De jeugd wenst geen bakerpraatjes maar zuivere voorlichting door ouders LAXEERAKKERIJES De man uit Australië Tijdstip en de wijze waarop dienen aangepast aan,leef tijd en individuele ontwikkeling DE VERGETEN CATEGORIE AAN HET WOORD En nu de volgende kwestie NERVA NOVA Tekort aan kennis kan soms leiden tot ontsporingen en verwrongen inzicht Moeilijk en belangrijk Noodzakelijk èn goed Geen geheimzinnigheid Inzicht geeft veiligheid De ooievaar in de ban PimPam Pom en de wonderlamp Ook op de scholen? Ons dagelijks feuilleton Help Uw darmen Luister eens naar: Radioprogramma DONDERDAG 17 SEPTEMBER 1853 „£EN GEVAARLIJK BEGIN voor de nieuwe cursus heeft iemand tegen mij gezegd, die de eerste vraag had gelezen. „Inderdaad", heb ik geantwoord, „maar het vorige jaar hebben de leden van de vergeten cate gorie voldoende laten zien, dat ze ernstig zijn en de kunst verstaan ook over netelige onderwerpen zó te schrijven, dat niemand er aanstoot aan kan nemen." De feiten hebben, mij in het gelijk gesteld. Up mijn tafel ligt een stapel brieven en de ene getuigenis is nog serieuzer en zuiverder dan de andere. Daarnaast verheugt1 mij het feit, dat vele malen de vreugde wordt uitgesproken over het herleven van onze rubriek en telkens weer de verzekering wordt ge geven, dat men zoveel uit de bespreking van de vroe gere kwesties heeft geleerd, terwijl ettelijke keren wordt vastgesteld, dat jonge mensen niet alleen ver langen zich te uiten, maar ook au sérieux te worden genomen. In de tweede plaats trof het mij, dat onder de ge zonden brieven een groot aantal afkomstig was van hen, die zo langzamerhand tot de „vaste medewer kers" kunnen worden gerekend anderen delen mee, dat ze willen behoren tot de groep, die zoveel mogelijk reageert. Gesterkt door deze verschijnselen gaan we dus weer gezamenlijk zoeken naar de waar heid en naar de oplossing van de meest uiteenlopende problemen, die vooral maar niet alleen! voor jongere mensen van betekenis zijn. Mag ik hun nog vragen, niet alleen aan mij de keuze der onderwerpen over te laten, maar zelf de vragen kenbaar te maken, die men graag behandeld zou zien? Nog één opmerking. Een belangrijk procent van de inizenders heeft mij gevraagd, deze keer óf een pseudloniem of géén naam te publiceren. Men is bang, dat men uitgelachen of geplaagd zal worden, dat men als „een heilig boontje" zal worden beschouwd of dat ouderen aanstoot zullen nemen aan de „eigenwijs heid" van de moderne jeugd. Natuurlijk eerbiedig ik dit verzoek, dat overigens typerend is voor de men taliteit van een deel van het grote publiek. Om alle moeilijkheden van deze soort te voorkomen heb ik daarom geen enkele naam vermeld, noch van de schrijvers der volledig geplaatste brieven noch van hen, die citaten uit hun werk zien geplaatst. DIJ LOTING heb ïk moeten uitmaken, welke drie ontboezemingen er ge plaatst zouden worden. Er waren er zeker zes, die op één niveau stonden. Eerst volgt de brief van een zeven tienjarige. „Hadden wij verwacht, dat de terug keer van onze rubriek zich zou aan kondigen met een probleem van lichte orde, dan hadden wij het mis. Nog vol prettige herinneringen worden wij in eens geplaatst voor een kwestie, die zo moeilijk en toch zo belangrijk is, dat ik eigenlijk schroom mijn ant- woord te geven. De omgang tussen jongens en meis jes, mannen en vrouwen, is de kern van ons leven. Valt één van twee partijen weg, dan is het evenwicht verbroken. Daarom is deze kwestie van zo groot belang. Daarom ook is het noodzakelijk, dat zowel jongens als meisjes worden ingelicht omtrent de verhouding tussen de twee geslach ten, zodat beiden niet zonder enige 'voorlichting het leven in r gestuurd worden. Wanneer deze voorlichting moet ge beuren? Mijn mening is: op die leef tijd, waarop de jongen en het meisje elkaar serieus beginnen te naderen. Dit ligt voor versahillende personen zeer uiteen; de één begint al op zijn vijftiende jaar, de ander begint er nooit aan, maar als gemiddelde leef tijd zou ik zeggen achttien a negentien jaar. De volgende vraag, die gesteld wordt, is: door wie? Het is volgens mij vanzelfsprekend, dat dit door de ouders geschiedt. Is er immers één band hechter en intiemer dan die tus sen ouders en hun kinderen? Boven dien kennen de ouders precies de ge- dachtenwereld van hun kinderen, zo dat dit volgens mij de beste oplossing is. Op de laatste vraag kan ik geen antwoord geven. De wijze, waarop de voorlichting moet geschieden, is na melijk geen aangelegenheid die uit gemaakt kan worden door de jeugd, maar is een zaak van de opvceders. Wij hebben daarvoor te weinig levens ervaring en kunnen volgens mij geen oordeel hierover vellen." PEN VIJFTIENJARIGE jongen meent het volgende: „In antwoord op de kwestie, die dit jaar als eerste in onze rubriek onder de aandacht wordt gebracht, zou ik willen opmerken, dat de be antwoording van deze vraag voor me dewerkers van de Vergeten Categorie zeer moeilijk is. Immers, wij jongelui van 13 tot 23 jaar voelen nog steeds de drang om verschillende dingen, die zich in onze belangstelling mogen verheugen, volledig te doorgronden Ook vinden wij meestal, dat wij er recht op hebben, dat ons dit soort dingen wordt uitgelegd en hierdoor valt het niet moeilijk te raden, dat de meeste jongelui zullen zeggen: „Ja, het is noodzakelijk, dat wij over de dingen, waarover hier sprake is, volledig ingelicht worden". Mijn persoonlijke mening is ook, dat het noodzakelijk en goed is, dat de jongeren volledig over de verhou ding van mannen en vrouwen worden ingelicht, mits men bij dit inlichten verstandelijk te werk gaat. De ouders of voogden, op wie de taak van het inlichten natuurlijk neerkomt, moeten bij het inlichten van d. jongeren (ik bedoel met deze jongeren jongens en meisjes van pl.m. 12 jaar af) rekening houden met de ontwikkeling van de jongen resp. het meisje; de ene jongen of het ene meisje is natuurlijk veel eerder volwaardig en dus in staat tot begrijpen en verwerken van het probleem, dan de andere. Op de vraag, waarom ik een voor stander ben van het volledig in lichten van jongens en meisjes over het hier omschreven probleem wil ik het volgende opmerken, nl. dat: le. Niet inlichten verkeerde verhou dingen en/of valse schaamte met zich mee kan brengen. 2e. Door het zoeken naar de waar heid de jongelui, die niet ingelicht zijn, geheel verkeerde conclusies kun nen trekken. 3e. De met ingelichte jongelui, als ze opgroeien, in plaats van de mooie kanten. rite aan de verhouding van mannen en vrouwen ongetwijfeld te ondei-ocheiden zijn, alleen maar het verbodene, het „slechte" ervan zullen kunnen zien. Tegenover dit alles staat, dat een jongen (of meisje), die met tact in gelicht is, van bedoelde verhouding (die toch trekt) niet alleen de gevaren en het verbodene zal zien, maar ook het mooie, dat niet geschonden mag worden. Volgens mij is de meest voor de hand liggende en juiste oplossing, dat de vader zijn zoon(s) en de moeder haar dochter(s) inlicht. Hoe dit moet gebeuren? Niet door een botte uiteenzetting, die door een oudere gegeven wordt; ook niet door een uiteenzetting met dreigementen e.d.; maar door met de jongen resp. het meisje, ais vriend te praten en hem of haar zo wegwijs te maken in dit ongetwijfeld zeer moeilijke pro bleem. Het spreekt vanzelf, dat men kin deren van ongeveer 7 of 8 jaar oud niet een volledige kennis moet ver lenen in dit vraagstuk, daar deze dit niet goed kunnen verwerken. De juis te leeftijd om de jongelui in te lich ten varieert, natuurlijk nogal sterk, door verschil in snelheid bij het vol wassen worden van de jongeren. Vol gens mij moet men echter niet te lang wachten en kan een jongen van onge veer 12 a 14 jaar oud, mits dit op d$ goede manier gebeurt, gerust in gelicht worden. En dan moet mij één ding nog van het hart, nl. antwoordt op vragen, die door kinderen onder de 10 jaar over dit onderwerp worden gesteld, nooit met bakerpraatjes, die men nog zoveel hoort. (Voorbeeld: Maak het kind niet wijs, dat de kleine kinder tjes door de ooievaar gebracht wor den, of uit een kool komen). Volledig inlichten kan men op die leeftijd na tuurlijk nog niet, maar een vage uit spraak, die op waarheid berust, met daarbij de verklaring, dat hij of zij, als ze ouder zijn, een beter antwoord zullen krijgen, voldoet meer, dan een flauw smoesje, waar de ouderen om lachen, maar waaruit eigenlijk hun eigen angst voor het onderwerp spreekt". TOT SLOT het oordeel van een zes tienjarige: „Ik ben blij, dat U de moed gehad hebt deze moeilijke en vooral tere kwestie aan de orde te stellen. Ik ben er nl. van overtuigd, dat de „voorlich ting", zoals dat heet, niet alleen goed, maar ook noodzakelijk is. terwijl ik toch met vrij grote zekerheid kan zeg gen, dat het slechts zelden gebeurt. Spreekt de vergeten categorie, zich nu positief t.o.v. dit vraagstuk uit.' waar ik niet aan twijfel, dan zal dit m.i. veel opvoeders over een zekere schroom heenhelpen dit onderwerp met hun kinderen of pupillen te bespreken. Door de volgende redenering zal ieder de noodzakelijkheid van deze voorlich ting inzien: God heeft ons lichaam ge schapen en dus is alles goed en zuiver. De mens is echter gaan knoeien, waar door die dingen, waar we het nu over hehben onzuiver werden. Daarom spreekt men er niet over en daarom komt er een waas van geheimzinnig heid over te liggen. Dat is zeker niet bevorderlijk voor een gezonde, omgang van jongens en meisjes. Wordt er over déze dingen wel gesproken dan kunnen wii het begrijpen (voor zover het te begrijpen is, althans) en alle geheim zinnigheid is weg: het is natuurlijk. Het resultaat is een natuurlijke omgang tus sen jongens en meisjes, waardoor veel ongelukken en zonden kunnen worden voorkomen. Wanneer moet nu met deze voorlich ting worden begonnen? Kortweg een leeftijd noemen is onmogelijk, immers elk individu is geheel anders van aan leg. De één is vroeger „rijp" hiervoor dan de ander. In het algemeen zou ik zeggen: zodra het kind belangstelling begint te tonen voor deze dingen. Om dat het juist de ouders of pleegouders zijn, die die belangstelling het best kunnen opmerken, moeten ook zii het kind inlichten. Natuurlijk hoeft niet alles tegelijk verteld te worden. of liever: dit mag niet, omdat het kind toch niet alles direct bevatten kan. Langzamerhand moet dieper tot de kern doorgedrongen worden. Natuur lijk moet niet begonnen worden met sprookje van de ooievaar, enz. zoals zo vaak gebeurt. Ik geloof, dat Ik met dit alles de vraag „hoe?" ook wel be antwoord heb". |")E OUDERS weten dus, dat de ver- geten categorie op een zekere voor lichting rekent, ook al is ieder over tuigd van de moeilijkheid daarvan en begrijpt een enkele, dat het hier gaat om een complex van emoties, die al leen kunnen worden gekend door wie ze ervoer en die „in de woorden bre ken". Men voert de volgende motieven aan 1. tekort aan kennis leidt tot ontspo ringen, tot „spelen met vuur". 2. de grootsheid van het natuurwonder mag niet aan jongeren worden ont houden. 3. er dreigt gevaar voor een verwron gen inzicht. 4. „mijn ervaring leert mij, dat door voorlichting een gevoel van veiligheid ontstaat". 5. „het contact wordt steviger met degene, die als voorlichter optreedt". 6. ze horen het tóch denk aan de woorden van Prof. Gunning: „het is beter, dat de kinderen het van ons tijdig horen op de goede manier dan van anderen ontijdig op de verkeerde manier". 7. jonge mensen hebben er recht op, te begrijpen wat er op een bepaalde tijd in hun leven gebeurt: „omstreeks het 13e jaar komt bij ons, bij de vol trekking van bepaalde lichamelijke veranderingen, het gevoel op, dat wij een geheel nieuwe wereld betreden, een wereld, die geheel onbekende prik kels veroorzaakt en soms verwarrend schijnt. Bij de verhouding jongen- meisje is onze eerste impuls: de sexe. Wij ontdekken iets in onszelf, dat wij nog niet eerder ontdekt hadden en wij ontdekken ook in de andere sexe iets, dat ons onbekend voorkomt, dat wij niet begrijpen, waarover wij fan taseren en waarvoor wij een verkla ring trachten te vinden, terwijl het waas steeds mysterieuzer wordt, onze uitlatingen evenredig (Jongens!) gro ver en onze houding schuchterder. Plotseling denk ik nu bijv. aan de film „Zo begint het leven"; strenge tucht en onvoldoende, conservatieve voorlichting doen het stadskind vooral, dat de scheppende natuuniet ziet en voelt, dérailleren; ik denk aan „Bu reau Zedenpolitie", hoe meisjes door huiselijke moeilijkheden tot verval ^iaken, terwijl zij juist als meisjes, het intense, 't mooie en 't diepe van het leven van twee wezens zo ver langden, zochten en mislukten in dan cings en bars". 8. ,wie niet op de hoogte is, als hij van school komt, wordt in de fabriek ontgroend".... er blijft dan niet veel moois meer over. 9. „deze tijd eist van ons, dat wij tegen alle situaties gewapend staan, boe zenuwslopend zo'n situatie ook is; als wij onze jongeren geen voorlichting geven, -sturen we ze eigenlijk zonder wapens de oorlog in". MERKW ARDIG Is het feit, dat nie mand de voorlichting afwijst, al vindt een van onze schrijvers het nodiger voor meisjes dan jongens: „de eerste lopen het meest gevaar". Een ander pleit voor ernstig overleg met de ouders bij de keuze van een meisje inderdaad een zeldzaam ge luid in deze moderne tijden. Op de vraag: „Wanneer?" is het ant woord gewoonlijk: dat hangt af wan de persoon en de situatie; voor jonge kinderen vraagt men een zeer sobere uiteenzetting, meestal alleen, wanneer de behoefte aanwezig blijkt te zijn en zonder uitzondering doet men de ooie vaar in de ban. Op 12—14-jarige leef tijd wensen de meesten een uitgebrei der toelichting en men is er van over tuigd, dat de jonge mensen, die het leven ingaan, volledig moeten zijn voorgelicht, meestal onder het motto: un homme averti en vaut deux. Wie de voorlichting dient te geven? Algemeen vindt men dit een taak voor de ouders, „als die tenminste in staat zijn zonder blozen, haperen of stotte ren over deze materie te spreken". Ge woonlijk vindt men de moeder ge schikter dan de vader, al pleit menig een voor een gesprek van de man met de zoon en de vrouw met de dochter. Is er op dit punt geen openheid tussen 122. De heer Barend Bigger was vreselijk boos, toen hij zag, dat zijn grootste concurrent door zijn toedoen een grote karper had gevangen. Maar zoals we al zeiden, hij was niet van plan het erbij te laten! Nijdig wendde hij zich tot zijn schipper. Hoe kon je nu zo stom zijn om zo'n grote vis in het bootje van de baron te laten slaan!" „Maar meneer Bigger, dat kon IK toch niet helpen?" verdedigde de arme schipper zich. „U zei me dat ik vlak langs dat ouwe roeibootje van de baron moest gaan, zodat ze een grote golf naar binnen zouden krijgen en dat heb ik gedaan". „Ja ja, het is al goed", mopperde de heer Bigger. „Laten we ons nog maar niet kwaad maken, want straks zinkt die ouwe lekke roeiboot misschien wel!" Hij zei dit zonder met zijn ogen te knipperen, alsof het hem helemaal niet schelen kon, dat er ook nog bemanning aan boord van het roei bootje was. Vlug gelastte hij zijn schip per om de grote ton, die in het voor onder had gestaan, aan dek te brengen en de inhoud van de ton in het water te gooien. „Eens kijken, wat die Van Pottum daar voor een antwoord op heelt", mompelde hij, terwijl zijn schip per een kleine haai in het water gooi de. „Straks verschijn ik voor de jury met een haai aan mijn hengel". Nu daar was helemaal geen kunst aan, want d» haai had nu al een haak in zijn bek. En meneer Bigger hield de hengel, waaraan die haak bevestigd was In zijn handen! Al met al geen mooi spel van de heer Barend Bigger, maar daar trok hij zich niets van aan! ouders en kinderen, dan worden de laatsten schuw tegen de eersten, meent een onzer inzendsters. Een doodenkele meent, dat een vriend of vriendin hier van betekenis kan zijn, maar een an der waarschuwt: „niet door een vriendje of vriendinnetje, die het je als één of andere geheimzinnige mop in het oor fluisteren, want ik vind de verhouding tussen iemand van het mannelijk geslacht en van het vrouwe lijk geslacht helemaal geen mop!" En ze vervolgt; „als wij tijdig ingelicht worden door onze ouders, hoe, dat moeten ze natuurlijk zelf weten, dan zal het met al dat geheimzinnige ge doe, zoals de ouderen wel eens zeggen, tussen jongens en meisjes ook wel los lopen". VAN VOORLICHTING door de school wil men In den regel niets weten: de Individuele factor ontbreekt, de le raren zijn er niet altijd geschikt voor, de klassen zijn gemengd, de behande ling ir te nuchter. Maar een ander zegt: „Volgens mij ligt hier een taak voor de onderwijs krachten. Men moet de kinderen op school inlichten, aangezien de meeste ouders het niet kunnen. De meeste ouders laten de ontwikkeling van jongen en meisje tot man en vrouw volkomen aan de gegadigden zelf over. Anderen vertellen wel wat, maar dit geschiedt dan op zo'n gebrekkige wij ze, dat.de jongeren nog niet veel wijzer zijn geworden. Daarom wil ik het ook in het schoolprogramma verwerkt zien, waarbij het onderwijzend perso neel eerst terdege hiervoor moet wor den opgeleid. Men moet trachten de coëducatie bij de kinderen door te voeren en af te stappen van de apart heidspolitiek, die juist de verleiding opwekt om dat andere, dat geheel vreemde, te ontdekken". En schuchter pleit een tweetal voor populair-wetenschappelijke lectuur, „omdat de ouders toch in gebreke blij ven"; ze zouden de voorlichting van hun natuurlijke opvoeders ver prefe reren. Het „hoe" van de bespreking komt uiteraard niet voldoende tot zijn recht: voor een krantenartikel is ze ook min der geschikt. Gewoonlijk neemt men het standpunt in, dat men daarover niet kan oordelen en de wijze waarop, aan de ouders moet overlaten. DE VRAAG is ingezonden door NINI BEERS en ELS RUTTEN: is drift in de zin van opvliegendheid een ondeugd in de jaren tussen twaalf en achttien jaar Antwoorden uiterlijk Maandag zenden aan: D. L. DAALDER, KOMLAAN 8, BERGEN (N.-H.). 34) „Zo", merkte hij cynisch op, „de boodschapper van hare majesteit is ge arriveerd. En welke ongunstige berich ten brengt gij mij vandaag. Lady Kit ty?" „Verdien je misschien iets anders", kaatste ze terug, zijn knappe gezicht met een gemaakte onverschilligheid in zich opnemende. Het zwarte binnenste van een motor leek al ziin aandacht op te eisen. Hij sprak zonder zich om te draaien. „Een paar weken geleden kwam je me ver tellen. dat Claudia me wat te zeggen had. Ik denk. dat ze dat wil doen, nu iedereen in het dorp ervan weet. Maar het is geloof ik, vrij overbodig om het onvermijdelijke te verklaren. De waar heid is. om zo te zeggen, wanstaltig genoeg". „Dat is de waarheid altiid. Maar je wist toch dat dit komen zou! Wat is er met jouw optimisme gebeurd? Ik was juist van plan om de avondjurk te be stellen voor de bruiloft. Ik zou getuige zijn. dat weet ie toch". „Misschien kun je die nog wel ge bruiken. Als ik tenminste op tijd rijk wordt, voordat Peter haar onder ziin vleugels heeft genomen". „Ik zal hem in ieder geval gebrui ken. reken maar" grinnikte Kitty. „Want het laat me steenkoud voor wiens bruiloft". Kitty liep de garage door en ging naast Dick staan, terwijl ze toekeek, hoe ziin bedreven handen aan de mo tor werkten. „Je bent op het verkeer de meisje verliefd geworden. Dick", ging ze verder. ..Claudia is een trouw en verstandig kind, met 'n diep ge worteld plichtsbesef. In een geval als dit komt de familie altijd op de eerste plaats, moet ie maar denken. En ver geet nooit, dat die band al bestond, lang voordat jij besloot, haar met iouw degelijke naam te vereeren". „Als iedereen zou denken, voordat hij ging trouwen, zou de ambtenaar van de burgerlijke stand wel met pensioen kunnen gaan". Kitty haalde haar schouders op. ..Theorie. Trouwens wat anderen doen doet hier helemaal niet ter zake. Het gaat hier nu om dit ene geval". Dick sprong op en keek Kitty strak aan. „Ik dacht, dat je Claudia's vrien din was". „Dat ben ik ook. Merkwaardig, zii stelde mii dezelfde vraag. Ik antwoord de er toen op. dat zii beter af zou ziin met Peter dan met jou. Jullie hebben trouwens beide een eigenaardige ge woonte om belangrijke zaken slepen de te houden, moet ik zeggen. En te hopen op wonderen. Het enige resul taat daarvan is. dat de verkeerde het moet ontgelden. Met andere woorden, dat een argeloos iemand pijn gedaan wordt". Hij leek haar met ziin ogen te kun nen doden. ..Ik weet best. waarom jii naar Pottsville gekomen bent. Je bent ongelukkig en verbitterd. En nu wil ie, dat Claudia zal overkomen, wat jou overkomen is. Je wilt helemaal niet, dat zii gelukkig wordt. Egoïste!" „Waar zie je mij voor aan? Voor een gramofoonplaat of iets dergelijks? Lachend draaide Kitty zich om. Wees toch verstandig Dick, ik probeer alleen maar jou te laten zien. zoals ik zie: door de ogen der ondervinding. Ik ben 'n vrouw en ik weet, wat een vrouw nodig heeft om gelukkig te worden". „O, zeker. Als je eens niets beters te doen hebt mag ie mii je hele lange en droevige levensgeschiedenis nog vertellen. Maar nu heb ik het te druk. Je verhaal interesseert me trouwens hoegenaamd niet". „Dat van Cecilia dan zeker wel?" Dick antwoordde niet. Hij boog zich diep over de motorkap en hervatte ziin werk. „Is het erg, als ik hier rook?" „Ach, als je voorzichtig bent.." „Van nu af aan zal ik niet anders dan voorzichtig zijn. Bij alles wat ik doe". Langzaam bracht ze haar siga rettenaansteker naar haar sigaret en bedachtzaam zoog ze de rook in haar longen. Uit de diepte van de motor bereikte de stem van Dick haar „Maar ie bent hier toch niet gekomen om mii de les te lezen wel? Wat moest je zeggen van Claudia?" „Niet veel. Behalve dan, dat ze met Peter naar de stad komt en dat ze bii je langs zal riiden". De gereedschappen van Dick klet terden tegen de stenen. „Waarom zei je dat niet direct? Wanneer zal ze...." „Ik denk direct Ze kan ieder ogen blik hier„Ieder ogenblik!" Dick haastte zich naar het raam. keek naar buiten en draaide zich toen om naar Kittv. „Waarom stuurde ze jou, als.. „Ik zal me wel met Peter bezig moe ten houden, ais iullie een ogenblikje samen willen zijn. denk ik. Ik ben om zo te zeggen de vrouwelijke Figaro van Pottsville, dank zii die idiote hoop. die Claudia nog steeds koestert". Dick zocht vergeefs naar een pas send antwoord: „Ik heb zo'n idee. dat dat een tameliik onaangenaam kar weitje is", zei hij na een poosje. „Dat is het voor mii in zekere zin ook. Het spijt me. als ik „Oh. vergeet het maar. Ik zie haar immers toch liever niet gelukkig. Dat zei je toch, nietwaar?" Hij deed een stap vooruit en vroeg: „Ik wou, dat ik wist, hoe je dat be doelde". Het geluid van een auto, die voor de garage stopte, btrak hun gesprek af. Dick deed, alsof hii weer aan het werk ging, terwijl Kitty naar buiten liep. om Peter en Clgudia te begroeten. Een paar minuten later .kwam Clau dia alleen de zaak binnen. Zwijgend keken zij elkaar recht in de ogen. „Gefeliciteerd", begon Dick tenslotte Ziin stem klonk dof en toonloos. „Waar is de gelukkige verloofde?" „Kitty zorgt voor hém". Een ogen blik stond Claudia besluiteloos voor zich uit te staren. Haar gezicht was vaal bleek en haar ogen stonden merkwaar dig strak. In het halfduister van de garage leek ze een visioen van liefde loosheid. Dick voelde een benauwende kramp in ziin borst. Was ze voor hem verloren? Zou hii haar voortaan alleen 7.o zien. als een onaantastbaar en on bereikbaar visioen, dat bii iedere aan raking zou opgaan in de lucht? Een naar maanden geleden nog was het allemaal zo heel anders geweest. En nu.... „Dick!" Ze stond nu dicht bii hem. Haar ogen boorden zich in de ziine. „Ik ben erg smerig", zei hii armzalig. „Pas op je kleren". Smekend legde zii haar hand op de mouw van ziin werkhemd. „Ik kon er werkeliik niets aan doen. Dick. Ik had graag langer willen wachten, maar toen iii wegliep „Ik was gek! Stapelgek! Cecilia greep me op precies het goede ogen blik aan en in het donker van de tuin klonk alles wat ze zei, zo verschrik kelijk angstig. En overtuigend ook. Ik wist niet wat ik deed. Ik geloofde op dat ogenblik werkeliik, dat onze ver houding van miin kant zuiver egoïs tisch was. En zonder uitzicht. Ik schrok er van. Claudia, toen ze me schetste, hoe iii zoü moeten leven, als...." (Wordt vervolgd.) bij hun zo belangrijk werk. Neem eens per week 1 of 2 (Advertentie, Ing. Med.) OUDE EN NIEUWE Nederlandse speelmuziek. Deze tijd met zijn talloze vormen van mechanische muziek werkt noodlottig in op de eigen muziekbeoefening. Maar betrekkelijk weinigen ervaren nog de vreugde die gelegen kan zijn in het zelf spelen en zingen van eenvoudige maar goede mu ziek. Een programma als het hier aangekondigde is een verheu gend teken van een streven naar vernieuwing en herleving van de huismuziek. De oude muziek is namelijk overwegend voor ama teurs geschreven, zodat in elk ge val een sonate voor altblokfluit en clavecymbel van Servaas van Koninck (1700) of de door een onbekende componist geschreven danssuite 't Uitnement Kabinet (1646) binnen hun bereik ligt. Aan hedendaagse muziek horen we twee duetten op oud-Nederlandse liederen van Marius Flothuis. en. twee fragmenten uit een serenade van Nico Hermans voor hobo, viool, altviool en celfo. Vrijdag 15.10 over Hilversum II. 298 m.) VRIJDAG 18 SEPTEMBER HILVERSUM I, 402 m.: 7.00—24.00 NCRV. 7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.15 Gym. 7.30 Gram. 7.45 Een woord voor de dag. 8.00 Nieuws en weerberichten. 8.18 Gewijde muziek. 8.45 Gram. 9-00 V<?or de zieken. 9.30 Voor de vrouw. 9,35 Gram. 10.30 Morgendienst. 11.00 Gram. 11-15 Tenor en piano. 11.30 Gram. 12.30 Land en Tuinbouwmededelingen. 12.33 Gram. 12.59 Klokgelui. 13-00 Nieuws. 13.15 Ban jo-Orkest. 13.45 Gram. 14.00 Voor de jeugd. 14-40 Gram. 15.15 Voordracht. 15.35 Gram. 16.00 Causerie over kamer planten. 16.15 Viola d'amore en clave- cimbel. 16.45 Gram. 17.00 Promenade- Orkest. 17.40 Gram. 17.45 Fries program ma. 18.00 Gram. 18.15 Kamerorkest 'en soliste. 19.00 Nieuws en weerberichten. 19.10 Regeringsuitzending: Verklaring en Toelichting. 19.30 Gram. 19.40 Militaire reportage. 19.40 Gram. 20.. Radiokrant. 20.20 Vocaal Ensemble en orgel. 21.00 „Zeewier", hoorspel. 21.55 Gevar. mu ziek. 22.30 Viool en piano. 22.45 Avond overdenking. 23.00 Nieuws en S.O.S.- berichten. 23.15 Evangelisatie-uitzending in de Tsjechische taal. 23.30—24.00 Gra- mofoonmuziek.' HILVERSUM II, 298 m.: 7.00 VARA, 10.00 VPRO, 10.20 VARA, 12 00 AVRO, j 16-00 VARA, 19.30 VPRO, 21.00 VARA 22.40 VPRO. 23.00—24.00 VARA. 7.00 Nieuws. 7.15 Gram. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 8-45 Voor de huisvrouw. 9.00 Gym. voor de vrouw. 9.10 Gram. 9.35 Waterstanden. 9.40 Schoolradio. 10.00 „Kinderen en Mensen", causerie. 1005 Morgenwijding. 10.20 Voor de kleuters. 10.40 Tenor en piano. 11.00 Voordracht. 11.20 Gram. 11.30 Orgelspel. 12.00 Lichte muziek. 12.30 Land- en Tuinbouwmede delingen. 12-33 Sport en prognose. 12.48 Gram. 13.00 Nieuws. 13.15 Mededelingen en gram.muziek. 13 30 Musette-Orkest. 14.00 Voor de vrouw. 14.20 Mezzo-sopraan en piano. 14.50 Voordracht. 15.10 Kamer muziek. 15.30 Orgel en zang. 16.00 Gram. 16.30 Muzikale causerie. 17.10 Voor de jeugd. 1740 Roemeens Orkest. 18.00 Nieuws. 18.15 Felicitaties. 18.45 „Zestig jaren strijd", vraaggesprek. 19.00 Koor zang. 19.15 Pianospel. 19.30 „Wat wij Vrijzinnige Protestanten geloven", cause rie. 19-50 Berichten. 20.00 Nieuws. 20.05 Koorzang. 20.30 „De Verenigde Naties", causerie. 20.40 „Verdraagzaamheid", cau serie. 21.00 Voordracht met muziek. 21.30 Klankbeeld. 21.50 Gram. 22.05 Buiten lands weekoverzicht. 22.20 Instrumentaal kwartet en solist. 2'2.40 „Vandaag", cau serie. 22.45 Avondwijding. 23.00 Nieuws. 23.1524.00 Residentie-Orkest en soliste. Televislc-programm. NCRV. 20.15— 21.45: 1. Journaal; 2. Documentair pro gramma over blindenzorg: 3 Weerberich ten. - Pauze. - 4. Studenten-cabaret; 5. Dagsluiting. flERGENSSCHERPER vindt men uitgedrukt tekent spotprenten t speels zijn zij kan nrtter zijn als gal. Het h lingen ondergaat. „De haftigheid en zijn burge hem overheersen, een t tekeningen het volslage bitter dan wel spotzii hem zag, weegt de spot een andere „doorsnede BRENGT UW ZENUWEN TBI RUST (Advertentie Ing. Med.) Een der vele variatie thema „muziek": de di spotzang op de ijde EB laten zich in het tel< Steinberg elementen die evenzoveie verbindir met het werk van ani daagse kunstenaars. Mei verband namen als Pic; tisse kunnen laten vall wijst echter weinig. Het maar, dat Steinberg niet gevoelsstroom die aan zi grondslag ligt, maar c „handschrift" volkomen Dat hij niet opziet tegen digingen, tegen de u kracht van zijn prenten t vervormingen, tegen vc stracties. Maar ook: dat te liefde heeft voor vet gen In dat opzicht is wel verband gelegd met jeugdindrukken. Steinbei lijk geboren in Boekares vader allerlei verpakkii ontwierp en vervaardigd* middelbare school en de af, en studeerde later ii de architectuur. Hetgee dat hij in 1941, toen hij rika overstak, derwaart een geheugen vol krulle lantijnen van oude stijlp Eri met heimwee erna; het zeggen. Maar dan h stuk zeer bittere zelfspc toen hij eens een pre waarin hii een zeer pre dertje volkomen abstra rijen u weet wel, van dan gekleurde vierkante hoeken liet vervaard atelier, gemeubileerd en volgens de tierelantijne van omstreeks 1880. Die krullerigheid ko: prenten meer voor. Hi haast te buiten gaan aa vloed van versierende die soms van meer bei dan het uitgangspunt. 1 een van de verrassinge artist: die schijnbaar toe wisseling van doel en ziin kostelijke prent var Opera ziet, ervaart, dat bouwwerk bij Steinberg in een overvloed van or weliswaar ook op het vinden is, maar daar opvalt. Steinberg heeft tend die versieringen la en bovendien de engeltje die de hoeken tooien, orr chorusgirls met een mi lokkende bedekking. Al t se tooi schijnt de beschoi tisch aan te grijnzen. D niet anders want z: Steinberg slechts, om innerlijke leegte voelbaa Daarmee staat men d eigenlijke functie van d< de ogenschijnlijk speel maar niet minder diepga. ling van de leegte, de ni de protserigheid, de verz' de wereld onzer dagen, v heid. de bespottelijkheid, van de mens. Nu klinkt dit allemaa veel zwaarder dan werk van Steinberg wor teerd. Want Steinberg man. Hii kent het betre alle dingen en kan daa spot lichtvoetig en spits vendien heeft hii een dere humor meegekre Oosteuropeaan en naar oorden van Joodse af opvoeding en opleiding leg nog versterkt. Wat reisde en wereldwijze k' in de loop van zijn negi jarig leven ook heeft g er nooit zwaartillend o den. Wat hii ook teke seert: ziin spot blijft s en ad rem. maar wore betoog. Hij kan onze „poids" i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1953 | | pagina 6