Vuilwitte zwammen onder de populieren
Wiener Gafé
OnZeBaDsMoEs
Marij eke Visser erfde haar talent
Aöeeda
Ik ben kampioen-binkiesteker
ms nmm m m
Piet Hopman
Vanaf zeventiende jaar grote
liefde voor beeldhouwen
SA-
as
3
2
s
M
B28ë giSSiilss ssss als SIS
SÊBI asll iSIS SëS UB
Sga§ Ills g» SiSS 858 ÜS
lal
sa
TONY HARTWEGER
„LA CUBANA"
mmm
Het theoretiseren is
haar verre
Bello gaf service
Bemerkingen
van Barendje
Bazzeroet
O
O
Ui
•O
H
•fl
N
H
3
<Q g
IQ
<D
<j
(0
a
<Q
<D
.Sn-» -OCO
MOOtO-|
tou»w
ssaggssa isö§iss3ss:s533s
mi sSisISêa Sig§13ÉS3ë8S
SffiS
sa
pssa
oo <r.w
O ff) 03
oo^oo
-1M
tO 03
Milk
a»
oo$ w
O0C3&
COOlüt
OOM
CO -3 03
IOOW
OA
O 03 2»
ptOQ
utoo
SI
838
-5 DO M
CD —10R
SI
cc ex os
M ooO
«UH
VrUdMK Z» Ammte
BERGER BA» COURANT
70 ZIJN DAN tussen het donker-
groene gras aan de voet van de
populieren, die de wacht over ons
gazon houden en menige zomeravond
de hiaten in het
gesprek met hun
vriendelijk geritsel
hebben gevuld,
weer die wonder
lijke vuilwitte
zwammen opge
schoten. Een laatste
verziekte stuip
trekking van de
uitbundige groei
kracht die zich in
de lente achter ons
onweerstaanbaar
een baan brak door
het harde pantser,
waarin de winter
zich verschanst
had. Een zeker te
ken dat de zomer nu weldra zal gaan
sterven.
Onze Siamese poes is uit louter wee-
meed. of wellicht ook omdat de vele
amants die zij sinds Maart heeft ver
sleten, haar toch niet dat hebben gege
ven wat haar tropisch temperament
toekomt, een laatste wanhopige liaison
begonnen met een nogal vage lapjes
kater van onbekende herkomst. Heur,
haar door* ons toebedeelde, echtge-
door
Strandkammer
(Vervolg van pagina 1)
machtig pand zou worden opgetrokken
op deze plaats met een raming aan
kosten van 20.000.
Een grco'.s plan van een achitect, alle
andere zaken verkopen, alle artikelen
in een machtig warenhuis in het cen
trum van het dorp, aan „Den Heeren-
weg" in de Kerkebuurt.
Als Roggeveen er eens niet was
geweest
De heer Roggeveen, gemeente-archi
tect, adviseerde de Raad, dat Hopman
de smederij maar moest laten restau
reren Om er een winkel van te maken.
Alzo werd er toen overgegaan tot
restauratie op bescheiden schaal.
Zeer betreurd door de Schoonheids
commissie, moest echter de eeuwen
oude „Travalie", waarin de paarden
werden beslagen, worden verwijderd,
zodat het dorpsaspect toch nog in
waarde verminderde.
24 April 1921 werd Wim geboren,
de opvolger in de zaak welke 29 April
1921 werd geopend.
Duizenden en duizenden mensen heb
ben in de loop der jaren de drempel
van de oude smederij overschreden.
Gevoegelijk enige honderdduizenden
gasten van de badplaats Bergen heb-
bevan 's morgens acht uur tot 's
avonds tien uur een gang gemaakt
naar een recreatieplaats, waarop eeu
wen neerzien.
Piet Hopman van 1888 is een groot
aandeelhouder in de Vreemdelingen
industrie van Bergen.
De cassa, waaraan menigeen een bij
drage heeft gegeven in de welstand
van deze vooruitstrevende Bergense
zakenman, is de vroegere bedstede van
de oude dorpssmederij.
Het devies, geschilderd op de bed
stede, waar iedereen met zijn knieën
tegenaan staat om te offeren, is het
devies van Piet Hopman:
Laat schrapen hij die wil,
Maar Gij, weest Gij toch wijzer.
Want leven voor het goud,
Dat maakt 'n hart van ijzer.
noot, in plaats van zich zoals anders
geweldig hierover op te winden en met
majesteitelijke schred en een martiale
trek op zijn Othelliaanse snuit zijn ter
rein naar eventuele indringers af te
speuren, schurkt geresigneerd en wat
afwezig langs de sinds enkele dagen
weer op zijn winterstandplaats gearri
veerde kachel, als zocht hij daar de
warmte die zijn eega hem onthoudt.
Meteen na het eten gaat de lamp al
weer aan en goede vrienden die ge in
de wilde wanel van de zomer slechts
af en toe vluchtig hebt ontmoet, wor
den door een plotselinge windvlaag bij
kans met deur en al uw woning bin
nen geblazen, en tussen het „Nou zeg
we hebben jullie ook in een eeuw niet
gezien" en het „Gezellig dat je weer
eens aankomt", hoort ge in de boom
gaard de vruchten met doffe ploffen in
het gras vallen.
Het is in ons goede dorp reeds aan
merkelijk stiller geworden. Af en toe
druppelt er nog een late gast binnen
maar het aantal vertrekkenden is vele
malen groter. „Bello" trekt zijn laatste
baantjes onder een wilde wolkenstoet
en niemand weet of wij hem het vol
gend seizoen nog terug zullen zien. Op
de terrasjes begint het stiller en stiller
te worden.
De vlijtige fruitkwekers tellen hun
mandjes met vruchten, de hupse hote
liers, de kwieke kellners, de nijvere
neringdoenden en de pientere pension
houders hun centjes, de schamele schil
ders hun (on)verkochte schilderijen en
de vertrekkende vacantiegangers hun
(on) vervulde verlangens De vroede
V.V.V.-vaderen tellen bij: één ring-
rijderij met Schermer dansers, ééll
Buiskool, één Kreb en trekken af één
bloemencorso, één Roggeveen en één
Zeiler. Men maakt zogezegd de balans
op.
En het wonderlijke is dat ge, wat ook
de uitkomst mag zijn, of ge winst dan
wel verlies moet boeken, gewoon dóór
moet gaan. Ge moogt dan al eens vol
schieten met een vreemd trekvogel
verlangen Zuidwaarts te trekken en zo
de melancholie te ontvluchten die U
dreigt te overspoelen gelijk de vloed
de laatste zandbouwsels overspoelt van
de kinderen die al weer op de school
banken zitten, ge moogt dan plotseling
die kinderen fel benijden als ge U her
innert hoe gemakkelijk in de voorbije
kostschooljaren deze najaarsstemming
verjaagd werd door de gespannen ver
wachting om al het nieuwe, nieuwe
schoolgenoten, nieuwe leraren, nieuwe
lessen, dat U te wachten stond, dat
verandert er geen zier aan. Ge moogt
dan al eens slenterend over de Alk-
maarse kermis overwegen dat er „au
fond" niet eens zo erg veel verschil
bestaat tussen een seizoen-badplaats als
Bergen en dit vreemde gedoe dat tel
ken jare een week lang Canadaplein,
Hofplein en Nieuwesloot in beslag
neemt, ge moogt dan Uw goede buur
die met een glas goede wijn in de
hand Hölderlin citeert: April und Mai
und Julius sinds ferne, ïch bin nichts
mehr, Ich lebe nichts mehr erne, ant
woorden met Rilke's:
Wer jetzt allein ist wird er lange
bleiben, wird warten. lesen. lange
Briefe schreiben, ge kunt met al uw
overpeinzingen zo min iets toe of af
doen aan de eeuwige contra-dans tus
sen het leven dat U thans verschaald
toeschijnt en het deze zomer reeds zo
vroeg voorzegde sterven dat U vreemd
bekend voorkomt als een sinds lang
vergeten vriend, dan dat ge de getijden
die nu weer ongehinderd door mensen
bouwsels op het nagenoeg verlaten
strand hun door wind en sterren voor
geschreven spel bedrijven kunt veran
deren.
Tussen ALKMAAR
en BERGEN
Hedenavond
in
Dir. MAX WOISKI
Reserveren: Telefoon K 2200/4364
Bouwt een mens van deugdelijker
materiaal dan het losse zand? Is zijn
hoop minder streng door de sterren
bepaald?
Doch dan valt U. terwijl ge terugge
keerd van het strand van een der bin
nenste duintoppen over het polder
land tuurt dat zwijgend onder een
grauwe hemel ligt dat Uw (grote)
collega H. Lunshof eens van de
weemoed die bijkans immer van dit
het „een weemoed is die tot daden
Hollandse land uitgaat gezegd heeft dat
dwingt".
En zie het is niet anders. Naarmate
de laag gevallen blaren dikker en het
leven buiten stiller wordt, begint bin
nen in de mensen een nieuwe energie
te stralen. Ge kunt dat het beste bij
de gaande gasten waarnemen. Die doen
ons altijd denken aan oorlogsschepen
die gereed liggen om uit te varen.
Enerzijds is daar het „mourir un peu"
dat nog immer met het „partir" sa
mengaat. ook al is het maar een stalen
schip, anderzijds echter beginnen diep
in de romp van het schip de dynamo's
te zoemen, de stuurmachine wordt be
proefd en de schroef begint langzaam
te malen.
Waarachtig ze zullen hun pantsering
wel nodig hebben in de kille jungle
van neon en asfalt. Wij trouwens ook.
lAdvertentie lng. Med.)
Als we alleen al denken aan al de
dingen die deze in bos en duin op
strand en heide met energie opgeladen
vlijtige stadsmieren nu weer zullen
gaan uitvinden, is 't alsof nu reeds de
herfststormen om ons bange hart waai
en. Nog mooier gekleurde films, nog
snellere straalvliegtuigen, nog scherper
manieren om belastingen te heffen en
nog slimmere sluipwegen om aan die
heffingen te ontkomen, nog schitteren
der kerstboomversieringen en misschien
wel een nog machtiger atoombom die
met een nog hardere dreun nog meer
mensen in nog korter tijd nog totaler
vernietigt.
En volgend jaar komen ze weer te
rug om zich bruin te laten bakken,
ijsjes te eten, shorts te dragen en met
de uitlaatgassen van hun bromfietsen
en auto's de atmosfeer te verpesten. Bij
de VVV is men (als het tenminste gaat
zoals het behoort) nu al druk in de
weer om het volgend seizoen weer zo
veel mogelijk gasten naar Bergen te
lokken.
En wij zullen hen van harte welkom
heten. Omdat de mensen ons altijd blij
ven fascineren. Wij blijven hopen dat
weze nog ééns zullen begrijpen. En
hoop doet leven, nietwaar? Zelfs in
een stervend jaargetijde!
MAG ik U vragen voor de laatste dans?
Ik geloof, dat ik de voorkeur geef aan iets minder
hevigs
Kreetje van de week: Hoogste tijd, dames en heren!
Op sommige autoriteiten: Je moet het domme ver
keer vooral geen meester laten worden over je vrije
wil.
Op andere belangrijke figuren:... er zijn gezwol
len nietigheden in de wereld...
Gedurende een van de weinige regendagen, die we
gehad hebben, zat C. Paard in een waterdichte bad
stoel „De opstand der engelen" van Anatole France
te lezen. Zo is hij wel: altijd proberen iets te leren.
Hij werd geschokt door een uitspraak, welke hem
persoonlijk past: J'ai des ennemis et je m'en vante;
je crois les avoir mérités
Inderdaad: C. Paard heeft na al dat geroddel en
na al die schoenen (die pasten!) vijanden. Hij heeft
ze verdiend, maar hij is er trots op ook.
Trouwens: Der eine Teil der Menschheit drückt
sich falsch aus, der andere Teil misversteht es, zo
als Erika Mann snedig opmerkte.
Hebt V inmiddels gemerkt, dat je in Bergen geen
geheimen kunt vertellen. Indien je dat doet ben je
een gek of een diplomaat. Wil je namelijk het ge
heim bewaard houden, dan ben je het eerste; wil
je het verder verteld hebben het tweede....
Vandaar C. Paard's lijfspreuk: Leve de diplomatie!
Geplukt uit de roddelpot: Hebt je het al gehoord?
De hoofdredacteur van de Alkmaarse Courant gaat
weg
Oplossing: Jawel, eind September voor twee maanden naar Australië...
Kojfertjesdragers en secretaressen vóór!
Er wordt gezegd, dat de VVV voortijdig is ingeslapen. Vreemd, hebt U vóór
die tijd veel actie gezien?
Is het U ook opgevallen, dat er zoveel schatgravers in ons dorp zijn? Nieuwe
benaming voor voormalige veldgrauwen!') Ze hebben zeker het verhaal van
Rikki en de millioenenroof gelezen.
Blijde verwachting: wacht maar tot de jaarvergadering!
En nou weer allemaal in het daagse pakje aan het werk in het oude baantje
Slot-smoes I: Adieu, wij moeten....
Slot-smoes II: Nou tabé dan....
Slot-smoes III: Alles vergeten en vergeven?
Slot-smoes IV: Thanks for the memory..,.
C. PAARD
Vrijdag M Augnstns
BERGER BAD COURANT
door
D. P. VAN
WIGCHEREN
„MARIJCKE VISSER, edelsmeediverk" stond
mijn lijstje van te interviewen Berger kunstenaars.
Toen ik haar dat vertelde, rees er enig protest. „Ik
ben allerminst in de eerste plaats edelsmidzei ze.
,JBeeldhouwen is mijn grote liefde, maar ik ben mij
tevens met edelsmeediverk en kunstnijverheid gaan
bezighouden, omdat het me te zwaar valt, om de ge
hele dag te staan hakken of boetseren. Maar helpt u
alstublieft het sprookje de tvereld uit, dat ik geen
plastieken zou maken. Er wordt van dit werk maar
weinig aan het publiek getoond, omdat ik hoofd
zakelijk in opdracht werk en de dingen die ik maak
dus vrijwel direct naar hun bestemming gaan. Ik heb
echter de laatste jaren heel wat vervaardigd". Ten
bewijze van haar activiteit lei ze me een paar dikke albums vol foto's
voor. Zo hebben we dus tezamen hel gehele veld van haar artistieke
bezigheid besproken, inplaats van ons te beperken tot dat ene deel, dat
zijzelf eigenlijk als bijwerk ziet.
UET is waarschijnlijk niet te veel ge-
zegd, wanneer we veronderstellen
dat Marijcke Visser haar talent van
haar vader heeft geërfd. Zij werd na
melijk op 10 November 1915 te Am
sterdam geboren als dochter van de
bekende beeldhouwer Tjipke Visser.
Haar jeugdjaren bracht ze echter in
Bergen door. Ze bezocht de HBS in
Alkmaar, had voor studie niet de
rechte animo, maar wist reeds met
haar zeventiende jaar, dat ze ook wilde
gaan beeldhouwen. Vader heeft toen
haar eerste schreden geleid en haar
heel wat van het ambacht bijgebracht:
beeldhouwen in steen en hout en de
beginselen van boetseren. Die grond
slag is op de academie in het Engelse
stadje Reading verder verbreed. Verder
leerde ze veel op een bronsgieterij en
op een fabriek van aardewerk. Op de
Amsterdamse kunstnijverheidsschool
tenslotte maakte ze studie van het
edelsmeedwerk. Daarna ging ze voor
zichzelf werken eerst in Amsterdam
en thans sinds een jaar of vier in Ber
gen. Hier betrok ze een woning aan de
Zuidlaan, enkele tientallen meters van
haar vaders huis af.
Vraag Marijcke Visser niet naar het
„waarom" der dingen. Ze zal het u
zeer moeilijk kunnen vertellen. Hoe
groot haar belangstelling en haar be
grip ook zijn voor wat er momenteel op
het gebied der beeldende kunsten om
gaat, theoretiseren is haar verre. In
dit opzicht is ze geloof ik typisch een
vrouw. Ze laat zich bij haar vorm
geving namelijk volkomen drijven op
haar intuïtie.
Zij redeneert niet. Zij naakt haar
werk eenvoudig-weg uit de behoefte,
om eerlijke en mooie dingen tot stand
te brengen, die geheel en al van bin
nen uit komen. Begint ze aan een
sculptuur, dan werkt ze er aan tot het
voor haar gevoel voltooid is. Dan is
het ook geheel en al uit haar gedach
ten. De spanning, waarin ze heeft ge
werkt, is gebroken. Deze blijft echter
bestaan, zolang het werk nog niet vol
tooid is, ook wanneer de arbeid er aan
een maand of langer zou moeten wor
den onderbroken. Heel wat is er zo in
de loop der tijden uit haar atelier ge
komen: gevelstenen, gevelbeelden,
reliefportretten, portretbustes, graf
monumenten en kleine beelden. Het
meeste is verkocht. Een enkele portret
buste van vader en grootmoeder siert
nog haar woning.
Haar werk is modern, zonder tot
enig-isme te vervallen. Het is sober,
bijna ingetogen van vormgeving, strak
ook van belijning, zonder doods te
worden. Het is alsof zij de Friese in
getogenheid van haar vader heeft ge-
erfd. Aan de andere kant heeft het ook
sterk decoratieve trekken. Er is een
voorkeur voor strakke versieringen,
die zich ook in haar kunstnijverheid
uitleeft. Toch kan bij dit werk niet de
uiterlijke vorm voorop staan. Uit
gangspunt is hier de bruikbaarheid
van het voorwerp; daarna komt pas de
tooi.
Nog sterker is vaak de gebonden
heid in het edelsmeedwerk. in wat als
Meisjeskopje door Marycke Visser.
vrije schepping tot stand komt, kan
Marycke Visser uiteraard volkomen
haar gevoel voor het strakke en toch
gevoelige ornament uitleven en stre
ven naar een zo goed mogelijke har
monie tussen de gebruikte stenen en
de omraming van eoel metaal. Veel
hiervan ontstaat echter op bestelling.
En dan gaat het er vaak om, de op
drachtgeefster of -gever te voldoen en
toch datgene te maken dat artistiek
verantwoord is.
Het contact met mensen, dat hieruit
voortvloeit, is voor Marijcke Visser
van een speciale bekoring. Het is haar
steeds weer een grote vreugde, hun
iets te verschaffen, dat bij hun type
past en dat hun daarom een bron van
langdurig genoegen al zijn. Omgekeerd
ervaart zij, dat haar werk het „doet",
dat men het waardeert en mooi vindt.
Zodat ook voor haar dit bijwerk een
waarde heeft, die boven de directe
financiële bate uitgaat. Van W.
ETLEIN JANTJE uit Koedijk was
met zijn moeder aan het strand
in Bergen aan Zee en Jantje viel.
Hij viel niet op de manier zoals
wel meer vierjarige jongetjes
plegen te vallen. Neen, hij viel
met zijn kleren aan in zee en was
dus drijfnat.
Goede raad was duur. Er zat niet
veel anders op dan dat Jantje
met zijn moeder naar huis terug
keerde en dus ijlden beiden naar
het stationnetje waar „Bello" al
klaar stond om te vertrekken.
Was die Jantje eventjes in de
tram?" Daar was me z'n hele dag
in het water gevallenen dan
dat natte pak dat klefferig aan
zijn lichaam plakte
Hij sproeide bittere tranen toen
nij met moeder net perronnetje
opliep. Maar die tranen waren
zijn geluk. Ze werden door de
stoker van de locomotief gezien
en toen
„Kom maar hier joh", riep de
stoker, „trek die rommel maar
uit. Ik hang ze wei voor de
kachel
En zo geschiedde. Jantje werd in
de „hut" gehesen, uitgekleed en
zijn kleren voor de vuurkist ge
hangen. In moeders jas gewikkeld
reed Jan toen naar Koedijk, waar
helaas bleek, dat jas, broek en
ondergoed nog niet droog waren.
„Dan rijden we door naar Alk
maar" besloot de machinist ener
giek en pas op de terugweg zet
ik jullie bij Koedijk af.
En toen dit gebeurde waren
Jantje's kleren inderdaad droog.
En dat trammetje willen ze nu
opheffen!
DOKTERSDIEN ST
De doktersdienst wordt waargenomen
door de arts H. W. J. M. Poot. Dorps
straat 30, tel. K 2208/2423.
SPORT
Voorzaal Rustende Jager: iedere
Maandag Bridgen. Ook voor gasten toe
gankelijk.
AMUSEMENT
Café Restaurant De Rustende Jager:
t.e.m. Zondagavond Trio Pim Tholen.
De Oude Prins: t.e.m. Zondagavond
Trio Gé de Bakker. Ruïne Bar: t.e.m.
Zondagavond Jackson en Petersen.
Café Nieuwendijk: t.e.m. S. >ndagavond
De Arditi's.
La Cubana: Vrijdagavond: Wiener
Café Tony Hartweger. Zat. Zond. tot
4 uur: Latin Night Club Max Woiski.
MUSEA
Museum van OudhedenOude Prins-
weg. Dagelijks geopend van 1012 uur
en van 1416 uur.
Antiquariaat: Het Boerenhuys, Ruï
nelaan 8. Dagelijks geopend.
Antiquariaat: Bergensche Kunsthan
del, Kunstnijverheid. Dagelijks.
VOLKSHOGESCHOOL
Het Oude Hof: 24 Aug. t.e.in. 5 Oct.
Algemeen Vormende Cursus voor Jon
ge Vrouwen.
EXPOSITIES
De Rustende Jager: Kunstenaars
Centrum Bergen tot 4 September.
Schilderijen - tekeningen - etsen -
kunstnaaldwerk - plastiek. Mw. Gé
Koeman-Meertens, Mw. J. Tengbergen-
Koeman, Jac. J. Koeman.
Dagelijks geopend tot 10 uur.
PottenbakkerijJ. Ruiter, Molen
straat 8b, achter de R.K. Kerk. Dage
lijks van 912 uur en 15 uur. Vrij
bezoek en demonstratie.
BIOSCOOP DE RUSTENDE JAGER
Vrijdag-, Zondag-, Dinsdagavond 8.30
uur: Geluidsbarrière 14 j. Zaterdag,
Maandag, Woensdag 8.30 uur: Nous
Irons a Paris. a.l. Voor de kinderen:
Vrijd.-, Zond.-, Woensd.middag 2.30 uur
De Gelaarsde Kat. Donderdag 3 Sep
tember 8 uur: De Troubadour a.l.
Opera G. Verdi. Ingaande Donderdag
3 Sept. aanvang avondvoorstellingen
's avonds te 20 uur.
LAATSTE EXCURSIE
Maandagavond allerlaatste lezing in
het Dorpshuis door J. Ivangh.
„TJUS nu gaan ik de pu-
blie-sie-teit uit", voegde
Barendje Bazzeroet ons toe,
toen we hem bij het schei
den van de markt de hand
kwamen drukken. Hij stond
met een klein valiesje en een
bosje helmgras in de hand
bij de bushalte in Bergen
aan Zee, tezamen met een
dertigtal andere Amster
damse bleekneusjes.
„Toch ben ik wel blij, dat
ik weer naar Mo-kum ken",
sprak de wakkere knaap.
„As ik zo me ba-lans eens
op-maak, dan is dat he-le
Ber-gen maar niks. Al-le-
maal mas-ke-do-lus, zo ge
zegd. Dat ze d'r kin-de-ren
heen dur-re-ve stu-ren be
grijp ik nog niet. Neem nou
die schil-ders van hier. As
zul-le-ke ke-rels je an-
kij-ke, ben je al bang, dat je
er-re-gens iets verkeerd heb
zit-ten. Een vier-kan-te neus
of een stoom-fluit boven op
je sche-deL Laatst ben-ne
we met de zus-ter naar een
ex-po-si-sie ge-weest. Dat
was van-we-ge on-ze cul-
tu-re-le op-voe-ding, voel
je? Ik heb er drie nach-ten
niet van ge-sla-pen. Rooie
Piet-je Brul uit de Bloem-
straat, die ook mee was,
dacht dattie meissies zou
zien, want dat stond op' de
kat-ze-lo-gus". Foei, wat
viel dat te-gen. „De Lach" is
mooier, zee Rooie Piet-je.
Wat zitter an-ders 'n geld
in dat Ber-gen, zeg! Ie-de-re
mid-dag zag ik hier 'n juf
fie voor-bij-kom-me in een
rooi-e auto, met een zwar-te
poe-del op 't ach-ter-bank-
door
M
ALBERIK
ie. En maar heen en weer
rije Net de vlie-gen-de Hol-
lan-der, want 'n deel had ze
ge-loof ik niet. Rooie Piet-]e
Brul wist weer te ver-tel
len, dat die juf-frouw door
Vee Vee Vee was af-ge-
buurd, om de eeuw-i-ge laan
een beet-je kas-jet te
ge-ven.
Nou, maar ge-zond-heid
heb ik hier wel op-ge-daan.
Zo lek-ker, bij de zee. Ten
minste als 't re-gen-de. Met
mooi weer kon-den we niet
aan 't strand, van-we-ge de
drukte. Dan ging-en we naar
de speel-tuin. Bij-na net
zo'n mooi-e speel-tuin als
we in Mo-kum heb-ben.
Al-leen een beet-je klei-ner.
Wist je, dat mijn va-der
en moe-der hier ook ge-lo-
geerd heb-ben? Ze had-den
een huis-je in Den Oe-ver
ge-huurd, want hier was al
les vol. Ja, zo gaat dat. Vlak
bij het ko-lo-nie-huis woont
een fa-mi-lie, die drie maan
den in het kip-pe-schuur-tje
heb ge-woond, om-dat een
an-de-re fa-mi-lie het huis
had af-ge-huurd. Dat dee-
jen ze om geld op te sparen
voor de va-can-sie. Dan gaan
ze in een tent-je zit-ten in
't GooiZe kon-den he
ter nóg een maand in het
kip-pen-hok blij-ven en dan
net doen of dat hun va-can-
sie was. Dan hiel-den ze
d'r geld nog vast ook.
Vcl-gend jaar mag ik weer
met de bleek-neus-jes uit.
Dan kom-me we in Katwijk.
Ik moet nog wat an-ster-re-
ke, zegt de dok-ter, want ik
heb hier in Ber-gen een
blauw neus-je opgelo-pen.
Ie-dere dag ver-kou-wen!
A-fijn, ik heb nou in ie-der
ge-val een beet-je kleur, al
is 't niet pre-cies wat ze be-
doel-den.
En nou gaan ik weer an
me fles-sie school-melk en
de dub-be-le breu-ken. Zeg
maar te-gen de men-sen, dat
Ba-rend-je er dank zij de
in-span-ning .van soo-zie-
aa-le za-ken in is ge-slaagd
drie maan-den de school te
ver-zui-men. Ik ben kam-
pie-oen bin-kie-ste-ker van
me he-le school moet je
maar re-ke-nen
Daar wrong zich de DUS
naar Alkmaar om de hoek en
Barendje verdween in het
gezelschap van zijn kolonie
huisvrienden in het inwen
dige van dat voertuig. Onder
luid geknal vertrok de bus.
We konden ons zo echt
voorstellen, hoe Barendie tot
zi n kameraden zou zeggen:
„Geef mijn de tram maar.
Die smook is hard-stik-ke
on-ge-zondl'
ALBERIK.