Spoorwegen in V.S. bieden reizigers een overvloed aan comfort Moderne landbouwtechniek verdrong de poëzie van weleer Lusjes-weefsel Tractor en combine nemen nu de plaats in van zaaier en maaier Op weg naar een huwelijk in Amerika(4) Met „Commodore Vanderbilt" en Hiawatha" langs oevers van Hudson en Missisipi naar Minneapolis Landschap en woningbouw naar het Westen steeds beter Beemster, Schermer en Purmer werden ouder Maar de grond en het wonder bleven DE SPOORWEGEN in de Verenigde Staten zijn geen staatseigendom, maar alle behoren aan particuliere Maatschappijen, zodat er een ware studie nodig is om uit te zoeken, hoe en met welke spoorlijn men zal reizen. Een boek, zo groot en zwaar als een oude interlocale telefoongids, is het spoorboekje van America. Heeft men zowel maatschappij als trein uitgezocht dan blijken er nog meer puzzles te bestaan, voor men goed weet wanneer men vertrekt en wanneer men op de be stemde plaats aan zal komen. De stadstijd ver schilt n.l. met die der spoorwegen en behalve dat, verspringt de tijd naar gelang men verder west waarts komt. Alles bij elkaar is het nogal moeilijk uit te knobelen. Alle grote express treinen hebben een eigen naam. die vele jonge Europese harten wel een „thrill" zullen geven. Namen als: „The North Star", „The Twilight Limited", „Empire State Express", „The Wolverine", „The Praire State", „The Tuscarora" enz. Mijn uitverkorene was „the Commodore Vanderbilt", daily Streamliner. Deze vertrok van Central Station. Dit station ligt in het hart van New York, diep onder de grond en is het begin- en eindpunt van lange trans-continentale-spoorwegen. In dit kopstation liggen de perrons allen naast en ook onder elkan der, zodat de uitgangen loodrecht staan op de grote wachtzalen waar reisbureaux, reclames, drugstores, plaatskaartenbureaux, het wachten kort maken. Boven de ingangen tot de verschillende perrons staan de namen van de belangrijkste richtingen aangegeven, die verlicht worden, zodra de trein is voorgereden. De Commodore Vanderbilt en de andere „naam"-treinen, hebben een speciale in gang en hal, waar controle is voor men zich op het perron begeeft. Een grote rode loper ligt hier vandaan tot aan de enorme trein. De eerste wagen die men passeert en dus de laatste wagen van de trein, is een „sightseeing"-car, geheel rond lopend aan zijn uiteinde, glas overal, ook een deel van het plafond, zodat ook het zicht naar boven vrij is. Van binnen zijn rondom banken met verende zittingen en leuningen van mooi lichtblauw leer; het ziet er buitengewoon aanlokkelijk uit om daar te gaan zitten. De volgende wagen is de „dining car", dan komen de slaap- en de gewone wagens. Alle wagens zijn genummerd, men vindt gemak kelijk de gereserveerde plaats. Bij iedere wagon behoort een portier, die de zorg draagt voor reizi gers en bagage. Het kruier-systeem is voortref felijk geregeld. Waar men ook met veel bagage aankomt, overal staan kruiers klaar. Elke kruier heeft een duidelijk zichtbaar nummer op pet of arm; geeft men bijv. enige bagage aan no. 36 af, dan pint deze een kaartje, waarop ook heel duide lijk zichtbaar zijn nummer staat, dubbel aan het handvat. Een ander deel van de trip, voorzien van het zelfde nummer, ontvangt men als bewijs. Hij schrijft op de strip aan de koffer in welke trein, in welke wagon en op welke plaats men zit. Op het ontvangbewijs staat ook wat men heeft te doen indien er moeilijkheden met de bagage zijn. Het geheel werkt perfect. De commodore vanderbilt vertrok in de namiddag, maar daar de reis tot Chicago tot de vol gende morgen duurde, had ik een roomette genomen. Een roomette is een luxe slaapkamertje voor één persoon. In een wagon met roomet tes loopt over de gehele lengte een gang, aan beide zijden bevinden zich de slaapvertrekken door een gordijn of deur van het middengedeelte ge scheiden. De dagindeling bestond uit een prettige, goed verende leunstoel, naar voren gericht. Tegenover deze be vond zich een aardige tabouret, voor zien van een verend kussentje. Het was buitengewoon verleidelijk om daar de vermoeide benen op uit te strekken en lui en behagelijk van het voorbijglijdende uitzicht te ge nieten. Zodra de portier dit bemerk te, bracht hij ongevraagd een stuk papier, dat gebezigd wordt om het kussen tegen eventuele vuile voeten te beschermen. Verder waren de wanden voorzien van: een kastje om schoenen in te zetten, die van de andere kant weggehaald konden wor den voor reiniging: een kastje met twee handdoeken, een stuk zeep, een waterreservoir voor drinken, papie ren bekertjes; daaronder een naar voren uitspringende wasbak met warm en koud water. Al dit zat in de wand en kwam naar voren door een druk op de knop. Het tabouretje bleek een w.c.tje te ziin, de waterspoeling werd in wer king gesteld door een pedaal. Een gleuf in de wand verschafte toilet papier. Alle voorwerpen waren van alluminium. Een spiegel besloeg de gehele breedte van de cabine. Een andere reeks knoppen diende voor: roepen van de portier, regeling van air-conditioning en verlichting. Bo ven de spiegel en boven de leun stoel was een neon-verlichting, die op heel, half en blauw kon worden gedraaid. Dan was er nog een handle met voorschrift: deze deed de stoel ver dwijnen en het keurig opgemaakte bed verschijnen. Het bed lag in de lengte-as van de trein en op raam- hoogte, zodat men liggend uit kon kijken zonder meer moeite te doen dan de ogen open te houden. Hoewel men meestal van een bed gedurende de nacht gebruik maakt, bleek de vroge morgen een goede tijd om daarvan te genieten. HET WEGRIJDEN uit New York onder Park Avenue door duurt zes minuten, dan komt men in de buitenlucht. Het uitzicht, dat men eerst heeft, is niet zeer verheffend. Het grootste gedeelte gaat door een onaanzienlijke negerbuurt, waar ty pische vrouwspersonen uit ramen bungelden en op platte daken man nen lagen te nietsdoen. Frisse lucht kan men daar moeilijk vinden, de temperatuur in de stad was warm cn benauwd. In de air conditioned- trein merkt men hiervan niets.' Het eerste gedeelte van de spoor lijn loopt langs de Hudson naar het Noorden: een mooie tocht, die uitstekend vergeleken kan worden met een trip langs de Rijn. Ook de Hudson is een brede rivier met ber gen langs de kanten. Er moet een tamelijk diepe vaargeul zijn, want lang nadat wij New York verlieten voeren er nog zeeschepen op de rivier. Aan de Hudson ligt West Point, de militaire academie van Amerika, waar jonge mensen tot be kwame leiders van het Amerikaanse leger worden opgeleid. Hun devies: Country, Honour. Duty, (Land, Eer en Plicht) geeft de richting aan van hun opleiding. De trein bestaat, behalve uit slaap wagens (men heeft ook kamertjes voor twee of vier personen) uit ge- w°h®, wagons met zgn. „leg-rest- seats dat zijn verstelbare zetels met steunen voor de benen; een „dining- car een „cafe-lounge car", waarin zich een radio bevindt. Alles is pri ma en smaakvol ingericht. De eet- wagen heeft een bijzondere raamin- deling: het midden heeft het hoog ste en grootste raam, de andere ra men worden, naar het einde toelo pend, lager en kleiner. De wanden zijn in het middengedeelte anders gekleurd dan de uiteinden. De tafel tjes variëren van maat en vorm, de stoelen zitten uitstekend en er is geen sprake van tegen elkaar aan gedrukt te zitten, waardoor men el kander hindert. Ruimte in over vloed. De bediening wordt geheel door negers verzorgd, behalve de chef de reception. Allen zien er onberispe lijk uit en lopen zachtjes over de moquette bedekte vloer. Bestellingen gaan schriftelijk met een doorslag; heeft men ingevuld wat men wil eten, dan komt de chef aangesneld, zet dadelijk de prijs achter het ver langde en neemt zelf het bovenge deelte mee terwijl de doorslag op de tafel liggen blijft. Overal waar men gaat zitten, niet nu alleen in een dining car, maar ook in drugstores, krijgt men dadelijk een glas water mét ijs. De Amerikanen zijn aan hun glas 'ijswater verslaafd; een klacht over de bediening in Europa was o.a. dat men niet dadelijk water bracht of men moest het eerst be steld hebben. Men vindt dit onple zierig. Het eten in een trein is altijd kost baar, hier, voor een Hollander, een ware ramp. Voor een kopje soep, roerei met puree en een griezelig beetje doppers, werd 3.90 dollar be rekend, wat voor ons eventjes 14.74 gld. bedraagt. Het brood, gratis hier bij verstrekt doch niet genuttigd, nam de zuinige Hollandse huisvrouw van pure schrik mee, om daarmee de volgende morgen het ontbijt uit te sparen. Maar toen de morgen, na een werkelijk uitstekende nachtrust, aanbrak, was de wens naar een kop thee te groot en werd, ondanks de kosten, een goed ontbijt genuttigd. Hoe laat het toen geweest mag zijn is mij nog steeds duister. Door het verspringen van de tijd en het ver schil tussen gewone- en spoortijd, was mijn horloge volkomen in de war. Ook op de verschillende sta tions, waar de trein stopte, was geen klok te bespeuren; trouwens, een be hoorlijk station is vaak een illusie. Soms was er alleen een klein houten gebouwtje, dat de gedachte aan een wachtlokaaltje opriep, maar deson danks een station bleek te zijn. De trein was lang, mijn wagon was de derde van achter af, maar men vraagt zich af, hoe men uit kan stappen met bagage, als men midden tussen de rails komt te staan. Omdat iedereen een auto bezit, schenkt men aan het spoorwegver keer over kleine afstanden, niet die aandacht, die men bij ons daarvoor heeft. HET LANDSCHAP, dat na iet ver laten van de Hudsonvallei, te zien was, kan niet inspirerend genoemd worden. Een beetje golvend, veel „corn-in-the-crop", (mais) veel wei landen met veel onkruid, afschuwe lijke houten huizen, de meesten don kerrood geverfd (donkerrood is hier de goedkoopste verf). Ze zien er ont zettend verwaarloosd uit. Het geheel maakte eigenlijk een troosteloze in druk. Het lijkt mij dat dit voorna melijk komt omdat men alles, wat hout is, niet op tijd in de verf zet. Immers, is een huis vervallen, dan koopt men een ander of gooit het hele zwikje tegen de grond en bouwt een nieuw huis. Hoe dichter wij bij Chicago komen, des te beter de huizen worden. Op een onmogelijk vroege tijd arriveren wij. De koffers verlaten het eerst de trein, gedragen door de portier, dan pas mogen de reizigers de trein verlaten. Kruiers staan al klaar om de bagage naar de taxi-standplaat sen te brengen of naar de perrons voor de „Parmelee". De laatste is een dienst, die de ver binding tussen de verschillende sta tions in stand houdt, zonder extra kosten. Zij onderhouden deze vrije dienst met taxi's en station-cars. Zij nemen ook de bagage mee, zodat het enige wat men zelf heeft te doen, is, om op het platform te gaan staan en domweg at te wachten tot men ingeladen wordt. Zowel het eerste als het tweede station zijn bovengronds. De grote hal van Ünion Station is vol vrolijk geschreeuw, als wij daar aankomen. Honderden padvinders zijn op hun thuisreis van de Jamboree in Cali- fornië en wachten hier op verder vervoer. Er is een groot verschil van kledij, hoofddeksels in alle soorten, lange en korte broeken, dassen ver schillend geknoopt en inplaats van rugzakken zijn er veel manden, die op de rug gedragen worden. De geest lijkt uitstekend. Als een der leiders hen de regeling van de aftocht heeft verklaard en tevens daarbij afscheid neemt, gaat er een geweldige yell op, die in deze grote, hoge ruimte een oorverdovend lawaai maakt. Dan verdwijnen de groepen, ongedwon gen,, maar zeer geordend, achter elkaar uit de wachtzaal naar de extra treinen. DE MILWAUKEE ROAD, de spoor wegmaatschappij tussen Chicago en de Pacific, heeft een embleem, dat veel padvinders zal doen water tanden: een gespierde Indiaan, sprin gend en gestroomlijnd. Het devies is: „Out in Front". In alle rijtuigen van de Milwaukee Road zijn deze aangebracht, dof koper op eeri zwarte metalen ondergrond. De naam van mijn trein is „The Hiawatha", een geweldig vervoer middel, met dubbele diesellocomo tieven. De wagons zijn zwaar, alles doet, net als bij de Commodore Van derbilt, massief aan. Er zijn twee „super domes" in deze trein. Een „dome" is een sight seeing car van glas, die men met een trap bereikt en die boven een ge wone wagon uitstreekt. Men kijkt hieruit over de gehele trein heen en kan ook naar boven uitkijken, daar het plafond geheel van glas is. Dit glas is gebogen en warmte-werend. Onder deze uitkijkruimte is een kof fiekamer. Beide zijn vrij te betre den en bieden plaats aan ongeveer 75 mensen. In de „coach", de gewone derde klas bij ons, zijn alle zitplaatsen van leer, voorzien van een hoofdsteun, waarover een fris sloop. In de toilet-afdelingen één in het voorge deelte van elke wagon, voor vrou wen, één in het achtergedeelte, voor mannen is in de vrouwen-afdeling een gemakkelijke bank aangebracht, waarop men zich kan uitstrekken of een baby een schone luier om kan doen. Een keurige vaste wastafel, voorzien van warm en koud water, papieren handdoeken, bekers, een grote spiegel en toilet, zijn ook hier, evenals in de meer luxe afdelingen, aanwezig. Hoe keurig en fris ook onze eigen spoorwegen mogen zijn, hoe comfortabel de Europese treinen, ze halen wat ruimte en comfort be treft niet bij die van Amerika. Waar schijnlijk spreekt, de concurrentie tussen de verschillende spoorweg maatschappijen hierin een woordje mee, ook misschien die van de lucht vaart. De prijs voor 400 miles (on geveer 680 km.) gewone zitplaats be draagt ongeveer 14 dollar, dat is 53 gld. Gebruikt men een slaap wagen, dan komt daar nog een klei ne twintig gulden bij. ALS WIJ een plaats naderen, waar gestopt zal worden, of wij langs iets bijzonders zullen rijden, dan wordt door de luispreker daarop de aandacht gevestigd. Zoiets van: „over vijf minuten arriveren wij in La Crosse"; men blijft dus op de hoogte van waar men zich bevindt. Ook worden boodschappen aan reizigers op deze manier overgebracht. Tot mijn verbazing hoorde ik plot seling mijn eigen naam, verbasterd tot Venderleen, afroepen. Eerst drong dit geheel niet tot mij door, daar de uitspraak zovéél van de gebruikelijke verschilde, maar toen voor de twee de maal de boodschap door de luid spreker klonk, werd het mij duide lijk. dat dit werkelijk voor mij be doeld was. Ondertussen had de trein de Missi- sippi bereikt, denderden wij langs haar oevers. Het water stond zo hoog. dat grote stukken grond onder gelopen waren. Op vele plaatsen stonden de bomen tot halve hoogte in het water. De zware regens van deze zomer zijn hieraan schuldig. De Missisippi kronkelt zich door laag gebergte, overal dicht begroeid met hout. Geen wonder, dat de hui zen van dit materiaal gemaakt wor den. De enkele stenen woningen zijn niet van baksteen maar van natuur steen of, wat ook veelvuldig voor komt. van een soort stucadoorswerk; tussen houten geraamten aange bracht. Het pleisterwerk zit zowel van buiten als van binnen en heeft tussen deze twee lagen in een asbest papieren schot (papier, geen platen). Er is een groot verschil tussen het gedeelte tussen New York en Chi cago en het gedeelte tussen Chicago en de „Twin-Cities" Minneapolis en St. Paul. Zowel land als woning zien er beter verzorgd uit. hoe ver der westwaarts wij komen. Als eindelijk de luidspreker St. Paul aankondigt, zijn links van de trein de wolkenkrabbers al te zien, is de Missisippi een grauwe stroom geworden tussen twee stenen oevers en kraken wij voorzichtig over de vele wissels van het grote emplace ment. Met een zucht van verlichting is, na een treinreis van 29 uur, het einddoel bereikt. Maar van uitrusten geen sprake. In pijlsnelle vaart word ik meegevoerd in een rit van een half uur; een kwartier wordt gege ven voor wassen en verkleden, dan racen wij de binnenlanden in naar een „country club" voor een diner in groot tenue, voor dansen op een spiegelgladde vloer met een uitste kend handje en gekoeld door grote ventilators. De eerste avond in Min neapolis. Geel is de kleur van het rijpe leven J)E VOORUITGANG van de landbouw. Juist! Met zeven mijlslaarzen stappen wij over tijd en gebeurtenissen heen, 1953Er is veel veranderd in de polders Beemster, Schermer en Purmer sinds de dagen van Wouter Sluis. Ja, nu zou er vreugde en voldoening zijn in z'n hart bij het aanschouwen van al die heerlijkheden. Stamboekvee. Prachtig paar- denmateric'al. Wetenschappelijk geleide pluimveebedrijven. Eer ste klas ooft op de geperfectio neerde fruitbedrijven. Zuivelfa brieken met de modernste ma chines en werktuigen en labora toria voor onderzoek. Gras- en hooimachines. Machines voor drainage. Mestverspreiders. Grep- pelploegen. Bodem- en dierlijke producten met hoge kwaliteits- cijfers. Teveel om op te noemen. Zeker, die verandering en voortuigang is niet zo maar ge komen. Verschillende factoren hebben daaraan medegewerkt. Sluis wist het wel: Kennis is macht. Wilde de boer zijn eer volle plaats in het wereldbestel behouden, dan moest hij vooruit. Niet achterom zien. Recht voor uit, dat was de weg. Niet één maar ettelijke vraagstukken en problemen moesten opgelost wor den. Landbouwmaatschappijen en verenigingen zijn de weg, die Wouter Sluis had gewezen, ge gaan. Op hun initiatief werden landbouwscholen gesticht, cur sussen georganiseerd. Water schappen bouwden watergema len. Grondstructuur en doelma tige ontwatering waren nauw met elkander'verbonden. De Nieuwe Tijd. De zelfkazen- de boerin, eens regel, nu een uitzonderingsgeval. Waar is het klassieke beeld: „de Zaaier?" Verdwenen. Waar „de Maaier?" O Tijd! Wat al spelers en figu ranten zijn er in je ochtendglo ren verschenen en in je avond nevelen verdwenen. Maar de grond, het toneel waar het grote levensspel wordt gespeeld, die is gebleven. Anderen hebben de vrijgekomen plaatsen ingenomen en spelen het spel verder. IIARDER en doelbewuster zijn deze spelers. Ze hebben het jonge ge laat der polders andere trekken ge geven. Het is ouder en ernstiger ge worden. Het nietig boetseerwerk der handen is ten einde. Met sterke trac toren wordt de grasmat gescheurd en gekanteld tot een zee van don kere, blauwgrijze golven, zich uit strekkend tot de einders. Lente! Zomer! Herfst! Winter! Onze polders kennen geen rust. Het zijn geen groene eilanden van kal me gezapigheid temidden van een bedrijvige wereld meer. Het arbeids- tempo is versneld, Tien- en honderd voudig, zowel op het veebedrijf, als op de tuin-, fruit-, pluimvee- en zuivelbedrijven. Maar bovenaan staan de akkerbèdrijven. Enige tientallen jaren geleden werd opgericht de Vereniging van Akkerbouwers Beem ster, Schermer en Purmer. Het was een vereniging van revolutionnairen. Weg met al die verouderde werktui gen, weg het ouderwetse gestumper. Weg met dit en dat. Wetenschap, techniek, mechanisatie, dat waren de wapens waarmede zij zich in de strijd wierpen. Soms werd het doel voorbijge streefd. Maar dan werden de krijgs plannen herzien. Het was een no bele strijd. Het ging om de verove ring van de grond, om betere pro ducten, om een eervolle plaats op de wereldmarkt, om het prestige van hun akkers. De wetenschapsmensen en specialisten kwamen uit hun la boratoria en studeerkamers naar het land om daar de resultaten van hun studie, onderzoekingen en proefne mingen te toetsen aan de bronnen. En de mensen van de practijk, de mannen van de daad, luisterden op vergaderingen en lezingen naar de stem der wetenschap. Door deze uit wisseling van gedachte en daad, door dit gezamenlijk naar het zelfde doel streven, werd de revolutie op land bouwgebied een feit van verstrek kende betekenis. REVOLUTIE is niet een te groot woord voor wat er in enige tien tallen jaren is gebeurd. Wat al eeuwenoude gebruiken en gewoonten zijn door de stormwind der vernieu wing van de akkers weggevaagd. De zaaier en de maaier hebben wij reeds genoemd en de dagen kunnen geteld worden, dat ook de trouwste metge zel van de landman - het paard - zal verdwijnen. De man op de trekker is nu de heerser op de akkers. Met dat mechanische krachtwonder ver richt hij Hercules-arbeid: ploegen, zaaien, wieden, zichten, binden, sproeien, rooien, lichten en dorsen, om 't even. Voor iedere handeling heeft hij een daarvoor geschikt werk tuig. Er is geen schoonheid of sier in dat werktuigen- en machinearsenaal. De nieuwe zakelijkheid kent in dit geval alleen nut en doelmatigheid. Eens hebben dichters in liederen en ballades het leven op de akker bezongen. Voorbije tijd. Welke poëet zal een lofzang dich ten op dat wanstaltige monster, de combine, die wentelend, snijdend, schuddend, persend en tuffend zich een weg baant door de gouden ko renakker? Of op het geelgroene ge vaarte, dat als een reuzen-octopus met zijn lange grijparmen het gif tige vocht over het gewas sproeit? Geen schoonheid! En toch Augustus. September. Gezegende maanden in onze polders. Rondom is het Wonder. Zie om U heen en laat er vreugde in Uw hart zijn, dat gij dit moogt aanschouwen. O Beemster, Purmer en Schermer! Al het lelijke van je groene, gele en rode wanstaltigheden, die als voor historische monsters bijtend, scheu rend en tuffend over je wegen en velden kruipen zijn vergeten. Je gas-, olie- en benzinestank vergeten en vergeven. Want het was dit alles waard. HET ZIJN de uren die voorafgaan aan de avond. De arbeid is ge daan. Een vlucht wilde eenden strijkt in scheervlucht op de tochtsloot neer. Een valk hangt biddend in de lucht. Rijke dagen beleven ze. Want op de door de mensen verlaten akkers ver schijnen andere werkers. Het mui zenvolk heeft zijn onderaardse wo ningen verlaten. Er moet voedsel worden gezocht, de winter is lang. Boven hen zweeft de gevederde dood. In lange rijen staan, op ee. onder grond van groene klaver, de hoge ruiters met vlas en erwten. Geel en bruin heeft de zon ze geschilderd. Geel is de kleur van het rijpe leven. Onafzienbaar, als zachte wiegende zeeën, z;jn de gele korenvelden. Een schilderij van verrassende en onver gelijkelijke schoonheid. Verder. Ga langs de bietenakkers, velden van glanzend groen loof. Met machtige sprongen rept zich een haas uit de lage kant om te verdwij nen in het verwarde patroon van een uienveld. Als soldaten in het ge lid staan de volle kisten met aard appelen. Morgenochtend komen de trekkers om ze op te laden. Stop pels! Stoppels! Hier is de taak al afge.open. In één dag heeft de com bine gemaaid en gedorst. Opeens zien wij het weer. 't Is al weer zo lang geleden. Maar die ach tergelaten aren, her- en derwaarts over het stoppelveld verspreid, heb ben het herinneringsbeeld opgeroe pen. Aren lezentien-, hon derd-, duizendtallen. Gebogen over de grond, zoekend en tastend. Ja, wij wisten het, 't wac ons heel vroeg verteld. Later, in het Oude Boek hadden wij het verhaal gelezen van de aren-zoekende vrouwen. En daar was opeens het oude verhaal uit de Bijbel herleefd. VoorbijLaat rustig de aren aan het hamsterende gedierte des velds. Sla nog een laat ste blik op het grootse panorama, het is van een fantastische schoonheid. Nevelwolken kruipen omhoog uit de sloten. Schemering daalt over het verstilde leven. De akker slaapt. Rust en vrede. En temidden daar van staat de mens, dankbaar en ge lukkig dat hij dit wonder der Schep ping weer heeft mogen aanschouwen en beleven. ANDR. TOL. JJET GROTE Amerikaanse concern Du Pont de Nemours, dat zich behalve met de vervaardiging van allerlei che micaliën, verfstoffen en talloze andere artikelen, bezig houdt met de produc tie van synthetische textielvezelg (o.a. nylon, Orlon en Dacron) heeft onlangs weer een nieuwigheid geannonceerd. Het betreft hier nu niet weer een nieuwe soort textiel, maar toch wel iets dat er veel op lijkt en ogetwijfeld, naast voordelen, het nadeel zal hebben de verwarring op dit terrein nog groter te maken. Dit concern heeft namelijk een methode gevonden en inmiddels gepatenteerd, om minuscule lusjes in de vezels, waaruit de meeste textieldraden bestaan, te leggen, waardoor de stof fen heel anders gaan aanvoelen en an dere eigenschappen krijgen ten aanzien van wateropnemend vermogen, warmte en soepelheid. Het is misschien een goede vergelijking hierbij te denken aan een badhanddoek, doch dan zo verkleind, dat de structuur met de lusjes pas onder een goede microscoop te zien is. Naar verluidt, zijn zowel de natuurlijke als de synthetische vezels volgens deze methode te behandelen en kunnen er zoveel variaties mee ge maakt worden, dat het zelfs voor iede re fabriek mogelijk zal zijn een bepaal de voor haar karakteristieke behan deling uit te denken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1953 | | pagina 7