ONZE KINDERKRANT Wat de post ons bracht r Ons hoekje PO PENT000" "H? "ij* De Pereboom Schuiven maar! H C K 8 G E L R A O P W D A R B M S E L T L T M O E L 6 O O M p O R A E O T M A R P A K S T K R O R V A O T F R K 1 1 U C S E P 6 T M L Het nieuwe huis van de familie muis Pim, Pam Pom en de wonderlamp BOEKEN BULLETIN English by radio Het Sticusa Jaarboek Met Rheumatische Pijnen moet U niet door blijven lopen. Tussen Amsterdam fdoor F. DE SINCLAIR] en JËÈ Parijs Hoe de Bijbel ontstond Luister eens naar Radioprogramma VRIJDAG 83 OCTOBER 1953 Beste kinderen, Wat heb ik deze week veel briefjes ontvangen. En nog wel zulke gezellige.' Met het raadsel hebben jullie kennelijk niet veel moeite gehad. De puzzle van deze week is heel wat lastiger. Ik ben "benieuwd wie de zes woorden vindt. Als Je het eerste eenmaal hebt volgen de andere vijf vanzelf. Verder verklap Ik niets. Zoek het zelf maar uit, hoor.' Mogelijke Drtefjes moeten er aan de adreszijde zA uitzien: Aan Tante Paulien Bureau van dit blad. Tot de volgende week.' FsT Mies de Muis heeft ditmaal nu eens géén pech. Fijn voor haar, hè? OPLOSSING RAADSEL 16 OCT. Bchrijfmachine. Gerie Tijmstra uit -Alkmaar is een nieuwe nicht. Je hebt het raadsel keu rig opgelost, Gerie. En wat een mooie sierrand rond je brief! Doe je binnen kort weer eens een keertje mee? Tiny Huisman uit Alkmaar doet ook voor de eerste maal mee. Hartelijk welkom in onze kring, Tiny! Je op lossing is best, hoor! En dat vind ik erg knap van een meisje van acht jaar. Met je tekeningetjes ben ik blij en het mooie postpapier heb ik ook heel erg bewonderd. De puzzle van deze week zal misschien iets te moei lijk voor je zijn, maar er komt wel weer eens een gemakkelijker raadsel. Gré Schoemaker uit Westgrafdijk is een oude bekende. Ja, hoor, jij kunt nog best meedoen met ons ru briekje. Mijn gelukwensen met je ver jaardag komen helaas twee weken te laat. Fijn, dat het je zo best bevalt op de huishoudschool. Je kunt al een lekker maaltijdje kokerellen,, zeg Leuk, dat je een beukenootje hebt Ingesloten. Trouwens, je hele brief staat in het teken van de herfst. Wat heb je daar iets moois van gemaakt Ik laat je brief aan iedereen zien. Dat mag toch wel, hè? De kabouter en het elfje op de paddestoel zijn ook to enig en kleurig. En dan daarnaast het gedichtje. Zo is het ook: 's win ters onder het licht van de lamp kan het binnen zo knus en prettig wor den. En dan hebben we hier weer twee nieuwe nichten uit Alkmaar. Aller eerst Elsje de Vries, die me verraste met een goede oplossing, op mooi postpapier en een tekening. Fijn, dat je die schrijfmachine tóch hebt ge vonden Toosje de Vries is natuurlijk een zusje van Elsje. Hartelijk welkom in onze kring, nieuwe nicht! Heb je al flink wat kinderpostzegels verkocht? Wat leuk, dat je broertje en je zusje in de kinderoptocht de herfst voor stelden. Je oplossing is goed, hoor! Bedankt voor de tekening, ook al op luik mooi postpapier! Mijn trouwe neef Frans van Til uit Alkmaar schreef een lange brief. Wat heeft je broer veel gekregen op zijn verjaardag, zeg! Nee, ik ben niet op de foto gekomen, zoals jij. Ik vind het erg moeilijk te kiezen tussen Amster dam en Hindelopen. Het hangt er natuurlijk van af bij wie je gaat logeren. Je hebt een aardig buur meisje, hé? De Alkmaarsche Courant staat niet op de Voorburgwal, hoor! Zoek zelf maar uit waar dan wel. O ja, je oplossing is bijna goed, maar niet helemaal! Jammer, hè? Nellie Schutte uit Westgraftdijk is een oude bekende. Gezellig, weer een briefje van je te krijgen. Zwemmen is fijn, hè? Maar die plank.... Oei, wat is die hoog! En toch is het niet moeilijk. Je laat je maar gewoon vallenWat een leuk postpapier heb je, zeg! Vooral dat geschulpte randje vind ik zo mooi. Dag, Nellie Herman Wiekhart uit Den Helder is erg blij met het mooie boek dat hij won. Leuk, dat je mij dat even schrijft, Herman! En nog wel zo'n keurig epistel! Van Marietje en Cilientje Briars uit Amsterdam kreeg ik een lange brief met een goede oplossing. Jullie heb ben nu toch zeker je prijs al ontvan gen? Anders moet je mij het even schrijven! Het is nog helemaal niet koud, hè? Ga maar veel buiten spelen, dat is gezond! Wil je mijn groeten aan je ouders en zusjes overbrengen? Geer Zeilemaker uit Sijbekarspel vond de puzzle ditmaal niet moeilijk. Je oplossing is dan ook goed! Heb je het gezellig gehad met je vriendinne tje? Ik heb zo'n idee dat jullie samen veel plezier hebben gemaakt! Mies de Muis heb je knap nagetekend. Schiet je al flink op metje weet wel"? O ja, je postpapier is schattig. Nellie van Leyen uit Obdam heeft leuke dingen geknutseld van kastan jes, zoals een spin, een egel en een kameel. Zelfs vogeltjes met een staart en vleugels. Dat lijkt me moeilijk! Ge lukkig heb je kastanjes gekregen van een vriendinnetje, want bij jou in de buurt waren ze niet te vinden. En ik had ze maar voor het oprapen: Nu niet meer hoor, want de bomen zijn al leeg. Fijn, dat je weer helemaal beter bent. Zo'n akelige kou ook, hè? Maar nu is het lekker zacht weer en kun je fijn buiten spelen. Bijna zou ik vergeten U-L» Van boven naar beneden staan hier zeven rijen letters. Wan neer je de rijen los van elkaar op en neer schuift is er de mo gelijkheid dat je, van links naar rechts gelezen, zes Hol landse woorden vormt. Deze woorden staan dan alle onder elkaar. Wil je het eens pro beren? Teken het figuur dan over en knip de rijen los. Je zult de zes woorden dan spoedig vinden. te vertellen dat je oplossing goed ls, knap zo! Zus Bulthuis uit Westwoud schreef een gezellige brief, die zij met een herfsttekening versierde. Ja, de bos sen beginnen nu al kaal te worden. Verkoop je veel kinderpostzegels? Bij mij is dezer dagen ook een meisje met een lijst aan de deur geweest. Wil je je broertje op zijn verjaardag uit mijn naam feliciteren? Hoe was het met het raadsel. Heb je je daar maar niet aan gewaagd? Je andere tekeningen vind ik ook erg mooi. Dank je wel. Zus! Mijn trouwe nicht Dea Kramer stuurde een goede oplossing en een ge zellige brief. Hartijk gelukgewenst met twee feestelijke gebeurtenissen: jouw verjaardag en de trouwdag van je ouders. Wat een fijne week! Als je bij alle drukte nu nog maar tijd vindt deze regeltjes even te lezen. Hoe was het kinderpartijtje? Ik wilde wel, dat ik er bij had kunnen zijn. Ja, wat zou dat leuk zijn als ik zo maar eens even bij je kon komen binnen wippen. Maarik woon niet in Zaandam! Arie Droog uit Kolhorn zond een goede oplossing, een mooie tekening en een lange brief. Dank je wel, Arie! Heb je een prettige herfstvacantie ge had? Fijn, dat je nu al in een aard- rijkskundeschrift mag werken. Zorg maar dat het erg netjes wordt. En misschien krijg je van je tante ook.nog eens een atlas. Dat zou reusachtig zijn! Dan kun je Wieringerwerf op de kaart opzoeken. Dag, Arie! Van Jaap Ambuul uit Julianadorp ontving ik een goede oplossing en een lange brief. Leuk zeg, die kleine krab bel van de ophaalbrug. Wat een bof, dat je naar de kermis mocht! En je bent bijna overal in geweest? Nu, dan kan ik me voorstellen, dat je genoten hebt! Was er ook een zweefmolen? yOOR HET HUIS van veldwachter Franssen stond een prachtige pere boom. Er stonden in het dorp wel meer perebomen, maar die boom van de veldwachter was wel iets héél bij zonders. Daar groeiden peren aan zo groot en zó lekker, dat niet één van de dorpsjongens verzuimde er bege rige blikken naar te werpen. Dat die boom nu juist in de tuin van de veldwachter moest staan! Dat ontnam iedere jongen de moed om te proberen zo'n heerlijke vrucht te be machtigen. Als op school iemand zijn gedachten niet bij de les kon houden, dan kwam dat door de pereboom van de veldwachter, als de kruideniers knecht veel te lang met de boodschap pen weg bleef, dan kwam dat door de pereboom van de veldwachter kortom als de boom van de veldwach ter vol heerlijke sappige peren hing, waren de jongens van het dorp uit hun doen. Zo ook nu. „Kunnen we het toch niet op de één of andere wijze pro beren", zei Willem Lange tot zijn vrienden. „Laat iemand gewoon aan bellen en een paar peren vragen maar ik niet!", voegde hij er meteen aan toe, „want de veldwachter heeft me gisteren in de klokketoren zien zitten!" „En ik ook niet", zei Jan Flipse, „want er is een ruit gebroken bij het voetballen en de veldwachter denkt dat ik het gedaan heb!". „Dan blijf jij alleen over, Piet", zei Willem. „Kom zeg, wees flinkik vind dat je wat voor je vrienden over moet hebben". Piet mopperde eerst nog wel wat. Veel voelde hij er niet voor, maar hij wilde zich toch ook niet laten kennen en met z'n drieën stapten ze even later naar het huis van de veldwachter toe. „Wij blijven achter de heg staan, schuin onder de pereboom!", zei Jan Flipse nog. „Doe je best hoor!" Piet stapte de tuin in. Hij schraapte twee maal zijn keel en trok toen aan de bel. Even later werd de hele deurope ning gevuld door de dikke veldwach ter met zijn grote snor. „Wat wil je, knaap!', vroeg hij. „Ikstotterde Piet. „Wijik, bedoel ik.... zou U asjeblieft willen vragen een.... een stuk of drie peren van U te mogen hebbenmeneer Franssenwij- ik bedoel ik heb zo'n trek in een p... in een stuk of drie peren....!" De wenkbrouwen van de veldwach ter gingen op en neer. „Jij bent Piet van Dalen hèzei hij tenslotte. „Oh jaen wat wil je nu eigenlijk één of drie peren„Alsals het kan drie meneerzei Piet ze nuwachtig, „want.... ehziet u.... ehéén is zo weinig„Mooie meneer ben jij!", riep de veldwachter nu. „Echt bescheiden ben je niet als je nu één peer komt vragen dan valt daar nog over te denken, maar drieJe kunt er één krijgen maar dan ook afgemarcheerd hè!" Piet dacht aan zijn twee vrienden. Eén peer met zijn drieën loonde de moeite niet daar moest iets op verzonnen worden. „Goed meneer Franssen!", zei Piet daarom. „Ik zal 'm zelf wel plukken. Heeft U misschien een laddertje bij de hand?" „Laddertjeladdertje!" zei Frans sen verontwaardigd. „Kun jij niet eens boomklimmenvooruit, ik ga met je meeSamen met de veld wachter liep Piet de voortuin is. „Hoe veel krijg je er?", fluisterde Willem door de heg heen. „Zul je wel zien". Moeder Muis zegt op een avond: „Ja, ons huis wordt veel te klein, 'k Kan me hier maar amper roeren, Zou er heus niets beters zijn1" „Hmmm". bromt Pa, „laat me eens denken 'k Zal eens neuzen in de buurt, Wellicht kan ik nog iets vinden, Dat aan niemand is verhuurd". Pa Muis heeft het goed bekeken. Hij is toch zo'n slimme baas! Weet je waar hij komt te wonen? In een grote ronde kaas Die ligt daar zo fijn te geuren In de kelder op het rek. Ma komt met de kleintjes keuren En ze peinst: ,,'t Is lang niet gek." Van de ochtend tot de avond Knaagt nu de familie Muis, En hoe meer er wordt geknabbeld, Hoe meer vordert ook het huis! Zo woont dan het hele troepje Knus en warmpjes bij elkaar, 't Lijkt een ideale woning. Tocher is één groot bezwaar. Want er zal een dagje komen, Niet zo héél ver in 't verschiet, Dat de kaas wordt aangesneden Maar dat weet Pa Muis nog niet! PAULIEN. antwoordde Piet zacht. Hij sprong naar de onderste tak, hees zich er bo venop en zat weldra hoog in de pere boom. „Je hoeft niet zo hoog te klim men!', zei de veldwachter. „Er hangen genoeg peren beneden!" „Ik heb er al één, meneer Franssen!", riep Piet te rug, die helemaal tussen de bladeren verscholen zat. „Ik zal 'm in mijn zak steken". Vanuit de boom zag Piet zijn vrienden aan de andere kant van de heg staan. Hij zag ook dat er een tak volbeladen met peren juist hoog bo ven hun hoofden buiten de heg stak. Ineens liet hij zich voorover tuime len, greep zich aan de tak vast, slin gerde naar een andere tak en tuimel de tenslotte kopje over, naast de veld wachter in het gras. Een regen van peren vergezelde hem. .Wei alle dien ders op een stokjeriep de veld wachter woedend. „Wat stelt dat voor, jongeman!" „Ik viel meneer de veld wachter!", stotterde Piet. „Ik zal gauw alle peren voor U oprapen!" Hij ver zamelde een mand vol peren voor de veldwachter. „Hu", bromde deze. „Het valt nogal meeik moest vanmid dag tóch peren plukkenlaten we alleen nog even buiten gaan kijken. Misschien liggen er nog wel peren aan de andere kant van de heg!" „Ik denk van niet!", veronderstelde Piet. „Ik geloof, dat de peren allemaal in Uw tuin zijn gevallen." Je hebt ge lijk" zei meneer Franssen, toen hij de achterkant van zijn heg inspecteerde. „Er ligt er niet één hieren nu op gemarcheerd hé!" „Ja meneeren dank U wel hoor", lachte Piet. Het duurde even voordat Piet zijn vrienden gevonden had. Ze zaten ach ter een paar struiken en konden eerst niets zeggen, omdat ze hun monden vol hadden. „Jij bent' een slimmerd!", zei" Willem eindelijk glunderend: „Je had alleen even moeten waarschu wen", lachte hij. „Ik kreeg een knaap van een peer boven op mijn hoofd." De jongens smulden verder, maar toen ze opstonden riep Piet: „En tóch heb ik er één extra voor de moeite, de grootste die er in de boom zat!" En hij haalde triomfantelijk de nog gekregen peer uit zijn zak. Een mooi spelletje was het echter niet, want de peren waren genomen en niet gekregen. 153. Was de vorige stoot van de kastelein een sensatie geweestdeze werd fenominaalü Nauwelijks had de waard de bal over het groene laken gestoten, of deze klotste tegen de tweede bal aan. Deze sprong precies in de open mónd van Piet Pakkum! En alsof dat nog niet genoeg was, be landde de derde bal op het hoofd van de baron en stuiterde vandaar tok. op het hoofd van Klaartje Kakatoe en ping op de de harde schedel van Tijs Bok. tn de eerste bal sprong op Pam's hoofd om vandaar weer terug te kaatsen op het groene laken. „To verij!!!" gilde de verschrikte waard. Piet Pakkum kon niets zeggen. Hij stond maar gekke geluiden te maken met de biljartbal in zijn mond en hij was zo van streek, dat het nog een hele tijd duurde, eer hij hem uitspu wen kon. Klaartje Kakatoe kreeg het eerst haar spraak terug. „Een stukje schrijven over het mooie spel van me neer", gilde ze met overslaande stem. „Nou, maar dat komt in orde hoor! Een bevel tot inhechtenisneming moes ten ze voor jou uitschrijven!" De waard kon haar geen antwoord geven. De schrik was hem op zijn stemban den geslagen en er kwam slechts een hees gejammer uit zijn keel. „Goeie", zuchtte de baron. „Het ergste is nog, dat Miesje me nooit zal willen geloven, als ze dit hoort". En Pam? Die was alleen maar boos, omdat er óók op zijn hoofd een bal gestuiterd was. Had Ali niet een beetje beter kunnen uit kijken?" (Advertentie Ing. Med.) F\E LESSEN in Engels, die onder de titel „Listen and speak" door de Engelse Radio werden uitgezonden, zijn op uitstekende wijze voortgezet met het 3e, 4e, 5e en 6e deel, die nu in druk zijn verschenen en wel bij de N.V. Drukkerij Semper Avanti" te 's Gravenhage. Voor hen, die zich gaar ne willen bekwamen in wat vlottere conversatie in de Engelse taal, zijn deze goed uitgevoerde deeltjes van klein tweehonderd pagina's met veel succes te gebruiken. Er is inderdaad heel wat uit te leren, vooral voor wat betreft de echt-Engelse uitdrukkingen en zins wendingen. JAARBOEKEN vormen gewoonlijk vrij J droge kost, maar de Sticusa (de Stichting voor de Culturele Samenwer king tussen - Nederland, Indonesië, Su riname en de Nederlandse Antillen) is er in geslaagd van haar jaarboek 1952 een aantrekkelijk en lezenswaardig ge heel te maken. Men treft er bijdragen van Indonesische en Surinaamse jon. geren aan, onder meer een gevoelig ge schreven novelle van de Indonesische auteur Pramudya Anante Tur. Verder zijn er verscheidene interessante artike len van deskundige schrijvers over de geschiedenis etc. van genoemde landen. Roei ze alt, met wortel en tak. Neem Kruschen. Jaar-in, jaar-uit en al tientallen ja ren lang, vonden tienduizenden baat en verlichting bij Kruschen Salts. De kleine dagelijkse dosis Kruscher doet het. Juist omdat Kruschen re gelmatig gebruikt wordt, stimuleert het de bloedzuiverende organen en geeft ze de regelmaat van een klok. Kruschen is geen wondermiddel. De zes minerale zouten hebben ieder hun eigen tunctie en gezamenlijk brengen ze Uw ledematen die bevrij ding van stramheid en pijn. Adv. I.M. Miesje heeft al vaak geschilderd, Soms heel mooi en soms ook niet. Maakte bloemen, potjes, planten, Schilderde ook langs de vliet. Ook vandaag gaat Miesje werken. ,,'t Wordt?', zegt ze, „een mooi portret... En als het erg mee valt, Wordt er ook een lijstje omgezet!" Maarhet wil maar héél niet vlotten. Het gaat niet naar Miesje haar zin. 't Moet een mooie neger worden, Maar Mies ziet het niet er in. Dan wordt 't muisje ongeduldig „Bah", roept ze, „ik schei er uit!" Gooide kwaad een fles met inkt, Naar de mislukte negersnuit „Pats", daar vliegt de fles aan stukken. „Maar", roept Miesje, „dat is wat!" Deze vlek maakt alles goed zeg! Wat een mooie kop is dat!" 9) „U kunt de doodsoorzaak dus niet vaststellen?" vroeg de inspecteur Bij- vank. ,Nee, dat kan ik niet zonder autopsie". „O juist, dan weet ik genoeg". Dokter Vermeer nam afscheid en ging heen' „Juffrouw de Wilde", sprak inspecteur Bijvank dan, „ik zal mijn collega wiens taak dat is, want ik heb op het ogen blik geen dienst en ik zit daar ook he lemaal niet in, even telefonisch inlich ten en dan zal die wel met de wagen komen en het lijk in beslag nemen. U voelt wel, dat is enkel een formaliteit, maar daar is niet aan te ontkomen". „Nee, dat oegrijp ik", antwoordde Marta zacht met nog een blik op het nu wat vreemd verwrongen gelaat van Victor met die half geopende mond. Het gezicht was in die korte tijd zo veran derd, dat ze het, als ze er nu plotseling voor gesteld werd, nauwelijks zou her kennen. Inspecteur Bijvank wisselde nog een paar woorden met de restaurantchef en verliet dan de kamer. Toen zei de chef: „Ja, juffrouw de Wilde, dan is het het beste, dat vcij ook maar gaan in af wachting van de kómst van de politie wagen en dan doe ik de deur zo lang op slot. Als u dan nu nog even met mij naar het tafeltje terug gaat, dan kun nen we daar de kleren halen en wacht u dan in de lounge tot ik u kom waar schuwen. Het is wel een heel tragisch slot van een opgewekt samenzijn". Ze hadden Inmiddels de kamer ver laten en de chef begeleidde haar al pratend naar het verlaten tafeltje. Daar stond het dessert, een puddinkje met een bleke roze saus en een schaal tje met fruit, nog onaangeroerd en de twee half geleegde glazen wijn. Het gaf haar ineens een snijdend ge voel van machteloze ellende. Maar ze voelde toch ook, dat dit nu allemaal bij elkaar voor haar teveel was. Ze kon het niet tegelijk verwerken. Als een grote schreeuw was dit, maar zo schel en verscheurend en onverwacht, dat 't haar alleen nog maar apathisch maakte en ze alles verder werktuiglijk deed, zonder dat iets haar beroerde. Maar toen ze met de hulp van de chef haar kleren en die van Victor van de kapstok had genomen en hij haar hielp in haar mantel, wendde ze zich toch af van het tafeitje; ze durfde er niet meer naar te kijken. Even later zat ze beneden in de lounge met haar tasje in de hand zo maar voer zich uit te staren en ze had een vaag gevoel dat ze het eigenlijk zelf niet was, doch telkens gingen de woorden doe. haar brein: Victor is dood..,. Victor is dood.... Victor is dood Die avond, om elf uur, kwam ze bij Jeanne en Herman. Jeanne was haar zuster, Herman ter Wege, -me's echtgenoot, was arts en iiad daar een goede buurtpraktijk. Tóen de politie het lijk van Victor haalde, had Marta van de betrokken inspecteur gedaan gekregen, dat die haar met een wagen van de politie nog even naar Victors flat in de Rijnstraat bracht, teneinde daar haar suitcase, ci tybag, regenmantel en paraplu weer op te halen. Er was al dadelijk een won derlijke verstorven eenzaamheid daar op dit flat geweest; ze was blij dat ze hem verlaten kon. Marta had Jeanne opgebeld en ge vraagd of ze nog komen kon en dat werd dadelijk goed gevonden. De verhouding tussen de twee zusters was altijd heel innig geweest en ook met haar zwager Herman kon Marta het best vinden. Ze werd nu dan ook weer allerharte lijkst ontvangen door Jeanne, die haar opendeed. „Kom binnen, kind, kom binnen!" Jeanne's stem juichte bijna. „Dat is nu nog eens leuk; we hebben elkaar in geen eeuw gezien! Waar kom je van daan? Ja, hang je regenjas maar op en je manteltje en je hoed, leuk hoedje is dat, straks eens passen. O, die bagage komt zo wel terecht, die brengt Her wel naar de logeerkamer. Daar is-ie al. Her, hier hebben we de verloren dochter!" Hij was nu ook uit de kamer in de gang gekomen ter mede-verwelkoming en hij drukte Marta de hand. Even later zaten ze gedrieën in de huiskamer, waar het opwekkend naar vers gezette koffie geurde. Marta zonk eigenlijk met een zucht van moeheid in de aangeboden chester field en nam gretig de sigaret, welke Herman haar dadelijk aanbood. „Ik ben vanmiddag van Parijs geko men", ver' elde ze dan, „maar ik heb een heel nare belevenis gehad en daarom belde ik jullie nog zo laat. Anders was ik morgen wel gekomen". Ze was eerst van plan geweest om maar niets te vertellen van haar samen zijn met Victor, maar ze bedacht, dat diens plotseling overlijden toch bekend zou word n en misschien wel als een sensationeel berichtje in de kranten kon komen met een hoofd: Bekend geleerde plotseling overleden, of zo iets. Dan was het nog maar beter het hen te vertellen, ze waren trouwens volko men op de hoogte met de vriendschap pelijke verhouding tussen haar en Vic tor; Jeanne, echt vrouwelijk, had er wel eens hoopvol, zij het half plagend, op gezinspeeld, dat het misschien nog wel eens „iets zou worden". Van het bestaan van de G.B.A. wisten Jeanne en Herman niets af: Marta had alleen verteld, dat ze met professor de Raat, wiens assistent ze immers in Delft was geweest, werkte aan een uitvinding van hem, waarvoor ze wel eens op reis moest om laboratoria en bibliotheken te bezoeken. Dat was nu ook het geval ge weest en derhalve was het ook heel natuurlijk, dat ze van de trein komend, dadelijk het eerst naar professor de Raat was gegaan om rapport uit te brengen. Van de vermissing van haar tasje repte ze natuurlijk niet, maar over het tragische gebeuren in het restaurant vertelde ze zonder enige te rughouding. „Kind, wat vreselijk voor je!" kreet Jeanne, een kop koffie bij haar neer zettend. „Had hij van te voren helemaal niet geklaagd?" vroeg Herman. „Volstrekt niet! Wat kan dat nu ge weest zijn?" Hij haalde zijn schouders op. „Och, er zijn zoveel mogelijkheden. Embolie, nartverlamming door een of andere oorzaak. Ik weet van de man niets af. Alleen begrijp ik niet hoe hij uiterlijk zo kon veranderen. Zijn ge zicht, zo verwrongen zoals je zei. Dat wijst meer op een soort intoxicatie. Maar zo erg, dat is toch welEnfin, ik weet het niet, de sectie zal het wel uitmaken. Heeft hij nog familie?" (Wordt vervolgd.) Dr. H. J. WESTERINK heeft bij J. H. Kok N.V. te Kampen een boek je doen verschijnen, dat op honderd en twaalf pagina's een voortreffelijke samenvatting geeft van wat er mo menteel aan zekerheden en veron derstellingen ten aanzien van de Bijbel bestaat. De schrijver behan delt van de voornaamste boeken van het Oude en het Nieuwe Testament de ontstaangeschiedenis en toont aan, dat er heel wat met de tekst van het Woord Gods is gebeurd, voordat wij haar in de huidige vorm in han den kregen. Niet alleen hebben He breeuwse, Aramese en Griekse schrij vers vaak naar willekeur met de geschriften der grote voorgangers gehandeld, maar ook de katholieke Vulgaatvertaling heeft heel wat wij zigingen ondergaan. De bijbelweten schap richt zich thans in hoofdzaak op het ontdekken van de tekst, die het origineel zo veel mogelijk be nadert, waarbij zij vaak steun ont vangt van zeer oude handschriften. Het boekje eindigt met een vrij uitgebreid hoofdstuk over de wor ding van de Nederlandse bijbelver talingen. De schrijver is er in geslaagd, een zeer moeilijke stof op zeer eenvou dige maar verantwoorde wijze samen te vatten. Zijn boekje is niet alleen bedoeld voor vaktheologen, maar zal ook stellig bij belangstellende leken zijn weg vinden. PIANOTRIO van Tsjaikowsky. Zuiver romantisch: de componist trekt zich al dadelijk niets van het oude vormschema aan, maar begint met een stuk met een ele gisch karakter een van de fraaiste klaagzangen uit de mu ziekgeschiedenis. Het tweede en laatste deel is een reeks van meesterlijke variaties, die haar afsluiting vindt in een prachtige coda. Zaterdag 10.15, over Hil versum I, 402 m). ZATERDAG 24 OCTOBER HILVERSUM I, 402 m.: 7.00-24-00 KRO. 7-00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.15 Ge wijde muziek. 7.45 Morgengebed en Litur gische kalender. 8.00 Nieuws en weer berichten. 8-15 Gram. 9.00 Voor de huis vrouw. 9.35 Waterstanden. 9.40 Gram- 10.00 Voor de keuters. 1015 Gram. 11.00 Voor de zieken. 11.45 Gram. 12.00 An gelus. 12.03 Gram. 12.30 Land- en Tuin- bouwmededelingen. 12.33 Gram. 12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nieuws en Katholiek nieuws. 13-20 Amus.muziek. 14.00 Boek bespreking. 14.10 Tophits. 14-20 Engelse les. 14.40 Mannenkoor. 15.00 Kroniek van Letteren en Kunsten. 15.40 Fanfarecorps. 16.00 Orgelconcert. 16.30 „De Schoonheid van het Gregoriaans". 1700 Voor de jeugd. 17.50 Sportuitslagen. 18.00 Voor de jeugd. 18.15 Journalistiek weekoverzicht. 18-25 Lichte muziek. 18.45 Buitenlandse correspondenties. 19.00 Nieuws. 19-10 Gram. 19.20 Parlementair overzicht. 19.30 Gram. 20.25 De gewone man. 20 30 „Licht baken", causerie. 20-50 Gram. 21.00 Ge- var. programma. 21.50 Actualiteiten. 22.00 Luisterwedstrijd. 22 30 „Wij luiden de Zondag in". Avondgebed en Liturgische kalender. 23.00 Nieuws. 23.15 Nieuws in Esperanto. 23-22—24.00 Gram.muziek. HILVERSUM H, 298 m.: 7.00 VARA, 10.00 VPRO, 10.20 VARA, 19.30 VPRO, 20.00—24.00 VARA. 7.00 Nieuws. 710 Gram. 7.15 Gym. 7.30 Gram. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 8-55 Voor de vrouw. 9.00 Gym. voor de vrouw. 9.10 Gram. 10-00 „Tijde lijk uitgeschakeld", causerie. 10.05 Mor genwijding. 10.20 Voor de arbeiders in de continubedrijven. 11.30 Altviool en piano. 12-00 Lichte muziek. 12.30 Land- en Tum- bouwmededelingen. 12.33 Gram. 13.00 Nieuws. 13.15 Vara-varia. 13.20 Dans muziek. 13.45 Sportpraatje. 14.00 Orgel er, zang. 14-25 Gronings programma. 14.50 Volksmuziek. 15.15 „Van de wieg tot het graf". 15.30 Dansmuziek. 16.00 Muzikale causerie. 16.15 Kamerorkest en solist 17.00 Weekjournaal. 17.30 Gram. 1800 Nieuws en commentaar 18.20 Dansmuziek. 18 40 RegeringsuitzendingZoeklicht op de Wes. terse Defensie. 19.00 Artistieke Staal kaart 19.30 „Passepartout", causerie. 10.40 „De Heidense wereld, waarin het Christendom ontstond", causerie 19-55 „Deze week", causerie. 20.00 Nieuws. 20.05 Gevar. programma 22.00 Socialis tisch commentaar. 22.15 Franse muziek. 22.40 „Onder de pannen", hoorspel. 23-00 Nieuws, 23.15—24.00 Gram.muziek.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1953 | | pagina 7