Gemiddelde Nederlander ééns
in vijf jaar naar schouwburg
DE WONDERE WAERELT
Ook op Schouwen wegen de
laatste loodjes
Parlementariërs begaan met lot
van de kunstenaar
Brandend maagzuur
blust 0 in een mum...
Kunst tegenwicht voor de mechanisatie
Toneelcongres in
Amsterdam
De restanten water
verdwijnen nu
Alle dijken zijn weer
hersteld
Ongeveer 600 ha land
ging verloren
De pensioenen van het
spoorwegpersoneel
Minister Algera over de
onbewaakte overwegen
Kruiser „De Zeven Provinciën Donderdag in dienst
ÉÉpyiiipi
- ferVHlpl
mm
IN, WENEN is een
schoonheidssalon voor
mannen geopend en het
instituut wordt reeds
druk bezocht door tal van
afgesloofde Oostenrijkse
huisvaders en jonge He
den uit de society-krin-
gen. Frau Mignon Para-
lella, de directrice, die al
twintig jaar lang heeft
getracht van de Wenerin-
nen pinup-girls te maken,
heeft verklaard, dat zij nu
ook een kruistocht is be
gonnen tegen manlijke
pukkels, onderkinnen, ka
le schedels, rimpels en
uitpuilende tailles. Zo'n
mannensalon is natuurlijk
een symptoom van dege
neratie. Tot dusver had
den wij mannen (in te
genstelling tot de vrou
wen) geen schoonheidssa
lons nódig om mooi te
blijven.
Begroting O. K. en W. goedgekeurd
Omroepwet?
IN EEN goederenwagon
op het emplacement
Watergraafsmeer in de
hoofdstad vond een
spoorwegbeambte Zon
dagmorgen een 22-jarige
zeeman uit Hannover. Hij
verklaarde tegenover de
politic, dat hij in Rotter
dam zijn schip, dat daar
in de haven gemeerd lag,
niet meer had kunnen
vinden. Hjj was daarna
in een spoorwagon ge
kropen om de nacht er
in door te brengen, maar
was in Amsterdam wak
ker geworden.
Sint Bureaucratius
De onderwijssalarissen
Minister Cals kantte
zich tegen moties
DE moties, die de Tweede Kamerleden
Hilversum onhoorbaar
Felle critiek op het
radiobeleid
WOENSDAG 16 DECEMBER 1953
[JK, 16 Dec.
7,10—9,50 en B
A 6—6,10; 5000
42.000 kg witte
vie 13,60—16,90;
0; 2000 kg peen
i 4,505,60 en
witlof IB 21—
6,10. Door»
kool. 2600 kg
e kool.
16 Dec.
grove 5.10—5,40,
2100 kg peen B
:g rode kool A
groene kool A
eense witte kool
000 kg andijvie
2.40, B 9,70 en
bloemkool BII
10 kg rode kool,
200 kg peen.
Dec. 38500
2900 kg gele
g Deense witte
vie 11.8015.80;
grove 5.20;
>ec. 24.000 kg
4.605.60, driel.
6000 kg bieten
ie 13—19. 250 kg
g rode kool 6—
5—6.50, 8000 kg
10 stuks bloem-
4—38, C 28—44,
d: 3000 kg rode
7000 kg groene
1953. 850 kg
kg Rode kool 5
11 5—7.50; 18500
gewone 5.10
21—23; 9500 kg
;n II 4.30—4.80;
II Ig19 en III
II 5—6.10 en IV
2000 kg Succes
2000 kg Gele
Ronde biet
1 5, uien grof 5,
4, gele kool 5
ne kool 78.30,
e kool 4.505.
ie 2225, aard-
>n 4.50.
lec. Andijvie
■55, B II 25—38.
5, B 4, Chinese
kool 7.20—9.10,
ot 5.90—6, nep
ember 1953.
oeien was heel
rele slagers op
;n dat er tallo-
irstdagen toch
hun klanten
lar dat de prij-
voor de prima
rok wel enkele
komen. Op de
n klein aanbod
ïesprijzen 'was
gstelling, even
varen ook goed
'erse melkkoei-
heel slepend,
imarkt was het
'oor de slacht-
tkers, waarvan
was, weer een
'ijzen ook weer
was het vrij
apen lagen wel
En met de
:n heel groot
;gte kochten de
enkelen nog
'en de notering
vas echter niet
prijzen flink in
ig. Met de vet-
ïetzelfde. Ook
itroever. En op
in de vroegte
wel meer han
en waren vrij-
paardenmarkt
Een vrij stil-
arkt gaf wel
maar de hau-
al met de ko
en, waaronder:
2.25—f 2.80 per
alfkoeien van
le koeien van
ten van f 400—
en van f 210
ka 1veren voor
0 vlug en fok-
14 stieren van
vette schapen
n f 80—f 127.60
65—f 110 kalm
en geiten van
vette varkens
kalm afloop
n van f 1.68—
schrammen en
f 40—f 94 en
alm prijshou-
n f 240—f 350
5—f 750 stug-
Een of twee Rennies, laten smelten
°P de tong. En eer U het weet, is 't
leed geleden. Zo hoeft U dus nooit
bang te zijn dat iets, wat U graag lust,
eens verkeerd valt. Dat zuur is vlug
ger genezen dan het opkwam. Daar
om, een prettig veilig gevoel, altijd
Rennies bij de hand te hebben.
(Advertentie, Ing. Med.)
niet tot haar recht komt. Organisatie
van het toneel is dan ook een der
voornaamste verschijnselen, die bij
overheidsbemoeiing naar voren tre
den.
Met onze culturele koopkracht is
iets gebeurd, omdat zich sinds 1938
zulke belangrijke rschuïvingen heb
ben voorgedaan. Mensen met inkomens
van vijfduizend guldrn en meer ziin
achteruitgegaan met in totaal 738 mil-
Iioen gulden. Men zal zeggen: er is
compensatie, want de anderen zijn
vooruitgegaan. Zeker, die vooruit
gang bedraagt één milliard en 906 mil-
lioen gulden. Doch per hoofd betekent
dit slechts een verbetering van f 50.
Hoe de culturele koopkracht is te
verhogen zal derhalve de vraag zijn.
Er is geen sprake van dat men kan
zeggen: „waar men zou willen, daar
kan men ook". Belasting en financiële
politiek moeten gericht zijn op ver
sterking der culturele politiek, aldus de
Amsterdamse wethouder.
Behalve chaotische toestanden binnen
het toneelbestel zijn er ook chaotische
toestanden in de Overheidsbemoeiing,
aangezien er geen eenheid is in de wij
ze waarop verschillende gemeenten
tegenover het toneel staan. Voor spr.
staat het vast dat gemeenten verplicht
zijn iets te doen voor het toneel. De
culturele mens is ons einddoel, ook
voor de overheid. Waarom zou de
overheid, aldus mr De Roos, zich dan
wel bezig houden met de economische
Van een speciale medewerker)
VELENdie op een of andere wijze bij het toneel belang hebben of er bij
betrokken zijn, kwamen Dinsdag jl. in Krasnapolsky te Amsterdam bijeen
om te luisteren naar hetgeen door enkele inleiders over deze vraag zou worden
gezegd en om zekere vraagstukken ter discussie te stellen.
Deze bespreking, die men met een naam heeft willen dopen: „Ons toneel
enwij Nederlanders" stond onder voorzitterschap van de heer H. Deinum,
voorzitter van de Nederl. Ver. van Schouwburgdirecties. De organisatie ervan
berustte bij genoemde vereniging, het Nederlands Theatercentrum en de toneel
gezelschappen. Het congres was het resultaat van een aantal bijeenkomsten en
discussies, waar ter sprake werd gebracht op welke wijze een zo groot mogelijk
publiek door het toneel kan worden bereikt. De kwestie is, hoe een voldoend
en verantwoord aantal voorstellingen te brengen en dit dan zo economisch
mogelijk te doen.
„Technische noodzaken hebben 'we te aanvaarden, maar des te sterker zal
gestreefd moeten worden naar een verdiepte menselijkheid. De kloof in de
maatschappij is geworden tot een kloof in de mens," aldus mr H. Waage, die
de rij sprekers opende. De kunst zal in staat zijn geestelijke waarden op te
roepen als tegenwicht voor de mechanisatie. Een rapport, uitgebracht door
het sociologisch instituut te Amsterdam toont aan, dat ongeveer 90 van ons
volk niet in de concertzaal komt. En wat het toneel betreft: de gemiddelde
Nederlander bezoekt slechts eens in de vijf jaar een schouwburg. Vooral op
'de lagere overheden zou volgens spreker een beroep moeten worden gedaan
cm toneelmanifestaties te steunen.
DROF. A. Asselbergs (Anton van
Duinkerken), die een uitnodiging
om hier te spreken had aanvaard,
wilde niet een aanval doen op de te
genwoordige toneelschrijfkunst; doch
dat er een scheiding is tussen publiek
en dramatische kunst kan ieder, die
waarneemt en vergelijkt, conclude
ren, aldus prof. Asselbergs.
„Het gejuich na een sportwedstrijd
ter ere van de winnaar duidt er toch
op, hoezeer het publiek zich door het
evenement bevrijd voelt en hoe zich
krachten manifesteren en een uitweg
zoeken, die in direct verband met ons
leven staan. Bij een voetbalwedstrijd
is duidelijk, dat er een spanning in
de toeschouwers is en dat hij zich
ergens bij gebonden voelt. Bereikt
het toneel, waar ook krachten in
strijd zich meten, dit nog? vraag ik
me af", vervolgde prof. Asselbergs.
Er kan moeilijk meer een publiek
worden bijeen gebracht, dat in de
krachten op het toneel een vertegen
woordiging ziet van eigen gemoeds
beweging. Om de abstracte kunstenaar
aansprakelijk te stellen voor een te
geringe gebondenheid bij het publiek,
gemakkelijk genoeg. Feit is echter,
dat het publiek de binding mist om
de spanning op het toneel gemeen
schappelijk te kunnen volgen.
Toen rederijkerskunst .schouwburg
kunst werd ontstonden onwillekeurig
gebouwen, koninklijke of vorstelijke
schouwburgen en stadsschouwburgen,
die te onzent vaak slechts in dit op
zicht van een postkantoor verschillen,
d;t ze niet iedereen over hun drem
pel schijnen te verwachten. Zeker is
e een mogelijkheid om het publiek
binden en het zp te maken, dat
het zich van zijn saamhorigheid ad
hoe voor een te vertonen drama be
wust is. De binding tot gebonden pu-
blifk van een schoolklas, die te voren
is ingelicht over hetgeen te zien zal
Zijn, heeft vaak een voorbeeldig ka
rakter. Ik meen, verzekerde spr.«, dat
de mogelijkheid bestaat om verenigin
gen van schouwburgbezoekers te
krijgen, die weten wat ze doen om
dat ze weten wat ze verlangen.
Een vragensteller uit Den Haag
vroeg zich na de rede van prof As
selbergs af of vroeger het toneel in
ons land wel zo'n grote greep op
het publiek heeft gehad. Hij haalde
een boekje aan van dr Van Gelder
over het toneelleven, eertijds in Den
Haag, waaruit blijkt dat de belangstel
ling van het publiek in de grafelijke
tijd zeer beperkt en teleurstellend
was. Prof Asselbergs verwees daarop
in dit verband naar de massa belang
stelling voor het toneel in de middel
eeuwen en naar de grote band tus
sen de massa en het toneel bij de
Grieken en Romeinen.
Een andere vraagsteller vreesde
dat bij het vormen van groepen van
schouwburgbezoekers meer speciale
gedachten zullen worden belicht door
het toneel en niet al die gedachten,
die in ons volk leven. „Inderdaad",
aldus prof. Asselbergs, „doet deze
moeilijkheid zich voor en het enige
is, dat men dit aanvaardt, onder het
©og ziet en er rekening mee houdt".
Bij cultuurspreiding, horizontaal of
verticaal, zullen we een verstandige
peiling nodig hebben.
J^r. A. DE ROOS, wethouder voor
kunstzaken te Amsterdam, begon
zijn betoog met het noemen van en
kele cijfers. In 1939 werd door de
©verheid f 200.000 uitgetrokken voor
kunst. In 1950 werd daarvoor van
overheidswege uitgetrokken een be
drag van f 1.590.000. Een welsprekend
verschil voor een tussenruimte van
slechts elf jaren. De overheidsbemoei
ing komt hierop neer of men de span-
ring kan behouden tussen wat het pu
bliek bijdraagt voor de kunst en wat
de overheid ervoor doet.
Beroepsgezelschappen geven onge
veer tweeduizend voorstellingen per
jaar, waarvan 1200 in de plaats van
hun vestiging. Driehonderdvijftig
voorstellingen worden gegeven in
plaatsen die meer dan 120 km liggen
van de plaats van vestiging. Zo'n heen
en weer getrek brengt een min of
meer chaotische toestand i ons to
neel. We hebben het daar dikwijls
over en toch blijft het maar steeds
hetzelfde, aldus mr De Roos. Onrede
lijk is het wat we van onze toneel
spelers vragen, onredelijk zowel ten
tanzien van tijd als van krachtinspan
ning. Vergeleken bij het buitenland
is deze toestand zeer ongunstig. Ge
volg is dat de door de overheid
voorgestane cultuurspreiding hierdoor
mens en de sociale mens, maar niet
met de culturele mens?
Subsidiering is vaak niet anders dan
een slechte vorm van financiering, al
dus de heer De Roos. Aan de financi
ering za] een inhoud moeten worden
gegeven in overeenstemming met het
dienstbetoon van het toneel. Op deze
basis zou een financiering normaal
moeten plaats hebben, als men de
dienstvorm beschouwt als de grond
vorm der kunstinstellingen. Wel staat
het vast dat de overheid bij haar be
moeiingen de amateuristische kunst
niet uit het oog mag verliezen. Onge
twijfeld ontstaat meermalen een rela
tie tussen de bezoeker van het ama
teurtoneel en het beroepstoneel. Want
het is een feit dat het beroepstoneel
ook publiek kan betrekken uit kringen
van de amateur toneelgroepen.
Vakbondsbestuurder Paul de Vries
kon slechtsspreken van een nog maar
in zeer geringe mate georganiseerd
publiek. Naar sprekers oordeel open
baart de film zich als tegenwerkende
kracht, omdat ze een passieve ontspan
ning is en gemakkelijker bereikbaar.
De heer De Vries vond het voor de
vakbeweging een hachelijke hoewel
noodzakelijke taak om op cultureel ter
rein te komen. Men krijgt nl. vaak te
maken met de verschillende levens
beschouwingen. Getracht moet worden
om bij de mensen ook belangstelling te
wekken voor stukken buiten hun le
venssfeer.
"pIJDENS de discussie in de middag
uren werden over de organisatie
van het toneelbezoek suggesties ge
daan door enkele schouwburgdirecteu
ren, waarbij bleek dat men in Leiden
zeer succesrijk is geweest in het op
werpen en uitvoeren van ideeën. Veel
aandacht werd besteed aan de artistie
ke vorming van de jeugd o.a. door
de heer Schuil uit Haarlem - want die
jeugd zal straks ons toneelpubliek zijn.
Mr A. de Roos ging in op tal van
kwesties, die verschillende sprekers
aanroerden. Hij liet daarbij als voor
naamste punt uitkomen, dat in de toe
komst gedacht zal moeten worden aan
een grondwettelijke bepaling, die de
toneelkunst tot onderwerp van voort
durende zorg van de regering maakt.
Zo'n grondwettelijke bepaling zal dan
moeten doorwerken in de wetgeving en
er toe moeten leiden, dat aan lagere
overheden verplichtingen worden op
gelegd jegens het toneel. In de komen
de jaren zal men zich hiermede ernstig
bezig moeten houden. En deze uit
spraak zou men als kernpunt en voor
naamste richtingwijzend element kun
nen zien van alles wat op deze toneel
dag naar voren werd gebracht.
Door de zeer ongeregelde toevloed
van de resterende hoeveelheden water
naar de pompen, verloopt de slotfase
van de polder Schouwen niet zo vlot
meer. Zo kunnen b.v. de pompen bij
Den Osse slechts met vrij grote tussen
pozen draaien, omdat telkens moet wor
den gewacht totdat nieuwe waterlopen
zijn vrijgemaakt, waardoor weer nieu
we hoeveelheden water in de richting
van de pompen kunnen vloeien. In de
buurt van Serooskerke staat nog vol
doende water en men is daar bezig en
kele pompen van Burgsluis (waar ze
geen dienst meer behoeven te doen)
over te plaatsen naar de dijk bij
Schelphoek, waar ze ter hoogte van de
zg. Gemene Geul binnenkort opnieuw
in werking zullen worden gesteld.
De door de stormramp beschadigde
dijken zijn thans in het algemeen weer
in een toestand gebracht waarin zij de
winterstormen zullen kunnen weer
staan. aldus de memorie van antwoord
van Verkeer en Waterstaat op het
voorlopig verslag van de Tweede Ka
mer.
Teneinde een summiere indruk te
geven van hetgeen op het gebied van
het dijkherstel werd verricht, valt op
te merken, dat 67 stroomvoerende en
rond 500 niet-stroomvoerende gaten zijn
gedicht, dat van de ongeveer 500 km
beschadigde tot weggespoelde dijkvak
ken pl.m. 350 km definitief is hersteld,
terwijl pl.m. 150 km wel grotendeels
gereed doch nog in bewerking is.
Van de belangrijkste onderdelen kun
nen worden genoemd de sluitingen van
de grote gaten bij Hellevoetsluis, Den
Bommel, Herkingen, Schelphoek,
Ouwerkerk, Zierikzee, Kruiningen en
Bath en de nieuwe dijk van Ooltgens-
plaats tot Herkingen.
Door kreekvorming is globaal 600 ha
land verloren gegaan.
Krachtens het Koninklijk Besluit van
22 Maart 1952 en de wet van 9 Mei
1952 is de zorg voor de pensioenen van
het spoorwegpersoneel en zijn weduwen
en wezen overgegaan- van het departe
ment van Verkeer en Waterstaat naar
het departement van Binnenlandse Za
ken. dat ook met de behandeling van
de zaken betreffende de pensioenen
van het burgerlijk overheidspersoneel
is belast. Aangezien zulks geschied is
met het oog op de samenhang, die be
staat tussen de pensioenen van het
spoorwegpersoneel en die van het over
heidspersoneel, zullen ook de pensioe
nen van het gewezen spoorwegperso
neel door de minister van Binnenland
se Zaken worden betrokken in de voor
zieningen, die ten aanzien van de pen
sioenen van het overheidspersoneel bij
hem in overweging zijn.
Ook in de buurt van Zierikzee heeft
men thans maatregelen genomen om
de verdere waterlozing te vergemak
kelijken. Men laat nu het water uit de
polder in de Zierikzeese stadsgracht
lopen, terwijl aan de Westhavendijk
twee pompen binnen enkele dagen zul
len beginnen het water uit deze gracht
in het Havenkanaal o er te hevelen.
Zo wegen de laatste loodjes het
zwaarst, doch de Provinciale Water
staat probeert, in samenwerking met
de dienst-landbouwherstel, de moei
lijkheden zo snel mogelijk de baas te
worden.
Blijkens de memorie van antwoord
op het voorlopig verslag van de Twee
de Kamer over de begroting van Ver
keer en Waterstaat heeft de verbete
ring van de veiligheid van de onbe
waakte overwegen de volle aandacht
van de minister. In 1952 bedroeg het
aantal ongevallen op niet afgesloten
overwegen in totaal 92. Hiervan von
den negen plaats op overwegen, die
voorzien waren van een automatische
knipperlichtinstallatie.
mmÈMM
ft»;4
tftz. -
£EN „NATIONAAL
fonds voor steun aan
kinderen" in New York
heeft in zes jaar tijds
vier millioen dollar bij
eengebracht, met welk
enorm bedrag louter de
kinderen van de collec
tanten gesteund werden.
En dat is maar één van
de talrijke „liefdadig
heidsbenden", die New
York onveilig maken.
Een journalist, die wilde
bewijzen, dat het grote
publiek voor ieder wille
keurig doel geld geeft,
vergaarde duizenden dol
lars met zijn „Fonds
voor de weduwe van de
onbekende soldaat".
nE EIGENAAR van een
hoenderpark te Lunte-
ren, wiens pluimveesta
pel al maandenlang door
een grote havik werd ge
teisterd (deze zeldzame
roofvogel wordt door de
wet beschermd), liet door
een kennis, die een jacht
akte bezat, vergunning
aanvragen om de veel
vraat neer te schieten. De
kennis vroeg de vergun
ning aan bij de politie te
Lunteren, vandaar ging
het verzoek naar het
hoofdbureau in Ede, ver
volgens naar de commis
saris van de Koningin in
Arnhem, vandaar naar
het ministerie van Land
bouw enz. in Den Haag
en hierop naar Wagenin-
gen, waar men moest
vaststellen of haviken
inderdaad van kippen
houden en haar ook kun
nen doden. Tenslotte
kwam het verzoek weer
in Arnhem terecht, waar
men de tientallen bijla
gen nog enkele weken
moest bestuderen en na
omstreeks een half jaar
kwam de vergunning ein
delijk af. Inmiddels wa
ren vele tientallen kip
pen van verscheidene
eigenaars door de havik
opgepeuzeld. Zijn dagen
waren nu echter geteld,
want dit weekeinde werd
hij door de uiterst onge
duldige jager van een
schuilhut uit met een
welgemikt schot neerge
haald. De vogel had gen
vlucht van een meter
vijftien.
(Van onze parlementaire redacteur)
ONZE parlementariërs zijn met het lot van de kunstenaars die in
moeilijke omstandigheden verkeren zeer begaan. Daarvan hebben zij
in de Tweede Kamer bij de behandeling van de begroting van K. en
W. blijk gegeven. Wat kopen we er voor? zijn de kunstenaars misschien
geneigd te vragen. Vermoedelijk rechtstreeks niet veel, maar het is in
elk geval wel nuttig dat telkens weer opnieuw het dringend vermaan
tot de regering gericht wordt de kunst en de kunstenaars te steunen
waar en wanneer dat mogelijk is. Zij hebben in elk geval het geluk dat
minister Cals reeds metterdaad getoond heeft dat men bij hem niet aan
dovemans deuren klopt. Al zal hij wel niet ingaan op de suggestie van
de heer Welter van de K.N.P- om de opbrengst van de Staatsloterij
voor de kunst te bestemmen, en één of twee speelbanken aan de kust
op te richten die eveneens een lieve duit in het kunstzakje zouden
kunnen brengen. Het droeve verhaal van de heer Gortzak (C-P.N.) zal
ook wel geen rechtstreekse gevolgen hebben maar toch is het vermoe
delijk een vingerwijzing voor de bewindsman om het lot van de
kunstenaar steeds in gedachten te houden. De heer Gortzak vertelde,
dat bij een arm kunstenaarsgezin Sint Nicolaas op bezoek geweest was.
Toen de heilige weg was zei het zoontje van de kunstenaar: .,Sint Ni
colaas gaat zeker elke dag naar de steun dat hij zoveel kan geven, en
niet één keer in de week, zoals pappa.
Wanrnni pr nnn neen z'n definitieve vorm zal krijgen daar-
rr ulH Ulll lf> t'I 'tlfff ywit voor middelen zal weten aan te wijzeji.
Met de minister van Financiën had mr
Cals besproken hoe de stijging van de
salarissen in de wereld van de kunst
zou kunnen worden opgevangen. Te
gelegener tijd hoopte hij hierover na
dere voorstellen bij de Kamer in te
dienen. Het voor de restauratie van
monumenten uitgetrokken bedrag
wordt zo rationeel mogelijk over grote
en kleine monumenten verdeeld meen
de hij.
QVER te lage salarissen van de or
kestleden vooral van de kleine or
kesten en van de lagere groepen zijn
onderhandelingen met de Stichting van
de Arbeid lopende. Vele vragen moeten
nog beantwoord worden, doch bij het
college van Rijksbemiddelaars liggen
toch al voorstellen klaar.
Bezwaar had de bewindsman tegen
openbaarmaking van het rapport, dat
op zijn verzoek over de Nederlandse
Opera was opgesteld. Wel wilde hij
het ter vertrouwelijke kennisneming
van de leden op de griffie neerleggen
of aan de vaste commissie verstrekken.
Onmogelijk noemde hij het op dit ogen
blik in ons land twee volledig bezette
eersterangs orkesten te houden.
Sprekend over de radio noemde de
bewindsman het „ontzettend beroerd"
dat de Omroepwet er nog steeds niet is.
Hij hoopte dat zij niet te lang meer
zou uitblijven.
Het Centraal bureau voor de statis
tiek zal een onderzoek instellen naar
de culturele en de sociale betekenis
van de radio. De autonomie der om
roepverenigingen wenste de bewinds
man niet aan te tasten.
Het plan van de Nozema om in ons
land een net van FM-zenders (Fre
quente Modulatie) te leggen is in ver
re voorbereiding. Verleden week is
toestemming verleend tot de bouw van
een FM-zender in Friesland. De zender
in Hoogezand is daar moeilijk te ho
ren. Het bezwaar dat uit de Kamers
gemaakt was tegen de financiële steun
aan de wereldomroep uit de bijdragen
van de luisteraars begreep de bewinds
man niet omdat de Kamer daaraan in
dertijd zelf haar fiat had gegeven.
Hij betoogde dat de regeringsuitzen
dingen niet duur zijn en eindigde met
enkele opmerkingen, o.a. over de vor
ming buiten schoolverband en over de
jeugd en sport.
Na re- en dupliek werd de begroting
goedgekeurd.
Zeer veel vragen werden de minister
in de avonduren nog gesteld. Hij had
anderhalf uur nodig om ze te beant
woorden. Daarbij deelde hij o.m. mee,
dat de regering geen verantwoordelijk
heid kan aanvaarden voor de inhoud
van het z.g. bronnenboek dat de heer
Fokkema ten tonele had gevoerd
maar dat zij wel opdracht tot de samen
stelling ervan had gegeven.
Voor subsidieverheging voor het
Algemeen Nederlands Verbond 10.000
inplaats van f 5000) voelde de bewinds
man wel en hij zou daarom een onder
zoek instellen naar de mogelijkheid er
van en eventueel met een suppletoire
begroting komen.
Het verlenen van opdrachten aan
kunstenaars tot het portretteren van
bv. de minister-president en de beide
kamervoorzitters een suggestie van
de heer Weiter beschouwde hij als
een zaak van de Kamer zelf. Hij was
er intussen met de Kamer van over
tuigd dat meer voor de kunstenaars
gedaan zal moeten worden. Hij hoopte
dat de Raad voor de Kunst die spoedig
NAAR EERST thans be
kend is geworden,
heeft ruim een jaar gele
den een Russische expe
ditie van het Noorden uit
getracht de Mount
Everest te beklimmen.
Zij keerden echter terug,
nadat zes man vier er
varen klimmers en twee
geleerden om het le
ven waren gekomen. In
Januari van dit jaar wer
den in opdracht van Mos
kou gedurende achttien
dagen op een hoogte van
achtduizend meter naspo-
ringen verricht naar de
omgekomen zes mannen,
die no'oit werden terug
gevonden. Dit is de eerste
keer geweest, dat een ex
peditie in de Himalaya
zulke hoogten tijdens de
zeer gevreesde winter
stormen heeft bereikt.
„Het ontbreekt steden als Den
Haag, een residentie met hoofd
stedelijke pretenties, in zijn mo
numenten aan alle fantasie. Zou
er geen beeld opgericht, kunnen
worden van een ereburger, Sint
Bureaucratius, zoals Brussel ook
haar ereburger heeft?"
Ziehier een ontboezeming van
de R'.K. afgevaardigde, de heer
Peters, Dinsdagmiddag bij de be
handeling van de afdeling Kunst
van de begroting van O. K. en
W. in de Tweede Kamer. Het
deed goed een lid tijdens de grau
we stroom van begrotingsdebat
ten eens uit zijn slof te zien schie
ten
Onze nieuwste kruiser Hr Ms
„De Zeven l'rovinciën' zal Don
derdag in gebruik worden ge-
genomen. Opname van de nieuwe
kruiser die tijdens een proef
vaart gemaakt werd
(Van onze parlementaire redacteur)
mr Roosjen (A.R.) en dr Lucas
(K.V.P.) bij de begroting van Onder»
wijs, Kunsten en Wetenschappen had
den ingediend, zijn in de Dinsdagmid
dag gehouden vergadering van de
Tweede Kamer roemloos gesneuveld.
Eerstgenoemde wilde de zogenaamde
ontknikking der ondcrwijzerssalarissen
niet op 1 Januari 1953 doen ingaan,
zoals de minister had voorgesteld, doch
reeds op 1 Januari 1948.
„Onmogelijk", antwoordde minister
Cals hierop: „dat kan niet vanwege de
budgetaire gevolgen. De motie stelt de
regering voor onaannemelijke conse
quenties".
Teleurgesteld trok mr Roosjen de
conclusie uit 's ministers woorden, dat
hij de motie alleen nog maar kon in
trekken. Daartoe ging hij dan ook over.
Dr Lucas wenste „rechtshers'el" bij
de salariëring van leraren bij het
voorbereidend hoger en het middelbaar
onderwijs, zoals dat eertijds ook ver
leend was aan de leraren bij het mid
delbaar nijverheidsonderwijs. Hij achtte
dat een kwestie van rechtvaardigheid.
Waar ligt die grond van rechtvaar
digheid? vroeg de bewindsman ver
wonderd. Uit de toekenning van een
hoger salaris aan de leraren bij het
middelbaar nijverheidsonderwijs spruit
geenszins voort, dat ook de leraren bij
het voorbereidend hoger en middelbaar
onderwijs die verhoging moeten heb
ben, al gunde hij de heren gaarne wat
meer.
De regering had zich over de kwestie
beraden. Op grond daarvan zeide de
minister, dat hij de motie, zo zij werd
aangenomen, niet zou kunnen uitvoe
ren.
Daarop trok ook de heer Lucas zijn
moiie in, in afwachting echter van een
soepele houding van de regering in de
toekomst.
Tijdens het debat deelde de minister
nog mee, dat het zijn bedoeling is een
perschef aan zijn departement te ver
binden.
(Van onze parlementaire redacteur).
J-R kwam een lange rij van sprekers
aan bod, toen de voorzitter van de
Tweede Kamer, dr Kortenhorst, Dins
dagmiddag de afdelingen Kunst, Oud
heidkunde, Natuurbescherming en Ra
dio, Televisie en Pers van de begroting
van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen aan de orde stelde.
Mevrouw Fortanier-De Wit (V.V.D.)
en de heren Fokkema (A.R.), De Graaf
(K V.P.), Peters (K.V.P.), Willems
(P.v.d.A.), Stufkens (P.v.d.A.) en v. d.
Zaal (A.R.) kwamen nog 's middags
aan het woord.
Gepleit werd voor de verhoging van
het subsidie voor het Algemeen Neder
lands Verbond van f 5000 op f 10.000
op grond o.a. van de overweging, dat
de emigranten behoefte aan culturele
banden hebben. Enige Kamerleden
stonden op de bres voor de symphonie-
orkesten en voor een goede salariëring
van de orkestleden, andere voor de
literatoren en de beeldende kunstenaars
en weer anderen voor het ballet en de
opera.
Verheugd toonde men zich over de
aangekondigde nieuwe natuurbescher
mingswet.
De heer v. d. Zaal oefende scherpe
critiek uit op het radiobeleid van deze
en vorige ministers. Van de regerings
uitzendingen zei hij, dat ze veel moes
ten verbeteretj, maar dat het nuttiger
was, als ze verdwenen.
Hij signaleerde de klachten, die in
de randprovincies geuit worden over
de slechte ontvangst van de Hilversum-
se zenders en deelde mee, dat reeds in
groten getale Duitse programmabladen
in ons land gekocht worden, omdat
men prettiger naar de Duitse uitzen
dingen kan luisteren.