De jeugd wenst geen bakerpraatjes maar
zuivere voorlichting door ouders
LAXEERAKKERIJES
De man uit Australië
Tijdstip en de wijze waarop dienen aangepast
aan,leef tijd en individuele ontwikkeling
DE VERGETEN CATEGORIE
AAN HET WOORD
En nu de volgende kwestie
NERVA NOVA
Tekort aan kennis kan soms leiden tot ontsporingen en verwrongen inzicht
Moeilijk en belangrijk
Noodzakelijk èn goed
Geen geheimzinnigheid
Inzicht geeft veiligheid
De ooievaar in de ban
PimPam Pom en de wonderlamp
Ook op de scholen?
Ons dagelijks feuilleton
Help Uw darmen
Luister eens naar:
Radioprogramma
DONDERDAG 17 SEPTEMBER 1853
„£EN GEVAARLIJK BEGIN voor de nieuwe cursus
heeft iemand tegen mij gezegd, die de eerste vraag
had gelezen. „Inderdaad", heb ik geantwoord, „maar
het vorige jaar hebben de leden van de vergeten cate
gorie voldoende laten zien, dat ze ernstig zijn en de
kunst verstaan ook over netelige onderwerpen zó te
schrijven, dat niemand er aanstoot aan kan nemen."
De feiten hebben, mij in het gelijk gesteld. Up mijn
tafel ligt een stapel brieven en de ene getuigenis is
nog serieuzer en zuiverder dan de andere. Daarnaast
verheugt1 mij het feit, dat vele malen de vreugde
wordt uitgesproken over het herleven van onze
rubriek en telkens weer de verzekering wordt ge
geven, dat men zoveel uit de bespreking van de vroe
gere kwesties heeft geleerd, terwijl ettelijke keren
wordt vastgesteld, dat jonge mensen niet alleen ver
langen zich te uiten, maar ook au sérieux te worden
genomen.
In de tweede plaats trof het mij, dat onder de ge
zonden brieven een groot aantal afkomstig was van
hen, die zo langzamerhand tot de „vaste medewer
kers" kunnen worden gerekend anderen delen
mee, dat ze willen behoren tot de groep, die zoveel
mogelijk reageert. Gesterkt door deze verschijnselen
gaan we dus weer gezamenlijk zoeken naar de waar
heid en naar de oplossing van de meest uiteenlopende
problemen, die vooral maar niet alleen! voor
jongere mensen van betekenis zijn. Mag ik hun nog
vragen, niet alleen aan mij de keuze der onderwerpen
over te laten, maar zelf de vragen kenbaar te maken,
die men graag behandeld zou zien?
Nog één opmerking. Een belangrijk procent van
de inizenders heeft mij gevraagd, deze keer óf een
pseudloniem of géén naam te publiceren. Men is bang,
dat men uitgelachen of geplaagd zal worden, dat men
als „een heilig boontje" zal worden beschouwd of dat
ouderen aanstoot zullen nemen aan de „eigenwijs
heid" van de moderne jeugd. Natuurlijk eerbiedig ik
dit verzoek, dat overigens typerend is voor de men
taliteit van een deel van het grote publiek. Om alle
moeilijkheden van deze soort te voorkomen heb ik
daarom geen enkele naam vermeld, noch van de
schrijvers der volledig geplaatste brieven noch van
hen, die citaten uit hun werk zien geplaatst.
DIJ LOTING heb ïk moeten uitmaken,
welke drie ontboezemingen er ge
plaatst zouden worden. Er waren er
zeker zes, die op één niveau stonden.
Eerst volgt de brief van een zeven
tienjarige.
„Hadden wij verwacht, dat de terug
keer van onze rubriek zich zou aan
kondigen met een probleem van lichte
orde, dan hadden wij het mis. Nog vol
prettige herinneringen worden wij in
eens geplaatst voor een kwestie, die
zo moeilijk en toch zo belangrijk is,
dat ik eigenlijk schroom mijn ant-
woord te geven.
De omgang tussen jongens en meis
jes, mannen en vrouwen, is de kern
van ons leven. Valt één van twee
partijen weg, dan is het evenwicht
verbroken. Daarom is deze kwestie
van zo groot belang. Daarom ook is
het noodzakelijk, dat zowel jongens
als meisjes worden ingelicht omtrent
de verhouding tussen de twee geslach
ten, zodat beiden niet zonder enige
'voorlichting het leven in r gestuurd
worden.
Wanneer deze voorlichting moet ge
beuren? Mijn mening is: op die leef
tijd, waarop de jongen en het meisje
elkaar serieus beginnen te naderen.
Dit ligt voor versahillende personen
zeer uiteen; de één begint al op zijn
vijftiende jaar, de ander begint er
nooit aan, maar als gemiddelde leef
tijd zou ik zeggen achttien a negentien
jaar.
De volgende vraag, die gesteld
wordt, is: door wie? Het is volgens
mij vanzelfsprekend, dat dit door de
ouders geschiedt. Is er immers één
band hechter en intiemer dan die tus
sen ouders en hun kinderen? Boven
dien kennen de ouders precies de ge-
dachtenwereld van hun kinderen, zo
dat dit volgens mij de beste oplossing
is.
Op de laatste vraag kan ik geen
antwoord geven. De wijze, waarop de
voorlichting moet geschieden, is na
melijk geen aangelegenheid die uit
gemaakt kan worden door de jeugd,
maar is een zaak van de opvceders.
Wij hebben daarvoor te weinig levens
ervaring en kunnen volgens mij geen
oordeel hierover vellen."
PEN VIJFTIENJARIGE jongen meent
het volgende:
„In antwoord op de kwestie, die
dit jaar als eerste in onze rubriek
onder de aandacht wordt gebracht,
zou ik willen opmerken, dat de be
antwoording van deze vraag voor me
dewerkers van de Vergeten Categorie
zeer moeilijk is. Immers, wij jongelui
van 13 tot 23 jaar voelen nog steeds
de drang om verschillende dingen, die
zich in onze belangstelling mogen
verheugen, volledig te doorgronden
Ook vinden wij meestal, dat wij er
recht op hebben, dat ons dit soort
dingen wordt uitgelegd en hierdoor
valt het niet moeilijk te raden, dat
de meeste jongelui zullen zeggen:
„Ja, het is noodzakelijk, dat wij over
de dingen, waarover hier sprake is,
volledig ingelicht worden".
Mijn persoonlijke mening is ook,
dat het noodzakelijk en goed is, dat
de jongeren volledig over de verhou
ding van mannen en vrouwen worden
ingelicht, mits men bij dit inlichten
verstandelijk te werk gaat. De ouders
of voogden, op wie de taak van het
inlichten natuurlijk neerkomt, moeten
bij het inlichten van d. jongeren (ik
bedoel met deze jongeren jongens en
meisjes van pl.m. 12 jaar af) rekening
houden met de ontwikkeling van de
jongen resp. het meisje; de ene jongen
of het ene meisje is natuurlijk veel
eerder volwaardig en dus in staat
tot begrijpen en verwerken van het
probleem, dan de andere.
Op de vraag, waarom ik een voor
stander ben van het volledig in
lichten van jongens en meisjes over
het hier omschreven probleem wil ik
het volgende opmerken, nl. dat:
le. Niet inlichten verkeerde verhou
dingen en/of valse schaamte met zich
mee kan brengen.
2e. Door het zoeken naar de waar
heid de jongelui, die niet ingelicht
zijn, geheel verkeerde conclusies kun
nen trekken.
3e. De met ingelichte jongelui, als
ze opgroeien, in plaats van de mooie
kanten. rite aan de verhouding van
mannen en vrouwen ongetwijfeld te
ondei-ocheiden zijn, alleen maar het
verbodene, het „slechte" ervan zullen
kunnen zien.
Tegenover dit alles staat, dat een
jongen (of meisje), die met tact in
gelicht is, van bedoelde verhouding
(die toch trekt) niet alleen de gevaren
en het verbodene zal zien, maar ook
het mooie, dat niet geschonden mag
worden.
Volgens mij is de meest voor de
hand liggende en juiste oplossing, dat
de vader zijn zoon(s) en de moeder
haar dochter(s) inlicht.
Hoe dit moet gebeuren? Niet door
een botte uiteenzetting, die door een
oudere gegeven wordt; ook niet door
een uiteenzetting met dreigementen
e.d.; maar door met de jongen resp.
het meisje, ais vriend te praten en
hem of haar zo wegwijs te maken
in dit ongetwijfeld zeer moeilijke pro
bleem.
Het spreekt vanzelf, dat men kin
deren van ongeveer 7 of 8 jaar oud
niet een volledige kennis moet ver
lenen in dit vraagstuk, daar deze dit
niet goed kunnen verwerken. De juis
te leeftijd om de jongelui in te lich
ten varieert, natuurlijk nogal sterk,
door verschil in snelheid bij het vol
wassen worden van de jongeren. Vol
gens mij moet men echter niet te lang
wachten en kan een jongen van onge
veer 12 a 14 jaar oud, mits dit op
d$ goede manier gebeurt, gerust in
gelicht worden.
En dan moet mij één ding nog van
het hart, nl. antwoordt op vragen,
die door kinderen onder de 10 jaar
over dit onderwerp worden gesteld,
nooit met bakerpraatjes, die men nog
zoveel hoort. (Voorbeeld: Maak het
kind niet wijs, dat de kleine kinder
tjes door de ooievaar gebracht wor
den, of uit een kool komen). Volledig
inlichten kan men op die leeftijd na
tuurlijk nog niet, maar een vage uit
spraak, die op waarheid berust, met
daarbij de verklaring, dat hij of zij,
als ze ouder zijn, een beter antwoord
zullen krijgen, voldoet meer, dan een
flauw smoesje, waar de ouderen om
lachen, maar waaruit eigenlijk hun
eigen angst voor het onderwerp
spreekt".
TOT SLOT het oordeel van een zes
tienjarige:
„Ik ben blij, dat U de moed gehad
hebt deze moeilijke en vooral tere
kwestie aan de orde te stellen. Ik ben
er nl. van overtuigd, dat de „voorlich
ting", zoals dat heet, niet alleen goed,
maar ook noodzakelijk is. terwijl ik
toch met vrij grote zekerheid kan zeg
gen, dat het slechts zelden gebeurt.
Spreekt de vergeten categorie, zich nu
positief t.o.v. dit vraagstuk uit.' waar ik
niet aan twijfel, dan zal dit m.i. veel
opvoeders over een zekere schroom
heenhelpen dit onderwerp met hun
kinderen of pupillen te bespreken.
Door de volgende redenering zal ieder
de noodzakelijkheid van deze voorlich
ting inzien: God heeft ons lichaam ge
schapen en dus is alles goed en zuiver.
De mens is echter gaan knoeien, waar
door die dingen, waar we het nu over
hehben onzuiver werden. Daarom
spreekt men er niet over en daarom
komt er een waas van geheimzinnig
heid over te liggen. Dat is zeker niet
bevorderlijk voor een gezonde, omgang
van jongens en meisjes. Wordt er over
déze dingen wel gesproken dan kunnen
wii het begrijpen (voor zover het te
begrijpen is, althans) en alle geheim
zinnigheid is weg: het is natuurlijk. Het
resultaat is een natuurlijke omgang tus
sen jongens en meisjes, waardoor veel
ongelukken en zonden kunnen worden
voorkomen.
Wanneer moet nu met deze voorlich
ting worden begonnen? Kortweg een
leeftijd noemen is onmogelijk, immers
elk individu is geheel anders van aan
leg. De één is vroeger „rijp" hiervoor
dan de ander. In het algemeen zou ik
zeggen: zodra het kind belangstelling
begint te tonen voor deze dingen. Om
dat het juist de ouders of pleegouders
zijn, die die belangstelling het best
kunnen opmerken, moeten ook zii het
kind inlichten. Natuurlijk hoeft niet
alles tegelijk verteld te worden. of
liever: dit mag niet, omdat het kind
toch niet alles direct bevatten kan.
Langzamerhand moet dieper tot de
kern doorgedrongen worden. Natuur
lijk moet niet begonnen worden met
sprookje van de ooievaar, enz. zoals
zo vaak gebeurt. Ik geloof, dat Ik met
dit alles de vraag „hoe?" ook wel be
antwoord heb".
|")E OUDERS weten dus, dat de ver-
geten categorie op een zekere voor
lichting rekent, ook al is ieder over
tuigd van de moeilijkheid daarvan en
begrijpt een enkele, dat het hier gaat
om een complex van emoties, die al
leen kunnen worden gekend door wie
ze ervoer en die „in de woorden bre
ken".
Men voert de volgende motieven
aan
1. tekort aan kennis leidt tot ontspo
ringen, tot „spelen met vuur".
2. de grootsheid van het natuurwonder
mag niet aan jongeren worden ont
houden.
3. er dreigt gevaar voor een verwron
gen inzicht.
4. „mijn ervaring leert mij, dat door
voorlichting een gevoel van veiligheid
ontstaat".
5. „het contact wordt steviger met
degene, die als voorlichter optreedt".
6. ze horen het tóch denk aan de
woorden van Prof. Gunning: „het is
beter, dat de kinderen het van ons
tijdig horen op de goede manier dan
van anderen ontijdig op de verkeerde
manier".
7. jonge mensen hebben er recht op,
te begrijpen wat er op een bepaalde
tijd in hun leven gebeurt: „omstreeks
het 13e jaar komt bij ons, bij de vol
trekking van bepaalde lichamelijke
veranderingen, het gevoel op, dat wij
een geheel nieuwe wereld betreden,
een wereld, die geheel onbekende prik
kels veroorzaakt en soms verwarrend
schijnt. Bij de verhouding jongen-
meisje is onze eerste impuls: de sexe.
Wij ontdekken iets in onszelf, dat wij
nog niet eerder ontdekt hadden en
wij ontdekken ook in de andere sexe
iets, dat ons onbekend voorkomt, dat
wij niet begrijpen, waarover wij fan
taseren en waarvoor wij een verkla
ring trachten te vinden, terwijl het
waas steeds mysterieuzer wordt, onze
uitlatingen evenredig (Jongens!) gro
ver en onze houding schuchterder.
Plotseling denk ik nu bijv. aan de
film „Zo begint het leven"; strenge
tucht en onvoldoende, conservatieve
voorlichting doen het stadskind vooral,
dat de scheppende natuuniet ziet en
voelt, dérailleren; ik denk aan „Bu
reau Zedenpolitie", hoe meisjes door
huiselijke moeilijkheden tot verval
^iaken, terwijl zij juist als meisjes,
het intense, 't mooie en 't diepe van
het leven van twee wezens zo ver
langden, zochten en mislukten in dan
cings en bars".
8. ,wie niet op de hoogte is, als hij
van school komt, wordt in de fabriek
ontgroend".... er blijft dan niet veel
moois meer over.
9. „deze tijd eist van ons, dat wij tegen
alle situaties gewapend staan, boe
zenuwslopend zo'n situatie ook is; als
wij onze jongeren geen voorlichting
geven, -sturen we ze eigenlijk zonder
wapens de oorlog in".
MERKW ARDIG Is het feit, dat nie
mand de voorlichting afwijst, al
vindt een van onze schrijvers het
nodiger voor meisjes dan jongens:
„de eerste lopen het meest gevaar".
Een ander pleit voor ernstig overleg
met de ouders bij de keuze van een
meisje inderdaad een zeldzaam ge
luid in deze moderne tijden.
Op de vraag: „Wanneer?" is het ant
woord gewoonlijk: dat hangt af wan
de persoon en de situatie; voor jonge
kinderen vraagt men een zeer sobere
uiteenzetting, meestal alleen, wanneer
de behoefte aanwezig blijkt te zijn en
zonder uitzondering doet men de ooie
vaar in de ban. Op 12—14-jarige leef
tijd wensen de meesten een uitgebrei
der toelichting en men is er van over
tuigd, dat de jonge mensen, die het
leven ingaan, volledig moeten zijn
voorgelicht, meestal onder het motto:
un homme averti en vaut deux.
Wie de voorlichting dient te geven?
Algemeen vindt men dit een taak voor
de ouders, „als die tenminste in staat
zijn zonder blozen, haperen of stotte
ren over deze materie te spreken". Ge
woonlijk vindt men de moeder ge
schikter dan de vader, al pleit menig
een voor een gesprek van de man met
de zoon en de vrouw met de dochter.
Is er op dit punt geen openheid tussen
122. De heer Barend Bigger was
vreselijk boos, toen hij zag, dat zijn
grootste concurrent door zijn toedoen
een grote karper had gevangen. Maar
zoals we al zeiden, hij was niet van
plan het erbij te laten! Nijdig wendde
hij zich tot zijn schipper. Hoe kon je
nu zo stom zijn om zo'n grote vis in
het bootje van de baron te laten slaan!"
„Maar meneer Bigger, dat kon IK toch
niet helpen?" verdedigde de arme
schipper zich. „U zei me dat ik vlak
langs dat ouwe roeibootje van de baron
moest gaan, zodat ze een grote golf
naar binnen zouden krijgen en dat heb
ik gedaan". „Ja ja, het is al goed",
mopperde de heer Bigger. „Laten we
ons nog maar niet kwaad maken, want
straks zinkt die ouwe lekke roeiboot
misschien wel!" Hij zei dit zonder met
zijn ogen te knipperen, alsof het hem
helemaal niet schelen kon, dat er ook
nog bemanning aan boord van het roei
bootje was. Vlug gelastte hij zijn schip
per om de grote ton, die in het voor
onder had gestaan, aan dek te brengen
en de inhoud van de ton in het water
te gooien. „Eens kijken, wat die Van
Pottum daar voor een antwoord op
heelt", mompelde hij, terwijl zijn schip
per een kleine haai in het water gooi
de. „Straks verschijn ik voor de jury
met een haai aan mijn hengel". Nu daar
was helemaal geen kunst aan, want d»
haai had nu al een haak in zijn bek.
En meneer Bigger hield de hengel,
waaraan die haak bevestigd was In zijn
handen! Al met al geen mooi spel van
de heer Barend Bigger, maar daar trok
hij zich niets van aan!
ouders en kinderen, dan worden de
laatsten schuw tegen de eersten, meent
een onzer inzendsters. Een doodenkele
meent, dat een vriend of vriendin hier
van betekenis kan zijn, maar een an
der waarschuwt: „niet door een
vriendje of vriendinnetje, die het je
als één of andere geheimzinnige mop
in het oor fluisteren, want ik vind de
verhouding tussen iemand van het
mannelijk geslacht en van het vrouwe
lijk geslacht helemaal geen mop!" En
ze vervolgt; „als wij tijdig ingelicht
worden door onze ouders, hoe, dat
moeten ze natuurlijk zelf weten, dan
zal het met al dat geheimzinnige ge
doe, zoals de ouderen wel eens zeggen,
tussen jongens en meisjes ook wel los
lopen".
VAN VOORLICHTING door de school
wil men In den regel niets weten:
de Individuele factor ontbreekt, de le
raren zijn er niet altijd geschikt voor,
de klassen zijn gemengd, de behande
ling ir te nuchter.
Maar een ander zegt: „Volgens mij
ligt hier een taak voor de onderwijs
krachten. Men moet de kinderen op
school inlichten, aangezien de meeste
ouders het niet kunnen. De meeste
ouders laten de ontwikkeling van
jongen en meisje tot man en vrouw
volkomen aan de gegadigden zelf over.
Anderen vertellen wel wat, maar dit
geschiedt dan op zo'n gebrekkige wij
ze, dat.de jongeren nog niet veel wijzer
zijn geworden. Daarom wil ik het ook
in het schoolprogramma verwerkt
zien, waarbij het onderwijzend perso
neel eerst terdege hiervoor moet wor
den opgeleid. Men moet trachten de
coëducatie bij de kinderen door te
voeren en af te stappen van de apart
heidspolitiek, die juist de verleiding
opwekt om dat andere, dat geheel
vreemde, te ontdekken".
En schuchter pleit een tweetal voor
populair-wetenschappelijke lectuur,
„omdat de ouders toch in gebreke blij
ven"; ze zouden de voorlichting van
hun natuurlijke opvoeders ver prefe
reren.
Het „hoe" van de bespreking komt
uiteraard niet voldoende tot zijn recht:
voor een krantenartikel is ze ook min
der geschikt. Gewoonlijk neemt men
het standpunt in, dat men daarover
niet kan oordelen en de wijze waarop,
aan de ouders moet overlaten.
DE VRAAG is ingezonden door NINI BEERS en ELS RUTTEN:
is drift in de zin van opvliegendheid een ondeugd in de jaren
tussen twaalf en achttien jaar
Antwoorden uiterlijk Maandag zenden aan: D. L. DAALDER,
KOMLAAN 8, BERGEN (N.-H.).
34)
„Zo", merkte hij cynisch op, „de
boodschapper van hare majesteit is ge
arriveerd. En welke ongunstige berich
ten brengt gij mij vandaag. Lady Kit
ty?"
„Verdien je misschien iets anders",
kaatste ze terug, zijn knappe gezicht
met een gemaakte onverschilligheid in
zich opnemende.
Het zwarte binnenste van een motor
leek al ziin aandacht op te eisen. Hij
sprak zonder zich om te draaien. „Een
paar weken geleden kwam je me ver
tellen. dat Claudia me wat te zeggen
had. Ik denk. dat ze dat wil doen, nu
iedereen in het dorp ervan weet. Maar
het is geloof ik, vrij overbodig om het
onvermijdelijke te verklaren. De waar
heid is. om zo te zeggen, wanstaltig
genoeg".
„Dat is de waarheid altiid. Maar je
wist toch dat dit komen zou! Wat is er
met jouw optimisme gebeurd? Ik was
juist van plan om de avondjurk te be
stellen voor de bruiloft. Ik zou getuige
zijn. dat weet ie toch".
„Misschien kun je die nog wel ge
bruiken. Als ik tenminste op tijd rijk
wordt, voordat Peter haar onder ziin
vleugels heeft genomen".
„Ik zal hem in ieder geval gebrui
ken. reken maar" grinnikte Kitty.
„Want het laat me steenkoud voor
wiens bruiloft".
Kitty liep de garage door en ging
naast Dick staan, terwijl ze toekeek,
hoe ziin bedreven handen aan de mo
tor werkten. „Je bent op het verkeer
de meisje verliefd geworden. Dick",
ging ze verder. ..Claudia is een trouw
en verstandig kind, met 'n diep ge
worteld plichtsbesef. In een geval als
dit komt de familie altijd op de eerste
plaats, moet ie maar denken. En ver
geet nooit, dat die band al bestond,
lang voordat jij besloot, haar met iouw
degelijke naam te vereeren".
„Als iedereen zou denken, voordat hij
ging trouwen, zou de ambtenaar van
de burgerlijke stand wel met pensioen
kunnen gaan".
Kitty haalde haar schouders op.
..Theorie. Trouwens wat anderen doen
doet hier helemaal niet ter zake. Het
gaat hier nu om dit ene geval".
Dick sprong op en keek Kitty strak
aan. „Ik dacht, dat je Claudia's vrien
din was".
„Dat ben ik ook. Merkwaardig, zii
stelde mii dezelfde vraag. Ik antwoord
de er toen op. dat zii beter af zou ziin
met Peter dan met jou. Jullie hebben
trouwens beide een eigenaardige ge
woonte om belangrijke zaken slepen
de te houden, moet ik zeggen. En te
hopen op wonderen. Het enige resul
taat daarvan is. dat de verkeerde het
moet ontgelden. Met andere woorden,
dat een argeloos iemand pijn gedaan
wordt".
Hij leek haar met ziin ogen te kun
nen doden. ..Ik weet best. waarom jii
naar Pottsville gekomen bent. Je bent
ongelukkig en verbitterd. En nu wil ie,
dat Claudia zal overkomen, wat jou
overkomen is. Je wilt helemaal niet,
dat zii gelukkig wordt. Egoïste!"
„Waar zie je mij voor aan? Voor een
gramofoonplaat of iets dergelijks?
Lachend draaide Kitty zich om.
Wees toch verstandig Dick, ik probeer
alleen maar jou te laten zien. zoals ik
zie: door de ogen der ondervinding. Ik
ben 'n vrouw en ik weet, wat een vrouw
nodig heeft om gelukkig te worden".
„O, zeker. Als je eens niets beters
te doen hebt mag ie mii je hele lange
en droevige levensgeschiedenis nog
vertellen. Maar nu heb ik het te druk.
Je verhaal interesseert me trouwens
hoegenaamd niet".
„Dat van Cecilia dan zeker wel?"
Dick antwoordde niet. Hij boog zich
diep over de motorkap en hervatte ziin
werk.
„Is het erg, als ik hier rook?"
„Ach, als je voorzichtig bent.."
„Van nu af aan zal ik niet anders
dan voorzichtig zijn. Bij alles wat ik
doe". Langzaam bracht ze haar siga
rettenaansteker naar haar sigaret en
bedachtzaam zoog ze de rook in haar
longen.
Uit de diepte van de motor bereikte
de stem van Dick haar „Maar ie bent
hier toch niet gekomen om mii de les
te lezen wel? Wat moest je zeggen van
Claudia?"
„Niet veel. Behalve dan, dat ze met
Peter naar de stad komt en dat ze bii
je langs zal riiden".
De gereedschappen van Dick klet
terden tegen de stenen. „Waarom zei
je dat niet direct? Wanneer zal ze...."
„Ik denk direct Ze kan ieder ogen
blik hier„Ieder ogenblik!" Dick
haastte zich naar het raam. keek naar
buiten en draaide zich toen om naar
Kittv. „Waarom stuurde ze jou, als..
„Ik zal me wel met Peter bezig moe
ten houden, ais iullie een ogenblikje
samen willen zijn. denk ik. Ik ben om
zo te zeggen de vrouwelijke Figaro van
Pottsville, dank zii die idiote hoop. die
Claudia nog steeds koestert".
Dick zocht vergeefs naar een pas
send antwoord: „Ik heb zo'n idee. dat
dat een tameliik onaangenaam kar
weitje is", zei hij na een poosje. „Dat
is het voor mii in zekere zin ook. Het
spijt me. als ik
„Oh. vergeet het maar. Ik zie haar
immers toch liever niet gelukkig. Dat
zei je toch, nietwaar?"
Hij deed een stap vooruit en vroeg:
„Ik wou, dat ik wist, hoe je dat be
doelde".
Het geluid van een auto, die voor de
garage stopte, btrak hun gesprek af.
Dick deed, alsof hii weer aan het werk
ging, terwijl Kitty naar buiten liep. om
Peter en Clgudia te begroeten.
Een paar minuten later .kwam Clau
dia alleen de zaak binnen. Zwijgend
keken zij elkaar recht in de ogen.
„Gefeliciteerd", begon Dick tenslotte
Ziin stem klonk dof en toonloos. „Waar
is de gelukkige verloofde?"
„Kitty zorgt voor hém". Een ogen
blik stond Claudia besluiteloos voor zich
uit te staren. Haar gezicht was vaal
bleek en haar ogen stonden merkwaar
dig strak. In het halfduister van de
garage leek ze een visioen van liefde
loosheid. Dick voelde een benauwende
kramp in ziin borst. Was ze voor hem
verloren? Zou hii haar voortaan alleen
7.o zien. als een onaantastbaar en on
bereikbaar visioen, dat bii iedere aan
raking zou opgaan in de lucht? Een
naar maanden geleden nog was het
allemaal zo heel anders geweest. En
nu....
„Dick!" Ze stond nu dicht bii hem.
Haar ogen boorden zich in de ziine.
„Ik ben erg smerig", zei hii armzalig.
„Pas op je kleren".
Smekend legde zii haar hand op de
mouw van ziin werkhemd. „Ik kon er
werkeliik niets aan doen. Dick. Ik had
graag langer willen wachten, maar toen
iii wegliep
„Ik was gek! Stapelgek! Cecilia
greep me op precies het goede ogen
blik aan en in het donker van de tuin
klonk alles wat ze zei, zo verschrik
kelijk angstig. En overtuigend ook. Ik
wist niet wat ik deed. Ik geloofde op
dat ogenblik werkeliik, dat onze ver
houding van miin kant zuiver egoïs
tisch was. En zonder uitzicht. Ik schrok
er van. Claudia, toen ze me schetste,
hoe iii zoü moeten leven, als...."
(Wordt vervolgd.)
bij hun zo belangrijk werk.
Neem eens per week 1 of 2
(Advertentie, Ing. Med.)
OUDE EN NIEUWE Nederlandse
speelmuziek. Deze tijd met zijn
talloze vormen van mechanische
muziek werkt noodlottig in op de
eigen muziekbeoefening. Maar
betrekkelijk weinigen ervaren
nog de vreugde die gelegen kan
zijn in het zelf spelen en zingen
van eenvoudige maar goede mu
ziek. Een programma als het hier
aangekondigde is een verheu
gend teken van een streven naar
vernieuwing en herleving van de
huismuziek. De oude muziek is
namelijk overwegend voor ama
teurs geschreven, zodat in elk ge
val een sonate voor altblokfluit
en clavecymbel van Servaas van
Koninck (1700) of de door een
onbekende componist geschreven
danssuite 't Uitnement Kabinet
(1646) binnen hun bereik ligt. Aan
hedendaagse muziek horen we
twee duetten op oud-Nederlandse
liederen van Marius Flothuis. en.
twee fragmenten uit een serenade
van Nico Hermans voor hobo,
viool, altviool en celfo. Vrijdag
15.10 over Hilversum II. 298 m.)
VRIJDAG 18 SEPTEMBER
HILVERSUM I, 402 m.: 7.00—24.00
NCRV. 7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.15
Gym. 7.30 Gram. 7.45 Een woord voor
de dag. 8.00 Nieuws en weerberichten.
8.18 Gewijde muziek. 8.45 Gram. 9-00 V<?or
de zieken. 9.30 Voor de vrouw. 9,35 Gram.
10.30 Morgendienst. 11.00 Gram. 11-15
Tenor en piano. 11.30 Gram. 12.30 Land
en Tuinbouwmededelingen. 12.33 Gram.
12.59 Klokgelui. 13-00 Nieuws. 13.15 Ban
jo-Orkest. 13.45 Gram. 14.00 Voor de
jeugd. 14-40 Gram. 15.15 Voordracht.
15.35 Gram. 16.00 Causerie over kamer
planten. 16.15 Viola d'amore en clave-
cimbel. 16.45 Gram. 17.00 Promenade-
Orkest. 17.40 Gram. 17.45 Fries program
ma. 18.00 Gram. 18.15 Kamerorkest 'en
soliste. 19.00 Nieuws en weerberichten.
19.10 Regeringsuitzending: Verklaring en
Toelichting. 19.30 Gram. 19.40 Militaire
reportage. 19.40 Gram. 20.. Radiokrant.
20.20 Vocaal Ensemble en orgel. 21.00
„Zeewier", hoorspel. 21.55 Gevar. mu
ziek. 22.30 Viool en piano. 22.45 Avond
overdenking. 23.00 Nieuws en S.O.S.-
berichten. 23.15 Evangelisatie-uitzending
in de Tsjechische taal. 23.30—24.00 Gra-
mofoonmuziek.'
HILVERSUM II, 298 m.: 7.00 VARA,
10.00 VPRO, 10.20 VARA, 12 00 AVRO, j
16-00 VARA, 19.30 VPRO, 21.00 VARA
22.40 VPRO. 23.00—24.00 VARA. 7.00
Nieuws. 7.15 Gram. 8.00 Nieuws. 8.18
Gram. 8-45 Voor de huisvrouw. 9.00
Gym. voor de vrouw. 9.10 Gram. 9.35
Waterstanden. 9.40 Schoolradio. 10.00
„Kinderen en Mensen", causerie. 1005
Morgenwijding. 10.20 Voor de kleuters.
10.40 Tenor en piano. 11.00 Voordracht.
11.20 Gram. 11.30 Orgelspel. 12.00 Lichte
muziek. 12.30 Land- en Tuinbouwmede
delingen. 12-33 Sport en prognose. 12.48
Gram. 13.00 Nieuws. 13.15 Mededelingen
en gram.muziek. 13 30 Musette-Orkest.
14.00 Voor de vrouw. 14.20 Mezzo-sopraan
en piano. 14.50 Voordracht. 15.10 Kamer
muziek. 15.30 Orgel en zang. 16.00 Gram.
16.30 Muzikale causerie. 17.10 Voor de
jeugd. 1740 Roemeens Orkest. 18.00
Nieuws. 18.15 Felicitaties. 18.45 „Zestig
jaren strijd", vraaggesprek. 19.00 Koor
zang. 19.15 Pianospel. 19.30 „Wat wij
Vrijzinnige Protestanten geloven", cause
rie. 19-50 Berichten. 20.00 Nieuws. 20.05
Koorzang. 20.30 „De Verenigde Naties",
causerie. 20.40 „Verdraagzaamheid", cau
serie. 21.00 Voordracht met muziek. 21.30
Klankbeeld. 21.50 Gram. 22.05 Buiten
lands weekoverzicht. 22.20 Instrumentaal
kwartet en solist. 2'2.40 „Vandaag", cau
serie. 22.45 Avondwijding. 23.00 Nieuws.
23.1524.00 Residentie-Orkest en soliste.
Televislc-programm. NCRV. 20.15—
21.45: 1. Journaal; 2. Documentair pro
gramma over blindenzorg: 3 Weerberich
ten. - Pauze. - 4. Studenten-cabaret; 5.
Dagsluiting.
flERGENSSCHERPER
vindt men uitgedrukt
tekent spotprenten t
speels zijn zij kan
nrtter zijn als gal. Het h
lingen ondergaat. „De
haftigheid en zijn burge
hem overheersen, een t
tekeningen het volslage
bitter dan wel spotzii
hem zag, weegt de spot
een andere „doorsnede
BRENGT UW ZENUWEN TBI RUST
(Advertentie Ing. Med.)
Een der vele variatie
thema „muziek": de di
spotzang op de ijde
EB laten zich in het tel<
Steinberg elementen
die evenzoveie verbindir
met het werk van ani
daagse kunstenaars. Mei
verband namen als Pic;
tisse kunnen laten vall
wijst echter weinig. Het
maar, dat Steinberg niet
gevoelsstroom die aan zi
grondslag ligt, maar c
„handschrift" volkomen
Dat hij niet opziet tegen
digingen, tegen de u
kracht van zijn prenten t
vervormingen, tegen vc
stracties. Maar ook: dat
te liefde heeft voor vet
gen In dat opzicht is
wel verband gelegd met
jeugdindrukken. Steinbei
lijk geboren in Boekares
vader allerlei verpakkii
ontwierp en vervaardigd*
middelbare school en de
af, en studeerde later ii
de architectuur. Hetgee
dat hij in 1941, toen hij
rika overstak, derwaart
een geheugen vol krulle
lantijnen van oude stijlp
Eri met heimwee erna;
het zeggen. Maar dan h
stuk zeer bittere zelfspc
toen hij eens een pre
waarin hii een zeer pre
dertje volkomen abstra
rijen u weet wel, van
dan gekleurde vierkante
hoeken liet vervaard
atelier, gemeubileerd en
volgens de tierelantijne
van omstreeks 1880.
Die krullerigheid ko:
prenten meer voor. Hi
haast te buiten gaan aa
vloed van versierende
die soms van meer bei
dan het uitgangspunt. 1
een van de verrassinge
artist: die schijnbaar toe
wisseling van doel en
ziin kostelijke prent var
Opera ziet, ervaart, dat
bouwwerk bij Steinberg
in een overvloed van or
weliswaar ook op het
vinden is, maar daar
opvalt. Steinberg heeft
tend die versieringen la
en bovendien de engeltje
die de hoeken tooien, orr
chorusgirls met een mi
lokkende bedekking. Al t
se tooi schijnt de beschoi
tisch aan te grijnzen. D
niet anders want z:
Steinberg slechts, om
innerlijke leegte voelbaa
Daarmee staat men d
eigenlijke functie van d<
de ogenschijnlijk speel
maar niet minder diepga.
ling van de leegte, de ni
de protserigheid, de verz'
de wereld onzer dagen, v
heid. de bespottelijkheid,
van de mens.
Nu klinkt dit allemaa
veel zwaarder dan
werk van Steinberg wor
teerd. Want Steinberg
man. Hii kent het betre
alle dingen en kan daa
spot lichtvoetig en spits
vendien heeft hii een
dere humor meegekre
Oosteuropeaan en naar
oorden van Joodse af
opvoeding en opleiding
leg nog versterkt. Wat
reisde en wereldwijze k'
in de loop van zijn negi
jarig leven ook heeft g
er nooit zwaartillend o
den. Wat hii ook teke
seert: ziin spot blijft s
en ad rem. maar wore
betoog.
Hij kan onze „poids" i