Strips en beeldromans zijn geliefd bij jongens.... en mannen Geen bedenksel van de moderne tijd, denk maar aan het verhaal van Prikkebeen.... avaSeul '1 Zit vast vaster met VELPAFIN BOTE met zu DE VERGETEN CATEGORIE AAN HET WOORD Klinkklare onzin Tom Poes mag blijven Typerende uitspraken PimPam Pom en de wonderlamp En nu de volgende kwestie- üJff 2'ussen Amsterdam fdoor F. DE SINCLAIR] en Juk Parijs Luister eens naar: Radioprogramma LEVERTRAA HALITRAN Extra aanbiedii GERARD EEKEI IfaJ.E.IBINK&Zn Kunt U voor d ST. NICOLAA niets bedenke JAN BL0KLANI vanaf 99.50 Weer tumult op in Amsterda DONDERDAG 26 NOVEMBER 1953 Veel mensen zijn van mening, dat strips en beeldromans uitvindingen zijn van de moderne tiid. Niets is minder waar dan dat: meer dan zestig jaar geleden verkocht men al in de kleinste snoepwinkel tjes op krantenpapier gedrukte reeksen van prentjes, waarin de geschiedenis van „Jan de Wasser en zijn wijf" en van „De heilige Genoveva" werden afgebeeld. Ook toén waren de kinderen er dol op. Vergeet ver der niet, dat het kostelijke verhaal van Prikkebeen een beeldroman is: bet werd in 1844 getekend door de Zwitser Töpffer. verscheen onder de naam mr Cryptogame in elf vervolgen in l'Illu- stration, precies als onze krantenstrips, werd in het Engels en Duits vertaald, waarbij mr Cryptogame werd verdoopt tot mr Bache lor Butterfly en Herr Steckelbein en in 1858 zorgde Goeverneur voor een Nederlandse bewerking; hij verving de statige, zesregelige rijmen uit de Duitse uitgaven door de vlotte verzen, die nu nog ieder kind kent: „Lieve zuster Ursula, ik ga naar Amerika." Verder herinner ik mij uit mijn prille jeugd een tijdschrift, dat „de Huisvriend" heette, waarin de strip een normaal .verschijnsel was: deze prentjes reeksen zocht ik het eerst van al op, wanneer ik in dat periodiekje mocht bladeren. Maar pas veel later kreeg het beeldverbaal de algemene verspreiding, die het nu heeft. Geen krant waagt het, de strip te negéren, alle tijdschriften wijden er aandacht aan sommige bestaan uitsluitend uit beeldrijen onge veer iedereen bekijkt ze en de kleine kinderen vin den deze „vertellingen" de mooiste, die ze kunnen ontdekken. „Iedereen", schreef ik maar naar ik meen, geldt dat voornamelijk voor de mannen en jongens. Ook voor de eersten: kort geleden zei ik tegen een man van naam en betekenis, dat een niet nader te noemen strip eigenlijk beneden de standing wr an een be paalde krant; hij keek mij ironisch aan en zei: „Dat is het eerste, waar ik iedere dag in de krant naar kijk." Uil 'n enquête bleek dat meisjes zelden of nooit en jongens in groten getale aan de Amster damse kiosken beelromans kochten. Op de Alkmaarse HBS werd enkele jaren geleden een levendige handel gedreven in deze „literatuur" voor zover ik heb kunnen nagaan, interesseerden alleen de jongens er zich voor. Hier is geen sprake meer van strips, die iedere dag nieuwe vervolgen geven, maar van kleine boekjes, gewoonlijk zonder tekst, elk met- een com pleet verhaal en meestal met een sensationele inhoud. Ze werden indertijd bij duizenden verkocht, leven nog maar leiden, Gode zij dank, een kwijnend bestaan. HOE denkt de vergeten categorie over hun betekenis en invloed? Allereerst iemand, die de beeldro man in bescherming neemt: Een, twaalf of helemaal ge.en moorden „Eerlijk gezegd gebeurt het zelden, dat ik een beeldroman lees of zelfs maar in handen krijg Ik ben nl. niet van plan, geld voor dergelijke boekjes, die je in een ommezien uit hebt en dan wel weg kunt gooien, uit te ge ven. Gebeurt het echter een enkele keer, dat ik er één te pakken krijg, dan verslind ik het ook. Ze geven een heerlijke ontspanning. Ze zijn m.i. wat dat betreft nog beter dan een volwaar dig boek, omdat het laatste uit de aard der zaak omvangrijker is, dus meer tijd vraagt, dus andere plichten ter zijde schuiven kan, terwijl een aardig beeldromannetje gemakkelijk tussen de bedrijven door gelezen en bekeken kan worden. De inhoud doet daarbij weinig of niets ter zake. Of er nu één, twaalf of helemaal gpen moorden plaatsvin den, doet er niet toe. Het maakt im mers toch niet de minste indruk, juist omdat de inhoud onbenullig of sensa tioneel is: je beleeft het dan toch niet persoonlijk mee. Dit in tegenstelling tot een serieus geschreven aoek. Het kan- mij tenminste oprecht spijten, ais de hoofdpersoon van één of ander boek komt te sterven. (Daarom ook hoeft een gewoon boek geen ontspan ningslectuur te zijn). Er wordt wel beweerd, dat men tot abnormale daden komen kan, door het lezen van beeldromans. Uit wat ik over de moorden schreef, begrijpt II natuur lijk al, dat ik het daar ook niet mee eens ben. Iemand, die normaal is, wordt heus niet abnormaal door dergelijke lectuur. Over abnormale personen zal ik niet spreken. Xatuurlijk zijn er altijd boekjes, die niet door de beugel kunnen. Het beste zou zijn het drukken en verkopen in Nederland eenvoudig te verbieden." JACOB BALDER, 17 j., R.H.B.S. Klasse B V, Bovenweg 29, St. Pancras. Dit is wel een zeer afwijkend stand punt; Jacob Balder is te gezond om het genre serieus te nemen hij geniet juist van de baarlijke nonsens, die sommige beeldromans geven en indruk maken de verhalen niet op hem: ze zijn zo onbenulig en sensationeel, dat ze geen kwaad kunnen doen. Voor een grote groep jongers geldt dat onge twijfeld, maar de „abnormalen" onder hen worden zonder meer opzij ge schoven, hun aantal is groter, dan men denkt, ook als men ze niet „abnor maal" noemt en juist voor hen is de bestrijding nodig. No. 2 staat lijnrecht tegenover hem: „Strips en beeldromans vind ik klinkklare onzin. Er komt bijna altijd moord of misdaad in voor en dat heeft beslist geen voordelen. Ik bekijk ze wel eens toevallig, als ik de krant lees. Er is niets, wat mij er in bekoort. Al die onbenulige strips en beeldromans hebben ongeveer dezelfde inhoud. Volgens mij m,oeten ze worden be streden. Hoe? Dat is moeilijk te zeg- ,gen omdat er altijd nog mensen be staan die dol op die onzin zijn. Ik kan nu wel zeggen, dat de cou ranten en tijdschriften die dingen niet meer moeten plaatsen, maar dan kom ik in botsing met de mensen, die wèl van dergelijke lectuur houden. M.i. is" het dus onmogelijk, strips en beeldromans te bestrijden." ELLY TIJMES, Kerkplein 65, Akersloot (15 jaar) En als derde komt een oudere aan 't woord; hij maakt een scherp onder scheid tussen de slechte en de goede beeldromans. „Bij de beantwoording van de vraag van deze keer, hoe ik denk over beeld romans, strips, etc., zou ik voorop wil len stellen, dat in ieder mens of hij nu jong of oud is, een drang naar avon tuur schuilt, die op de een of andere wijze bevredigd moet worden, doch die ook vaak moeilijk te beteugelen is. Al len kennen we wel onze jongensach tige verering van helden als Winnetou, Arendsoog, etc. en allen hebben we hen wel eens op hun adembenemende tochten gevolgd. Later treedt deze avontuurlijke geest naar de achter grond en vinden we hem nog slechts hier en daar terug in het vereren van filmsterren en het lezen van strips. Ik ben ervan overtuigd, dat bijna ieder mens een avontuurlijke inslag heeft en dat met deze geest vooral voorzichtig moet worden omgesprongen. Vlak na de oorlog werd de jeugd bedolven on der beeldromans van zeer slechte kwa liteit. waarin „stoere" mannen met pistolen en stalen vuist, de ene na de andere tegenstander neerlegden en waarin half uitgeklede vrouwen be koorlijk naar de lezers lachten. Ook thans zijn nog wel dergelijke slechte boekjes in omloop, al neemt hun aan tal gelukkig wat af. Ik ben geen voor stander van beeldromans, eerder een fel tegenstander, in de eerste plaats omdat op een veelal geraffineerde en gemene manier een verkeerde sensatie bij de lezer wordt opgewekt en ten tweede, omdat de boekjes voornamelijk „opvoeden" tot baldadigheid, onzede lijkheid en andere minder fraaie eigenschappen. Het enig afdoende middel tegen deze lectuur is mijns in ziens een vervaardigings- en verkoop verbod. Of dit jDractisch uitvoerbaar is, is moeilijk te zeggen, daar we in Nederland nogal een vrij volk zijn en we ons niet graag beperkt zien door overheidsmaatregelen; we dienen ech ter in te zien, dat deze, de maatschap pij verknoeiende, rommel het best op een of andere dwingende wijze ver wijderd kan worden. Iets anders is het met strips als Tom Poes, Pim, Pam en Pom, Eric de Noorman etc.; hierin schuilt naast de juiste avontuurlijke geest een humoristisch levenswijsheid, die mijns inziens wel degelijk verant woord is. Zelf mag ik deze strips graag lezen, je bent een ogenblik uit je dagelijkse beslommeringen en ze ge ven je vaak op gezonde wijze aflei ding. Wie de verhaaltjes nl. aandachtig beschouwt, komt tot de ontdekking, dat ze zeker niet onbenullig en uitslui tend sensationeel zijn.. Integendeel, voor de aandachtige beschouwer zit ten er, evenals in sprookjes, vele die pere gedachten achter. Wanneer we onze avontuurlijke geest voeden uit deze bron, dan geloof ik, dat we hem in juiste banen leiden wat betreft beeldromans en strips." W. KOOIMAN, A 103, Hensbroek. We geven nu nog het woord aan en kele anderen. Allereerst Hans Reinders, die strips en beeldromans niet in één adem wenst te noemen. „Wanneer wij ons oordeel gaan uit spreken over strips en beeldromans, dan dienen wij daarbij bijzonder voor zichtig te zijn. Vrijwel altijd worden strip en beeldroman in één adem ge noemd en dientengevolge vaak geheel ten onrechte over één kam geschoren. Er bestaat toch wel degelijk verschil tussen beeldroman en strip. Onder beeldromans zou ik willen verstaan, die verhalen, die vrijwel geheel in beelden worden verteld, en waarin de personages, die men in vakkringen met „luskletsers" pleegt aan te duiden, de hoofdrol spelen. Bij de strip wordt de tekst aangevuld en verduidelijkt door een groot aantal afbeeldingen, maar men zou eventueel met de tekst kunnen volstaan - m het verhaal te begrijpen. Allereerst dan iets over de beeld roman. Deze heeft, vooral na de twee de wereldoorlog, in ons land wel een zeer slechte naam gekregen. Wij ken nen de beeldroman vooral als een klein boekje, waarin één of ander goedkoop luguber moordverhaal in te keningen van zeer slecht kaliber en teksten van grote rauwheid wordt op gedist. Zoals ik al zei, de teksten zijn bijzaak; het gaat om de verwrongen figuren en taferelen. Ik geef toe, dat er ook wel iets van beter gehalte tussendoor loopt, maar over het alge meen zie ik in deze boekjes een groot gevaar voor de opgroeiende jeugd, die er, zo niet veel slechts, dan toch zeker niets goeds uit leren kan. Heel anders is dat met het zoge naamde „stripverhaal". Dit is op ge heel andere leest geschoeid. Zeker, ook hier schuilt uiteraard veel kaf onder het koren, maar er bestaan stel lig vele goede strips. Ik schaam mij er niet voor, te bekennen, dat ik mij urenlang geweldig kan amuseren met bijv. een paar boekjes over Tom Poes. En zo heb ik hier dan meteen een voorbeeld van een beeldverhaal in mijn ogen, van prima qualiteit. Min derwaardig? Kinderachtig? Wel nee, in geen geval. Hier bekijk je voor je plezier de plaatjes, die stuk voor stuk een brokje humor en vrolijkheid be vatten. Hier is het niet alleen een ge zond en spannend verhaal, maar, wan neer je tussen de regels doorleest kun je er bovendien nog heel veel critiek op bestaande toestanden uit halen". Agnes Wijminga te Bergen: „Ik vind het een absoluut te veroordelen iets; het is in zekere zin een afstomping van de jongelui, die ze met zoveel „in teresse" lezen.... De inhoud is sensa tioneel en 'werkt volgens mij, zonder dat je er erg in hebt, op onze primi tieve instinctenIk geloof, dat wanneer je veel van deze „lectuur" leest, je te lui wordt om een werkelijk goed boek op te nemen". P. B. S. Kat te 's-Gravenhage„In goede strips zie ik geen kwaad; na inspannend werken is het een aan gename ontspanning.... De leefijds- grens, waarop men beeldromans kan „lezen", ligt volgens mij tussen de twaalf en veertien jaarFataal wordt het, wanneer de beeldromans en strips slechte sensationele verhalen bevatten". G. de Boer uit Den Helder: „Ik vind de detective-beeldverhalen zwaar ver gif, vooral voor jonge mensen". Hans Kaper uit Alkmaar: „Het pu bliek wordt bedrogen en om de tuin geleid.... Desalniettemin grijp ik er toch ook af en toe naarIk meen, dat het niet zozeer de inhoud is die mij trekt als wel de plaatjes; de sen sationele inhoud kan mij niet bekoren mooi kan ik het niet vinden, dit dor sten naar bloed en mooie vrouwen en de jachten op inbrekers. Kort gezegd: „ik léés de plaatjes en zié de tekst". Wim Bison uit Bergen aan 2ee: „Er zit weinig of niets inReeds na enkele afleveringen weet men, hoe het afloopt.... het is doelloze tijdverspil ling". Allen vinden bestrijding nodig; als middelen worden genoemd: „druk- en verspreidingsverbod", „niet verbieden, maar nooit kopen en de kinderen dui delijk maken, waarom deze dingen niet deugen", „de onzin belachelijk maken", „op school en thuis weren en laten voelen, dat ze luiheid, gemak zucht en ophitsing een minder sterk karakter in de hand werken", „toe zicht van de overheid", „instelling van een controle-commissie net als bij de film", „het verschaffen van betere, maar even boeiende lectuur". Aan al deze beschouwingen mag ik er nog wel één toevoegen. De denkpsychologen hebben ons dui delijk gemaakt, dat bij jonge kinderen de „aanschouwelijkheid" een grote rol speelt: ze zijn typische „beeldden kers", die ook bij hun eigen vertel lingen alle phrase, alle franje, elke nuance en betrekkelijkheid weglaten en van het ene feit, beter misschien van het ene beeld op het andere over springen. Daaruit is te verklaren, dat zij zo bijzonder gesteld zijn op sprook- jeè, die ïmmer^ hetzelfde karakter dra gen en op prentenboeken. Méér r^g op strips, die ook opvolgende gebeur tenissen uitbeelden en aan de fantasie vragen, beeld met beeld te verbinden, dus een spanning oproepen, die de gewone prent niet nodig heeft. Maar geen mens mag in de aanschouwelijk heid blijven steken. Op de duur moet hij abstract leren denken, dus zonder veel gebruik te maken van beelden. En voor J~t abstracte denken is de taal, die leert scheiden en onderschei den, onmisbaar. Waaruit volgt, dat voor ieder kind geleidelijk het beeld verhaal plaats moet maken voor het woordverhaal: wie zich blijvend aan het eerste hecht, wordt „film-minded" en ongeschikt voor diepzinniger we tenschap en filosofie. Natuurlijk ligt daar niet in opgesloten, dat jonge men sen en volwassenen wijs doen, alle prentjes achterwege te laten maar de hoofdzaak moet de taal worden. En hoe nu te verklaren is, dat de jongens meer belangstelling tonen voor 182. Terwijl in het kasteel van baron Van Pottum gekibbeld werd om de fel begeerde wonderlampdraafden Pim, Pam en Pom langs de weg. Nauwelijks hadden ze Ali zien verdwijnen of ze wa ren hun bedje uitgesprongen. „Hoorde je nog wat hij riep?" vroeg Pim. „Ik moet komen", zei hij. En hij wie? Bij Moeder natuurlijk, want die nam de lamp mee in haar tasje en alléén degeen. die de lamp in zijn bezit heeft, kan Ali laten komen". „Waarom moest hij komen?" vroeg Pom verwonderd terwijl hij zijn schoenen aantrok. „Misschien heeft Moeder de lamp aan de baron terugge geven", veronderstelde Pam. „Voor alle zekerheid moeten we maar eens gaan kijken. Ik heb net zo'n gevoel of er iets niet in orde is". En zo kwam het, dat ze in volle vaart naar het kasteel van de baron draafden. Het zware hek van de strips en beeldromans dan de meisjes? Mijns inziens is dat een normaal ver schijnsel: de jongens kiezen immers ook veel meer avontuurlijke vertellin gen en ze schuwen in de regel het meisjesboek het sensationele karak ter van de strip en de beeldroman bepaalt hun voorkeur. Of het nodig is, bepaalde beeldro mans te bestrijden? Mijns inziens wel, precies zoals we minderwaardige lec tuur in het algemeen bestrijden. Het is alleen maar de vraag, waar de grenzen liggen, wie dit uit zal maken en hoe de strijd moet worden gevoerd. Ons land heeft drukpersvrijheid en dat is om vele redenen een kostelijk goed. Toch wordt er door de politie op sommige boeken beslag gelegder komt dan een rechtszaak en de rechter heeft het laatste woord. Maar de rech ter is aan de wet gebonden. En mij is geen wetsartikel bekend, waarop de rechter zich zou kunnen beroepen om de door ons allen veroordeelde beeldroman van minderwaardig gehal te het verspreiden en verspreiden on mogelijk te maken. Het is ook de vraag, of het nodig is. Zonder wette lijke bestrijding is tóch de belangstel ling voor deze kolder-lectuur sterk gedaald: de Nederlandse jeugd is over de hele breedte te gezond om zich lang en blijvend te laten némen door schrijvers, tekenaars en uitgevers, die niet de bedoeling hebben, hen op te voeden, wijzer en beter te maken, maar speculeren op hun zucht naar sensatie om hun het spaarzame geld uit de zak te kloppen en zichzelf ten ;fkoste van jonge mensen te verrijken, 'faa korte tijd begrijpen honderden „grote kinderen", dat zé de dupe wor den ze zien bovendien, dat „alles op hetzelfde neerkomt", dat de werke lijkheid heel anders is dan de zotte wereld, waarin men hen laat ronddo len en dat men hen neertrekt in een sfeer van grofheid en ruw geweld, waarvoor een beschaafd mens niets dan minachting heeft. Een poging, die de Katholieken in Amerika hebben ondernomen, om de sléchte beeldromans de wind uit de zeilen te nemen, moet nog even wor den gereleveerd: men heeft spannende verhalen met een goede strekking als beeldboekjes in de® handel gebracht tegen zeer lage prijs en met groot succes. We kunnen dus eindigen met vast te stellen, dat de niet al te sensationele strip wordt aanvaard, mits ze niet het enige „geestelijke voedsel" is en de bloederige beeldroman vrijwel alge méén wordt afgewezen. GEEF je de voorkeur aan Sinterklaas of aan Kerstmis? Hoe moeten deze feesten gevierd ivorden, zodat ze ook voor de vergeten categorie van betekenis zijn? Brieven uiterlijk Maandagmiddag zenden aan D. L. Daalder, Komlaan 8, Bergen (N.-H.) 37) „Ik zou het misschien moeten hebben, Bea, maar ik voel niets van dien aard; ik vind het alleen allemaal maar erg akelig. Maar je zei dat je je ziek voel de en die indruk krijg ik ook. Wat scheelt er aan?" „Je hebt nog geen antwoord gegeven op mijn vraag of je me een plezier zou willen doen", sprak Bea. „Ja, natuurlijk, wil ik dat". „Kijk, daar op dat tafeltje ligt een brief. Neem die mee en maak hem mor gen open. Morgen! Niet eerder! Anders niet". Die laatste woorden klonken heel zacht en Marta keek naar het geel zwarte gelaat: de ogen waren weer ge sloten. Marta was opgestaan en had de brief van het tafeltje genomen hield hem in de hand, wilde iets zeggen. Doch Beate was haar voor. „Nu moet je gaan", fluisterde ze. „Ik wou, dat ik iets voor je kon doen Bea". Bea lichtte de zwarte hand, welke boven het dek lag, even op en gebaar de, dat Marta nu moest gaan. En Marta begreep dat dit ook het beste was. „Dag Bea," zei ze nog. „Dag Mart. Dank je". De woorden waren nauwelijks ver staanbaar. Toen wendde Marta zich om en ver liet zacht de kamer. HOOFDSTUK XX Toen Marta buiten kwam, kreeg ze het gevoel of er ineens iets drukkends van haar af viel! Daar boven op die kamer met Beate op dat divanbed en die donkere stem, die zulke vreselijke dingen vertelde, zulke vreselijke bekentenissen deed, al was het dan ook helemaal geen biecht, zoals ze nadrukkelijk zei Het was eigenlijk huiveringwekkend, maar ook allemaal zo héél erg, zo on waarschijnlijk erg, dat de realiteit er van, nu ze weer buiten liep, in het ge wone alledagleven van de stad en het verkeer en de fietsen haar toch eigenlijk toescheen iets onmogelijks, iets onwaars te zijn, zo maar een fantastisch luguber bedenksel. Eigenlijk net als het gebeurde van deze nacht. En was Beate nu ziek? Ze maakte zeker wel de indruk niet goed te zijn, maar het was moeilijk bij zo'n type be paalde ziektesymptomen waar te ne men, ze tekenen zo anders, ze zien niet bleek, hebben geen koortsblosjes. Wonderlijk, dat ze die vergiftige doorn in haar hand onder de dekens hield? Was dat alleen om haar die te tonen* In die brief, die ze had meegenomen, zat ook iets hards. Dat voelde ze wel. Of dat ook nog zo'n doorn zou zijn? Enfin, de brief zat veilig in haar tasje. Morgen moest ze die brief openen. Morgen, vooral niet eerder! Zou er dan tussen nu en morgen iets gebeuren? Enfin, dat moest dan maar! Ze werd er moe van en welbeschouwd begon het haar heel erg te vervelen! Toen ze nog kon geloven in de idealen van de G.B.A. vond ze 't pikant en leuk-avon tuurlijk, maar het was nu allemaal te ruggevallen tot zo'n laag-bij-de-gronds gedoe, dat grof-misdadig was en ge vaarlijk bovendien! En met die hele rommel wilde ze niets meer te maken hebben; ze was toch waarachtig geen vrouwelijke Atlas. Dank je wel! Maar het werd tijd, dat ze zich nu dan ook eens heel gauw uit al die narigheid vrijvocht. Ze was zo al denkend en filosoferend in het Vondelpark gekomen; ze was een beetje moe van het geslenter en ze had trek in koffie en dus stapte ze het hek van het Blauwe Paviljoen bin nen, nam daar aan een tafeltje plaats en bestelde koffie en cake. Het was er maar stilletjes op dit vroege middaguur; ze zag er een paar bekende acteurs zitten, die er blijkbaar hun rollen zaten te leren en het wel licht te rumoerige eigen interieur wa ren ontvlucht; een aardig kind speelde er met een lachende terrier; in de bo men rondom zaten vogels te zingen en een vlucht mussen vloog kwetterend door wat struikgewas; het weer was prachtig, zomers warm, met een vage geur van hooi en lindebloesem, welke zacht werd toegebl'azen op een koel windje uit het Westen. Ze kreeg nu toch ook weer zin om te roken; uit haar tasje haalde ze de sigarettenkoker; daar zat ook de dikke brief van Beate in en de aandacht van die brief ontstemde haar nu eens klaps. Het was hier nu zo goed en zui ver en ze wilde niet weer terugduiken in die troebele sfeer van misdaad en allerlei narigheid! Rondom haar was nu alles zo vrolijk, zo normaal-gezond en zorgeloos! Althans voor zover zij het waarnam en ze had niet de minste nei ging om te gaan speuren en wroeten naar hetgeen er wellicht achter die zon nige oppervlakte der dingen verborgen lag. Dat was het tragische pessimisme van zovelen, die nooit willen geloven in de jubelende schijn van de bezonde wereld! Ineens, vlak achter haar, noemde iemand haar naam. „Juffrouw de Wilde", en toen ze op zag, keek ze in het gezicht van De Boer, de zwager van Victor. Hij lachte, nam zijn hoed af. „Mag ik even aan uw tafeltje komen zitten?" Ze had eigenlijk graag: „nee!" ge zegd, maar ze had geen reden om on hoffelijk te zijn en ze antwoordde daar om koeltjes: ..Och ja, gaat uw gang". Hij ging zitten. (Wordt vervolgd.) SCHOENCRÊME - WRIJFWAS KOPËRPOEJS (Advertentie, Ing. Med.) VIOOLSONATE VAN BADINGS. De stad Genua heeft in 1952 ter herdenking van Paganini's ge boorte, 170 jaar geleden, een prijs vraag uitgeschreven voor een vir tuoze compositie voor viool alleen. De jury, o.m. bestaande uit Florent Schmitt, Darius Milhaud en Claude Delvincourt, met George Enesco als adviseur, liet slechts twee der ingezonden werken tot de prijs vraag toe, waarna het publiek de Paganiniprijs aan een dezer com posities mocht toekennen. Be kroond werd de derde sonate van Henk Badings. De tweede prijs was eveneens voor Badings, voor zijn tweede sonate. Deze wordt thans uitgevoerd door Piet Nij- land. (Vrijdag 15.10 over Hilversum II, 298 m). ENGELSE KERKMUZIEK. In de reeks Het Protestants Kerk lied kan men thans werkjes van de Engelse componisten R. Vaug- han Williams en G. Holst be luisteren. Williams schreef zeer korte en eenvoudige bewerkingen van ps. 23 en ps. 349, de laatste voor de kroning van Koningin Elizabeth m Juni 11. De werken van Holst zijn grootser van opzet. In het ene, ps 86, benut hij de ook bij ons gebruikelijke melo die van Louis Bourgeois. Het andere, een vrije bewerking van ps. 148, berust op de melodie, waarop de Herv. kerk het Zon nelied van St. Franciscus pleegt te zingen. Het concert wordt ge geven door het Ned. Kamerkoor met medewerking van Simon C. Jansen, orgel en het strijkorkest l'Estro Armonico, onder leiding van Felix de Nobel. (Vrijdag 20.15 over Hilversum II, 298 m vlekvrij* koudlijm van CETA BEVER (Advertentie, Ing. Med.) VRIJDAG 27 NOVEMBER HILVERSUM I, 402 m.: 7.00—24.00 NCRV. 7.00 Nieuws. 7.13 Gewijde mu ziek. 7.45 Een woord voor de dag. 8.00 Nieuws en weerberichten. 8-15 Gram. 8.30 Tot Uw dienst. 8.35 Gram. 9.00 Voor de zieken. 9.30 Voor de vrouw. 9.35 Water standen. 9.40 Gram. 10.30 Morgendienst. 11.00 Kamerorkest en solist. 11.50 Gram. 12.30 Land- en Tuinbouwmededelingen. 12.33 Gram. 12.59 Klokgelui. 13.00 Nieuws 13.15 Meisjeskoor en piano. 13.25 Gram.- muziek. 14.00 „Met oog en oor de wereld door", causerie. 14.30 Gram. 15.10 Voordracht. 15.30 Altviool en piano. 16.00 „Odontoglossum Grande, de beste orchi dee voor de kamer", causerie. 16.15 Om roeporkest en soliste. 17.00 Gram. 17.25 Idem. 17.45 Fries programma. 18 00 Fan fare-orkest. 18.30 Piano en viool. 19.00 Nieuws en weerberichten. 19.10 Regerings uitzending: „Verklaring en toelichting". 19.30 Gram. 20.00 Radiokrant. 20.20 Rot terdams Philharmonisch Orkest, tnannen- koor en bariton. 21.20 „Nieuwe taken voor t de ondernemers-organisaties", cau serie. 21.40 Metropole-Orkest. 22.10 Piano recital. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nieuws en S-O.S.-berichten. HILVERSUM II, 298 m.: 7.00 VARA, 10.00 VPRO, 10.20 VARA, 12.00 AVRO, 16.00 VARA, 19.30 VPRO, 21.00 VARA. 22.40 VPRO, 23.00—24.00 VARA. - 7-00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.15 Gym. 7.30 Gram. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 8.45 Voor de huisvrouw. 9.00 Gym. voor de vrouw. 9-10 Gram. 9.40 Schoolradio. 10.00 „Kinderen en Mensen", causerie. 10.05 Morgenwijding. 10.20 Voor de kleuters. 10.40 Koorzang. 11.00 Voordracht. 11.20 Gram. 12-00 Lichte muziek. 12.30 Land en Tuinbouwmededelingen. 12.3,3 Sport- overzicht. 12.48 Gram. 13.00 Nieuws. 13.15 Mededelingen. 13.20 Amusements-orkest. 14-00 Kookpraatje 14.20 Vocaal kwartet. 14.50 Boekbespreking. 15.i0 Vioolrecital. 15.30 Musette-Orkest. 16.00 Instrumentaal trio. 16.30 Muzikale causerie. 17.10 Voor de jeugd, 17-40 Gram. 18.00 Nieuws. 18.15 Gevar. muziek. 18.45 Voor de jeugd. 19.10 Mannenkoor. 19.30- „Hoe ik tot mijn ge loof kwam", causerie. 19.50 Berichten. 20.00 Nieuws. 20.05 Boekbespreking. 20.15 Kamerkoor, orgel en strijkorkest. 20.30 „Benelux". 20.40 „De zorg voor het be dreigde kind", causerie. 21.00 Voor de jeugd. 21.35 Amus.muziek. 22 00 Buiten lands weekoverzicht. 22.15 Dansmuziek. 22.40 „Vandaag", causerie 22.45 Avona- overdenking. 23.00 Nieuws. Televisie-programma. VARA. 20-1-5— 21.45: 1. Actualiteiten en weerbericht; 2. „De poppen van Sask'a Koenraads"; 3. „Leg U 't daar rmor neer", voorwer pen vormen woorden: 4. Pauze: 5. „Mark- heim", televisiespel. poort stond open en het drietal draafde over het grintpad dat naar het kasteel voerdetotdat het plotseling gestuit werd in zijn vaart. „Halt!" klonk er een stem uit de duisternis. „Wat zullen we nu beleven?" hijgde Pom. „Wie bent U? vroeg Pam en Pim riep: „We moeten di rect de baron spreken. „Barrron in ge- sprrrek zijn. antwoordde de man die hem tegengehouden had, met een vreemd accent. „Die praat net zo als Ali," mompelde Pim en vroeg toen hardop: „Komt U soms óók uit Bag dad?" „Ja zekerrr wel," zei de man. die een ruime cape droeg en een tulband op het hoofd had. „Bent U dan soms de emir, waarvan Ali ons verteld heeft?" vroeg Pom nieuwsgierig. „Niet de emirrr. Zijne Hoogheid is binnen. Maarrr ik Joessoef zijn, kamerrrbe- diende van Zijne Hoogheid". 't Wordt koud begin nu met doch dan de geijkte levertra „LOVITRAN" Verdraagt U geel levertraan dan in druppels en capsules. Drogisterij LAAT 78 naast de Kapelkei van lste kwaliteit per 500 Doorr. Koelappen Doorr. Koerollade Magere Koelappen Riblappen Rosbeaf Saucijzen Schoudercarbon Gehakt h. o. h 2' kg Rauw Koevet 2 ('2 kg Rauwe Reuzel 200 gram Ham 200 gram Rookvlees 200 gram Pekelvlees 200 gram Gekookt Spe 200 gram Ontbijtspek 200 gr. Boterhamworst 200 gram Tongenworst Beleefd aanbevelen) Spoorstraat 56. Tel. Laat 187-Alkmaar HORLOGES v.aƒ17.50 WEKKERS v.a6.50 KOEKOEKS KLOKKEN v.aƒ11.95 PENDULES v.aƒ37.50 14 daags met slag werk. STALEN REKBANDEN v.a4.80 Ziet onze collectie PONTIAO HORLOGES Het wereldmerk Alle uurwerken met schriltelijke parantie heeft nuttige gschenk zoals Rijwielen, Jonge en Meisjes, Dames Heren Autopeds, diverse kleuren, prima 24. Ruiten stuur- of zijtE sen. Rjjwiellampen, R gepbroeken of Pjjp< Batteryhulzen, enz. Alles tegen laags prijzen en prima kwa teit. Luttik Oudorp 3. Tel. 3485, AlkmEiar. Dinsdagavond verkocht huishouder in een perceel dijk te Amsterdam koeken de daardoor in jtrijd met gen van de winkelsluitings agenten van de Amsterda: onderhielden de 37-jarige over en toen een van hen d de binnengaan om een getuii geraakte de koffiehuishoude: Hij google de bij hem sta opzij en ging de verbalisar om hem het maken van not letten. De twee agenten wilden man aanhouden teneinde he Politiebureau over te brengc zette zich dermate, dat het vechtende door een spiege Huiten gekomen rukte de ar: los maar werd meteen wee: '?ssen had zich voor het i F. menigte verzameld. T< nehuishouder weggevoerd v n uer agenten van een d

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1953 | | pagina 2