Bel
homme zo wel naar de zin: wat hem
betreft mocht de revolutie nog wel ja
ren duren.
HET ZOU ECHTER anders lopen dan
Belhomme dacht: Op zekere dag zond
de sectie Popincourt hem twee arme
gevangenen, met de boodschap, dat de
ze maar voor niets mee moesten eten.
Niet van zins hen gratis onderdak te
verlenen, hield Belhomme een collecte
onder zijn gasten, die weinig oplever
de. Deze arme lieden waren echter al
lerminst tevreden over de behandeling,
al bezwoer Belhomme hun, dat de def
tigste heren en dames het niet beter bij
hem hadden. Een van hen verklaarde
niet van plan te zijn van honger om te
komen en wel te weten, wat hem te
doen stond.
Hij diende een aanklacht in tegen
Belhomme, hem beschuldigend van af
persing: ongehoorde sommen eisend van
de rijken en arme sansculotten onmen
selijk behandelend.
In Belhommes gastenboek, dat be
waard is gebleven, en waarin men twee
honderd namen vermeld vindt, ziet
men, hoeveel deze zijn gasten voor alle
kleinigheden liet betalén.
MEN VRAAGT ZICH AF, wat Bel
homme met dit geld deed? Kreeg Fou
quier er werkelijk een deel van? Het
staat niet vast, dat deze er enig aan
deel in had, zoals beweerd werd. In
tegendeel: Aan de vooravond van zijn
proces (want ook aan zijn macht kwam
een einde) schreef deze aan zijn vrouw:
„Ik heb mijn land gediend met de
onbaatzuchtigheid van een goed repu
blikein". Waarlijk, deze soms meedo
genloze mens liet zijn gezin in grote
ellende achter, toen hij stierf. Geen ver
kwistende maitresse, geen hartstocht
voor drank of spel speelde een rol in
Fouquier Tinvilles leven
Dat hij niet op de hoogte was van de
toestanden in het Pension Belhomme
blijkt wel uit het feit, dat hij direct
een onderzoek liet instellen na de aan
klacht tegen Belhomme. Bij de huis
zoeking kreeg Belhomme, hoewel hij
hen gedreigd had met het opzeggen
van het verblijf, weinig steun van zijn
gasten. Zij haalden de hoge rekeningen
en hun lege beurzen te voorschijn.
Belhomme werd gearresteerd als ver
dacht van afpersing en gedrag, een goed
staatsburger onwaardig. Door relaties
werd hjj niet naar een gevangenis, maar
naar een ander gesticht gebracht, een
concurrent van zün pension. Het Tri
bunal Criminel veroordeelde hem daar
na tot 6 jaar dwangarbeid.
NA HET EINDE DER REVOLUTIE
verspreidden de gasten van het pension
FOUQUIER TINVILLE
onbaatzuchtig republikein
Belhomme zich naar alle windstreken,
de vrijheid, die zij in de letterlijke zin
zo duur betaald hadden, tegemoet.
Belhomme keerde in 1798 terug, na
vier jaar in het bagno doorgebracht te
hebben. Hij trouwde, hoewel reeds 61
jaar oud, met de 22-jarige Agathe
Chaniot.
Het schijnt, dat zü niet wist, voor
welk doel het gesticht, waarvan haar
man directeur was, had gediend, even
min als zij er van op de hoogte was, dat
haar echtgenoot vier jaar zijn straf had
uitgezeten.
Zij koesterde grote achting voor hem
en zij leefden nog vele jaren gelukkig,
tot haar man in 1824 de laatste adem
uitblies. Eerst toen zij al 30 jaar we
duwe was, las zij in een krant de
memoires van een gewezen gast van
het Pension Belhomme. Diep veront
waardigd schreef zij aan deze heer,, dat
haar man nooit gevangenbewaarder
was geweest en dat hij nog wel door
Fouquier Tinville gevangen was gezet,
omdat hij te goed voor zijn gasten
wasMadame Belhomme was dus
zeker nooit op de hoogte gesteld van
het verleden van haar man
En, als een stille getuige van veel
leed, lang geleden door mensen over
mensen gebracht, staat in de oude Rue
de Charonne het vervallen hotel met de
inscriptie:
1787: Maison de Santé du docteur
Belhomme".
(Van een bijzonder medewerker)
NIET VOOR DE EERSTE KEER VORMEN
de Mermuda-eilanden het toneel voor een inter
nationale conferentie. In 1943 werd hier over het lot
van de Europese vluchtelingen beraadslaagd en in
1946 vergaderde er een internationale verkeersfcon-
ferentie. Maar voor de eerste keer kunnen de be
woners van de hoofdstad Mamilton binnenkort in
plaats van de gebruikelijke vacantiereizigers staats
lieden verwelkomen, in wier handen de toekomst
van de wereld ligt. Het is nog niet precies bekend,
waar de conferentie bijeen zal komen: de keus moet
bepaald worden tussen het aan de zee gelegen
Princess Hotel en het op een indrukwekkende heu
vel temidden van een exotische tuin gelegen Go
vernment House, de residentie van generaal Sir
Alexander Hood. Dit „Gibraltar van het Westen",
in de Atlantische Oceaan ten Noord-Oosten van
de Antillen, dat de Engelsen sinds meer dan honderd
jaar tot een vlootbasis uitgerust hebben, waarvoor
de natuur alle voorwaarden heeft geschapen, die
men zich maar kan denken, is een gezegend stukje
aarde hier wisselen kusten vol klippen af met
een strand, dat aan de Rivièra of Florida doet den
ken; daarbij een weelderige vegetatie van ceders,
palmen, agaven, cactussen, een verkwistiende rijk
dom aan bloemen en vette weiden, waarop de
blinkende witte landhuizen staan en de cottages
in Engelse stijl, evenals de oudere gebouwen uit
het „oude" Amerika, uit de vlot-romantische Franse
tijd van Louisiana. Geen wonder, dat de eilanden
een grota attractie zijn geworden voor vacantie
reizigers.
Jr''
DE SPANJAARD Bermudez ontdek
te de archipel in het jaar 1522; en de
Engelsen namen hem bijna honderd jaar
later in bezit. Meer dan 300 koraal
eilanden en riffen groeperen zich rond
het grootste eiland. Op dit eiland ligt
de hoofdstad Hamilton, die in 1812
in de plaats gekomen is van de oude
hoofdstad St. Paul. Het was in het
jaar 1612, toen Koning Jacob I een
eenvoudige timmerman, Richard Moore,
tot gouverneur van de eilandengroep
benoemde. Moore had in het geheel
vijf onderdanen van Zijne Majesteit
onder zich. Drie jaar later richtte de
koning de Bermuda-maatschappij op
om de rijkdommen van eiland, zoals
koffie, cacao, tabak en tropische vruch
ten, te exploiteren. Hij gaf de bewoners
ook een grondwet,zodat de Bermuda's
zich erop kunnen beroemen een van de
oudste parlementen in het gehele Com
monwealth te bezitten. Tegenwoordig
komen 36 volksvertegenwoordigers bij
een. Tijdens de Engelse revolutie is
het eiland een trouw lid van de Britse
kroon geweest. Toen Karei I zijn leven
op het schavot eindigde, erkenden de
bewoners niet Cromwell, maar de
troonpretendent, de toenmalige Karei
II, waarop de dictator antwoordde met
een verbod van de handel tussen Groot-
Brittannië en de Bermuda. De bewo
ners van het eiland schijnen echter
minder onder deze blokkade geleden
te hebben dan onder een gelijktijdige
invasie van ratten, die hen bijna aan
de hongerdood overgeleverd had.
EISENHOWER en Churchill kunnen
in de pauze tussen de onderhandelingen
enige büzonder pikante historische her
inneringen opfrissen: op de Bermuda's
vond George Washington een belangrijk
deel van de middelen, waarmee hij
de Engelse troepen in de Vrijheids
oorlog kon verslaan en zo de zelf
standigheid van de koloniën kon win
nen. De strijders voor de onafhanke
lijkheid hadden geen munitie meer. In
deze precaire situatie vernam Washing
ton, dat er op de Bermuda's 800 vaten
kruit lagen. Onder de ogen van de
gouverneur leverden de bewoners van
de Bermuda's het kruit aan de schepen
van Washington uit en het jonge Ame
rika heeft deze hulp van de eilandbe
woners nooit vergeten: immigranten
van de Bermuda's werden steeds met
grote tegemoetkoming ontvangen.
IN 1812 namen de Amerikanen, die
toen in oorlog waren met Engeland
het besluit zich meester te maken van
de eilanden en verzamelden met dit
doel een vloot bij New York. Het plan
werd echter niet uitgevoerd. Maar En
geland nam zich deze les ter harte en
begon versterkingen op de eilanden
aan te leggen. 3000 strafgevangenen
werden voor de versterkingswerkzaam
heden, die 20 jaar duurden, naar de
Bermuda's gestuurd.
Thans wonen er 32.000 mensen op de
Bermuda's, gedeeltelijk nakomelingen
van de eerste Engelse kolonisten en
van de strafgevangenen, voor een ander
gedeelte van de negerslaven. De sla
vernij werd in 1834 afgeschaft en toen
in het jaar daarna een Amerikaans
schip met 78 negers aan boord de haven
binnenliep, verklaarde het parlement
van de Bermuda's de negers tot vrije
mensen. Ze bleven allen op het eiland.
Het e"r«te stoomschip, dat in 1842
het eiland naderde en door de Bermu
da-vissers eerst voor een komeet werd
aangezien, leidde een nieuw tijdperk in.
Sindsdien zijn de Bermuda's een be
langrijke basis geworden in het ver
keer tussen twee werelddelen voor de
grote scheepvaartlijnen en een bekend
centrum van toeristenverkeer. De Golf
van Hamilton behoort tot de mooiste
plekjes op aarde wat misschien
niet eens gezegd behoeft te worden,
want zou er ooit een internationale
conferentie niet op een bevoorrecht
punt van onze planeet worden gehou
den?
(Van onze correspondent
in Kaapstad)
„SIR WINSTON, het
wordt langzamerhand
tijd, dat U ons de hals
doek terugstuurt, die
mijn vader u in Novem
ber 1899 geleend heeft".
Aldus schreef onlangs de
heer Flip Kok uit Dur
ban aan Engelands eer
ste minister en voor het
geval Churchill zich niet
meer zou kunnen herin
neren, dat hij vieren
vijftig jaar geleden in
Zuid-Afrika een hals
doek leende, schreef de
heer Kok er de bijzon
derheden maar bij.
Het was tijdens de
Boerenoorlog, die Chur
chill in 1899 als oorlogs
correspondent van een
Londens dagblad mee
maakte. De Afrikaners
hadden nabij Coenso gro
te rotsblokken op de
spoorrails gelegd en een
trein met Britse solda
ten ontspoorde. Vanaf de
heuvels openden de Boe
ren het vuur en tenslot
te werden de Engelsen
omsingeld en gevangen
genomen.
Wülen Flip Kok, de
vader van de Durbanse
briefschrüver, legde de
hand op een in Khaki ge
klede jongeman, die
ogenblikkelijk heftig pro
testeerde, omdat hij, als
oorlogscorrespondent, tot
de non-combattanten ge
rekend wenste te wor
den. Flip Kok deed ech
ter een greep in de
broekzak van de bulde
rende journalist en vond
een geladen revolver.
Voor Winston Spen
cer Churchill hielp er
toen geen lieve-moederen
meer aan: hij werd tot
krijgsgevangene ver
klaard en moest, samen
met Kok, in de branden
de zon te voet naar
Chieveley lopen. Om
dat Churchill tijdens de
ontsporing zijn hoed
verloren had, gaf soldaat
Kok hem zijn halsdoek,
teneinde die als hoofd
deksel te gebruiken.
Churchill en Kok heb
ben de nacht, samen met
tientallen andere Boe
ren en krijgsgevange
nen, in een boerenschuur
doorgebracht. Zij slie
pen in het kaf.
Churchill is later, toen
hij met honderden an
deren Engelsen was op
gesloten in een school
gebouw, ontvlucht.
Maar de halsdoek
van Flip Kok heeft hij
nooit terug gestuurd.
Daarom heeft diens zoon
nu naar Londen ge
schreven om te vragen
of Sir Winston niet
vindt, dat het langzamer
hand tijd wordt
En er is antwoord ga-
komen van Downing-
street nummer tien
„Maar, zo zegt de heer
Kok, het gaat hier om
een kwestie tussen de fa
milies Kok en Churchill
en ik kan dus de inhoud
van de brief niet mee
delen". Het schijnt, dat
Sir Winston en Lady
Churchill zich nog steeds
afvragen, waar toch die
halsdoek gebleven kan
zijn
(Van onze Belgische correspondent)
DE REDEN, WAAROM MENIGE NEDERLANDER uit het meer
intellectuele milieu met jaloerse ogen naar België ziet, is, dat ongetwij
feld het gemiddelde peild er salarissen daar hoger ligt dan in zijn
eigen land. België is werkelijk nog een land, waar geld te verdienen
valt. De concurrentie is er vrij. Wie 's avonds zijn zaak open wil hou
den tot twaalf uur, ontmoet niet de minste tegenstand door beperken
de bepalingen van Overheidswege. En wie, wonend in een stadskwar
tier, waar de beter gesitueerde bevolking leeft, voor een blik pompel
moes-sapof iets anders, twee of drie franken méér wil vragen dan
zijn collega-winkelier in een eenvoudiger wijk, heeft daartoe de volle
vrijheid. Op deze manier worden enorme^ winsten sem.aakt^ al. moet
men niet altijd vragen „hoe".
LJETZELFDE geldt ook, alleen nog
een beetje a fortiori, van de intellec
tuelen en hun salarissen in België.
Apothekers steken in dit opzicht waar
schijnlijk alle andere handelconfraters
de loef af. Hun aantal is niet te tellen.
Men weet in België, dat het apothe
kersvak bijzonder lucratief is, het ge
volg is geweest dat de collegezalen,
waar de adspirantapothekers opgeleid
worden, de studenten niet meer kunnen
bevatten en dat er op het ogenblik een
teveel van deze weldoeners der mens
heid in België dreigt.
Maar nog beter zijn er financieel de
doktoren aan toe. De Leuvense hoog
leraar Baudhuin heeft in zijn interes
sante boek „Les carrières intellec-
tiielles meegedeeld, wat de gemiddelde
inkomens zijn van de Belgische intellec
tuelen; het valt op dat hij geen ge
gevens verstrekt van wat een dokter in
België verdient. Maar de paleizen van
huizen, die deze heren dikwijls bewo
nen zijn welsprekende getuigen van de
welvaart, waarover de doorsnee medi
cus zich mag verheugen. Ook hier zou
ik echter willen zeggen: vraag niet al
te zeer „hoe". Er is alle reden om in
België te spreken over de schande van
het beroep van medicus. Afzetterij,
overvraging, opzettelijke vertraging van
het genezingsproces zijn aan de orde
van de dag. „Pikuurs" zijn waarschijn
lijk ongevaarlijke dingen; welnu, zij
worden bij tientallen toegediend; helpt
het niet, dan schaadt het nieten de
winst vloeit in de doktersbuidel. Met
De gids Tensing, die de top van
de Mount Everest bereikte, ge
niet na de vele vermoeienissen
van de laatste weken, een wel
verdiende rust in Engeland. Hier
applaudiseert hij (midden)
tijdens een toneelvoorstelling.
Naast Tensing zijn vrouw en
dochter.
een geraffineerd systeem van exploitatie
werpen zij elkander, als medici, de bal
toe.
Hun systeem is immoreel en brengt
de stand van de doktoren in discrediet.
Nederlanders in België woonachtig, be
danken al lang om in de handen van
deze heren te vallen. Zij laten zich bij
het eerste symptoom van een serieuze
ziekte over de grens brengen en ver
kiezen in Breda behandeld te worden,
waar het medisch meestal beter ge
schiedt en zij in ieder geval niet af
gezet worden. Ik betaalde aldaar in
het rooms katholieke ziekenhuis voor
een onderzoek door de directeur zelf
vijf gulden, een bedrag dat met tien
vermenigvuldigd had moeten worden,
als ik een Belgische collega in de arm
had genomen. Ook echter gewetensvolle
medici kunnen in België een hoog sa
laris verdienen.
Verder noemt prof. Baudhuin accoun
tants als intellectuelen, die in België
een salaris verdienen dat minstens vijf
tig procent hoger ligt dan in Neder
land. Ook staatsambtenaren worden
hoog betaald.
Deze royale salarissen weerspiegelen
zich duidelijk in heel de train de vivre
van de Belgen; zij leven financieel
minder benauwd dan de Nederlander,
beschikken heel vlug over een eigen
auto en geven hun vrouwen bontman
tels cadeau die, al worden zij meestal
op afbetaling verkregen, de Hollandse
dames jaloers kunnen maken. Zo heeft
het leven in België nog iets paradijs
achtigs voor velen. De boom van het
economisch leven staat nog in volle
bloei. Maar men zegt dat het een
beetje als in Pompei' is: aan de voor
avond van haar ondergang, was de
hemel rose gekleurd en baadden de
bewoners zich in weelde. Intussen
werkte al de Vesuvius
Dat er iets ongezonds in het bloeien
de leven in België ligt, is waarschijn
lijk; maar knappe stuurlui hebben het
roer in handen en zullen wel kans zien
koers te houden en. altans nog een tijd
lang, met succes en verstand te navi
geren.