TERUG NAAR DE WERELD Kunt Uzich nog herinneren (10) De aarde doorkruist staart komeet van Giacobini De evenwichtstoestand in onze economie bereikt DE WONDERE WAERELT Russen maken geen combine Moeilijk afscheid van de vier jonge Fransen die bij de Ijskap achterblijven Onder Groenlanders en Eskimo's (39) Dan: slapen, slapen en nog eens slapen Vanavond tegen middernacht MEENK'S POEDERS Wij drinken minder thee Verschijnsel zichtbaar bij heldere hemel Heliport in Amsterdam gewenst Verbond Nederlandse Werkgevers Belastingverlaging bedrijfsleven nor onvoldoende Chauffeurs Amsterdamse stadsreiniging staken Modelrijden Amsterdamse tram geëindigd Reuzel en vleeswaren naar West-Duitsland Bronstein behaalde winst op Szabo België behaalde een 2-0 zege op Zweden Volle autobus botste op personenauto WIJ GINGEN terug en het was een lange weg. Er kwam geen eind aan Dante's landgeen einde aan de klippen en rotsen, die onze weasels, die hotsende, steigerende saurussen op rupsban den, te nemen hadden Teen einde aan di modJer, het opspattend water. En geen einde aan de horden muskieten, die bun prooi zagen ontsnappen en schijnbaar nog een vertwijfelde poging deden ons bloed te drinken. Het incident vond plaats op enkele kilometers vanaf Port Victor. Een der rupsbanden van Gri- soni's weasel gaf het op. De Fransen zijn lang bezig geweest hem weer op z'n plaats te krijgen, maar we hebben het resultaat niet afgewacht. We liepen samen, Van der Zee en ik, naar het Eerste Kamp. Hoe....? een verhaal apart, maar ik vrees dat het teveel plaatsruimte zou vergen ook die laatste kilometers te beschrijven. En tenslotte gaat het niemand iets aan, hoe ongelooflijk vermoeid en uitgeput we warenMen hoeft als journalist niet alles te vertellen, nietwaar? Terug in Port Victor. Brood en (een beetje) wijn. En slaap! Voor zover die bij mij tenminste wil de kómen. Ik sliep niet veel. Er zat te veel lood zware vermoeienis in m'n benen en in verder ieder ander onderdeel van m'n lichaam. De stemming was redelijk onder ons, maar het hield niet over. Noch spraken wij bijzonder veel. Daarna kwam de Groen- landse motorboot. De Fransen hebben ons ge holpen de uitrusting aan boord te brengen. En we hebben elkaar vaarwel ge zegd en elkaar bedankt. Wij de Fransen voor hun fantastische hulp en bij stand. Wij wisten nu dat we de IJskap zonder hen nooit bereikt zouden heb ben. En zijde Fran sen, dankten óns. Voor de afwisseling die we hun gebracht hadden. Er was een beetje ontroering op de klippen van Port Vic tor; ik denk voornamelijk omdat iedereen zich rea liseerde dat we elkaar nooit terug zouden zien. Ofschoon we zeiden: „Au revoirergens in de wereldkameraden Toen voeren we weg. De grote gletscher schuim de en kookte en de brei schoof naar beneden. Het interesseerde ons bijster weinig. Hij gromde en we luisterden er niet naar. We lagen in onze slaap zakken op het harde, hou ten dek en poogden ver getelheid te vinden. En rust. Welwe kre gen ze in bedroevend be perkte mate. Het was te koud. Er kwam teveel wind. En de Groenlanders schoten teveel, tijdens die terugtocht naar de we reld. Als ik insluimerde moest ik aan die jonge Fransen denken, die daar op Port Victor waren achtergeble ven. Met z'n vieren. ..Vlak achter de ijskap. Zij kou den teruggaan naar de IJskap. met hun gieren de, brullende weasels. En lopend, als die weasels ka pot waren. Lopend en rij denddoor zo'n land. Ik hoop dat ergens iemand hen behoedt. Op dat ze eenmaal veilig, en zoals hun vriend Dubois, terugkomen in het land, welks naam zo vele malen in spreuken en bon mots op de ruwe houten wan den van hun Eerste Kamp geschreven staat: Frank rijk. Hun dierbaar Frank rijk. EENMAAL kwam het uur dat de boot meerde. We vroegen hulp aan Groenlanders, om de uitrusting te helpen dragen. Ze deden het graag en zo liepen, néé sjokten, kropen we naar boven, naar ons huis op de klippen. We verlangden er eindeloos naar. Naar de stilte, naar de eenzaamheid, naar een plaats om werkelijk te kunnen slapen. We werden verwelkomd door de twee archaeologen, die ons een en thousiast verhaal vertelden over weer een nieuwe kralenvondst. We hebben geprobeerd ook enthousiast te doen, maar het was een bar scha mele poging. Zelfs het feit dat het Hollandse kralen waren, drie eeu wen oud, deed ons niets. We waren werkelijk aan het eind van ons latijn. Ik weet niet of ik me heb ont kleed. Het zal wel niet. Ik sloot de deur. Ik ging liggen op het harde ding dat we hier bed noemen en trok de dekens over me heen. En ik sliep in, eindelijk. Verbrand door de IJskap-zon, met kapotte, gespron-, gen lippen, met tranende ogen, met beblaarde voeten. Hoe lang we sliepen? Zoiets als twee dagen. Af en toe zaten we te genover elkaar, met dikke ogen, sprakeloos. Nog vervuld van het avontuur, dat zo kort achter ons lag en dat we nog steeds bezig waren te verwerken. We rookten cigaretten, aten wat chocolade, dronken iets en gingen weer slapen. Maar er kwam een moment dat het oproer der hon den zo groot werd, dat we begrepen dat het tijd werd iets te gaan doen. Ze eisten hun eten en we gaven het hun. En we wasten ons eens, aten wat warms en zochten ergens een allerlaatst, niet tè vervuild, kle dingstuk. EN DAARNA, toen wisten we dat er gepraat moest worden. En niet alleen gepraat, er moest ook een besluit worden genomen. Een groot besluit: of we verder zouden gaan. Twee doelen waren bereikt, maar er was nog een derde en thans is het de tijd te zeggen welk dit was: Ultima Thule, het werkelijke dak der wereld. Thulede laatste nederzetting der mensheid op de allernoordelijkste plek ter aarde. Thuleonder handbereik van de Pool, Thule... ook de plaats waar zich de meest fantastische ba sis ter aarde, die der Amerikaanse militaire luchtvaart, bevindt. Naar Thule wilden wemaar tussen de plaats waar we nu waren en dat Thule lagen nog 1000 kilo meter. En dat is veel, als men er zojuist een tocht naar de IJskap heeft opzitten. Ik wil u eerlijk verklaren dat er ergens in- ons hart een stem, een zéér verleidelijke stem, was die zei: „Het is mooi geweest, ga nu terug. Terug naar het Zuiden, naar Dene marken, naar Holland. Terug naar al die dingen, waaraan we wel een beetje behoefte kregen: wat comfort, een echt bed, normaal voedsel, nieuws, een krant, radio, en tenslotte is dat menselijknaar onze familie. Geen van ons beiden sprak die wens, dat verlangen, uit, maar hij woelde en gistte in ons beider hart. En zo zaten we daar lang, gebogen over de kaarten van Noord Groen land, berekenend en bekijkend hoe de mogelijkheden lagen. We wisten één ding: er zou één schip zijn dat ging proberen door het ijs naar Thule te komen. Het eerste, het laatste en het enige schip dit jaar. Het zou mogelijk zijn, met wat hulp van anderen en een beetje geluk, het op te pikken in de Disko- baai en daarmee Baffinsbaai in te gaan en via Melville Baai te pogen dat lokkende, mysterieuze Thule te bereiken. Toen viel, ineens het besluit: we doen het! We proberen het. En we waren blij toen we eenmaal ja ge- gezegd hadden. - v V P£LT]53402t speciaal tegen KOORTS. KIESPIJN. HOOFDPIJN en PERIODIEKE PIJNEN 6 potder, Hgct (Advertentie Ing. Med.) In vergelijking met voor de oorlog is het theeverbruik in ons land met niet minder dan veertig procent teruggelo- lopen, ondanks de sterke bevolkings toename en het feit, dat de theeprij- zen in de aftelopen jaren sterk gedaald. In de jaren 19341938 was het theeverbruik per hoofd der bevol king gemiddeld 1.23 kg. In de periode 1940'52 was dat cijfer slechts 0.74 kg. Gelijk hiermee verminderde de in voer van thee in Nederland van 10.500 ton in de voorloorlogse jaren tot 6900 ton in 1951. Dit met weer een lichte stijging tot 7300 ton in 1952. Engeland heeft zijn plaats als groot ste theeverbruiker na de oorlog moe ten afgaan aan Ierland, waai het ver bruik na de oorlog steeg tot 3.98 kg per hoofd der bevolking. In Engeland daalde het van 4.20 kg naar 3.85 kg. In de V.S. is het theeverbruik ge ring, slechts 0.28 kg per hoofd per jaar. In Zuid-Europa is de thee bijna geheel niet in ere. in landen als ïrankriik. jt>!;ë en Sp "je is het ver bruik slechts 0.01 kg per inwoner per jaar.... ALS U in de nacht van 11 op 12 Augustus de stroom meteoren, die bekend is onder de naam Perseiden hebt gemist, krijgt u vandaag, tegen middernacht, nog een mooie kans. Dan gaat de aarde namelijk door de zwerm meteoren, die als een lange staart achter de komeet van Giacobini sliert. Deze dankt zijn naam aan de astronoom Giacobini, die hem samen met zijn collega Zinner ontdekte. De komeet zelf is ons al een half jaar geleden gepasseerd, maar zijn gruisachtige gevolg vliegt nog door de ruimte. En de aarde gaat dwars door die stoet heen. Komen de (meestal uiterst minieme) steensplin ters in de dampkring van de aarde, dan lopen zij letterlijk wit gloeiend aan en wij, nachtelijk speurders naar bijzondere hemel verschijnselen, kunnen ze zien. pR is natuurlijk een (zelfs grote) 1-4 kans, dat de hemel potdicht zit; we wonen nu eenmaal in Nederland. Dan kunnen wij rustig naar bed gaan, de meteoren zullen het moeten doen zonders toeschouwers. Tenminste: zonder hen, die ze direct met hun ogen waarnemen. Want in de obser vatoria zullen dan wèl de astronomen aan hun radar-toestellen zitten om de Giacobini-komeet-gruisjes op het scherm te zien. Want helemaal on opgemerkt kunnen die meteoortjes te genwoordig niet meer in onze damp kring dringen: radar verraadt 'ze on herroepelijk. Die meteoren van Giacobini's ko meet glippen iedere 6V2 jaar langs onze aarde. In 1946 heeft niemand ze met het blote oog kunnen zien, omdat De Kamer van Koophandel en Fa brieken voor Amsterdam heeft B. en W. verzocht met de meeste spoed naar een oplossing te zoeken, dat ook Am sterdam de beschikking verkrijgt ovei ■helicopterlandingsterreinen in zijn cen trum. Alleen dan zal naar de mening van de Kamer. Amsterd ,m haar plaats in de internationale luchtvaart die zij in de loop der tijden heeft verworven, kunnen behouden. zoals helaas gewoonlijk! de he mel zwaar was bewolkt. Laten we hopen, dat het vanavond beter is. De „sterren-regen" is natuurlijk niet aan de hele hemel te zien. U moet uw blikken wenden naar het Noorden, waar dan vrij laag bij de horizon „De grote beer" staat, een sterren beeld,' dat vrijwel iedereen kent. „Links" boven „De beer" ziet u een grillig sterrenbeeld, dat dan ook de naam „Draak" draagt. Daar moet u de Giacobini's zoeken. TIJDENS de gisteren te Maastricht gehouden algemene ledenvergade ring van het Verbond van Neder landse Werkgevers hield de voorzitter van het Verbond, de heer T.J. Twijn- stra, zijn belangrijke jaarrede. Voorts spraken op deze bijeenkomst de mi nister van Buitenlandse Zaken, mr J. W. Beijen en de heer D. P. Spieren burg, lid van het Hoge Gezagsorgaan van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. De heer Twijnstra sprak over zor gen, moeilijkheden en verwachtingen van onze industriële bedrijven. Hij merkte op dat er' dikwijls nog te weinig nationale waardering is voor de eigen nationale industrie. Vooral bestaan er dikwijls misverstanden omtrent hen, die aan het productie proces leiding gevende ondernemers. De Nederlandse ondernemer heeft er een open oog. voor, dat hij zijn werk moet doen staande in de sociale orde van zijn eigen tijd. Wij zijn in Nederland nu op de goede weg. De toestand kan thans gunstiger worden genoemd, dan ooit in een der na-oorlogse jaren. De uit komsten van het bedrijfsleven zijn over het algemeen zeer bevredigend. In ons economisch leven is thans een evenwichtstoestand ontstaan op hoog niveau. Indien het echter al mogelijk zou zijn het huidige niveau te hand haven, lijkt het zeker moeilijker ver dere vooruitgang te bereiken. Spre kend over export en investeringen zei de heer Twijnstra, dat deze twee taken van de ondernemer door de overheid kunnen worden gestimu leerd en bevorderd. De research is zeer belangrijk. De gelden, die daar aan in ons land worden besteed, lig gen relatief lager dan elders. In ver band met toeneming bevolking en uitbreiding van de industrie zou spre ker iedere jongeman willen zeggen, dat zo hij voldoende vertrouwen heeft in zijn capaciteiten, hij er nooit aan behoeft te twijfelen of er in de Nederlandse samenleving een plaats open zal zijn om zijn werkkracht te bewijzen. Komend bij de recente loonbespre- kingen, waarbij beide partijen het niet eens konden worden, zei hij: Indien daardoor het onderlinge be grip tussen werkgevers eri werkne mers zou hebben geleden, dan zou dit ernstig te betreuren zijn, maar ik acht dit niet waarschijnlijk en zeker geheel onnodig. Ook de afzet in eigen land is be langrijk en het kwam spreker voor, dat de vooruitzichten niet ongunstig zijn. Loonsverhoging en belasting verlaging zullen de neiging hebban de consumptie te stimuleren. Er is echter een gevaar. De liquiditeits positie van vele kleine ondernemin gen is onvoldoende. Van het nieuwe tarief inkomstenbelastingen ver- BAT MEN voorzichtig moet zijn met het doen beoefenen van sport door vrouwen bewijst de volgende geschiedenis. Mevrouw Lydia Scher- muly, reeds van middel bare leeftijd, deed in haar woonplaats Deal, Kent, Engeland, voor de eerste maal mee aan een viswedstrijd. De wed strijd duurde een heel weekend, maar zjj vitig dan ook maar liefst zo'n kleine tweehonderd pond vis en won hiermee het kampioenschap van Deal en verschillende andere prijzen. Alles zo terloops. Haar eigen echtgenoot was voorzitter van de hengelvereniging en had haar bij de prijsuitrei king vier wisseibekers en een medaille te overhan digen, welke hij verge zeld moest doen gaan van 'n charmant speech- je. De man had zelf ech ter ook meegevist en had nog geen ons vis gevan gen. Ge voelt vanzelf aan, dat dit huwelijk stuk is. Vandaar onze waar schuwing. DIJ VETLANDA in Zwe- den werd onlangs op een rotswand een inge kraste tekening van een zeer oud model zeilschip gevonden. Wetenschaps mannen snelden toe en riepen enthousiast uit. dat dit een bijzonder in teressante archaeologi sche vondst was uit het bronzen tijdperk. Een paar dagen later kwam de 25-jarige Hans Ahl- stedt aanzetten en ver telde, dat hij het antieke prentje twaalf jaar gele den in een speelse bui in de rotswand had gekrast. De bij deze affaire be trokken archaeologen zijn geëmigreerd. Naar Groen land, als wij het wel heb ben. Het land van de IJskap. IN HET DORP Bognor Regis in de goede Schotse Hooglanden ge beurde het Zondag, dat een kerkgangster na de preek heimelijk eer} fles Schotse whisky in een van de wijde zakken van de toog van de dominé achterliet. De dominé, dr. Sinclair Snow, zat er wat mee in, want, zo zei hij: „Krijg ik die whisky, omdat mijn preek zo goed was, of omdat de schenkster vond, dat hij slecht was en ik een opkikkertje nodig had?" wachtte hij een heilzame uitwerking, speciaal voor de middengroepen. e kleine onderneming vindt echter op de weg van haar ontwikkeling kunst matige fiscale barrières, die een suc cesvol verdergaan zeer hachelijk ma ken. De verlagingen, die thans wor den voorgesteld betekenen voor het bedrijfsleven als geheel zeker geen voldoende soulaas. Van een grotere voldoening kan men pas spreken, als de staatsuitgaven belangrijk minder dan 29 procent van het nationaal in komen opeisen dan nu. In de dertiger jaren was dat 16.5 pet. Spreker heeft een open oog voor de zegeningen van sociale maatregelen, maar merkte 1 p, dat over 30 pet van het inkomen van het Nederlandse volk wordt beschikt, zonder dat de individuen daar nog enige zeggenschap over hebben. Het overwinnen der moeilijkheden inzake de Benelux liggen voornamelijk in de psychologische sfeer. Minister Beijen besprak de rol van Nederland in de internationale poli tiek. Dat ons land daarin geen ol zou kunnen spelen en speelt, zoals soms wordt beweerd," werd door hem op vele wijzen krachtig bestreden. De betekenis van het Nederlandse aandeel in vele internationale organi saties werd door hem uitvoerig onder streept. De heer Spierenburg, die daarna het woord voerde, sprak uiteraard over de Kolen- en Staalgemeenschap en de gemeenschappelijke markten voor ko len, erts, staal en schroot in de zes aangesloten Europese landen. Doel is het tot stand brengen van een ge meenschappelijke markt met volledige concurrentie. De laatste restanten van overheidsinmenging die met een vrije markt niet verenigbaar zijn, zullen moeten verdwijnen, aldus spreker. Er werd een boom opgeheven omdat er iets opgeheven werd. Wat kan dat geweest zijn? Voor nadere gegevens over onze foto-prijsvraag zie men ons nummer van Zaterdag 26 September. Zo goed als allo nl. ruim 130 chauf feurs van de hoofdstedelijke stadsreini ging hebben gisteren hun werk neer gelegd. Enkelen hunner hadden gewei gerd uitvoering te geven aan een op dracht het werk te verrichten van de stakende vrachtvaarders van publieke werken, afd. bestratingen, en daarvan onaangename gevolgen ondervonden. Hun collega's, die eveneens zouden weigeren „besmet werk" te verrichten, hebben zich met hen solidair verklaard door thans in staking te gaan. De di rectie der stadsreiniging weigert het aan deze mensen opgedragen werk als .besmet" te erkennen. „De commissie van trampersoneel" in de hoofdstad heeft het rijdend perso neel- geadviseerd de model-rij-actie te eindigen, zulks op grond van toezeg gingen die van directiezijde zijn gedaan. Ter nadere bepaling van de houding van het rijdend personeel zal de com missie binnenkort een vergadering be leggen. De Westduitse autoriteiten hebben giw. teren een vergunning uitgeschreven voor de invoer van reuzel ter waardft van 3.5 millioen D. M. en van vleeswa ren ter waarde van 125.000 D. M. uit Nederland. (Van een speciale A.N .P.-verslaggever DE uitslag van de partij Kotov- Smyslov is een klap in het ge zicht van de Westerse wereld", al dus sprak Opocensky, de Tsjechi sche tornooileider na afloop van de 21e ronde. Hij zei dit naar aan leiding van de telkens weer op duikende geruchten, waarin de veronderstelling wordt geuit, dat de Russen onderling al hebben uit gemaakt, wie de winnaar van de wedstrijd zal zijn. Aangezien 9 van de 15 deelnemers Russen zijn, zou iets dergelijks mogelijk zijn maar tot nu toe is daar niets van gebleken. nE RUSSEN geven integendeel blijk van grote sportiviteit. Men kan der halve een spannend slot verwachten van deze titanen wedstrijd. Zoals gewoonlijk zijn verschillende afgebroken partijen zonder verdere strijd opgegeven of remise gegeven. Slechts in 2 partijen werden de wa pens weer opgenomen. De belangrijk ste partij was die tussen Bronstein en Szabo. Hier was een uiterst lastige stelling ontstaan, maar de wijze waar op Bronstein zijn kansen heeft waar genomen doet aan een goocheltoer denken. De afgebroken stelling was als volgt: Wit (Bronstein): Kg2, Dd3, Lf7 en Lf4, pionnen a5, f2, g3 en h2. Zwart (Szabo): Kg8, Dd7, Lb8, Pd6, pionnen a7, e6, f6, g7 en h6. Bij het uitspelen was het verloop als volgt: Wit Zwart 41 a 5a6 Kg8—h8 42 Dd3b3 Dd7—e8 43 Lf3h5 De8—g8 44 Lh5—f7! Een probleemzet. Na 44.... Pxf7, 45. Lxb8, De7, 46. Db7 gaat de zwarte a- pion verloren. 44 Dg8xf7 45 Db3 x b&Pd6—e8 46 Db8b7 Df7—h5 om na 47. dxa7, Dd5t eeuwig schaak te geven. Niet voldoende was ook 46 Kg8, 47. Lb8 enz. 47 h2h3 Verschaft de koning een vluchtveld. 47 Kh8h7 48 Db7 x a7 e6—e5 49 Lf4—e3 e5—e4 50 Da7e7 Zwart gaf de partij op. De uitslagen van de afgebroken par tijen luiden: GligoricAverbach Vz, BronsteinSzabo 10, Keres Stahlberg 10, GeilerKotov 01. In een wedstrijd van de voorror. _.i van het tornooi om het wereldkam pioenschap heeft België met 2—0 van Zweden gewonnen. De ruststand was 10. De wedstrijd werd gespeeld in het Heysel Stadion voor ongeveer 45.000 toeschouwers. De leiding berustte bij de heer K. Schipper uit Groningen, oij- gestaan door de heren A. P. Formanoy uit IJmuiden en J. H. Martens uit Zeist die als grensrechters optraden. Gisternamiddag is een autobus, Ko mende van Schiphol met een vijftig tal passagiers, op de Amstelveense- weg te Amsterdam tegen een perso nenauto gebotst, die van de Zuidelijke Wandelweg kwam. De bestuurder is zwaar gewond uit de gehavende per sonenauto bevrijd en naar het zieken huis overgebracht. Wonder boven wonder heeft geen der buspassagiers ernstig letsel opgelopen. Ook de br rchauffeur is naar het ziekenhuis vervoerd, omdat hij in overspannen toestand was geraakt. Tengevolge van de botsing werd hij met zijn hoofd door de voorruit gedrukt, waardoor hij de macht over het stuur verloor. De bus slipte naar de overzijde van ■te Amstelveenseweg, sleept een licht- nast enkele meters mee en kwam tegen' een boom tot stilstand.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1953 | | pagina 13