VERGETEN CATEGORIE: Zeg je mening!
Door ronde openhartigheid wordt een
zuivere verhouding geschapen
De ouderen hebben
ongelijk
OOK EEN KWESTIE
TIROL
Het Franse leger
wordt sterker
NERVA NOVA
Doodstraf in Parijs
voor Duits militair
Succes in Wenen van
Georgette Hagedoorn
Frits van Dongen in
„Het hemelbed"
DE VERGETEN CATEGORIE
AAN HET WOORD
De jeugd van nu maakte
twee oorlogen mee
Uiting in onbedekte
termen
Door de eeuwen heen
Een ander geluid
f/ef iso/maaéfe fcerstyesche>
t)e vofwaaéfe hair dress mg
BRENG! UW ZENUWEN TUI RUST
En nu de volgende kwestie
KUNST EN CULTUUR
Frits van Dijk vraagt
ontslag als directeur
DONDERDAG 10 DECEMBER 1953
H^iVS REINDERS heeft de vraag aan de orde ge
steld, of het goed en geoorloofd is, dat de leden
van de „Vergeten Categorie" in hun rubriek en in
hun onderlinge gesprekken hun meningen vrij en on-
omivonden uiten. Hij heeft volwassenen ontmoet, die
dit brutaal en ongepast vinden. Vermoedelijk hebben
ze gezegd, dat jonge mensen niet tot oordelen be
voegd zijn door een tekort aan levenservaring, kennis
en wijsheid. En nu vraagt hij aan zijn kameraden,
jongens en meisjes, hoe hun standpunt bij deze cri-
tische opmerkingen is. Het spreekt vanzelf, dat ik
deze vraag óók als tot mij gericht beschouw en
daaraan het recht ontleen er op te antwoorden.
En dat antwoord is niet
moeilijk te geven. Als ik
het niet in principe met
Hans eens was, zou ik
nimmer de leiding van
deze rubriek op mij heb
ben genomen. Toen onze
hoofdredacteur mij die leiding opdroeg, heb ik geen
seconde geaarzeld. Twee, eigenlijk drie, motieven
drongen zich daarbij onmiddellijk aan mij op. Aller
eerst het inzicht, dat het goed is, van eens 's mensen
hart geen moordkuil te maken. De katholieke kerk
heeft dat al eeuwen geleden begrepen: de instelling
van de biecht is een psychologisch feit van de aller
grootste betekenis. Terwijl de moderne zenuwarts,
die de psychanalyse heeft bestudeerd, niet moe wordt
ons duidelijk te maken, dat de oorzaak van allerlei
afwijkingen de „verdringing" is en er naar streeft,
tot een volkomen openhartig gesprek met zijn
patiënten te komen. Het is goednu en dan te „venti
leren', aan een vertrouweling te zeggen, wal je hin
dert, beter dan alles in je „weg te stoppen' en door
spanningen te worden gebroken. Bovendien: de enige
manier om in vrede met anderen te blijven leven is
het scheppen van een „open verhoudingwanneer
je iets tegen iemand hebt, kun je niet beter doen dan
hem op te zoeken en je uit te spreken dat je daar
bij je woorden met zorg moet kiezen, nooit beledi
gend mag ivorden en met de beste bedoelingen moet
zijn bezield, spreekt vanzelf.
In de tweede plaats: ik ben er diep van overtuigd,
dat niemand de absolute waarheid bezit en dat die
alleen uit de „choc des opinions" te voorschijn kan
komen. Daarom is juist voor jonge mensen het open
hartige gesprek, dat ive in deze kolommen voeren,
zo bijzonder belangrijk: uit de botsing der tegen
gestelde meningen leren we zien, welke kanten een
vraagstuk heeft en hoe betrekkelijk een bepaalde
„oplossing" is. En juist daarom moeten de uitingen
persoonlijk en eerlijk zijn.
Tenslotte: Ligthart heeft alle volwassenen, die iets
met opvoeding te maken hebben, gezegd, dat alle
wijsheid op dit terrein kan ivorden samengevat in de
zinkom eerst in ze en neem ze dan mee";
m.a.w. leer ze kennen en
voed ze dan op. Maar
hoe kun je ze leren ken
nen, als je hun niet de
volle gelegenheid geeft,
te zeggen, wat ze denken
en voelen Laat hun
mening onvolkomen en eenzijdig zijn, gebrekkig ge
formuleerd misschien, „onrijp" het is goed voor de
volwassenen, dit te weten. Ze zien dan, waar hun taak
ligt: kanten van het vraagstuk te belichten, die de
jongeren ontgaan zijn, de gelegenheid te verschaffen
om zich nauwkeuriger en bezonnener uit te druk
ken, te helpen bij de groei van kind tot volwassene.
Zojuist brengt de post mij een briefje van een Noord
hollandse predikant, die aandringt op de uitgave van
onze artikelen in een bundel, bruikbaar bij de dis
cussies en de verhandelingen in jeugdwerk van aller
lei aard.
Het schijnt mij toe, dat onze rubriek, die zich mag
verheugen in de belangstelling van jong en oud, vol
doende heeft laten zien, dat de vergeten categorie niet
uit louter leeghoofden en losbollen bestaat, dat ook
zij behoort tot „het denkend deel der natie" en dat zij
in staat is, op een manier en in een woordkeus, waar
aan niemand zich met recht ergeren kan, open, maar
behoedzaam te zeggen, wat zij meent. Daarom luiste
ren wij opnieuw, nu naar hun antwoord op de brief
van Hans; en weer betreur ik het, dat ik niet meer
uitingen volledig Jean opnemen: het zijn er deze keer
vier.
Eerst krijgt de jongste van de in
zenders het woord:
„J-JELAAS maak ik (wekelijks) het
zelfde mee als Hans Reindeis.
Iemand vindt het met een heel ge
heimzinnig gezicht „schandalig", dat
ons „kinderen" al zulke „zware" pro
blemen voorgelegd worden. Een an
der begrijpt het niet, dat zulke „onzin"
nog geplaatst wordt. „Snotneuzerij"
wordt er dan gezegd.
Ik lach er dan maar om en denk:
het zijn er gelukkig maar een paar,
die dit zeggen. Maar toch erger ik
mij er aan. Ik vermoed, dat zij der
gelijke dingen niet gezegd zullen heb
ben, toen zij zelf nog. jong waren.
Vroeger bestonden deze rubrieken niet,
maar als dat wel het geval geweest
was, hadden diezelfde mensen mis
schien iedere week trouw geschreven!
Ik weet niet, hoe een ander het
heeft, maar bij mij is nog nooit de
gedachte opgekomen „de blik zedig
neer te slaan". Ik zou niet weten,
waar dat goed voor is. De ouderen
schijnen er op tegen te zijn, dat wij
alles openlijk behandelen en het beest
je bij de naam. noemen. Maar als wij
dit niet deden en stiekum en achter
baks waren, was het ook weer niet
goed!
In de tijd dat deze ouderen tot
„De Vergeten Categorie" behoorden
werd er schijnbaar niet vrijuit over
de dingen gesproken. Dat is nu ge
lukkig wel zo en ik kan dit niet
anders noemen dan een grote ver
betering.
Dus m.i. hebben
ouderen volkomen
ELLY
deze
Een
in dit geval,
ongelijk".
TIJMES (15 jaar)
Kerkplein 65, Akersloot
ouder meisje deelt7 aar mening
(Advertentie Ing. Med.)
£)E MENSEN, die zulke grote bezwa
ren hebben tegen de z.g. „vrijpos
tige spontaneïteit van de tegenwoor
dige jeugd", vind ik in de eerste
plaats ouderwets e.. in de tweede
plaats hebben ze een groot tekort aan
aanpassingsvermogen. Door hun kort
zichtigheid en vasthouden-aan-bepaal-
de-begripp en-van-fatsoen zijn ze ge
neigd alles af te keuren en te ver
oordelen. De jeugd heeft zeker be
hoefte aan critiek, maar dan opbou
wende critiek. Haar wordt vaak ver
weten een gedegenereerde levensstijl
te volgen, wat voornamelijk blijkt
uit fuiven, drinken, roken, en mee
te praten over zaken, waarover in de
tijd van onze voorouders misschien
fluisterend of in 't geheel niet, gespro
ken werd.
Dit was vroeger zo, intussen zijn de
tijden en de geest veranderd en we
moeten nu eenmaal met onze tijd
meegaan. Vroeger waren er óók men
sen, die voor „modern" werden ver
sleten door hun tijdgenoten. En dit
zal altijd zo blijven.
De jeugd van nu verschilt van de
jeugd van vroeger, doordat ze één,
zelfs twee wereldoorlogen heeft mee
gemaakt. Ze hebben: concentratie
kamp, hartverscheurend leed, honger
en 't leven van een keiharde kant
leren kennen, 't Logische gevolg is,
dat de jeugd óók, vaak hard en rea
listisch isogenschijnlijk. Zoals 't
leven ogenschijnlijk hard kan zijn.
't Is maar hoe men 't bekijkt. In
wezen is de jeugd niet veranderd,
slechts de uiterlijke vorm misschien.
Juist, daarom is 't een voorrecht in
dit tijdperk te leven, omdat nu zoveel
vrijheid van denken en handelen be
staat. En waarom mag de jeugd dan
niet over kwesties spreken die haar
interesseren en haar kennis verrijken?
Want deze nooit-gekende vrijheid
hadden onze voorouders nu eenmaal
niet.
L. VERHEUL
Verspijckstr. 3
Bergen a. Zee.
Een 17-jarige jongen neemt positief
stelling:
„INDERDAAD, wij deinzen er niet
voor terug in onbedekte termen onze
mening naar voren te brengen, zoals
thans Reinders in zijn brief citeert. Zo
durf ik dan te zeggen, dat diegenen, die
daar bezwaar tegen hebben, niets meer
en niets minder zijn dan lafaards, die
zelf niet de moed bezitten, ronduit hun
mening over bepaalde onderwerpen te
zeggen en daarom van mening zijn, dat
wij dat niet mogen doen. Waarom?
Doodeenvoudig om te voorkomen, dat
ze nog gedwongen zullen worden met
die vrijpostige jeugd van gedachten te
moeten wisselen over die onderwerpen,
waarbij wij „zedig onze ogen behoren
neer te slaan". Waarschijnlijk deden
de „zedige" tegenstanders van onze
rubriek dat vroeger wel, maar onder
tussen Niets anders dan een onge
zonde verhouding tussen de jonge le
den van de beide sexen was het ge
volg. (Neem me niet kwalijk, dat ik
duidelijker word: we weten allemaal
wel welke onderwerpen bedoeld wor
den!). En het gevolg'van vertrouwelij
ke gesprekken tussen jongens en meis
jes onderling en ook met ouderen is
toch maar, dat zij elkaar veel beter
begrijpen en niet bij bepaalde wendin
gen in het gesprek beschaamd de hand
voor de mond behoeven te slaan en
een pijnlijke stilte ontstaat. Het is
tegenwoordig toch maar mogelijk, dat
tijdens een of ander lesuur ongedwon
gen met de desbetreffende leraar over
dergelijke onderwerpen gesproken
wordt'.
Zeker, ook tegenwoordig worden
schunnige moppen getapt, maar als ik
het wel heb, meer door ouderen, dan
door jongeren!
De hedendaagse jeugd is niet te vrij.
Het is waar, dat wij op jeugdige leef
tijd bekijk slechts de leeftijden van
de medewerkers van onze rubriek)
verschillende moeilijke problemen be
spreken, maar blijkens de artikelen
van „De Vergeten Categorie" gaan ze
niet boven onze krachten. En zouden
we ze dan toch niet mogen behande
len?
Ik geloof niet, dat het nodig is meer
te zeggen: de mening van verreweg de
meeste ouderen over onze, in mijn ogen
prachtige, rubriek zegt genoeg!"
JACOB BALDER, 17 jr.
R.H.B.S. Klasse B V.
Bovenweg 24,
St Pancras.
Tot slot een diepergaande beschou
wing:
P)OOR alle eeuwen heen en zelfs in
onze eeuw (maar dat gelukkig nog
sporadisch) heerste er een opvatting
omtrent „het kind", die te vergelijken
is met een doos: alle normen en begrip
pen op zeden- en intellectueel gebied
werden er in gestopt, en als de volwas
sene het deksel lichtte van deze doos,
moest het aangeleerde er weer net zo
uitkomen. Deze opvatting, in onze eeuw,
is bij de paedagogen verdwenen. Er
zullen echter veel docenten zijn, die
mij meteen aanvallen over het leerpro
gramma van de scholen, maar het on
derwijs wil ik in het midden laten, hoe
wel dat inderdaad nog lijkt op een
doossysteem.
De tijd, waarin wij leven, wordt door
een aantal buitennissigheden geken
merkt, die de achter ons liggende
eeuwen niet gekend heeft. Er was
natuurlijk onderling ook verschil, maar
dat lag meer in een verschuiving van
accent dan in wezenlijke beginselen.
Voor ons is daarvan op 't ogenblik het
voornaamste de ontplooiing van de
psychologie als wetenschap.
De mensen, die de meisjes liever zien
blozen met de oogjes zedig neergelo-
ken, bij het aanroeren van „bepaalde
onderwerpen", zullen zich afvragen,
wat het in 's hemelsnaam te Maken
heeft met het onbehoorlijke feit, dat de
jeugd „daarover" spreekt, en hoe! Zo
gangs en al vrij, alsof men het over een
uitgangetje naar de bioscoop heeft.
Geliefde lezer, niets zou mij meer
spijten, als ik u ergens onaangenaam
zou raken, laten wij proberen geza
menlijk dit probleem te benaderen. De
wereldlijke omstandigheden, waarin de
jeugd op 't ogenblik leeft, zijn u be
kend; ook het versnelde levenstempo
zal u als scherp opmerker niet ontgaan
zijn. Wij hebben u reeds gesproken
over psychologie. Deze weienschap
houdt zich o.a. bezig met het opspo
ren van oorzaken, die de mensen bewe
gen zus of zo te denken en te hande
len. Op het gebied van de kinderen
kwam men tot de conclusie, dat het
kind opgevoed moet worden volgens
zijn eigen aard en aanleg. Ik weet waar
de lezers, dat u, zij het met enigszins
fronsend voorhoofd, het er t°ch
eens kunt zijn. Maar wanneer de kin
deren op natuurlijke wijze (volgens
hun geaardheid) geleid worden, waar
om dan niet gesproken over natuur
lijke dingen als liefde bijv.? Gaat het
de jeugd van 16-17-18 jaar niet aan?
U maakt een tegenwerpend gebaar.
Maar zijn dan alleen de volwassenen in
staat zich op dit terrein te begeven? Er
is niets, dat op aarde zo belangrijk is
als de liefde, daar zij het fundament is,
waar de wereld op rust. Er is echter
ook geen onderwerp, dat zó verguisd,
verloochend en vergeten is. Wat onze
jeugd kenmerkt, is het grote cynisme
en sarcasme, dat zich openbaart in de
gesprekken, die daarover gevoerd wor
den. En dat is het, wat u zo vreselijk
afstoot. Ik kan u daarin geen ongelijk
geven. Maar probeert u toch ook te be
grijpen, waarom dat zo is, en welke
voorbeelden wij van de volwassenen
krijgen. Vraagt u zich dan af, of het
mogelijk is zonder veel inspanning een
ander beeld dan cynisme en sarcasme
van dit in wezen zo eenvoudige stra
mien te vormen. Vindt u het dan ook
niet begrijpelijk, dat de jeugd er zelf
een oplossing voor tracht te vinden?
Een groot kunstenaar zei me eens: als
de mens niet meer minnen kan, is hij
dood. En de jeugd wil leven! Elke tijd
schept zijn eigen vormen. Laten wij dan
het uiterlijk slechts als een ruwe schil
zien, maar het innerlijk als een zuiver
en eerlijk gerichte intentie.
INGE VAN ERENSTEIN.
Men ziet, alle schrijfsters en schrij
vers zijn het er over eens, dat open
hartigheid en eerlijkheid absolute nood
zaak zijn. Toch is er één punt, dat zij
vergeten, al ligt het op de ondergrond
van Inge's constatering, dat moderne
jeugd cynisch en sarcastisch schijnt.
Wat haar en niet minder vele volwas
senen hindert, is het onvoldoende be
grip van deze „harde" jongeren in de
ontoereikendheid van de taal, die niet
in staat, immers te arm is, om uitdruk
king te geven aan de subtiele ontroe
ringen, die het „liefdesspel" begeleiden
en waaraan het zijn schoonheid en ver
vulling ontleent. In het „praten" over
deze verfijnde aandoeningen, die trou
wens een belangrijk deel der vergeten
categorie niet kan kennen en hoogstens
voorvoelt, maken deze „phraseurs" ge
bruik van de beduimelde en afgebeten
termen van het dagelijks leven, die on
geschikt zijn voor een zuivere discussie.
Waar dan nog bijkomt een averechts
begrip van de moderne psychologie, die
nooit het „uitleven" verdedigt, maar
het woord van Freud trouw blijft, dat
alleen beheerste zinnelijkheid kan lei
den tot een blijvende binding. In hoofd
zaak denken anderen er net zo over
als dit viertal. Alleen WIM KOOIMAN
laat een ietwat ander geluid horen:
„pjANS is van mening, dat de jeugd
nu reeds bijna alle problemen onder
ogen moet zien en ze reëel moet be
handelen. Ik ben dit niet geheel met
hem eens; per slot van rekening beho
ren we op een leeftijd van 16 en 17
jaar ons niet al te veel te verdiepen
in allerlei levensproblemen, waar we
door onze jeugdige kijk toch geen be
hoorlijke oplossing voor kunnen geven.
We zouden óf waanwijs worden öf het
leven niet aan kunnen, omdat we er
een te grote gecompliceerdheid in zou
den zien. Dat het inderdaad bij de
hedendaagse jeugd een tendens is,
vrijelijk en vaak zonder enige schroom
over zelfs de diepste en mooiste pro
blemen te praten, is een feit, dat niet
te loochenen valt. Eensdeels vind ik het
juist, dat ook een jeugdig persoon in
deze vrije maatschappij zijn mening
vrij kan uiten, anderdeels schuilt daar
in ook een gevaar, daar we ons spoe
dig verliezen in oude-mannen- en
vrouwengepraat en onze jeugd verge
ten."
Maar P. B. S. KAT ziet dat weer
anders;
„Het is juist zo goed, dat wij deze
problemen op een reële wijze met el
kaar bespreken. Waarom zouden we
ons ervoor m leten schamen? Juist hier
door gaat de natuurlijke waarde van
het probleem verloren. We zien het
niet langer als een probleem, maar als
een vreemd, mysterieus verschijnsel,
dat wij zoveel mogelijk uit de weg
gaan. Wanneer deze ouderen dit zou
den lezen, zouden ze dan nog halsstar
rig volhouden dat wij ons niet met
dergelijke problemen moeten bemoei
en? Ik hoop van niet.
Zij vinden dus de hedendaagse jeugd
te vrijpostig in hun spontaneïteit. Den
ken zij misschien, dat zij als volwasse
nen zijn geboren? Ach, ze behoorden
nog niet eens zo lang geleden zelf tot
„De Vergeten Categorie". En hebben
ze toen altijd zedig hun blik neerge
slagen? Was dit het geval, dan hebben
ze dus vroeger niet de moed gehad,
zelfstandig problemen op te lossen en
daarom willen ze ons ook niet toestaan,
deze problemen onder ogen te zien."
PIET KAT
GERRIT DE BOER kan zich voor
stellen, dat de ouderen wel eens critiek
hebben:
„J-JANS is niet de enige, die wei eens
ter verantwoording wordt -geroe
pen over datgene, wat hij in de jeugd
rubriek naar voren brengt, om er over
van gedachten te wisselen met de
lezers. Dat kan ook z'n nut hebben,
mits de ouderen de bedoeling hebben,
de opbouw en vorming der jeugd, ge
baseerd op de nationale en christelijke
grondslagen van ons volksleven, te be
vorderen. Dus hiermede wil ik zeggen:
het is wel eens goed, mits het op
Coenty Perfumery Co, jLtd» Stadmore, EogUod ïipp. Jacq. Mo» |r. Amsterdam
(Advertentie Ing. Med.)
Volgens politieke kringen te Wenen
zou de Oostenrijkse minister van Bui
tenlandse Zaken, Leopold Figl, van plan
zijn een bezoek aan Rome te brengen
en onder meer de Italianen willen spre
ken over de kwestie Tirol.
Sprekers van de conservatieve volks
partij en de socialistische partij te We
nen hebben Dinsdag, tijdens een debat
in de Oostenrijkse Nationale Raad
(tweede kamer) over de buitenlandse
politiek een oplossing van het vraag
stuk Zuid-Tirol „in Europese geest"
geëist. De socialistische afgevaardigde
Ernst Korefs eiste een plebisciet om de
Zuid-Tirolers een kans te geven, uit
te maken of hun provincie weer bij
Oostenrijk zou moeten komen of bij
Italië zou moeten blijven behoren.
De Franse minister van Landsverde
diging Pleven heeft gister in de raad
der republiek, de Franse senaat, mede
gedeeld dat het Franse leger, „ondanks
de oorlog in Indo-China" zijn kracht
aanmerkelijk heeft vergroot. Dit zal
worden medegedeeld in het rapport, dat
aan de in de volgende week te Parijs
bijeenkomende NAVO-raad zal worden
voorgelegd.
Frankrijk zal eind 1953 veertien gro
te eenheden landstrijdkrachten ter be
schikking van de NAVO hebben ge
steld. Hieronder bevinden zich drie met
eenheden pantserstrijdkrachten uitge
ruste divisies.
Sinds 1950 is het aantal Franse be
roepsofficieren van 27.000 op 32.000 en
dat der onderofficieren van 83.000 op
112.000 gebracht. Alle divisies zijn vol
ledig met modern materieel uitgerust.
Er bestaat alleen hier en daar nog een
gering tekort aan materiaal voor de
verbindingsdiensten.
(Advertentie Ing Med.)
spontane wijze geschiedt, en niet, zo
als ik het te horen kreeg van een een
voudig meisje, medewerkster aan onze
rubriek, dat op een bescheiden wijze
voor haar overtuiging uitkwam, en
daarna schriftelijk door iemand die
zo laf was, zijn naam niet te ver
melden, werd aangevallen op een wijze,
die alle verachting waard is."
Tenslotte de mening van drie leer
lingen van de Kweekschool voor de
Detailhandel te Amsterdam:
L. Diamant: „Men kan toch veel
beter vrijuit over diverse onderwerpen
spreken dan het stiekum en achter
baks te doen."
Frans van Hilst: „Het is heel
goed met de andere sekse van gedach
ten te wisselen, maar er moet een grens
getrokken worden en je weet zelf best,
tot hoever je kunt en mag gaan."
Ko Wichard: „In het openbaar
intieme kwesties bespreken zou ik
persoonlijk nooit doen: als ik eens zo'n
gesprek mocht hebben, zou ik het toch
hoogstens in mijn vriendenkring doen"
„Ervaring heb ik niet, want als ik
e -s met één van mijn vrienden klets,
gaat het meestal over de sport en „hoe
kunnen we vanavond de deur uitkomen
zonder een al te rare smoes."
RONDER gewetensbezwaar kunnen we ons wenden tot het volgende
probleem. Het vraagstuk is ingezonden door JAN KENTER uit ENK
HUIZEN, die öök al een antwoord heeft gezonden:
Wat verstaat de vergeten categorie onder Kunst?
Is alles wat door een bepaalde commissie als kunst gequalificeerd
wordt dit ook werkelijk? Moet een grote groep mensen (waarschijnlijk
wel de meesten) zich neerleggen bij de conclusie van een kleine groep,
wanneer deze „beslist" dat iets kunst is en de (ze) grote groep zich hier
niet mee kan verenigen?
Wat te denken van iemand die van ijzerdraadjes een „vreemdsoortig
geval" construeert en zich daarvoor een eerste prijs ziet toegekend
op een tentoonstelling in Londen? Of van een paar Fransen, die een
kwast aan de staart van een ezel bonden, een pot verf onder de staart
zetten en door 't slingeren van de staart een product verkregen op
'n doek, dat zij zonsondergang noemden, en instuurden naar een „vrije"
schilderijententoonstelling in Parijs, waarvan de schilder z.g. een
onbekende meester was, en dit schilderij verkocht werd voor dé priji
van 50.000 francs? Of van 't abstracte goniometrische „schilderij" wat
door enkelen zeer bewonderd wordt en als kunst geldt, maar' wa
bestaat uit enkele lijnen, een hoek en een paar punten?
Zo zou ik U nog meer voorbeelden kunnen geven. Is dit alles r
werkelijk als kunst te beschouwen?? Aan welke eisen moet een „beoor
delingscommissie" voldoen?"
Antwoorden aan D. L. Daalder, Komlaan 8, Bergen (N.H.) uiterlijk
Maandagmiddag verzenden.
De militaire rechtbank te Parijs heeft
de voormalige korporaal van de Gesta
po Wilhelm Korf gister ter dood ver
oordeeld.
Korf was ervan beschuldigd vijf kloos
terlingen te Brosse Montceaux als ver
zetsstrijders te hebben doodgeschoten.
Hij wordt er ook van beschuldigd ver
zetsstrijders te hebben gemarteld. Korf
heeft bekend de monniken, zij het op
bevel, te hebben neergeschoten. Hij
ontkende Fransen te hebben mishan
deld. In de rechtzaal schold hij de Fran
sen uit, die tegen hem getuigden. Een
Duitse kolonel, die volgens Korf hem
bevel tot de moorden had gegeven,
werd bij verstek tot levenslang ver
oordeeld.
GEORGETTE HAGEDOORN
....valt ook in Wenen op....
Zoals gemeld, treedt de Nederlandse
chansonnière Georgette Hagedoorn deze
maand op de „Gastspielbühne Casano
va" te Wenen op. Zij wordt daarbij be
geleid door Pierre Verdonck. Behalve
Georgette Hagedoorn treden in Casano
va nog twee andere Hagenaars op, nl.
Cilly Wang en Maxim Hermann Raft.
Op de affiches staan de Nederlan
ders geannonceerd met als onderschrift
„Niederlandische kleinkunst, grosz ge-
schrieden".
In Wenen wordt Georgette Hagedoorn
aangesproken als „Gnadige frau Kam-
mersangerin" en Pierre Verdonck als
„Herr Professor". Over de artistieke
prestaties van onze landgenoten is men
in Wenen zeer te spreken. De „Wiener
Kurier" heeft in het bijzonder veel
waardering voor het Franse repertoire
van Georgette Hagedoorn, die daarbij
nog Duitse en Engelse liederen zingt
en „speelt".
De „Weltpresse" schrijft, dat Geor
gette Hagedoorn chansons ten gehore
brengt op een wijze zoals dit slechts
drie of vier vrouwen op de gehele we
reld kunnen.
De Amerikaanse Nederlander Frits van
Dongen, die na de oorlog onder de naam
Philip Dorn in een aantal Amerikaanse
films speelde, zal volgend jaar hier te
lande met Lily Bouwmeester een reeks
opvoeringen komen geven van „Het he
melbed" van Jan de Hartog. Van Dongen
verklaarde gisteren op een persconferen
tie in Den Haag, dat hij dit deed, omdat
hij weer eens op de planken wilde staan
en niet omdat hij gedupeerd was door
een malaise in de Amerikaanse filmindus-
trie.
In een Dinsdag gehouden vergadering
van de stichting Rotterdams Toneel
heeft Frits van Dijk het bestuur ver
zocht hem per 1 Januari a.s. ontslag
te willen verlenen als directeur van
het Rotterdams Toneel. Hij wil echter
ais acteur en regisseur aan het gezel
schap verbonden blijven. De heer Van
Dijk zou tot deze stap gekomen zijn,
aldus het bestuur, naar aanleiding van
een uitlating van de wethouder van
Onderwijs en Volksontwikkeling te
Rotterdam tijdens de begrotingsdebatten