Spoorwegen in V.S. bieden reizigers
een overvloed aan comfort
Moderne landbouwtechniek verdrong
de poëzie van weleer
Lusjes-weefsel
Tractor en combine nemen nu de plaats
in van zaaier en maaier
Op weg naar een huwelijk in Amerika(4)
Met „Commodore Vanderbilt" en Hiawatha" langs oevers
van Hudson en Missisipi naar Minneapolis
Landschap en woningbouw
naar het Westen
steeds beter
Beemster, Schermer en Purmer werden ouder
Maar de grond en
het wonder bleven
DE SPOORWEGEN in de Verenigde Staten zijn
geen staatseigendom, maar alle behoren aan
particuliere Maatschappijen, zodat er een ware
studie nodig is om uit te zoeken, hoe en met
welke spoorlijn men zal reizen. Een boek, zo groot
en zwaar als een oude interlocale telefoongids, is
het spoorboekje van America. Heeft men zowel
maatschappij als trein uitgezocht dan blijken er
nog meer puzzles te bestaan, voor men goed weet
wanneer men vertrekt en wanneer men op de be
stemde plaats aan zal komen. De stadstijd ver
schilt n.l. met die der spoorwegen en behalve dat,
verspringt de tijd naar gelang men verder west
waarts komt. Alles bij elkaar is het nogal moeilijk
uit te knobelen.
Alle grote express treinen hebben een eigen
naam. die vele jonge Europese harten wel een
„thrill" zullen geven. Namen als: „The North
Star", „The Twilight Limited", „Empire State
Express", „The Wolverine", „The Praire State",
„The Tuscarora" enz. Mijn uitverkorene was „the
Commodore Vanderbilt", daily Streamliner.
Deze vertrok van Central Station. Dit station
ligt in het hart van New York, diep onder de
grond en is het begin- en eindpunt van lange
trans-continentale-spoorwegen. In dit kopstation
liggen de perrons allen naast en ook onder elkan
der, zodat de uitgangen loodrecht staan op de
grote wachtzalen waar reisbureaux, reclames,
drugstores, plaatskaartenbureaux, het wachten
kort maken.
Boven de ingangen tot de verschillende perrons
staan de namen van de belangrijkste richtingen
aangegeven, die verlicht worden, zodra de trein
is voorgereden. De Commodore Vanderbilt en de
andere „naam"-treinen, hebben een speciale in
gang en hal, waar controle is voor men zich op
het perron begeeft. Een grote rode loper ligt hier
vandaan tot aan de enorme trein. De eerste wagen
die men passeert en dus de laatste wagen van de
trein, is een „sightseeing"-car, geheel rond lopend
aan zijn uiteinde, glas overal, ook een deel van
het plafond, zodat ook het zicht naar boven vrij
is. Van binnen zijn rondom banken met verende
zittingen en leuningen van mooi lichtblauw leer;
het ziet er buitengewoon aanlokkelijk uit om daar
te gaan zitten. De volgende wagen is de „dining
car", dan komen de slaap- en de gewone wagens.
Alle wagens zijn genummerd, men vindt gemak
kelijk de gereserveerde plaats. Bij iedere wagon
behoort een portier, die de zorg draagt voor reizi
gers en bagage. Het kruier-systeem is voortref
felijk geregeld. Waar men ook met veel bagage
aankomt, overal staan kruiers klaar. Elke kruier
heeft een duidelijk zichtbaar nummer op pet of
arm; geeft men bijv. enige bagage aan no. 36 af,
dan pint deze een kaartje, waarop ook heel duide
lijk zichtbaar zijn nummer staat, dubbel aan het
handvat. Een ander deel van de trip, voorzien van
het zelfde nummer, ontvangt men als bewijs.
Hij schrijft op de strip aan de koffer in welke
trein, in welke wagon en op welke plaats men zit.
Op het ontvangbewijs staat ook wat men heeft te
doen indien er moeilijkheden met de bagage zijn.
Het geheel werkt perfect.
De commodore vanderbilt
vertrok in de namiddag, maar
daar de reis tot Chicago tot de vol
gende morgen duurde, had ik een
roomette genomen. Een roomette
is een luxe slaapkamertje voor één
persoon. In een wagon met roomet
tes loopt over de gehele lengte een
gang, aan beide zijden bevinden zich
de slaapvertrekken door een gordijn
of deur van het middengedeelte ge
scheiden.
De dagindeling bestond uit een
prettige, goed verende leunstoel, naar
voren gericht. Tegenover deze be
vond zich een aardige tabouret, voor
zien van een verend kussentje. Het
was buitengewoon verleidelijk om
daar de vermoeide benen op uit te
strekken en lui en behagelijk van
het voorbijglijdende uitzicht te ge
nieten. Zodra de portier dit bemerk
te, bracht hij ongevraagd een stuk
papier, dat gebezigd wordt om het
kussen tegen eventuele vuile voeten
te beschermen. Verder waren de
wanden voorzien van: een kastje
om schoenen in te zetten, die van de
andere kant weggehaald konden wor
den voor reiniging: een kastje met
twee handdoeken, een stuk zeep, een
waterreservoir voor drinken, papie
ren bekertjes; daaronder een naar
voren uitspringende wasbak met
warm en koud water. Al dit zat in de
wand en kwam naar voren door een
druk op de knop.
Het tabouretje bleek een w.c.tje te
ziin, de waterspoeling werd in wer
king gesteld door een pedaal. Een
gleuf in de wand verschafte toilet
papier. Alle voorwerpen waren van
alluminium. Een spiegel besloeg de
gehele breedte van de cabine. Een
andere reeks knoppen diende voor:
roepen van de portier, regeling van
air-conditioning en verlichting. Bo
ven de spiegel en boven de leun
stoel was een neon-verlichting, die
op heel, half en blauw kon worden
gedraaid.
Dan was er nog een handle met
voorschrift: deze deed de stoel ver
dwijnen en het keurig opgemaakte
bed verschijnen. Het bed lag in de
lengte-as van de trein en op raam-
hoogte, zodat men liggend uit kon
kijken zonder meer moeite te doen
dan de ogen open te houden. Hoewel
men meestal van een bed gedurende
de nacht gebruik maakt, bleek de
vroge morgen een goede tijd om
daarvan te genieten.
HET WEGRIJDEN uit New York
onder Park Avenue door duurt
zes minuten, dan komt men in de
buitenlucht. Het uitzicht, dat men
eerst heeft, is niet zeer verheffend.
Het grootste gedeelte gaat door een
onaanzienlijke negerbuurt, waar ty
pische vrouwspersonen uit ramen
bungelden en op platte daken man
nen lagen te nietsdoen. Frisse lucht
kan men daar moeilijk vinden, de
temperatuur in de stad was warm
cn benauwd. In de air conditioned-
trein merkt men hiervan niets.'
Het eerste gedeelte van de spoor
lijn loopt langs de Hudson naar
het Noorden: een mooie tocht, die
uitstekend vergeleken kan worden
met een trip langs de Rijn. Ook de
Hudson is een brede rivier met ber
gen langs de kanten. Er moet een
tamelijk diepe vaargeul zijn, want
lang nadat wij New York verlieten
voeren er nog zeeschepen op de
rivier. Aan de Hudson ligt West
Point, de militaire academie van
Amerika, waar jonge mensen tot be
kwame leiders van het Amerikaanse
leger worden opgeleid. Hun devies:
Country, Honour. Duty, (Land, Eer
en Plicht) geeft de richting aan van
hun opleiding.
De trein bestaat, behalve uit slaap
wagens (men heeft ook kamertjes
voor twee of vier personen) uit ge-
w°h®, wagons met zgn. „leg-rest-
seats dat zijn verstelbare zetels met
steunen voor de benen; een „dining-
car een „cafe-lounge car", waarin
zich een radio bevindt. Alles is pri
ma en smaakvol ingericht. De eet-
wagen heeft een bijzondere raamin-
deling: het midden heeft het hoog
ste en grootste raam, de andere ra
men worden, naar het einde toelo
pend, lager en kleiner. De wanden
zijn in het middengedeelte anders
gekleurd dan de uiteinden. De tafel
tjes variëren van maat en vorm, de
stoelen zitten uitstekend en er is
geen sprake van tegen elkaar aan
gedrukt te zitten, waardoor men el
kander hindert. Ruimte in over
vloed.
De bediening wordt geheel door
negers verzorgd, behalve de chef de
reception. Allen zien er onberispe
lijk uit en lopen zachtjes over de
moquette bedekte vloer. Bestellingen
gaan schriftelijk met een doorslag;
heeft men ingevuld wat men wil
eten, dan komt de chef aangesneld,
zet dadelijk de prijs achter het ver
langde en neemt zelf het bovenge
deelte mee terwijl de doorslag op de
tafel liggen blijft. Overal waar men
gaat zitten, niet nu alleen in een
dining car, maar ook in drugstores,
krijgt men dadelijk een glas water
mét ijs. De Amerikanen zijn aan hun
glas 'ijswater verslaafd; een klacht
over de bediening in Europa was
o.a. dat men niet dadelijk water
bracht of men moest het eerst be
steld hebben. Men vindt dit onple
zierig.
Het eten in een trein is altijd kost
baar, hier, voor een Hollander, een
ware ramp. Voor een kopje soep,
roerei met puree en een griezelig
beetje doppers, werd 3.90 dollar be
rekend, wat voor ons eventjes 14.74
gld. bedraagt. Het brood, gratis hier
bij verstrekt doch niet genuttigd,
nam de zuinige Hollandse huisvrouw
van pure schrik mee, om daarmee
de volgende morgen het ontbijt uit
te sparen. Maar toen de morgen, na
een werkelijk uitstekende nachtrust,
aanbrak, was de wens naar een kop
thee te groot en werd, ondanks de
kosten, een goed ontbijt genuttigd.
Hoe laat het toen geweest mag zijn
is mij nog steeds duister. Door het
verspringen van de tijd en het ver
schil tussen gewone- en spoortijd,
was mijn horloge volkomen in de
war. Ook op de verschillende sta
tions, waar de trein stopte, was geen
klok te bespeuren; trouwens, een be
hoorlijk station is vaak een illusie.
Soms was er alleen een klein houten
gebouwtje, dat de gedachte aan een
wachtlokaaltje opriep, maar deson
danks een station bleek te zijn. De
trein was lang, mijn wagon was de
derde van achter af, maar men
vraagt zich af, hoe men uit kan
stappen met bagage, als men midden
tussen de rails komt te staan.
Omdat iedereen een auto bezit,
schenkt men aan het spoorwegver
keer over kleine afstanden, niet die
aandacht, die men bij ons daarvoor
heeft.
HET LANDSCHAP, dat na iet ver
laten van de Hudsonvallei, te zien
was, kan niet inspirerend genoemd
worden. Een beetje golvend, veel
„corn-in-the-crop", (mais) veel wei
landen met veel onkruid, afschuwe
lijke houten huizen, de meesten don
kerrood geverfd (donkerrood is hier
de goedkoopste verf). Ze zien er ont
zettend verwaarloosd uit. Het geheel
maakte eigenlijk een troosteloze in
druk. Het lijkt mij dat dit voorna
melijk komt omdat men alles, wat
hout is, niet op tijd in de verf zet.
Immers, is een huis vervallen, dan
koopt men een ander of gooit het
hele zwikje tegen de grond en bouwt
een nieuw huis.
Hoe dichter wij bij Chicago komen,
des te beter de huizen worden. Op
een onmogelijk vroege tijd arriveren
wij. De koffers verlaten het eerst
de trein, gedragen door de portier,
dan pas mogen de reizigers de trein
verlaten. Kruiers staan al klaar om
de bagage naar de taxi-standplaat
sen te brengen of naar de perrons
voor de „Parmelee".
De laatste is een dienst, die de ver
binding tussen de verschillende sta
tions in stand houdt, zonder extra
kosten. Zij onderhouden deze vrije
dienst met taxi's en station-cars. Zij
nemen ook de bagage mee, zodat
het enige wat men zelf heeft te doen,
is, om op het platform te gaan staan
en domweg at te wachten tot men
ingeladen wordt.
Zowel het eerste als het tweede
station zijn bovengronds. De grote
hal van Ünion Station is vol vrolijk
geschreeuw, als wij daar aankomen.
Honderden padvinders zijn op hun
thuisreis van de Jamboree in Cali-
fornië en wachten hier op verder
vervoer. Er is een groot verschil van
kledij, hoofddeksels in alle soorten,
lange en korte broeken, dassen ver
schillend geknoopt en inplaats van
rugzakken zijn er veel manden, die
op de rug gedragen worden. De geest
lijkt uitstekend. Als een der leiders
hen de regeling van de aftocht heeft
verklaard en tevens daarbij afscheid
neemt, gaat er een geweldige yell op,
die in deze grote, hoge ruimte een
oorverdovend lawaai maakt. Dan
verdwijnen de groepen, ongedwon
gen,, maar zeer geordend, achter
elkaar uit de wachtzaal naar de extra
treinen.
DE MILWAUKEE ROAD, de spoor
wegmaatschappij tussen Chicago
en de Pacific, heeft een embleem,
dat veel padvinders zal doen water
tanden: een gespierde Indiaan, sprin
gend en gestroomlijnd. Het devies is:
„Out in Front". In alle rijtuigen
van de Milwaukee Road zijn deze
aangebracht, dof koper op eeri zwarte
metalen ondergrond.
De naam van mijn trein is „The
Hiawatha", een geweldig vervoer
middel, met dubbele diesellocomo
tieven. De wagons zijn zwaar, alles
doet, net als bij de Commodore Van
derbilt, massief aan.
Er zijn twee „super domes" in
deze trein. Een „dome" is een sight
seeing car van glas, die men met een
trap bereikt en die boven een ge
wone wagon uitstreekt. Men kijkt
hieruit over de gehele trein heen en
kan ook naar boven uitkijken, daar
het plafond geheel van glas is. Dit
glas is gebogen en warmte-werend.
Onder deze uitkijkruimte is een kof
fiekamer. Beide zijn vrij te betre
den en bieden plaats aan ongeveer
75 mensen.
In de „coach", de gewone derde
klas bij ons, zijn alle zitplaatsen van
leer, voorzien van een hoofdsteun,
waarover een fris sloop. In de
toilet-afdelingen één in het voorge
deelte van elke wagon, voor vrou
wen, één in het achtergedeelte, voor
mannen is in de vrouwen-afdeling
een gemakkelijke bank aangebracht,
waarop men zich kan uitstrekken of
een baby een schone luier om kan
doen. Een keurige vaste wastafel,
voorzien van warm en koud water,
papieren handdoeken, bekers, een
grote spiegel en toilet, zijn ook hier,
evenals in de meer luxe afdelingen,
aanwezig. Hoe keurig en fris ook
onze eigen spoorwegen mogen zijn,
hoe comfortabel de Europese treinen,
ze halen wat ruimte en comfort be
treft niet bij die van Amerika. Waar
schijnlijk spreekt, de concurrentie
tussen de verschillende spoorweg
maatschappijen hierin een woordje
mee, ook misschien die van de lucht
vaart. De prijs voor 400 miles (on
geveer 680 km.) gewone zitplaats be
draagt ongeveer 14 dollar, dat is
53 gld. Gebruikt men een slaap
wagen, dan komt daar nog een klei
ne twintig gulden bij.
ALS WIJ een plaats naderen, waar
gestopt zal worden, of wij langs
iets bijzonders zullen rijden, dan
wordt door de luispreker daarop de
aandacht gevestigd. Zoiets van: „over
vijf minuten arriveren wij in La
Crosse"; men blijft dus op de hoogte
van waar men zich bevindt. Ook
worden boodschappen aan reizigers
op deze manier overgebracht.
Tot mijn verbazing hoorde ik plot
seling mijn eigen naam, verbasterd
tot Venderleen, afroepen. Eerst drong
dit geheel niet tot mij door, daar de
uitspraak zovéél van de gebruikelijke
verschilde, maar toen voor de twee
de maal de boodschap door de luid
spreker klonk, werd het mij duide
lijk. dat dit werkelijk voor mij be
doeld was.
Ondertussen had de trein de Missi-
sippi bereikt, denderden wij langs
haar oevers. Het water stond zo
hoog. dat grote stukken grond onder
gelopen waren. Op vele plaatsen
stonden de bomen tot halve hoogte
in het water. De zware regens van
deze zomer zijn hieraan schuldig.
De Missisippi kronkelt zich door
laag gebergte, overal dicht begroeid
met hout. Geen wonder, dat de hui
zen van dit materiaal gemaakt wor
den. De enkele stenen woningen zijn
niet van baksteen maar van natuur
steen of, wat ook veelvuldig voor
komt. van een soort stucadoorswerk;
tussen houten geraamten aange
bracht. Het pleisterwerk zit zowel
van buiten als van binnen en heeft
tussen deze twee lagen in een asbest
papieren schot (papier, geen platen).
Er is een groot verschil tussen het
gedeelte tussen New York en Chi
cago en het gedeelte tussen Chicago
en de „Twin-Cities" Minneapolis
en St. Paul. Zowel land als woning
zien er beter verzorgd uit. hoe ver
der westwaarts wij komen.
Als eindelijk de luidspreker St.
Paul aankondigt, zijn links van de
trein de wolkenkrabbers al te zien,
is de Missisippi een grauwe stroom
geworden tussen twee stenen oevers
en kraken wij voorzichtig over de
vele wissels van het grote emplace
ment.
Met een zucht van verlichting is,
na een treinreis van 29 uur, het
einddoel bereikt. Maar van uitrusten
geen sprake. In pijlsnelle vaart word
ik meegevoerd in een rit van een
half uur; een kwartier wordt gege
ven voor wassen en verkleden, dan
racen wij de binnenlanden in naar
een „country club" voor een diner
in groot tenue, voor dansen op een
spiegelgladde vloer met een uitste
kend handje en gekoeld door grote
ventilators. De eerste avond in Min
neapolis.
Geel is de kleur van het rijpe leven
J)E VOORUITGANG van de
landbouw. Juist! Met zeven
mijlslaarzen stappen wij over
tijd en gebeurtenissen heen,
1953Er is veel veranderd in
de polders Beemster, Schermer
en Purmer sinds de dagen van
Wouter Sluis. Ja, nu zou er
vreugde en voldoening zijn in
z'n hart bij het aanschouwen van
al die heerlijkheden.
Stamboekvee. Prachtig paar-
denmateric'al. Wetenschappelijk
geleide pluimveebedrijven. Eer
ste klas ooft op de geperfectio
neerde fruitbedrijven. Zuivelfa
brieken met de modernste ma
chines en werktuigen en labora
toria voor onderzoek. Gras- en
hooimachines. Machines voor
drainage. Mestverspreiders. Grep-
pelploegen. Bodem- en dierlijke
producten met hoge kwaliteits-
cijfers. Teveel om op te noemen.
Zeker, die verandering en
voortuigang is niet zo maar ge
komen. Verschillende factoren
hebben daaraan medegewerkt.
Sluis wist het wel: Kennis is
macht. Wilde de boer zijn eer
volle plaats in het wereldbestel
behouden, dan moest hij vooruit.
Niet achterom zien. Recht voor
uit, dat was de weg. Niet één
maar ettelijke vraagstukken en
problemen moesten opgelost wor
den. Landbouwmaatschappijen en
verenigingen zijn de weg, die
Wouter Sluis had gewezen, ge
gaan. Op hun initiatief werden
landbouwscholen gesticht, cur
sussen georganiseerd. Water
schappen bouwden watergema
len. Grondstructuur en doelma
tige ontwatering waren nauw
met elkander'verbonden.
De Nieuwe Tijd. De zelfkazen-
de boerin, eens regel, nu een
uitzonderingsgeval. Waar is het
klassieke beeld: „de Zaaier?"
Verdwenen. Waar „de Maaier?"
O Tijd! Wat al spelers en figu
ranten zijn er in je ochtendglo
ren verschenen en in je avond
nevelen verdwenen. Maar de
grond, het toneel waar het grote
levensspel wordt gespeeld, die
is gebleven. Anderen hebben de
vrijgekomen plaatsen ingenomen
en spelen het spel verder.
IIARDER en doelbewuster zijn deze
spelers. Ze hebben het jonge ge
laat der polders andere trekken ge
geven. Het is ouder en ernstiger ge
worden. Het nietig boetseerwerk der
handen is ten einde. Met sterke trac
toren wordt de grasmat gescheurd
en gekanteld tot een zee van don
kere, blauwgrijze golven, zich uit
strekkend tot de einders.
Lente! Zomer! Herfst! Winter!
Onze polders kennen geen rust. Het
zijn geen groene eilanden van kal
me gezapigheid temidden van een
bedrijvige wereld meer. Het arbeids-
tempo is versneld, Tien- en honderd
voudig, zowel op het veebedrijf, als
op de tuin-, fruit-, pluimvee- en
zuivelbedrijven. Maar bovenaan staan
de akkerbèdrijven. Enige tientallen
jaren geleden werd opgericht de
Vereniging van Akkerbouwers Beem
ster, Schermer en Purmer. Het was
een vereniging van revolutionnairen.
Weg met al die verouderde werktui
gen, weg het ouderwetse gestumper.
Weg met dit en dat. Wetenschap,
techniek, mechanisatie, dat waren
de wapens waarmede zij zich in de
strijd wierpen.
Soms werd het doel voorbijge
streefd. Maar dan werden de krijgs
plannen herzien. Het was een no
bele strijd. Het ging om de verove
ring van de grond, om betere pro
ducten, om een eervolle plaats op de
wereldmarkt, om het prestige van
hun akkers. De wetenschapsmensen
en specialisten kwamen uit hun la
boratoria en studeerkamers naar het
land om daar de resultaten van hun
studie, onderzoekingen en proefne
mingen te toetsen aan de bronnen.
En de mensen van de practijk, de
mannen van de daad, luisterden op
vergaderingen en lezingen naar de
stem der wetenschap. Door deze uit
wisseling van gedachte en daad, door
dit gezamenlijk naar het zelfde doel
streven, werd de revolutie op land
bouwgebied een feit van verstrek
kende betekenis.
REVOLUTIE is niet een te groot
woord voor wat er in enige tien
tallen jaren is gebeurd. Wat al
eeuwenoude gebruiken en gewoonten
zijn door de stormwind der vernieu
wing van de akkers weggevaagd. De
zaaier en de maaier hebben wij reeds
genoemd en de dagen kunnen geteld
worden, dat ook de trouwste metge
zel van de landman - het paard - zal
verdwijnen. De man op de trekker
is nu de heerser op de akkers. Met
dat mechanische krachtwonder ver
richt hij Hercules-arbeid: ploegen,
zaaien, wieden, zichten, binden,
sproeien, rooien, lichten en dorsen,
om 't even. Voor iedere handeling
heeft hij een daarvoor geschikt werk
tuig.
Er is geen schoonheid of sier in
dat werktuigen- en machinearsenaal.
De nieuwe zakelijkheid kent in dit
geval alleen nut en doelmatigheid.
Eens hebben dichters in liederen
en ballades het leven op de akker
bezongen. Voorbije tijd.
Welke poëet zal een lofzang dich
ten op dat wanstaltige monster, de
combine, die wentelend, snijdend,
schuddend, persend en tuffend zich
een weg baant door de gouden ko
renakker? Of op het geelgroene ge
vaarte, dat als een reuzen-octopus
met zijn lange grijparmen het gif
tige vocht over het gewas sproeit?
Geen schoonheid! En toch
Augustus. September. Gezegende
maanden in onze polders. Rondom
is het Wonder. Zie om U heen en
laat er vreugde in Uw hart zijn, dat
gij dit moogt aanschouwen.
O Beemster, Purmer en Schermer!
Al het lelijke van je groene, gele en
rode wanstaltigheden, die als voor
historische monsters bijtend, scheu
rend en tuffend over je wegen en
velden kruipen zijn vergeten. Je
gas-, olie- en benzinestank vergeten
en vergeven. Want het was dit alles
waard.
HET ZIJN de uren die voorafgaan
aan de avond. De arbeid is ge
daan. Een vlucht wilde eenden strijkt
in scheervlucht op de tochtsloot neer.
Een valk hangt biddend in de lucht.
Rijke dagen beleven ze. Want op de
door de mensen verlaten akkers ver
schijnen andere werkers. Het mui
zenvolk heeft zijn onderaardse wo
ningen verlaten. Er moet voedsel
worden gezocht, de winter is lang.
Boven hen zweeft de gevederde
dood.
In lange rijen staan, op ee. onder
grond van groene klaver, de hoge
ruiters met vlas en erwten. Geel en
bruin heeft de zon ze geschilderd.
Geel is de kleur van het rijpe leven.
Onafzienbaar, als zachte wiegende
zeeën, z;jn de gele korenvelden. Een
schilderij van verrassende en onver
gelijkelijke schoonheid.
Verder. Ga langs de bietenakkers,
velden van glanzend groen loof. Met
machtige sprongen rept zich een
haas uit de lage kant om te verdwij
nen in het verwarde patroon van
een uienveld. Als soldaten in het ge
lid staan de volle kisten met aard
appelen. Morgenochtend komen de
trekkers om ze op te laden. Stop
pels! Stoppels! Hier is de taak al
afge.open. In één dag heeft de com
bine gemaaid en gedorst.
Opeens zien wij het weer. 't Is al
weer zo lang geleden. Maar die ach
tergelaten aren, her- en derwaarts
over het stoppelveld verspreid, heb
ben het herinneringsbeeld opgeroe
pen. Aren lezentien-, hon
derd-, duizendtallen. Gebogen over
de grond, zoekend en tastend. Ja,
wij wisten het, 't wac ons heel vroeg
verteld. Later, in het Oude Boek
hadden wij het verhaal gelezen van
de aren-zoekende vrouwen. En daar
was opeens het oude verhaal uit de
Bijbel herleefd. VoorbijLaat
rustig de aren aan het hamsterende
gedierte des velds. Sla nog een laat
ste blik op het grootse panorama, het
is van een fantastische schoonheid.
Nevelwolken kruipen omhoog uit
de sloten. Schemering daalt over het
verstilde leven. De akker slaapt.
Rust en vrede. En temidden daar
van staat de mens, dankbaar en ge
lukkig dat hij dit wonder der Schep
ping weer heeft mogen aanschouwen
en beleven.
ANDR. TOL.
JJET GROTE Amerikaanse concern Du
Pont de Nemours, dat zich behalve
met de vervaardiging van allerlei che
micaliën, verfstoffen en talloze andere
artikelen, bezig houdt met de produc
tie van synthetische textielvezelg (o.a.
nylon, Orlon en Dacron) heeft onlangs
weer een nieuwigheid geannonceerd.
Het betreft hier nu niet weer een nieuwe
soort textiel, maar toch wel iets dat er
veel op lijkt en ogetwijfeld, naast
voordelen, het nadeel zal hebben de
verwarring op dit terrein nog groter
te maken. Dit concern heeft namelijk
een methode gevonden en inmiddels
gepatenteerd, om minuscule lusjes in de
vezels, waaruit de meeste textieldraden
bestaan, te leggen, waardoor de stof
fen heel anders gaan aanvoelen en an
dere eigenschappen krijgen ten aanzien
van wateropnemend vermogen, warmte
en soepelheid. Het is misschien een
goede vergelijking hierbij te denken
aan een badhanddoek, doch dan zo
verkleind, dat de structuur met de
lusjes pas onder een goede microscoop
te zien is. Naar verluidt, zijn zowel de
natuurlijke als de synthetische vezels
volgens deze methode te behandelen
en kunnen er zoveel variaties mee ge
maakt worden, dat het zelfs voor iede
re fabriek mogelijk zal zijn een bepaal
de voor haar karakteristieke behan
deling uit te denken.