Vuilwitte zwammen onder de populieren Wiener Gafé OnZeBaDsMoEs Marij eke Visser erfde haar talent Aöeeda Ik ben kampioen-binkiesteker ms nmm m m Piet Hopman Vanaf zeventiende jaar grote liefde voor beeldhouwen SA- as 3 2 s M B28ë giSSiilss ssss als SIS SÊBI asll iSIS SëS UB Sga§ Ills g» SiSS 858 ÜS lal sa TONY HARTWEGER „LA CUBANA" mmm Het theoretiseren is haar verre Bello gaf service Bemerkingen van Barendje Bazzeroet O O Ui •O H •fl N H 3 <Q g IQ <D <j (0 a <Q <D .Sn-» -OCO MOOtO-| tou»w ssaggssa isö§iss3ss:s533s mi sSisISêa Sig§13ÉS3ë8S SffiS sa pssa oo <r.w O ff) 03 oo^oo -1M tO 03 Milk a» oo$ w O0C3& COOlüt OOM CO -3 03 IOOW OA O 03 2» ptOQ utoo SI 838 -5 DO M CD —10R SI cc ex os M ooO «UH VrUdMK Z» Ammte BERGER BA» COURANT 70 ZIJN DAN tussen het donker- groene gras aan de voet van de populieren, die de wacht over ons gazon houden en menige zomeravond de hiaten in het gesprek met hun vriendelijk geritsel hebben gevuld, weer die wonder lijke vuilwitte zwammen opge schoten. Een laatste verziekte stuip trekking van de uitbundige groei kracht die zich in de lente achter ons onweerstaanbaar een baan brak door het harde pantser, waarin de winter zich verschanst had. Een zeker te ken dat de zomer nu weldra zal gaan sterven. Onze Siamese poes is uit louter wee- meed. of wellicht ook omdat de vele amants die zij sinds Maart heeft ver sleten, haar toch niet dat hebben gege ven wat haar tropisch temperament toekomt, een laatste wanhopige liaison begonnen met een nogal vage lapjes kater van onbekende herkomst. Heur, haar door* ons toebedeelde, echtge- door Strandkammer (Vervolg van pagina 1) machtig pand zou worden opgetrokken op deze plaats met een raming aan kosten van 20.000. Een grco'.s plan van een achitect, alle andere zaken verkopen, alle artikelen in een machtig warenhuis in het cen trum van het dorp, aan „Den Heeren- weg" in de Kerkebuurt. Als Roggeveen er eens niet was geweest De heer Roggeveen, gemeente-archi tect, adviseerde de Raad, dat Hopman de smederij maar moest laten restau reren Om er een winkel van te maken. Alzo werd er toen overgegaan tot restauratie op bescheiden schaal. Zeer betreurd door de Schoonheids commissie, moest echter de eeuwen oude „Travalie", waarin de paarden werden beslagen, worden verwijderd, zodat het dorpsaspect toch nog in waarde verminderde. 24 April 1921 werd Wim geboren, de opvolger in de zaak welke 29 April 1921 werd geopend. Duizenden en duizenden mensen heb ben in de loop der jaren de drempel van de oude smederij overschreden. Gevoegelijk enige honderdduizenden gasten van de badplaats Bergen heb- bevan 's morgens acht uur tot 's avonds tien uur een gang gemaakt naar een recreatieplaats, waarop eeu wen neerzien. Piet Hopman van 1888 is een groot aandeelhouder in de Vreemdelingen industrie van Bergen. De cassa, waaraan menigeen een bij drage heeft gegeven in de welstand van deze vooruitstrevende Bergense zakenman, is de vroegere bedstede van de oude dorpssmederij. Het devies, geschilderd op de bed stede, waar iedereen met zijn knieën tegenaan staat om te offeren, is het devies van Piet Hopman: Laat schrapen hij die wil, Maar Gij, weest Gij toch wijzer. Want leven voor het goud, Dat maakt 'n hart van ijzer. noot, in plaats van zich zoals anders geweldig hierover op te winden en met majesteitelijke schred en een martiale trek op zijn Othelliaanse snuit zijn ter rein naar eventuele indringers af te speuren, schurkt geresigneerd en wat afwezig langs de sinds enkele dagen weer op zijn winterstandplaats gearri veerde kachel, als zocht hij daar de warmte die zijn eega hem onthoudt. Meteen na het eten gaat de lamp al weer aan en goede vrienden die ge in de wilde wanel van de zomer slechts af en toe vluchtig hebt ontmoet, wor den door een plotselinge windvlaag bij kans met deur en al uw woning bin nen geblazen, en tussen het „Nou zeg we hebben jullie ook in een eeuw niet gezien" en het „Gezellig dat je weer eens aankomt", hoort ge in de boom gaard de vruchten met doffe ploffen in het gras vallen. Het is in ons goede dorp reeds aan merkelijk stiller geworden. Af en toe druppelt er nog een late gast binnen maar het aantal vertrekkenden is vele malen groter. „Bello" trekt zijn laatste baantjes onder een wilde wolkenstoet en niemand weet of wij hem het vol gend seizoen nog terug zullen zien. Op de terrasjes begint het stiller en stiller te worden. De vlijtige fruitkwekers tellen hun mandjes met vruchten, de hupse hote liers, de kwieke kellners, de nijvere neringdoenden en de pientere pension houders hun centjes, de schamele schil ders hun (on)verkochte schilderijen en de vertrekkende vacantiegangers hun (on) vervulde verlangens De vroede V.V.V.-vaderen tellen bij: één ring- rijderij met Schermer dansers, ééll Buiskool, één Kreb en trekken af één bloemencorso, één Roggeveen en één Zeiler. Men maakt zogezegd de balans op. En het wonderlijke is dat ge, wat ook de uitkomst mag zijn, of ge winst dan wel verlies moet boeken, gewoon dóór moet gaan. Ge moogt dan al eens vol schieten met een vreemd trekvogel verlangen Zuidwaarts te trekken en zo de melancholie te ontvluchten die U dreigt te overspoelen gelijk de vloed de laatste zandbouwsels overspoelt van de kinderen die al weer op de school banken zitten, ge moogt dan plotseling die kinderen fel benijden als ge U her innert hoe gemakkelijk in de voorbije kostschooljaren deze najaarsstemming verjaagd werd door de gespannen ver wachting om al het nieuwe, nieuwe schoolgenoten, nieuwe leraren, nieuwe lessen, dat U te wachten stond, dat verandert er geen zier aan. Ge moogt dan al eens slenterend over de Alk- maarse kermis overwegen dat er „au fond" niet eens zo erg veel verschil bestaat tussen een seizoen-badplaats als Bergen en dit vreemde gedoe dat tel ken jare een week lang Canadaplein, Hofplein en Nieuwesloot in beslag neemt, ge moogt dan Uw goede buur die met een glas goede wijn in de hand Hölderlin citeert: April und Mai und Julius sinds ferne, ïch bin nichts mehr, Ich lebe nichts mehr erne, ant woorden met Rilke's: Wer jetzt allein ist wird er lange bleiben, wird warten. lesen. lange Briefe schreiben, ge kunt met al uw overpeinzingen zo min iets toe of af doen aan de eeuwige contra-dans tus sen het leven dat U thans verschaald toeschijnt en het deze zomer reeds zo vroeg voorzegde sterven dat U vreemd bekend voorkomt als een sinds lang vergeten vriend, dan dat ge de getijden die nu weer ongehinderd door mensen bouwsels op het nagenoeg verlaten strand hun door wind en sterren voor geschreven spel bedrijven kunt veran deren. Tussen ALKMAAR en BERGEN Hedenavond in Dir. MAX WOISKI Reserveren: Telefoon K 2200/4364 Bouwt een mens van deugdelijker materiaal dan het losse zand? Is zijn hoop minder streng door de sterren bepaald? Doch dan valt U. terwijl ge terugge keerd van het strand van een der bin nenste duintoppen over het polder land tuurt dat zwijgend onder een grauwe hemel ligt dat Uw (grote) collega H. Lunshof eens van de weemoed die bijkans immer van dit het „een weemoed is die tot daden Hollandse land uitgaat gezegd heeft dat dwingt". En zie het is niet anders. Naarmate de laag gevallen blaren dikker en het leven buiten stiller wordt, begint bin nen in de mensen een nieuwe energie te stralen. Ge kunt dat het beste bij de gaande gasten waarnemen. Die doen ons altijd denken aan oorlogsschepen die gereed liggen om uit te varen. Enerzijds is daar het „mourir un peu" dat nog immer met het „partir" sa mengaat. ook al is het maar een stalen schip, anderzijds echter beginnen diep in de romp van het schip de dynamo's te zoemen, de stuurmachine wordt be proefd en de schroef begint langzaam te malen. Waarachtig ze zullen hun pantsering wel nodig hebben in de kille jungle van neon en asfalt. Wij trouwens ook. lAdvertentie lng. Med.) Als we alleen al denken aan al de dingen die deze in bos en duin op strand en heide met energie opgeladen vlijtige stadsmieren nu weer zullen gaan uitvinden, is 't alsof nu reeds de herfststormen om ons bange hart waai en. Nog mooier gekleurde films, nog snellere straalvliegtuigen, nog scherper manieren om belastingen te heffen en nog slimmere sluipwegen om aan die heffingen te ontkomen, nog schitteren der kerstboomversieringen en misschien wel een nog machtiger atoombom die met een nog hardere dreun nog meer mensen in nog korter tijd nog totaler vernietigt. En volgend jaar komen ze weer te rug om zich bruin te laten bakken, ijsjes te eten, shorts te dragen en met de uitlaatgassen van hun bromfietsen en auto's de atmosfeer te verpesten. Bij de VVV is men (als het tenminste gaat zoals het behoort) nu al druk in de weer om het volgend seizoen weer zo veel mogelijk gasten naar Bergen te lokken. En wij zullen hen van harte welkom heten. Omdat de mensen ons altijd blij ven fascineren. Wij blijven hopen dat weze nog ééns zullen begrijpen. En hoop doet leven, nietwaar? Zelfs in een stervend jaargetijde! MAG ik U vragen voor de laatste dans? Ik geloof, dat ik de voorkeur geef aan iets minder hevigs Kreetje van de week: Hoogste tijd, dames en heren! Op sommige autoriteiten: Je moet het domme ver keer vooral geen meester laten worden over je vrije wil. Op andere belangrijke figuren:... er zijn gezwol len nietigheden in de wereld... Gedurende een van de weinige regendagen, die we gehad hebben, zat C. Paard in een waterdichte bad stoel „De opstand der engelen" van Anatole France te lezen. Zo is hij wel: altijd proberen iets te leren. Hij werd geschokt door een uitspraak, welke hem persoonlijk past: J'ai des ennemis et je m'en vante; je crois les avoir mérités Inderdaad: C. Paard heeft na al dat geroddel en na al die schoenen (die pasten!) vijanden. Hij heeft ze verdiend, maar hij is er trots op ook. Trouwens: Der eine Teil der Menschheit drückt sich falsch aus, der andere Teil misversteht es, zo als Erika Mann snedig opmerkte. Hebt V inmiddels gemerkt, dat je in Bergen geen geheimen kunt vertellen. Indien je dat doet ben je een gek of een diplomaat. Wil je namelijk het ge heim bewaard houden, dan ben je het eerste; wil je het verder verteld hebben het tweede.... Vandaar C. Paard's lijfspreuk: Leve de diplomatie! Geplukt uit de roddelpot: Hebt je het al gehoord? De hoofdredacteur van de Alkmaarse Courant gaat weg Oplossing: Jawel, eind September voor twee maanden naar Australië... Kojfertjesdragers en secretaressen vóór! Er wordt gezegd, dat de VVV voortijdig is ingeslapen. Vreemd, hebt U vóór die tijd veel actie gezien? Is het U ook opgevallen, dat er zoveel schatgravers in ons dorp zijn? Nieuwe benaming voor voormalige veldgrauwen!') Ze hebben zeker het verhaal van Rikki en de millioenenroof gelezen. Blijde verwachting: wacht maar tot de jaarvergadering! En nou weer allemaal in het daagse pakje aan het werk in het oude baantje Slot-smoes I: Adieu, wij moeten.... Slot-smoes II: Nou tabé dan.... Slot-smoes III: Alles vergeten en vergeven? Slot-smoes IV: Thanks for the memory..,. C. PAARD Vrijdag M Augnstns BERGER BAD COURANT door D. P. VAN WIGCHEREN „MARIJCKE VISSER, edelsmeediverk" stond mijn lijstje van te interviewen Berger kunstenaars. Toen ik haar dat vertelde, rees er enig protest. „Ik ben allerminst in de eerste plaats edelsmidzei ze. ,JBeeldhouwen is mijn grote liefde, maar ik ben mij tevens met edelsmeediverk en kunstnijverheid gaan bezighouden, omdat het me te zwaar valt, om de ge hele dag te staan hakken of boetseren. Maar helpt u alstublieft het sprookje de tvereld uit, dat ik geen plastieken zou maken. Er wordt van dit werk maar weinig aan het publiek getoond, omdat ik hoofd zakelijk in opdracht werk en de dingen die ik maak dus vrijwel direct naar hun bestemming gaan. Ik heb echter de laatste jaren heel wat vervaardigd". Ten bewijze van haar activiteit lei ze me een paar dikke albums vol foto's voor. Zo hebben we dus tezamen hel gehele veld van haar artistieke bezigheid besproken, inplaats van ons te beperken tot dat ene deel, dat zijzelf eigenlijk als bijwerk ziet. UET is waarschijnlijk niet te veel ge- zegd, wanneer we veronderstellen dat Marijcke Visser haar talent van haar vader heeft geërfd. Zij werd na melijk op 10 November 1915 te Am sterdam geboren als dochter van de bekende beeldhouwer Tjipke Visser. Haar jeugdjaren bracht ze echter in Bergen door. Ze bezocht de HBS in Alkmaar, had voor studie niet de rechte animo, maar wist reeds met haar zeventiende jaar, dat ze ook wilde gaan beeldhouwen. Vader heeft toen haar eerste schreden geleid en haar heel wat van het ambacht bijgebracht: beeldhouwen in steen en hout en de beginselen van boetseren. Die grond slag is op de academie in het Engelse stadje Reading verder verbreed. Verder leerde ze veel op een bronsgieterij en op een fabriek van aardewerk. Op de Amsterdamse kunstnijverheidsschool tenslotte maakte ze studie van het edelsmeedwerk. Daarna ging ze voor zichzelf werken eerst in Amsterdam en thans sinds een jaar of vier in Ber gen. Hier betrok ze een woning aan de Zuidlaan, enkele tientallen meters van haar vaders huis af. Vraag Marijcke Visser niet naar het „waarom" der dingen. Ze zal het u zeer moeilijk kunnen vertellen. Hoe groot haar belangstelling en haar be grip ook zijn voor wat er momenteel op het gebied der beeldende kunsten om gaat, theoretiseren is haar verre. In dit opzicht is ze geloof ik typisch een vrouw. Ze laat zich bij haar vorm geving namelijk volkomen drijven op haar intuïtie. Zij redeneert niet. Zij naakt haar werk eenvoudig-weg uit de behoefte, om eerlijke en mooie dingen tot stand te brengen, die geheel en al van bin nen uit komen. Begint ze aan een sculptuur, dan werkt ze er aan tot het voor haar gevoel voltooid is. Dan is het ook geheel en al uit haar gedach ten. De spanning, waarin ze heeft ge werkt, is gebroken. Deze blijft echter bestaan, zolang het werk nog niet vol tooid is, ook wanneer de arbeid er aan een maand of langer zou moeten wor den onderbroken. Heel wat is er zo in de loop der tijden uit haar atelier ge komen: gevelstenen, gevelbeelden, reliefportretten, portretbustes, graf monumenten en kleine beelden. Het meeste is verkocht. Een enkele portret buste van vader en grootmoeder siert nog haar woning. Haar werk is modern, zonder tot enig-isme te vervallen. Het is sober, bijna ingetogen van vormgeving, strak ook van belijning, zonder doods te worden. Het is alsof zij de Friese in getogenheid van haar vader heeft ge- erfd. Aan de andere kant heeft het ook sterk decoratieve trekken. Er is een voorkeur voor strakke versieringen, die zich ook in haar kunstnijverheid uitleeft. Toch kan bij dit werk niet de uiterlijke vorm voorop staan. Uit gangspunt is hier de bruikbaarheid van het voorwerp; daarna komt pas de tooi. Nog sterker is vaak de gebonden heid in het edelsmeedwerk. in wat als Meisjeskopje door Marycke Visser. vrije schepping tot stand komt, kan Marycke Visser uiteraard volkomen haar gevoel voor het strakke en toch gevoelige ornament uitleven en stre ven naar een zo goed mogelijke har monie tussen de gebruikte stenen en de omraming van eoel metaal. Veel hiervan ontstaat echter op bestelling. En dan gaat het er vaak om, de op drachtgeefster of -gever te voldoen en toch datgene te maken dat artistiek verantwoord is. Het contact met mensen, dat hieruit voortvloeit, is voor Marijcke Visser van een speciale bekoring. Het is haar steeds weer een grote vreugde, hun iets te verschaffen, dat bij hun type past en dat hun daarom een bron van langdurig genoegen al zijn. Omgekeerd ervaart zij, dat haar werk het „doet", dat men het waardeert en mooi vindt. Zodat ook voor haar dit bijwerk een waarde heeft, die boven de directe financiële bate uitgaat. Van W. ETLEIN JANTJE uit Koedijk was met zijn moeder aan het strand in Bergen aan Zee en Jantje viel. Hij viel niet op de manier zoals wel meer vierjarige jongetjes plegen te vallen. Neen, hij viel met zijn kleren aan in zee en was dus drijfnat. Goede raad was duur. Er zat niet veel anders op dan dat Jantje met zijn moeder naar huis terug keerde en dus ijlden beiden naar het stationnetje waar „Bello" al klaar stond om te vertrekken. Was die Jantje eventjes in de tram?" Daar was me z'n hele dag in het water gevallenen dan dat natte pak dat klefferig aan zijn lichaam plakte Hij sproeide bittere tranen toen nij met moeder net perronnetje opliep. Maar die tranen waren zijn geluk. Ze werden door de stoker van de locomotief gezien en toen „Kom maar hier joh", riep de stoker, „trek die rommel maar uit. Ik hang ze wei voor de kachel En zo geschiedde. Jantje werd in de „hut" gehesen, uitgekleed en zijn kleren voor de vuurkist ge hangen. In moeders jas gewikkeld reed Jan toen naar Koedijk, waar helaas bleek, dat jas, broek en ondergoed nog niet droog waren. „Dan rijden we door naar Alk maar" besloot de machinist ener giek en pas op de terugweg zet ik jullie bij Koedijk af. En toen dit gebeurde waren Jantje's kleren inderdaad droog. En dat trammetje willen ze nu opheffen! DOKTERSDIEN ST De doktersdienst wordt waargenomen door de arts H. W. J. M. Poot. Dorps straat 30, tel. K 2208/2423. SPORT Voorzaal Rustende Jager: iedere Maandag Bridgen. Ook voor gasten toe gankelijk. AMUSEMENT Café Restaurant De Rustende Jager: t.e.m. Zondagavond Trio Pim Tholen. De Oude Prins: t.e.m. Zondagavond Trio Gé de Bakker. Ruïne Bar: t.e.m. Zondagavond Jackson en Petersen. Café Nieuwendijk: t.e.m. S. >ndagavond De Arditi's. La Cubana: Vrijdagavond: Wiener Café Tony Hartweger. Zat. Zond. tot 4 uur: Latin Night Club Max Woiski. MUSEA Museum van OudhedenOude Prins- weg. Dagelijks geopend van 1012 uur en van 1416 uur. Antiquariaat: Het Boerenhuys, Ruï nelaan 8. Dagelijks geopend. Antiquariaat: Bergensche Kunsthan del, Kunstnijverheid. Dagelijks. VOLKSHOGESCHOOL Het Oude Hof: 24 Aug. t.e.in. 5 Oct. Algemeen Vormende Cursus voor Jon ge Vrouwen. EXPOSITIES De Rustende Jager: Kunstenaars Centrum Bergen tot 4 September. Schilderijen - tekeningen - etsen - kunstnaaldwerk - plastiek. Mw. Gé Koeman-Meertens, Mw. J. Tengbergen- Koeman, Jac. J. Koeman. Dagelijks geopend tot 10 uur. PottenbakkerijJ. Ruiter, Molen straat 8b, achter de R.K. Kerk. Dage lijks van 912 uur en 15 uur. Vrij bezoek en demonstratie. BIOSCOOP DE RUSTENDE JAGER Vrijdag-, Zondag-, Dinsdagavond 8.30 uur: Geluidsbarrière 14 j. Zaterdag, Maandag, Woensdag 8.30 uur: Nous Irons a Paris. a.l. Voor de kinderen: Vrijd.-, Zond.-, Woensd.middag 2.30 uur De Gelaarsde Kat. Donderdag 3 Sep tember 8 uur: De Troubadour a.l. Opera G. Verdi. Ingaande Donderdag 3 Sept. aanvang avondvoorstellingen 's avonds te 20 uur. LAATSTE EXCURSIE Maandagavond allerlaatste lezing in het Dorpshuis door J. Ivangh. „TJUS nu gaan ik de pu- blie-sie-teit uit", voegde Barendje Bazzeroet ons toe, toen we hem bij het schei den van de markt de hand kwamen drukken. Hij stond met een klein valiesje en een bosje helmgras in de hand bij de bushalte in Bergen aan Zee, tezamen met een dertigtal andere Amster damse bleekneusjes. „Toch ben ik wel blij, dat ik weer naar Mo-kum ken", sprak de wakkere knaap. „As ik zo me ba-lans eens op-maak, dan is dat he-le Ber-gen maar niks. Al-le- maal mas-ke-do-lus, zo ge zegd. Dat ze d'r kin-de-ren heen dur-re-ve stu-ren be grijp ik nog niet. Neem nou die schil-ders van hier. As zul-le-ke ke-rels je an- kij-ke, ben je al bang, dat je er-re-gens iets verkeerd heb zit-ten. Een vier-kan-te neus of een stoom-fluit boven op je sche-deL Laatst ben-ne we met de zus-ter naar een ex-po-si-sie ge-weest. Dat was van-we-ge on-ze cul- tu-re-le op-voe-ding, voel je? Ik heb er drie nach-ten niet van ge-sla-pen. Rooie Piet-je Brul uit de Bloem- straat, die ook mee was, dacht dattie meissies zou zien, want dat stond op' de kat-ze-lo-gus". Foei, wat viel dat te-gen. „De Lach" is mooier, zee Rooie Piet-je. Wat zitter an-ders 'n geld in dat Ber-gen, zeg! Ie-de-re mid-dag zag ik hier 'n juf fie voor-bij-kom-me in een rooi-e auto, met een zwar-te poe-del op 't ach-ter-bank- door M ALBERIK ie. En maar heen en weer rije Net de vlie-gen-de Hol- lan-der, want 'n deel had ze ge-loof ik niet. Rooie Piet-]e Brul wist weer te ver-tel len, dat die juf-frouw door Vee Vee Vee was af-ge- buurd, om de eeuw-i-ge laan een beet-je kas-jet te ge-ven. Nou, maar ge-zond-heid heb ik hier wel op-ge-daan. Zo lek-ker, bij de zee. Ten minste als 't re-gen-de. Met mooi weer kon-den we niet aan 't strand, van-we-ge de drukte. Dan ging-en we naar de speel-tuin. Bij-na net zo'n mooi-e speel-tuin als we in Mo-kum heb-ben. Al-leen een beet-je klei-ner. Wist je, dat mijn va-der en moe-der hier ook ge-lo- geerd heb-ben? Ze had-den een huis-je in Den Oe-ver ge-huurd, want hier was al les vol. Ja, zo gaat dat. Vlak bij het ko-lo-nie-huis woont een fa-mi-lie, die drie maan den in het kip-pe-schuur-tje heb ge-woond, om-dat een an-de-re fa-mi-lie het huis had af-ge-huurd. Dat dee- jen ze om geld op te sparen voor de va-can-sie. Dan gaan ze in een tent-je zit-ten in 't GooiZe kon-den he ter nóg een maand in het kip-pen-hok blij-ven en dan net doen of dat hun va-can- sie was. Dan hiel-den ze d'r geld nog vast ook. Vcl-gend jaar mag ik weer met de bleek-neus-jes uit. Dan kom-me we in Katwijk. Ik moet nog wat an-ster-re- ke, zegt de dok-ter, want ik heb hier in Ber-gen een blauw neus-je opgelo-pen. Ie-dere dag ver-kou-wen! A-fijn, ik heb nou in ie-der ge-val een beet-je kleur, al is 't niet pre-cies wat ze be- doel-den. En nou gaan ik weer an me fles-sie school-melk en de dub-be-le breu-ken. Zeg maar te-gen de men-sen, dat Ba-rend-je er dank zij de in-span-ning .van soo-zie- aa-le za-ken in is ge-slaagd drie maan-den de school te ver-zui-men. Ik ben kam- pie-oen bin-kie-ste-ker van me he-le school moet je maar re-ke-nen Daar wrong zich de DUS naar Alkmaar om de hoek en Barendje verdween in het gezelschap van zijn kolonie huisvrienden in het inwen dige van dat voertuig. Onder luid geknal vertrok de bus. We konden ons zo echt voorstellen, hoe Barendie tot zi n kameraden zou zeggen: „Geef mijn de tram maar. Die smook is hard-stik-ke on-ge-zondl' ALBERIK.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1953 | | pagina 11