Strips en beeldromans zijn geliefd
bij jongens.... en mannen
Geen bedenksel van de moderne tijd, denk maar aan het
verhaal van Prikkebeen....
avaSeul
'1 Zit vast vaster met VELPAFIN
BOTE
met zu
DE VERGETEN CATEGORIE
AAN HET WOORD
Klinkklare onzin
Tom Poes mag blijven
Typerende uitspraken
PimPam Pom en de wonderlamp
En nu de volgende kwestie-
üJff 2'ussen Amsterdam
fdoor F. DE SINCLAIR]
en Juk Parijs
Luister eens naar:
Radioprogramma
LEVERTRAA
HALITRAN
Extra aanbiedii
GERARD EEKEI
IfaJ.E.IBINK&Zn
Kunt U voor d
ST. NICOLAA
niets bedenke
JAN BL0KLANI
vanaf 99.50
Weer tumult op
in Amsterda
DONDERDAG 26 NOVEMBER 1953
Veel mensen zijn van mening, dat strips en
beeldromans uitvindingen zijn van de moderne tiid.
Niets is minder waar dan dat: meer dan zestig jaar
geleden verkocht men al in de kleinste snoepwinkel
tjes op krantenpapier gedrukte reeksen van prentjes,
waarin de geschiedenis van „Jan de Wasser en zijn
wijf" en van „De heilige Genoveva" werden afgebeeld.
Ook toén waren de kinderen er dol op. Vergeet ver
der niet, dat het kostelijke verhaal van Prikkebeen
een beeldroman is: bet
werd in 1844 getekend
door de Zwitser Töpffer.
verscheen onder de
naam mr Cryptogame in
elf vervolgen in l'Illu-
stration, precies als onze
krantenstrips, werd in het Engels en Duits vertaald,
waarbij mr Cryptogame werd verdoopt tot mr Bache
lor Butterfly en Herr Steckelbein en in 1858 zorgde
Goeverneur voor een Nederlandse bewerking; hij
verving de statige, zesregelige rijmen uit de Duitse
uitgaven door de vlotte verzen, die nu nog ieder kind
kent: „Lieve zuster Ursula, ik ga naar Amerika."
Verder herinner ik mij uit mijn prille jeugd een
tijdschrift, dat „de Huisvriend" heette, waarin de
strip een normaal .verschijnsel was: deze prentjes
reeksen zocht ik het eerst van al op, wanneer ik in
dat periodiekje mocht bladeren. Maar pas veel later
kreeg het beeldverbaal de algemene verspreiding,
die het nu heeft. Geen krant waagt het, de strip te
negéren, alle tijdschriften wijden er aandacht aan
sommige bestaan uitsluitend uit beeldrijen onge
veer iedereen bekijkt ze en de kleine kinderen vin
den deze „vertellingen" de mooiste, die ze kunnen
ontdekken. „Iedereen", schreef ik maar naar ik
meen, geldt dat voornamelijk voor de mannen en
jongens. Ook voor de eersten: kort geleden zei ik
tegen een man van naam en betekenis, dat een
niet nader te noemen strip eigenlijk beneden de
standing wr an een be
paalde krant; hij keek
mij ironisch aan en zei:
„Dat is het eerste, waar
ik iedere dag in de krant
naar kijk." Uil 'n enquête
bleek dat meisjes zelden
of nooit en jongens in groten getale aan de Amster
damse kiosken beelromans kochten. Op de Alkmaarse
HBS werd enkele jaren geleden een levendige handel
gedreven in deze „literatuur" voor zover ik heb
kunnen nagaan, interesseerden alleen de jongens er
zich voor. Hier is geen sprake meer van strips, die
iedere dag nieuwe vervolgen geven, maar van kleine
boekjes, gewoonlijk zonder tekst, elk met- een com
pleet verhaal en meestal met een sensationele inhoud.
Ze werden indertijd bij duizenden verkocht, leven nog
maar leiden, Gode zij dank, een kwijnend bestaan.
HOE denkt de vergeten categorie over hun betekenis
en invloed?
Allereerst iemand, die de beeldro
man in bescherming neemt:
Een, twaalf of helemaal ge.en moorden
„Eerlijk gezegd gebeurt het zelden,
dat ik een beeldroman lees of zelfs
maar in handen krijg Ik ben nl. niet
van plan, geld voor dergelijke boekjes,
die je in een ommezien uit hebt en
dan wel weg kunt gooien, uit te ge
ven. Gebeurt het echter een enkele
keer, dat ik er één te pakken krijg,
dan verslind ik het ook. Ze geven een
heerlijke ontspanning. Ze zijn m.i. wat
dat betreft nog beter dan een volwaar
dig boek, omdat het laatste uit de aard
der zaak omvangrijker is, dus meer
tijd vraagt, dus andere plichten ter
zijde schuiven kan, terwijl een aardig
beeldromannetje gemakkelijk tussen de
bedrijven door gelezen en bekeken kan
worden. De inhoud doet daarbij weinig
of niets ter zake. Of er nu één, twaalf
of helemaal gpen moorden plaatsvin
den, doet er niet toe. Het maakt im
mers toch niet de minste indruk, juist
omdat de inhoud onbenullig of sensa
tioneel is: je beleeft het dan toch niet
persoonlijk mee. Dit in tegenstelling
tot een serieus geschreven aoek. Het
kan- mij tenminste oprecht spijten, ais
de hoofdpersoon van één of ander boek
komt te sterven. (Daarom ook hoeft
een gewoon boek geen ontspan
ningslectuur te zijn).
Er wordt wel beweerd, dat men tot
abnormale daden komen kan, door het
lezen van beeldromans. Uit wat ik over
de moorden schreef, begrijpt II natuur
lijk al, dat ik het daar ook niet mee
eens ben. Iemand, die normaal is, wordt
heus niet abnormaal door dergelijke
lectuur. Over abnormale personen zal
ik niet spreken.
Xatuurlijk zijn er altijd boekjes, die
niet door de beugel kunnen. Het beste
zou zijn het drukken en verkopen in
Nederland eenvoudig te verbieden."
JACOB BALDER,
17 j., R.H.B.S. Klasse B V,
Bovenweg 29, St. Pancras.
Dit is wel een zeer afwijkend stand
punt; Jacob Balder is te gezond om het
genre serieus te nemen hij geniet
juist van de baarlijke nonsens, die
sommige beeldromans geven en indruk
maken de verhalen niet op hem: ze zijn
zo onbenulig en sensationeel, dat ze
geen kwaad kunnen doen. Voor een
grote groep jongers geldt dat onge
twijfeld, maar de „abnormalen" onder
hen worden zonder meer opzij ge
schoven, hun aantal is groter, dan men
denkt, ook als men ze niet „abnor
maal" noemt en juist voor hen is de
bestrijding nodig.
No. 2 staat lijnrecht tegenover hem:
„Strips en beeldromans vind ik
klinkklare onzin. Er komt bijna altijd
moord of misdaad in voor en dat heeft
beslist geen voordelen.
Ik bekijk ze wel eens toevallig, als
ik de krant lees. Er is niets, wat mij
er in bekoort. Al die onbenulige strips
en beeldromans hebben ongeveer
dezelfde inhoud.
Volgens mij m,oeten ze worden be
streden. Hoe? Dat is moeilijk te zeg-
,gen omdat er altijd nog mensen be
staan die dol op die onzin zijn.
Ik kan nu wel zeggen, dat de cou
ranten en tijdschriften die dingen niet
meer moeten plaatsen, maar dan kom
ik in botsing met de mensen, die wèl
van dergelijke lectuur houden.
M.i. is" het dus onmogelijk, strips en
beeldromans te bestrijden."
ELLY TIJMES,
Kerkplein 65, Akersloot
(15 jaar)
En als derde komt een oudere aan
't woord; hij maakt een scherp onder
scheid tussen de slechte en de goede
beeldromans.
„Bij de beantwoording van de vraag
van deze keer, hoe ik denk over beeld
romans, strips, etc., zou ik voorop wil
len stellen, dat in ieder mens of hij nu
jong of oud is, een drang naar avon
tuur schuilt, die op de een of andere
wijze bevredigd moet worden, doch die
ook vaak moeilijk te beteugelen is. Al
len kennen we wel onze jongensach
tige verering van helden als Winnetou,
Arendsoog, etc. en allen hebben we
hen wel eens op hun adembenemende
tochten gevolgd. Later treedt deze
avontuurlijke geest naar de achter
grond en vinden we hem nog slechts
hier en daar terug in het vereren van
filmsterren en het lezen van strips. Ik
ben ervan overtuigd, dat bijna ieder
mens een avontuurlijke inslag heeft en
dat met deze geest vooral voorzichtig
moet worden omgesprongen. Vlak na
de oorlog werd de jeugd bedolven on
der beeldromans van zeer slechte kwa
liteit. waarin „stoere" mannen met
pistolen en stalen vuist, de ene na de
andere tegenstander neerlegden en
waarin half uitgeklede vrouwen be
koorlijk naar de lezers lachten. Ook
thans zijn nog wel dergelijke slechte
boekjes in omloop, al neemt hun aan
tal gelukkig wat af. Ik ben geen voor
stander van beeldromans, eerder een
fel tegenstander, in de eerste plaats
omdat op een veelal geraffineerde en
gemene manier een verkeerde sensatie
bij de lezer wordt opgewekt en ten
tweede, omdat de boekjes voornamelijk
„opvoeden" tot baldadigheid, onzede
lijkheid en andere minder fraaie
eigenschappen. Het enig afdoende
middel tegen deze lectuur is mijns in
ziens een vervaardigings- en verkoop
verbod. Of dit jDractisch uitvoerbaar
is, is moeilijk te zeggen, daar we in
Nederland nogal een vrij volk zijn en
we ons niet graag beperkt zien door
overheidsmaatregelen; we dienen ech
ter in te zien, dat deze, de maatschap
pij verknoeiende, rommel het best op
een of andere dwingende wijze ver
wijderd kan worden. Iets anders is het
met strips als Tom Poes, Pim, Pam en
Pom, Eric de Noorman etc.; hierin
schuilt naast de juiste avontuurlijke
geest een humoristisch levenswijsheid,
die mijns inziens wel degelijk verant
woord is. Zelf mag ik deze strips graag
lezen, je bent een ogenblik uit je
dagelijkse beslommeringen en ze ge
ven je vaak op gezonde wijze aflei
ding. Wie de verhaaltjes nl. aandachtig
beschouwt, komt tot de ontdekking,
dat ze zeker niet onbenullig en uitslui
tend sensationeel zijn.. Integendeel,
voor de aandachtige beschouwer zit
ten er, evenals in sprookjes, vele die
pere gedachten achter. Wanneer we
onze avontuurlijke geest voeden uit
deze bron, dan geloof ik, dat we hem
in juiste banen leiden wat betreft
beeldromans en strips."
W. KOOIMAN,
A 103, Hensbroek.
We geven nu nog het woord aan en
kele anderen.
Allereerst Hans Reinders, die strips
en beeldromans niet in één adem
wenst te noemen.
„Wanneer wij ons oordeel gaan uit
spreken over strips en beeldromans,
dan dienen wij daarbij bijzonder voor
zichtig te zijn. Vrijwel altijd worden
strip en beeldroman in één adem ge
noemd en dientengevolge vaak geheel
ten onrechte over één kam geschoren.
Er bestaat toch wel degelijk verschil
tussen beeldroman en strip. Onder
beeldromans zou ik willen verstaan,
die verhalen, die vrijwel geheel in
beelden worden verteld, en waarin
de personages, die men in vakkringen
met „luskletsers" pleegt aan te duiden,
de hoofdrol spelen. Bij de strip wordt
de tekst aangevuld en verduidelijkt
door een groot aantal afbeeldingen,
maar men zou eventueel met de tekst
kunnen volstaan - m het verhaal te
begrijpen.
Allereerst dan iets over de beeld
roman. Deze heeft, vooral na de twee
de wereldoorlog, in ons land wel een
zeer slechte naam gekregen. Wij ken
nen de beeldroman vooral als een
klein boekje, waarin één of ander
goedkoop luguber moordverhaal in te
keningen van zeer slecht kaliber en
teksten van grote rauwheid wordt op
gedist. Zoals ik al zei, de teksten zijn
bijzaak; het gaat om de verwrongen
figuren en taferelen. Ik geef toe, dat
er ook wel iets van beter gehalte
tussendoor loopt, maar over het alge
meen zie ik in deze boekjes een groot
gevaar voor de opgroeiende jeugd,
die er, zo niet veel slechts, dan toch
zeker niets goeds uit leren kan.
Heel anders is dat met het zoge
naamde „stripverhaal". Dit is op ge
heel andere leest geschoeid. Zeker,
ook hier schuilt uiteraard veel kaf
onder het koren, maar er bestaan stel
lig vele goede strips. Ik schaam mij
er niet voor, te bekennen, dat ik mij
urenlang geweldig kan amuseren met
bijv. een paar boekjes over Tom Poes.
En zo heb ik hier dan meteen een
voorbeeld van een beeldverhaal in
mijn ogen, van prima qualiteit. Min
derwaardig? Kinderachtig? Wel nee,
in geen geval. Hier bekijk je voor je
plezier de plaatjes, die stuk voor stuk
een brokje humor en vrolijkheid be
vatten. Hier is het niet alleen een ge
zond en spannend verhaal, maar, wan
neer je tussen de regels doorleest kun
je er bovendien nog heel veel critiek
op bestaande toestanden uit halen".
Agnes Wijminga te Bergen: „Ik vind
het een absoluut te veroordelen iets;
het is in zekere zin een afstomping
van de jongelui, die ze met zoveel „in
teresse" lezen.... De inhoud is sensa
tioneel en 'werkt volgens mij, zonder
dat je er erg in hebt, op onze primi
tieve instinctenIk geloof, dat
wanneer je veel van deze „lectuur"
leest, je te lui wordt om een werkelijk
goed boek op te nemen".
P. B. S. Kat te 's-Gravenhage„In
goede strips zie ik geen kwaad; na
inspannend werken is het een aan
gename ontspanning.... De leefijds-
grens, waarop men beeldromans kan
„lezen", ligt volgens mij tussen de
twaalf en veertien jaarFataal
wordt het, wanneer de beeldromans
en strips slechte sensationele verhalen
bevatten".
G. de Boer uit Den Helder: „Ik vind
de detective-beeldverhalen zwaar ver
gif, vooral voor jonge mensen".
Hans Kaper uit Alkmaar: „Het pu
bliek wordt bedrogen en om de tuin
geleid.... Desalniettemin grijp ik er
toch ook af en toe naarIk meen,
dat het niet zozeer de inhoud is die
mij trekt als wel de plaatjes; de sen
sationele inhoud kan mij niet bekoren
mooi kan ik het niet vinden, dit dor
sten naar bloed en mooie vrouwen en
de jachten op inbrekers. Kort gezegd:
„ik léés de plaatjes en zié de tekst".
Wim Bison uit Bergen aan 2ee: „Er
zit weinig of niets inReeds na
enkele afleveringen weet men, hoe het
afloopt.... het is doelloze tijdverspil
ling".
Allen vinden bestrijding nodig; als
middelen worden genoemd: „druk- en
verspreidingsverbod", „niet verbieden,
maar nooit kopen en de kinderen dui
delijk maken, waarom deze dingen
niet deugen", „de onzin belachelijk
maken", „op school en thuis weren en
laten voelen, dat ze luiheid, gemak
zucht en ophitsing een minder sterk
karakter in de hand werken", „toe
zicht van de overheid", „instelling van
een controle-commissie net als bij de
film", „het verschaffen van betere,
maar even boeiende lectuur".
Aan al deze beschouwingen mag ik
er nog wel één toevoegen.
De denkpsychologen hebben ons dui
delijk gemaakt, dat bij jonge kinderen
de „aanschouwelijkheid" een grote
rol speelt: ze zijn typische „beeldden
kers", die ook bij hun eigen vertel
lingen alle phrase, alle franje, elke
nuance en betrekkelijkheid weglaten
en van het ene feit, beter misschien
van het ene beeld op het andere over
springen. Daaruit is te verklaren, dat
zij zo bijzonder gesteld zijn op sprook-
jeè, die ïmmer^ hetzelfde karakter dra
gen en op prentenboeken. Méér r^g
op strips, die ook opvolgende gebeur
tenissen uitbeelden en aan de fantasie
vragen, beeld met beeld te verbinden,
dus een spanning oproepen, die de
gewone prent niet nodig heeft. Maar
geen mens mag in de aanschouwelijk
heid blijven steken. Op de duur moet
hij abstract leren denken, dus zonder
veel gebruik te maken van beelden.
En voor J~t abstracte denken is de
taal, die leert scheiden en onderschei
den, onmisbaar. Waaruit volgt, dat
voor ieder kind geleidelijk het beeld
verhaal plaats moet maken voor het
woordverhaal: wie zich blijvend aan
het eerste hecht, wordt „film-minded"
en ongeschikt voor diepzinniger we
tenschap en filosofie. Natuurlijk ligt
daar niet in opgesloten, dat jonge men
sen en volwassenen wijs doen, alle
prentjes achterwege te laten maar
de hoofdzaak moet de taal worden.
En hoe nu te verklaren is, dat de
jongens meer belangstelling tonen voor
182. Terwijl in het kasteel van baron
Van Pottum gekibbeld werd om de fel
begeerde wonderlampdraafden Pim,
Pam en Pom langs de weg. Nauwelijks
hadden ze Ali zien verdwijnen of ze wa
ren hun bedje uitgesprongen. „Hoorde je
nog wat hij riep?" vroeg Pim. „Ik moet
komen", zei hij. En hij wie? Bij Moeder
natuurlijk, want die nam de lamp mee
in haar tasje en alléén degeen. die de
lamp in zijn bezit heeft, kan Ali laten
komen". „Waarom moest hij komen?"
vroeg Pom verwonderd terwijl hij zijn
schoenen aantrok. „Misschien heeft
Moeder de lamp aan de baron terugge
geven", veronderstelde Pam. „Voor alle
zekerheid moeten we maar eens gaan
kijken. Ik heb net zo'n gevoel of er iets
niet in orde is". En zo kwam het, dat ze
in volle vaart naar het kasteel van de
baron draafden. Het zware hek van de
strips en beeldromans dan de meisjes?
Mijns inziens is dat een normaal ver
schijnsel: de jongens kiezen immers
ook veel meer avontuurlijke vertellin
gen en ze schuwen in de regel het
meisjesboek het sensationele karak
ter van de strip en de beeldroman
bepaalt hun voorkeur.
Of het nodig is, bepaalde beeldro
mans te bestrijden? Mijns inziens wel,
precies zoals we minderwaardige lec
tuur in het algemeen bestrijden. Het
is alleen maar de vraag, waar de
grenzen liggen, wie dit uit zal maken
en hoe de strijd moet worden gevoerd.
Ons land heeft drukpersvrijheid en
dat is om vele redenen een kostelijk
goed. Toch wordt er door de politie
op sommige boeken beslag gelegder
komt dan een rechtszaak en de rechter
heeft het laatste woord. Maar de rech
ter is aan de wet gebonden. En mij
is geen wetsartikel bekend, waarop
de rechter zich zou kunnen beroepen
om de door ons allen veroordeelde
beeldroman van minderwaardig gehal
te het verspreiden en verspreiden on
mogelijk te maken. Het is ook de
vraag, of het nodig is. Zonder wette
lijke bestrijding is tóch de belangstel
ling voor deze kolder-lectuur sterk
gedaald: de Nederlandse jeugd is over
de hele breedte te gezond om zich
lang en blijvend te laten némen door
schrijvers, tekenaars en uitgevers, die
niet de bedoeling hebben, hen op te
voeden, wijzer en beter te maken,
maar speculeren op hun zucht naar
sensatie om hun het spaarzame geld
uit de zak te kloppen en zichzelf ten
;fkoste van jonge mensen te verrijken,
'faa korte tijd begrijpen honderden
„grote kinderen", dat zé de dupe wor
den ze zien bovendien, dat „alles op
hetzelfde neerkomt", dat de werke
lijkheid heel anders is dan de zotte
wereld, waarin men hen laat ronddo
len en dat men hen neertrekt in een
sfeer van grofheid en ruw geweld,
waarvoor een beschaafd mens niets
dan minachting heeft.
Een poging, die de Katholieken in
Amerika hebben ondernomen, om de
sléchte beeldromans de wind uit de
zeilen te nemen, moet nog even wor
den gereleveerd: men heeft spannende
verhalen met een goede strekking als
beeldboekjes in de® handel gebracht
tegen zeer lage prijs en met groot
succes.
We kunnen dus eindigen met vast te
stellen, dat de niet al te sensationele
strip wordt aanvaard, mits ze niet het
enige „geestelijke voedsel" is en de
bloederige beeldroman vrijwel alge
méén wordt afgewezen.
GEEF je de voorkeur aan Sinterklaas of aan Kerstmis? Hoe
moeten deze feesten gevierd ivorden, zodat ze ook voor de
vergeten categorie van betekenis zijn?
Brieven uiterlijk Maandagmiddag zenden aan D. L. Daalder,
Komlaan 8, Bergen (N.-H.)
37)
„Ik zou het misschien moeten hebben,
Bea, maar ik voel niets van dien aard;
ik vind het alleen allemaal maar erg
akelig. Maar je zei dat je je ziek voel
de en die indruk krijg ik ook. Wat
scheelt er aan?"
„Je hebt nog geen antwoord gegeven
op mijn vraag of je me een plezier zou
willen doen", sprak Bea.
„Ja, natuurlijk, wil ik dat".
„Kijk, daar op dat tafeltje ligt een
brief. Neem die mee en maak hem mor
gen open. Morgen! Niet eerder! Anders
niet".
Die laatste woorden klonken heel
zacht en Marta keek naar het geel
zwarte gelaat: de ogen waren weer ge
sloten. Marta was opgestaan en had de
brief van het tafeltje genomen hield
hem in de hand, wilde iets zeggen.
Doch Beate was haar voor.
„Nu moet je gaan", fluisterde ze.
„Ik wou, dat ik iets voor je kon doen
Bea".
Bea lichtte de zwarte hand, welke
boven het dek lag, even op en gebaar
de, dat Marta nu moest gaan.
En Marta begreep dat dit ook het
beste was.
„Dag Bea," zei ze nog.
„Dag Mart. Dank je".
De woorden waren nauwelijks ver
staanbaar.
Toen wendde Marta zich om en ver
liet zacht de kamer.
HOOFDSTUK XX
Toen Marta buiten kwam, kreeg ze
het gevoel of er ineens iets drukkends
van haar af viel!
Daar boven op die kamer met Beate
op dat divanbed en die donkere stem,
die zulke vreselijke dingen vertelde,
zulke vreselijke bekentenissen deed, al
was het dan ook helemaal geen biecht,
zoals ze nadrukkelijk zei
Het was eigenlijk huiveringwekkend,
maar ook allemaal zo héél erg, zo on
waarschijnlijk erg, dat de realiteit er
van, nu ze weer buiten liep, in het ge
wone alledagleven van de stad en het
verkeer en de fietsen haar toch eigenlijk
toescheen iets onmogelijks, iets onwaars
te zijn, zo maar een fantastisch luguber
bedenksel.
Eigenlijk net als het gebeurde van
deze nacht.
En was Beate nu ziek? Ze maakte
zeker wel de indruk niet goed te zijn,
maar het was moeilijk bij zo'n type be
paalde ziektesymptomen waar te ne
men, ze tekenen zo anders, ze zien niet
bleek, hebben geen koortsblosjes.
Wonderlijk, dat ze die vergiftige
doorn in haar hand onder de dekens
hield? Was dat alleen om haar die te
tonen*
In die brief, die ze had meegenomen,
zat ook iets hards. Dat voelde ze wel.
Of dat ook nog zo'n doorn zou zijn?
Enfin, de brief zat veilig in haar tasje.
Morgen moest ze die brief openen.
Morgen, vooral niet eerder!
Zou er dan tussen nu en morgen iets
gebeuren?
Enfin, dat moest dan maar! Ze werd
er moe van en welbeschouwd begon
het haar heel erg te vervelen! Toen ze
nog kon geloven in de idealen van de
G.B.A. vond ze 't pikant en leuk-avon
tuurlijk, maar het was nu allemaal te
ruggevallen tot zo'n laag-bij-de-gronds
gedoe, dat grof-misdadig was en ge
vaarlijk bovendien! En met die hele
rommel wilde ze niets meer te maken
hebben; ze was toch waarachtig geen
vrouwelijke Atlas.
Dank je wel! Maar het werd tijd, dat
ze zich nu dan ook eens heel gauw uit
al die narigheid vrijvocht.
Ze was zo al denkend en filosoferend
in het Vondelpark gekomen; ze was
een beetje moe van het geslenter en
ze had trek in koffie en dus stapte ze
het hek van het Blauwe Paviljoen bin
nen, nam daar aan een tafeltje plaats
en bestelde koffie en cake.
Het was er maar stilletjes op dit
vroege middaguur; ze zag er een paar
bekende acteurs zitten, die er blijkbaar
hun rollen zaten te leren en het wel
licht te rumoerige eigen interieur wa
ren ontvlucht; een aardig kind speelde
er met een lachende terrier; in de bo
men rondom zaten vogels te zingen en
een vlucht mussen vloog kwetterend
door wat struikgewas; het weer was
prachtig, zomers warm, met een vage
geur van hooi en lindebloesem, welke
zacht werd toegebl'azen op een koel
windje uit het Westen.
Ze kreeg nu toch ook weer zin om
te roken; uit haar tasje haalde ze de
sigarettenkoker; daar zat ook de dikke
brief van Beate in en de aandacht
van die brief ontstemde haar nu eens
klaps. Het was hier nu zo goed en zui
ver en ze wilde niet weer terugduiken
in die troebele sfeer van misdaad en
allerlei narigheid! Rondom haar was
nu alles zo vrolijk, zo normaal-gezond
en zorgeloos! Althans voor zover zij het
waarnam en ze had niet de minste nei
ging om te gaan speuren en wroeten
naar hetgeen er wellicht achter die zon
nige oppervlakte der dingen verborgen
lag. Dat was het tragische pessimisme
van zovelen, die nooit willen geloven
in de jubelende schijn van de bezonde
wereld!
Ineens, vlak achter haar, noemde
iemand haar naam.
„Juffrouw de Wilde", en toen ze op
zag, keek ze in het gezicht van De
Boer, de zwager van Victor.
Hij lachte, nam zijn hoed af.
„Mag ik even aan uw tafeltje komen
zitten?"
Ze had eigenlijk graag: „nee!" ge
zegd, maar ze had geen reden om on
hoffelijk te zijn en ze antwoordde daar
om koeltjes: ..Och ja, gaat uw gang".
Hij ging zitten.
(Wordt vervolgd.)
SCHOENCRÊME - WRIJFWAS
KOPËRPOEJS
(Advertentie, Ing. Med.)
VIOOLSONATE VAN BADINGS.
De stad Genua heeft in 1952 ter
herdenking van Paganini's ge
boorte, 170 jaar geleden, een prijs
vraag uitgeschreven voor een vir
tuoze compositie voor viool alleen.
De jury, o.m. bestaande uit Florent
Schmitt, Darius Milhaud en Claude
Delvincourt, met George Enesco
als adviseur, liet slechts twee der
ingezonden werken tot de prijs
vraag toe, waarna het publiek de
Paganiniprijs aan een dezer com
posities mocht toekennen. Be
kroond werd de derde sonate van
Henk Badings. De tweede prijs
was eveneens voor Badings, voor
zijn tweede sonate. Deze wordt
thans uitgevoerd door Piet Nij-
land. (Vrijdag 15.10 over Hilversum
II, 298 m).
ENGELSE KERKMUZIEK. In
de reeks Het Protestants Kerk
lied kan men thans werkjes van
de Engelse componisten R. Vaug-
han Williams en G. Holst be
luisteren. Williams schreef zeer
korte en eenvoudige bewerkingen
van ps. 23 en ps. 349, de laatste
voor de kroning van Koningin
Elizabeth m Juni 11. De werken
van Holst zijn grootser van opzet.
In het ene, ps 86, benut hij de
ook bij ons gebruikelijke melo
die van Louis Bourgeois. Het
andere, een vrije bewerking van
ps. 148, berust op de melodie,
waarop de Herv. kerk het Zon
nelied van St. Franciscus pleegt
te zingen. Het concert wordt ge
geven door het Ned. Kamerkoor
met medewerking van Simon C.
Jansen, orgel en het strijkorkest
l'Estro Armonico, onder leiding
van Felix de Nobel. (Vrijdag 20.15
over Hilversum II, 298 m
vlekvrij* koudlijm
van CETA BEVER
(Advertentie, Ing. Med.)
VRIJDAG 27 NOVEMBER
HILVERSUM I, 402 m.: 7.00—24.00
NCRV. 7.00 Nieuws. 7.13 Gewijde mu
ziek. 7.45 Een woord voor de dag. 8.00
Nieuws en weerberichten. 8-15 Gram. 8.30
Tot Uw dienst. 8.35 Gram. 9.00 Voor de
zieken. 9.30 Voor de vrouw. 9.35 Water
standen. 9.40 Gram. 10.30 Morgendienst.
11.00 Kamerorkest en solist. 11.50 Gram.
12.30 Land- en Tuinbouwmededelingen.
12.33 Gram. 12.59 Klokgelui. 13.00 Nieuws
13.15 Meisjeskoor en piano. 13.25 Gram.-
muziek. 14.00 „Met oog en oor de
wereld door", causerie. 14.30 Gram. 15.10
Voordracht. 15.30 Altviool en piano. 16.00
„Odontoglossum Grande, de beste orchi
dee voor de kamer", causerie. 16.15 Om
roeporkest en soliste. 17.00 Gram. 17.25
Idem. 17.45 Fries programma. 18 00 Fan
fare-orkest. 18.30 Piano en viool. 19.00
Nieuws en weerberichten. 19.10 Regerings
uitzending: „Verklaring en toelichting".
19.30 Gram. 20.00 Radiokrant. 20.20 Rot
terdams Philharmonisch Orkest, tnannen-
koor en bariton. 21.20 „Nieuwe taken
voor t de ondernemers-organisaties", cau
serie. 21.40 Metropole-Orkest. 22.10 Piano
recital. 22.45 Avondoverdenking. 23.00
Nieuws en S-O.S.-berichten.
HILVERSUM II, 298 m.: 7.00 VARA,
10.00 VPRO, 10.20 VARA, 12.00 AVRO,
16.00 VARA, 19.30 VPRO, 21.00 VARA.
22.40 VPRO, 23.00—24.00 VARA. -
7-00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.15 Gym.
7.30 Gram. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 8.45
Voor de huisvrouw. 9.00 Gym. voor de
vrouw. 9-10 Gram. 9.40 Schoolradio. 10.00
„Kinderen en Mensen", causerie. 10.05
Morgenwijding. 10.20 Voor de kleuters.
10.40 Koorzang. 11.00 Voordracht. 11.20
Gram. 12-00 Lichte muziek. 12.30 Land
en Tuinbouwmededelingen. 12.3,3 Sport-
overzicht. 12.48 Gram. 13.00 Nieuws. 13.15
Mededelingen. 13.20 Amusements-orkest.
14-00 Kookpraatje 14.20 Vocaal kwartet.
14.50 Boekbespreking. 15.i0 Vioolrecital.
15.30 Musette-Orkest. 16.00 Instrumentaal
trio. 16.30 Muzikale causerie. 17.10 Voor
de jeugd, 17-40 Gram. 18.00 Nieuws. 18.15
Gevar. muziek. 18.45 Voor de jeugd. 19.10
Mannenkoor. 19.30- „Hoe ik tot mijn ge
loof kwam", causerie. 19.50 Berichten.
20.00 Nieuws. 20.05 Boekbespreking. 20.15
Kamerkoor, orgel en strijkorkest. 20.30
„Benelux". 20.40 „De zorg voor het be
dreigde kind", causerie. 21.00 Voor de
jeugd. 21.35 Amus.muziek. 22 00 Buiten
lands weekoverzicht. 22.15 Dansmuziek.
22.40 „Vandaag", causerie 22.45 Avona-
overdenking. 23.00 Nieuws.
Televisie-programma. VARA. 20-1-5—
21.45: 1. Actualiteiten en weerbericht;
2. „De poppen van Sask'a Koenraads";
3. „Leg U 't daar rmor neer", voorwer
pen vormen woorden: 4. Pauze: 5. „Mark-
heim", televisiespel.
poort stond open en het drietal draafde
over het grintpad dat naar het kasteel
voerdetotdat het plotseling gestuit
werd in zijn vaart. „Halt!" klonk er een
stem uit de duisternis. „Wat zullen we
nu beleven?" hijgde Pom. „Wie bent U?
vroeg Pam en Pim riep: „We moeten di
rect de baron spreken. „Barrron in ge-
sprrrek zijn. antwoordde de man
die hem tegengehouden had, met een
vreemd accent. „Die praat net zo als
Ali," mompelde Pim en vroeg toen
hardop: „Komt U soms óók uit Bag
dad?" „Ja zekerrr wel," zei de man. die
een ruime cape droeg en een tulband
op het hoofd had. „Bent U dan soms
de emir, waarvan Ali ons verteld
heeft?" vroeg Pom nieuwsgierig. „Niet
de emirrr. Zijne Hoogheid is binnen.
Maarrr ik Joessoef zijn, kamerrrbe-
diende van Zijne Hoogheid".
't Wordt koud
begin nu met
doch dan de
geijkte levertra
„LOVITRAN"
Verdraagt U geel
levertraan dan
in druppels en
capsules.
Drogisterij
LAAT 78
naast de Kapelkei
van
lste kwaliteit
per 500
Doorr. Koelappen
Doorr. Koerollade
Magere Koelappen
Riblappen
Rosbeaf
Saucijzen
Schoudercarbon
Gehakt h. o. h
2' kg Rauw Koevet
2 ('2 kg Rauwe Reuzel
200 gram Ham
200 gram Rookvlees
200 gram Pekelvlees
200 gram Gekookt Spe
200 gram Ontbijtspek
200 gr. Boterhamworst
200 gram Tongenworst
Beleefd aanbevelen)
Spoorstraat 56. Tel.
Laat 187-Alkmaar
HORLOGES
v.aƒ17.50
WEKKERS
v.a6.50
KOEKOEKS
KLOKKEN
v.aƒ11.95
PENDULES
v.aƒ37.50
14 daags met slag
werk.
STALEN
REKBANDEN
v.a4.80
Ziet onze collectie
PONTIAO
HORLOGES
Het wereldmerk
Alle uurwerken met
schriltelijke parantie
heeft nuttige gschenk
zoals Rijwielen, Jonge
en Meisjes, Dames
Heren
Autopeds, diverse
kleuren, prima 24.
Ruiten stuur- of zijtE
sen. Rjjwiellampen, R
gepbroeken of Pjjp<
Batteryhulzen, enz.
Alles tegen laags
prijzen en prima kwa
teit.
Luttik Oudorp 3.
Tel. 3485, AlkmEiar.
Dinsdagavond verkocht
huishouder in een perceel
dijk te Amsterdam koeken
de daardoor in jtrijd met
gen van de winkelsluitings
agenten van de Amsterda:
onderhielden de 37-jarige
over en toen een van hen d
de binnengaan om een getuii
geraakte de koffiehuishoude:
Hij google de bij hem sta
opzij en ging de verbalisar
om hem het maken van not
letten.
De twee agenten wilden
man aanhouden teneinde he
Politiebureau over te brengc
zette zich dermate, dat het
vechtende door een spiege
Huiten gekomen rukte de ar:
los maar werd meteen wee:
'?ssen had zich voor het i
F. menigte verzameld. T<
nehuishouder weggevoerd v
n uer agenten van een d