Gemiddelde Nederlander ééns in vijf jaar naar schouwburg DE WONDERE WAERELT Ook op Schouwen wegen de laatste loodjes Parlementariërs begaan met lot van de kunstenaar Brandend maagzuur blust 0 in een mum... Kunst tegenwicht voor de mechanisatie Toneelcongres in Amsterdam De restanten water verdwijnen nu Alle dijken zijn weer hersteld Ongeveer 600 ha land ging verloren De pensioenen van het spoorwegpersoneel Minister Algera over de onbewaakte overwegen Kruiser „De Zeven Provinciën Donderdag in dienst ÉÉpyiiipi - ferVHlpl mm IN, WENEN is een schoonheidssalon voor mannen geopend en het instituut wordt reeds druk bezocht door tal van afgesloofde Oostenrijkse huisvaders en jonge He den uit de society-krin- gen. Frau Mignon Para- lella, de directrice, die al twintig jaar lang heeft getracht van de Wenerin- nen pinup-girls te maken, heeft verklaard, dat zij nu ook een kruistocht is be gonnen tegen manlijke pukkels, onderkinnen, ka le schedels, rimpels en uitpuilende tailles. Zo'n mannensalon is natuurlijk een symptoom van dege neratie. Tot dusver had den wij mannen (in te genstelling tot de vrou wen) geen schoonheidssa lons nódig om mooi te blijven. Begroting O. K. en W. goedgekeurd Omroepwet? IN EEN goederenwagon op het emplacement Watergraafsmeer in de hoofdstad vond een spoorwegbeambte Zon dagmorgen een 22-jarige zeeman uit Hannover. Hij verklaarde tegenover de politic, dat hij in Rotter dam zijn schip, dat daar in de haven gemeerd lag, niet meer had kunnen vinden. Hjj was daarna in een spoorwagon ge kropen om de nacht er in door te brengen, maar was in Amsterdam wak ker geworden. Sint Bureaucratius De onderwijssalarissen Minister Cals kantte zich tegen moties DE moties, die de Tweede Kamerleden Hilversum onhoorbaar Felle critiek op het radiobeleid WOENSDAG 16 DECEMBER 1953 [JK, 16 Dec. 7,10—9,50 en B A 6—6,10; 5000 42.000 kg witte vie 13,60—16,90; 0; 2000 kg peen i 4,505,60 en witlof IB 21— 6,10. Door» kool. 2600 kg e kool. 16 Dec. grove 5.10—5,40, 2100 kg peen B :g rode kool A groene kool A eense witte kool 000 kg andijvie 2.40, B 9,70 en bloemkool BII 10 kg rode kool, 200 kg peen. Dec. 38500 2900 kg gele g Deense witte vie 11.8015.80; grove 5.20; >ec. 24.000 kg 4.605.60, driel. 6000 kg bieten ie 13—19. 250 kg g rode kool 6— 5—6.50, 8000 kg 10 stuks bloem- 4—38, C 28—44, d: 3000 kg rode 7000 kg groene 1953. 850 kg kg Rode kool 5 11 5—7.50; 18500 gewone 5.10 21—23; 9500 kg ;n II 4.30—4.80; II Ig19 en III II 5—6.10 en IV 2000 kg Succes 2000 kg Gele Ronde biet 1 5, uien grof 5, 4, gele kool 5 ne kool 78.30, e kool 4.505. ie 2225, aard- >n 4.50. lec. Andijvie ■55, B II 25—38. 5, B 4, Chinese kool 7.20—9.10, ot 5.90—6, nep ember 1953. oeien was heel rele slagers op ;n dat er tallo- irstdagen toch hun klanten lar dat de prij- voor de prima rok wel enkele komen. Op de n klein aanbod ïesprijzen 'was gstelling, even varen ook goed 'erse melkkoei- heel slepend, imarkt was het 'oor de slacht- tkers, waarvan was, weer een 'ijzen ook weer was het vrij apen lagen wel En met de :n heel groot ;gte kochten de enkelen nog 'en de notering vas echter niet prijzen flink in ig. Met de vet- ïetzelfde. Ook itroever. En op in de vroegte wel meer han en waren vrij- paardenmarkt Een vrij stil- arkt gaf wel maar de hau- al met de ko en, waaronder: 2.25—f 2.80 per alfkoeien van le koeien van ten van f 400— en van f 210 ka 1veren voor 0 vlug en fok- 14 stieren van vette schapen n f 80—f 127.60 65—f 110 kalm en geiten van vette varkens kalm afloop n van f 1.68— schrammen en f 40—f 94 en alm prijshou- n f 240—f 350 5—f 750 stug- Een of twee Rennies, laten smelten °P de tong. En eer U het weet, is 't leed geleden. Zo hoeft U dus nooit bang te zijn dat iets, wat U graag lust, eens verkeerd valt. Dat zuur is vlug ger genezen dan het opkwam. Daar om, een prettig veilig gevoel, altijd Rennies bij de hand te hebben. (Advertentie, Ing. Med.) niet tot haar recht komt. Organisatie van het toneel is dan ook een der voornaamste verschijnselen, die bij overheidsbemoeiing naar voren tre den. Met onze culturele koopkracht is iets gebeurd, omdat zich sinds 1938 zulke belangrijke rschuïvingen heb ben voorgedaan. Mensen met inkomens van vijfduizend guldrn en meer ziin achteruitgegaan met in totaal 738 mil- Iioen gulden. Men zal zeggen: er is compensatie, want de anderen zijn vooruitgegaan. Zeker, die vooruit gang bedraagt één milliard en 906 mil- lioen gulden. Doch per hoofd betekent dit slechts een verbetering van f 50. Hoe de culturele koopkracht is te verhogen zal derhalve de vraag zijn. Er is geen sprake van dat men kan zeggen: „waar men zou willen, daar kan men ook". Belasting en financiële politiek moeten gericht zijn op ver sterking der culturele politiek, aldus de Amsterdamse wethouder. Behalve chaotische toestanden binnen het toneelbestel zijn er ook chaotische toestanden in de Overheidsbemoeiing, aangezien er geen eenheid is in de wij ze waarop verschillende gemeenten tegenover het toneel staan. Voor spr. staat het vast dat gemeenten verplicht zijn iets te doen voor het toneel. De culturele mens is ons einddoel, ook voor de overheid. Waarom zou de overheid, aldus mr De Roos, zich dan wel bezig houden met de economische Van een speciale medewerker) VELENdie op een of andere wijze bij het toneel belang hebben of er bij betrokken zijn, kwamen Dinsdag jl. in Krasnapolsky te Amsterdam bijeen om te luisteren naar hetgeen door enkele inleiders over deze vraag zou worden gezegd en om zekere vraagstukken ter discussie te stellen. Deze bespreking, die men met een naam heeft willen dopen: „Ons toneel enwij Nederlanders" stond onder voorzitterschap van de heer H. Deinum, voorzitter van de Nederl. Ver. van Schouwburgdirecties. De organisatie ervan berustte bij genoemde vereniging, het Nederlands Theatercentrum en de toneel gezelschappen. Het congres was het resultaat van een aantal bijeenkomsten en discussies, waar ter sprake werd gebracht op welke wijze een zo groot mogelijk publiek door het toneel kan worden bereikt. De kwestie is, hoe een voldoend en verantwoord aantal voorstellingen te brengen en dit dan zo economisch mogelijk te doen. „Technische noodzaken hebben 'we te aanvaarden, maar des te sterker zal gestreefd moeten worden naar een verdiepte menselijkheid. De kloof in de maatschappij is geworden tot een kloof in de mens," aldus mr H. Waage, die de rij sprekers opende. De kunst zal in staat zijn geestelijke waarden op te roepen als tegenwicht voor de mechanisatie. Een rapport, uitgebracht door het sociologisch instituut te Amsterdam toont aan, dat ongeveer 90 van ons volk niet in de concertzaal komt. En wat het toneel betreft: de gemiddelde Nederlander bezoekt slechts eens in de vijf jaar een schouwburg. Vooral op 'de lagere overheden zou volgens spreker een beroep moeten worden gedaan cm toneelmanifestaties te steunen. DROF. A. Asselbergs (Anton van Duinkerken), die een uitnodiging om hier te spreken had aanvaard, wilde niet een aanval doen op de te genwoordige toneelschrijfkunst; doch dat er een scheiding is tussen publiek en dramatische kunst kan ieder, die waarneemt en vergelijkt, conclude ren, aldus prof. Asselbergs. „Het gejuich na een sportwedstrijd ter ere van de winnaar duidt er toch op, hoezeer het publiek zich door het evenement bevrijd voelt en hoe zich krachten manifesteren en een uitweg zoeken, die in direct verband met ons leven staan. Bij een voetbalwedstrijd is duidelijk, dat er een spanning in de toeschouwers is en dat hij zich ergens bij gebonden voelt. Bereikt het toneel, waar ook krachten in strijd zich meten, dit nog? vraag ik me af", vervolgde prof. Asselbergs. Er kan moeilijk meer een publiek worden bijeen gebracht, dat in de krachten op het toneel een vertegen woordiging ziet van eigen gemoeds beweging. Om de abstracte kunstenaar aansprakelijk te stellen voor een te geringe gebondenheid bij het publiek, gemakkelijk genoeg. Feit is echter, dat het publiek de binding mist om de spanning op het toneel gemeen schappelijk te kunnen volgen. Toen rederijkerskunst .schouwburg kunst werd ontstonden onwillekeurig gebouwen, koninklijke of vorstelijke schouwburgen en stadsschouwburgen, die te onzent vaak slechts in dit op zicht van een postkantoor verschillen, d;t ze niet iedereen over hun drem pel schijnen te verwachten. Zeker is e een mogelijkheid om het publiek binden en het zp te maken, dat het zich van zijn saamhorigheid ad hoe voor een te vertonen drama be wust is. De binding tot gebonden pu- blifk van een schoolklas, die te voren is ingelicht over hetgeen te zien zal Zijn, heeft vaak een voorbeeldig ka rakter. Ik meen, verzekerde spr.«, dat de mogelijkheid bestaat om verenigin gen van schouwburgbezoekers te krijgen, die weten wat ze doen om dat ze weten wat ze verlangen. Een vragensteller uit Den Haag vroeg zich na de rede van prof As selbergs af of vroeger het toneel in ons land wel zo'n grote greep op het publiek heeft gehad. Hij haalde een boekje aan van dr Van Gelder over het toneelleven, eertijds in Den Haag, waaruit blijkt dat de belangstel ling van het publiek in de grafelijke tijd zeer beperkt en teleurstellend was. Prof Asselbergs verwees daarop in dit verband naar de massa belang stelling voor het toneel in de middel eeuwen en naar de grote band tus sen de massa en het toneel bij de Grieken en Romeinen. Een andere vraagsteller vreesde dat bij het vormen van groepen van schouwburgbezoekers meer speciale gedachten zullen worden belicht door het toneel en niet al die gedachten, die in ons volk leven. „Inderdaad", aldus prof. Asselbergs, „doet deze moeilijkheid zich voor en het enige is, dat men dit aanvaardt, onder het ©og ziet en er rekening mee houdt". Bij cultuurspreiding, horizontaal of verticaal, zullen we een verstandige peiling nodig hebben. J^r. A. DE ROOS, wethouder voor kunstzaken te Amsterdam, begon zijn betoog met het noemen van en kele cijfers. In 1939 werd door de ©verheid f 200.000 uitgetrokken voor kunst. In 1950 werd daarvoor van overheidswege uitgetrokken een be drag van f 1.590.000. Een welsprekend verschil voor een tussenruimte van slechts elf jaren. De overheidsbemoei ing komt hierop neer of men de span- ring kan behouden tussen wat het pu bliek bijdraagt voor de kunst en wat de overheid ervoor doet. Beroepsgezelschappen geven onge veer tweeduizend voorstellingen per jaar, waarvan 1200 in de plaats van hun vestiging. Driehonderdvijftig voorstellingen worden gegeven in plaatsen die meer dan 120 km liggen van de plaats van vestiging. Zo'n heen en weer getrek brengt een min of meer chaotische toestand i ons to neel. We hebben het daar dikwijls over en toch blijft het maar steeds hetzelfde, aldus mr De Roos. Onrede lijk is het wat we van onze toneel spelers vragen, onredelijk zowel ten tanzien van tijd als van krachtinspan ning. Vergeleken bij het buitenland is deze toestand zeer ongunstig. Ge volg is dat de door de overheid voorgestane cultuurspreiding hierdoor mens en de sociale mens, maar niet met de culturele mens? Subsidiering is vaak niet anders dan een slechte vorm van financiering, al dus de heer De Roos. Aan de financi ering za] een inhoud moeten worden gegeven in overeenstemming met het dienstbetoon van het toneel. Op deze basis zou een financiering normaal moeten plaats hebben, als men de dienstvorm beschouwt als de grond vorm der kunstinstellingen. Wel staat het vast dat de overheid bij haar be moeiingen de amateuristische kunst niet uit het oog mag verliezen. Onge twijfeld ontstaat meermalen een rela tie tussen de bezoeker van het ama teurtoneel en het beroepstoneel. Want het is een feit dat het beroepstoneel ook publiek kan betrekken uit kringen van de amateur toneelgroepen. Vakbondsbestuurder Paul de Vries kon slechtsspreken van een nog maar in zeer geringe mate georganiseerd publiek. Naar sprekers oordeel open baart de film zich als tegenwerkende kracht, omdat ze een passieve ontspan ning is en gemakkelijker bereikbaar. De heer De Vries vond het voor de vakbeweging een hachelijke hoewel noodzakelijke taak om op cultureel ter rein te komen. Men krijgt nl. vaak te maken met de verschillende levens beschouwingen. Getracht moet worden om bij de mensen ook belangstelling te wekken voor stukken buiten hun le venssfeer. "pIJDENS de discussie in de middag uren werden over de organisatie van het toneelbezoek suggesties ge daan door enkele schouwburgdirecteu ren, waarbij bleek dat men in Leiden zeer succesrijk is geweest in het op werpen en uitvoeren van ideeën. Veel aandacht werd besteed aan de artistie ke vorming van de jeugd o.a. door de heer Schuil uit Haarlem - want die jeugd zal straks ons toneelpubliek zijn. Mr A. de Roos ging in op tal van kwesties, die verschillende sprekers aanroerden. Hij liet daarbij als voor naamste punt uitkomen, dat in de toe komst gedacht zal moeten worden aan een grondwettelijke bepaling, die de toneelkunst tot onderwerp van voort durende zorg van de regering maakt. Zo'n grondwettelijke bepaling zal dan moeten doorwerken in de wetgeving en er toe moeten leiden, dat aan lagere overheden verplichtingen worden op gelegd jegens het toneel. In de komen de jaren zal men zich hiermede ernstig bezig moeten houden. En deze uit spraak zou men als kernpunt en voor naamste richtingwijzend element kun nen zien van alles wat op deze toneel dag naar voren werd gebracht. Door de zeer ongeregelde toevloed van de resterende hoeveelheden water naar de pompen, verloopt de slotfase van de polder Schouwen niet zo vlot meer. Zo kunnen b.v. de pompen bij Den Osse slechts met vrij grote tussen pozen draaien, omdat telkens moet wor den gewacht totdat nieuwe waterlopen zijn vrijgemaakt, waardoor weer nieu we hoeveelheden water in de richting van de pompen kunnen vloeien. In de buurt van Serooskerke staat nog vol doende water en men is daar bezig en kele pompen van Burgsluis (waar ze geen dienst meer behoeven te doen) over te plaatsen naar de dijk bij Schelphoek, waar ze ter hoogte van de zg. Gemene Geul binnenkort opnieuw in werking zullen worden gesteld. De door de stormramp beschadigde dijken zijn thans in het algemeen weer in een toestand gebracht waarin zij de winterstormen zullen kunnen weer staan. aldus de memorie van antwoord van Verkeer en Waterstaat op het voorlopig verslag van de Tweede Ka mer. Teneinde een summiere indruk te geven van hetgeen op het gebied van het dijkherstel werd verricht, valt op te merken, dat 67 stroomvoerende en rond 500 niet-stroomvoerende gaten zijn gedicht, dat van de ongeveer 500 km beschadigde tot weggespoelde dijkvak ken pl.m. 350 km definitief is hersteld, terwijl pl.m. 150 km wel grotendeels gereed doch nog in bewerking is. Van de belangrijkste onderdelen kun nen worden genoemd de sluitingen van de grote gaten bij Hellevoetsluis, Den Bommel, Herkingen, Schelphoek, Ouwerkerk, Zierikzee, Kruiningen en Bath en de nieuwe dijk van Ooltgens- plaats tot Herkingen. Door kreekvorming is globaal 600 ha land verloren gegaan. Krachtens het Koninklijk Besluit van 22 Maart 1952 en de wet van 9 Mei 1952 is de zorg voor de pensioenen van het spoorwegpersoneel en zijn weduwen en wezen overgegaan- van het departe ment van Verkeer en Waterstaat naar het departement van Binnenlandse Za ken. dat ook met de behandeling van de zaken betreffende de pensioenen van het burgerlijk overheidspersoneel is belast. Aangezien zulks geschied is met het oog op de samenhang, die be staat tussen de pensioenen van het spoorwegpersoneel en die van het over heidspersoneel, zullen ook de pensioe nen van het gewezen spoorwegperso neel door de minister van Binnenland se Zaken worden betrokken in de voor zieningen, die ten aanzien van de pen sioenen van het overheidspersoneel bij hem in overweging zijn. Ook in de buurt van Zierikzee heeft men thans maatregelen genomen om de verdere waterlozing te vergemak kelijken. Men laat nu het water uit de polder in de Zierikzeese stadsgracht lopen, terwijl aan de Westhavendijk twee pompen binnen enkele dagen zul len beginnen het water uit deze gracht in het Havenkanaal o er te hevelen. Zo wegen de laatste loodjes het zwaarst, doch de Provinciale Water staat probeert, in samenwerking met de dienst-landbouwherstel, de moei lijkheden zo snel mogelijk de baas te worden. Blijkens de memorie van antwoord op het voorlopig verslag van de Twee de Kamer over de begroting van Ver keer en Waterstaat heeft de verbete ring van de veiligheid van de onbe waakte overwegen de volle aandacht van de minister. In 1952 bedroeg het aantal ongevallen op niet afgesloten overwegen in totaal 92. Hiervan von den negen plaats op overwegen, die voorzien waren van een automatische knipperlichtinstallatie. mmÈMM ft»;4 tftz. - £EN „NATIONAAL fonds voor steun aan kinderen" in New York heeft in zes jaar tijds vier millioen dollar bij eengebracht, met welk enorm bedrag louter de kinderen van de collec tanten gesteund werden. En dat is maar één van de talrijke „liefdadig heidsbenden", die New York onveilig maken. Een journalist, die wilde bewijzen, dat het grote publiek voor ieder wille keurig doel geld geeft, vergaarde duizenden dol lars met zijn „Fonds voor de weduwe van de onbekende soldaat". nE EIGENAAR van een hoenderpark te Lunte- ren, wiens pluimveesta pel al maandenlang door een grote havik werd ge teisterd (deze zeldzame roofvogel wordt door de wet beschermd), liet door een kennis, die een jacht akte bezat, vergunning aanvragen om de veel vraat neer te schieten. De kennis vroeg de vergun ning aan bij de politie te Lunteren, vandaar ging het verzoek naar het hoofdbureau in Ede, ver volgens naar de commis saris van de Koningin in Arnhem, vandaar naar het ministerie van Land bouw enz. in Den Haag en hierop naar Wagenin- gen, waar men moest vaststellen of haviken inderdaad van kippen houden en haar ook kun nen doden. Tenslotte kwam het verzoek weer in Arnhem terecht, waar men de tientallen bijla gen nog enkele weken moest bestuderen en na omstreeks een half jaar kwam de vergunning ein delijk af. Inmiddels wa ren vele tientallen kip pen van verscheidene eigenaars door de havik opgepeuzeld. Zijn dagen waren nu echter geteld, want dit weekeinde werd hij door de uiterst onge duldige jager van een schuilhut uit met een welgemikt schot neerge haald. De vogel had gen vlucht van een meter vijftien. (Van onze parlementaire redacteur) ONZE parlementariërs zijn met het lot van de kunstenaars die in moeilijke omstandigheden verkeren zeer begaan. Daarvan hebben zij in de Tweede Kamer bij de behandeling van de begroting van K. en W. blijk gegeven. Wat kopen we er voor? zijn de kunstenaars misschien geneigd te vragen. Vermoedelijk rechtstreeks niet veel, maar het is in elk geval wel nuttig dat telkens weer opnieuw het dringend vermaan tot de regering gericht wordt de kunst en de kunstenaars te steunen waar en wanneer dat mogelijk is. Zij hebben in elk geval het geluk dat minister Cals reeds metterdaad getoond heeft dat men bij hem niet aan dovemans deuren klopt. Al zal hij wel niet ingaan op de suggestie van de heer Welter van de K.N.P- om de opbrengst van de Staatsloterij voor de kunst te bestemmen, en één of twee speelbanken aan de kust op te richten die eveneens een lieve duit in het kunstzakje zouden kunnen brengen. Het droeve verhaal van de heer Gortzak (C-P.N.) zal ook wel geen rechtstreekse gevolgen hebben maar toch is het vermoe delijk een vingerwijzing voor de bewindsman om het lot van de kunstenaar steeds in gedachten te houden. De heer Gortzak vertelde, dat bij een arm kunstenaarsgezin Sint Nicolaas op bezoek geweest was. Toen de heilige weg was zei het zoontje van de kunstenaar: .,Sint Ni colaas gaat zeker elke dag naar de steun dat hij zoveel kan geven, en niet één keer in de week, zoals pappa. Wanrnni pr nnn neen z'n definitieve vorm zal krijgen daar- rr ulH Ulll lf> t'I 'tlfff ywit voor middelen zal weten aan te wijzeji. Met de minister van Financiën had mr Cals besproken hoe de stijging van de salarissen in de wereld van de kunst zou kunnen worden opgevangen. Te gelegener tijd hoopte hij hierover na dere voorstellen bij de Kamer in te dienen. Het voor de restauratie van monumenten uitgetrokken bedrag wordt zo rationeel mogelijk over grote en kleine monumenten verdeeld meen de hij. QVER te lage salarissen van de or kestleden vooral van de kleine or kesten en van de lagere groepen zijn onderhandelingen met de Stichting van de Arbeid lopende. Vele vragen moeten nog beantwoord worden, doch bij het college van Rijksbemiddelaars liggen toch al voorstellen klaar. Bezwaar had de bewindsman tegen openbaarmaking van het rapport, dat op zijn verzoek over de Nederlandse Opera was opgesteld. Wel wilde hij het ter vertrouwelijke kennisneming van de leden op de griffie neerleggen of aan de vaste commissie verstrekken. Onmogelijk noemde hij het op dit ogen blik in ons land twee volledig bezette eersterangs orkesten te houden. Sprekend over de radio noemde de bewindsman het „ontzettend beroerd" dat de Omroepwet er nog steeds niet is. Hij hoopte dat zij niet te lang meer zou uitblijven. Het Centraal bureau voor de statis tiek zal een onderzoek instellen naar de culturele en de sociale betekenis van de radio. De autonomie der om roepverenigingen wenste de bewinds man niet aan te tasten. Het plan van de Nozema om in ons land een net van FM-zenders (Fre quente Modulatie) te leggen is in ver re voorbereiding. Verleden week is toestemming verleend tot de bouw van een FM-zender in Friesland. De zender in Hoogezand is daar moeilijk te ho ren. Het bezwaar dat uit de Kamers gemaakt was tegen de financiële steun aan de wereldomroep uit de bijdragen van de luisteraars begreep de bewinds man niet omdat de Kamer daaraan in dertijd zelf haar fiat had gegeven. Hij betoogde dat de regeringsuitzen dingen niet duur zijn en eindigde met enkele opmerkingen, o.a. over de vor ming buiten schoolverband en over de jeugd en sport. Na re- en dupliek werd de begroting goedgekeurd. Zeer veel vragen werden de minister in de avonduren nog gesteld. Hij had anderhalf uur nodig om ze te beant woorden. Daarbij deelde hij o.m. mee, dat de regering geen verantwoordelijk heid kan aanvaarden voor de inhoud van het z.g. bronnenboek dat de heer Fokkema ten tonele had gevoerd maar dat zij wel opdracht tot de samen stelling ervan had gegeven. Voor subsidieverheging voor het Algemeen Nederlands Verbond 10.000 inplaats van f 5000) voelde de bewinds man wel en hij zou daarom een onder zoek instellen naar de mogelijkheid er van en eventueel met een suppletoire begroting komen. Het verlenen van opdrachten aan kunstenaars tot het portretteren van bv. de minister-president en de beide kamervoorzitters een suggestie van de heer Weiter beschouwde hij als een zaak van de Kamer zelf. Hij was er intussen met de Kamer van over tuigd dat meer voor de kunstenaars gedaan zal moeten worden. Hij hoopte dat de Raad voor de Kunst die spoedig NAAR EERST thans be kend is geworden, heeft ruim een jaar gele den een Russische expe ditie van het Noorden uit getracht de Mount Everest te beklimmen. Zij keerden echter terug, nadat zes man vier er varen klimmers en twee geleerden om het le ven waren gekomen. In Januari van dit jaar wer den in opdracht van Mos kou gedurende achttien dagen op een hoogte van achtduizend meter naspo- ringen verricht naar de omgekomen zes mannen, die no'oit werden terug gevonden. Dit is de eerste keer geweest, dat een ex peditie in de Himalaya zulke hoogten tijdens de zeer gevreesde winter stormen heeft bereikt. „Het ontbreekt steden als Den Haag, een residentie met hoofd stedelijke pretenties, in zijn mo numenten aan alle fantasie. Zou er geen beeld opgericht, kunnen worden van een ereburger, Sint Bureaucratius, zoals Brussel ook haar ereburger heeft?" Ziehier een ontboezeming van de R'.K. afgevaardigde, de heer Peters, Dinsdagmiddag bij de be handeling van de afdeling Kunst van de begroting van O. K. en W. in de Tweede Kamer. Het deed goed een lid tijdens de grau we stroom van begrotingsdebat ten eens uit zijn slof te zien schie ten Onze nieuwste kruiser Hr Ms „De Zeven l'rovinciën' zal Don derdag in gebruik worden ge- genomen. Opname van de nieuwe kruiser die tijdens een proef vaart gemaakt werd (Van onze parlementaire redacteur) mr Roosjen (A.R.) en dr Lucas (K.V.P.) bij de begroting van Onder» wijs, Kunsten en Wetenschappen had den ingediend, zijn in de Dinsdagmid dag gehouden vergadering van de Tweede Kamer roemloos gesneuveld. Eerstgenoemde wilde de zogenaamde ontknikking der ondcrwijzerssalarissen niet op 1 Januari 1953 doen ingaan, zoals de minister had voorgesteld, doch reeds op 1 Januari 1948. „Onmogelijk", antwoordde minister Cals hierop: „dat kan niet vanwege de budgetaire gevolgen. De motie stelt de regering voor onaannemelijke conse quenties". Teleurgesteld trok mr Roosjen de conclusie uit 's ministers woorden, dat hij de motie alleen nog maar kon in trekken. Daartoe ging hij dan ook over. Dr Lucas wenste „rechtshers'el" bij de salariëring van leraren bij het voorbereidend hoger en het middelbaar onderwijs, zoals dat eertijds ook ver leend was aan de leraren bij het mid delbaar nijverheidsonderwijs. Hij achtte dat een kwestie van rechtvaardigheid. Waar ligt die grond van rechtvaar digheid? vroeg de bewindsman ver wonderd. Uit de toekenning van een hoger salaris aan de leraren bij het middelbaar nijverheidsonderwijs spruit geenszins voort, dat ook de leraren bij het voorbereidend hoger en middelbaar onderwijs die verhoging moeten heb ben, al gunde hij de heren gaarne wat meer. De regering had zich over de kwestie beraden. Op grond daarvan zeide de minister, dat hij de motie, zo zij werd aangenomen, niet zou kunnen uitvoe ren. Daarop trok ook de heer Lucas zijn moiie in, in afwachting echter van een soepele houding van de regering in de toekomst. Tijdens het debat deelde de minister nog mee, dat het zijn bedoeling is een perschef aan zijn departement te ver binden. (Van onze parlementaire redacteur). J-R kwam een lange rij van sprekers aan bod, toen de voorzitter van de Tweede Kamer, dr Kortenhorst, Dins dagmiddag de afdelingen Kunst, Oud heidkunde, Natuurbescherming en Ra dio, Televisie en Pers van de begroting van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen aan de orde stelde. Mevrouw Fortanier-De Wit (V.V.D.) en de heren Fokkema (A.R.), De Graaf (K V.P.), Peters (K.V.P.), Willems (P.v.d.A.), Stufkens (P.v.d.A.) en v. d. Zaal (A.R.) kwamen nog 's middags aan het woord. Gepleit werd voor de verhoging van het subsidie voor het Algemeen Neder lands Verbond van f 5000 op f 10.000 op grond o.a. van de overweging, dat de emigranten behoefte aan culturele banden hebben. Enige Kamerleden stonden op de bres voor de symphonie- orkesten en voor een goede salariëring van de orkestleden, andere voor de literatoren en de beeldende kunstenaars en weer anderen voor het ballet en de opera. Verheugd toonde men zich over de aangekondigde nieuwe natuurbescher mingswet. De heer v. d. Zaal oefende scherpe critiek uit op het radiobeleid van deze en vorige ministers. Van de regerings uitzendingen zei hij, dat ze veel moes ten verbeteretj, maar dat het nuttiger was, als ze verdwenen. Hij signaleerde de klachten, die in de randprovincies geuit worden over de slechte ontvangst van de Hilversum- se zenders en deelde mee, dat reeds in groten getale Duitse programmabladen in ons land gekocht worden, omdat men prettiger naar de Duitse uitzen dingen kan luisteren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1953 | | pagina 7