We maken een kerstkroon met kaarsen (TH) Het Liv werd een illusie armer NeemnAKKERTJE Een kinder-Kerstprijsvraag 1 Ir Toch nog Kerstfeest M VIERING TER ZEE EN IN DE LUCHT DE KERSTMIS Een van de weinig bekende sprookjes van H. C. Andersen tonctop httuijl Kerst- en Oudejaarssfeer engros Op de Eerste Kerstdag rust op Schiphol kerstnummer donderdag 24 december 1953 kerstnummer Het kruis, waar de kaarsen later op komen te staan, maken we van twee latten ieder 45 cm lang, 5 cm breed en 2 cm hoog. Je kunt de latten kruisgewijs boven op elkaar bevestigen, maar mooier is het ze in elkaar te laten zinken. Hiertoe moet je de latten in het midden uithollen, zoals links op de tekening is te zien. De kaarsenhouders maak je van een ronde stok, welke pl.m. 3 cm dik is. Hiervan zaag je steeds stukjes van 3 cm af. Boven op deze cylindertjes bevestig je dan een rondgezaagd plaatje tri plex (doorsnede 5 cm), waarin een gat zit waar precies een kaars in past. Om de kaarsen nog steviger te kunnen plaatsen kun je juist op het punt waar de kaars komt een spijker voor de helft inslaan en daar later de kop van afknijpen. Tenslotte boor je midden in het kruis een gat waar een koord doorheen kan om de kroon op te hangen. Je kunt de Kerstkroon mooi kleuren en eventueel nog wat versieren met lint, sparregroen en kerstklokjes. 4 Anke en Jos zaten stil aan tafel. Jos las een boek maar kon er zijn gedach te niet bijhouden. Steeds keek hij op en tuurde dan de weg af. „Het is al half drie!" zuchtte hij, „zal ik eensnaar de stad fietsen? Moeder had toch al lang terug kunnen zijn Anke antwoordde niet. Ze haalde haar schouders op en toen was het weer stil in de kamer. Alleen de klok tikte en buiten klonk het eentonige geluid van tag en. Jos keek weer op van zijn boek. „Va der is ook al zo stil", zei hij zacht, hij zaagt maar.de hele morgen zaagt hijwat zou er toch zijn?" Op dat moment hield het zagen op. De kinde ren hoorden vaders klompen over het straatje klossen en even later kwam hij het kamertje binnen. Zwijgend nam hij de tabakspot en begon zijn pijp te stop pen. „Komt moeder al gauw, vader", vroeg Anke zacht..o.. „wat is er toch van daag....? alles is zo vreemd. Moeder is haast nooit weg en U bent ook zo anders!" „Moeder is naar de notaris in de stad", zei vader. „Gisteren kwam er een brief van hem.... we moeten hem veel geld betalenhypotheek, zie je. geld dat we geleend hebben om onze boerderij te kunnen laten bouwen maar je weet dat de tarwe-oogst dit jaar slecht was en die aardappelziekte we hebben het geld nietmoe der is er over praten". „En morgen is het nog wel Kerstmis", zei Jos. Vader knikte, liep toen naar buiten en sprak: „Ik ga moeder tegemoet". „Arme vader en moeder!" züchtte Jos. .Kom Anke, weet je wat we gaan doen? We gaan het hier een beetje gezellig maken. Misschien dat ze dan htyi zor gen kunnen vergeten!" Anke veerde op, dét gaf haar weer moed. „Er staat nog een doos met Kerstboomversiering op de vliering", zei ze, „die ga ik pakken. En ik ga een Kerstboom zoeken!" riep Jos, „en we gaan slingers maken van groen en ik weet ook nog een doos met kaarsjes!" Het. tweetal was ineens vol actie. Er werd gewerkt als nooit te voren. Spoedig stond er in de kamer een mooie Kerst boom. De lamp was versierd met spar regroen, over de tafel lag een wit kleed en naast ieder bord stond een kande laartje. „We leggen ook nog het open vuur aan!" sprak Anke geestdriftig, dan kan zó de vlam er in als vader en moeder thuis komen en dan.... dan maak ik nog een grote pan heerlijke warme chocolade-melk!" Een half uurtje later zaten de kin deren wéér aan de tafel maar nu glin sterden hun ogen. Vol spannnig tuurden ze de weg af. Het begon al te scheme ren. Het begon al donker te worden. Maar tochkijk, daar in de verte naderden twee lampjes,Dat zijn fietsen", zei Anke, „zouden Ze dat.... Ja! Ja, 'ik zie het. Ze zijn hetOh, ik hoop nu maar dat het een beetje goed is afgelopen bij de notaris.mis schien vinden ze hét wel helemaal niet leuk dat we zo'n Kerststemming ge maakt hebben hier." De schrik die Anke plotseling voelde opkomen viel weg toen ze moeder vro lijk zag lachenVader zóng nog wel! Het tweetal stormde naar buiten. Jui chend trokken ze hun ouders in de versierde kamer. Moeder sprongen de tranen in de ogen. „Heerlijke schatten!" lachte ze. „Jullie weten de zorgen van Vader en mij te verzachtenmaar alles is goed afgelopen hoorwe hebben uitstel van betaling gekregen totdat de volgdhde oogst binnen is en nü is het Kerstmis. Vader wreef vergenoegd in zijn han den. stopte een verse pijp en stak het houtvuur aan. En moederopende haar tas en toverde zowaar twee grote Kerstbro den te voorschijn. De Kerstboomkaarsjes werden aan gestoken en bij het knapperende vuur genoten ze van de vrede en de rust van het mooie Kerstfeest. Vul de vierkantjes van de kerst boom zó in, dat op de stam (dus de verticale lijn van 12 hokjes) een woord komt te staan dat verband houdt met het Kerstfeest. Horizontaal moet worden ingevuld: 1. een medeklinker 2. een groente 3. een klinker 4. een bediende in het paleis 5. een medeklinker 6. een grote stad in het midden van ons land 7. een medeklinker 8. een grondsoort 9. een klinker 10. een medeklinker 11. een armelijk huisje 12. een rund Inzendingen, voorzien van naam, adres en leeftijd kunnen vóór 1 Januari worden ingestuurd aan Tante Panlien, Bureau van dit blad. Onder de goede oplossers worden vijf boe ken verloot. Doe dus je best! fie kerstboom draagt zijn kaarsen, I Stil hinders, mondig dicht Zo aanstonds gaan ze branden, Kijk toch naar Moeders handen, Hoe zij ontsteekt het licht. De Witte vlammen dansen En in hun zachte schijn Is het of zij ons vragen Om voortaan alle dagen Zo'n stralend licht te zijn... PAULIEN £)E DOCHTER van de koning en het halve rijk zouden de belo ning zijn voor hem die het meest ongelofelijke zou kunnen doen. Jonge mensen, ja zelfs oude man nen, spanden al hun gedachten, hun spieren en krachten in. De een at zoveel dat hij er van stierf, twee anderen ondergingen hetzelfde lot door te veel te drinken. Kleine straatjongens oefenden zich om zichzelf op de rug te spuwen. Zo trachtte ieder het meest ongelofe lijke te doen. Op een vastgestelde dag zouden allen hetgeen zij uitge dacht en geoefend hadden moeten tonen aan een beoordelingscommis sie waarin zowel jongens van drie als mannen van negentig jaar zaten. Er vielen heel wat merkwaar dige dingen te zien, maar men was het er algemeen over eens dat het meest ongelofelijke een grote staande klok was, welke zowel van buiten als van binnen heel kunstig uitgedacht was. Iedere keer als de klok sloeg kwamen er bewegende figuren te'voorschijn, welke de tijd aanwezen. Zo zag men twaalf voor stellingen, waarbij de figuren door gezang of toespraken het geheel nog fraaier maakten. „Die klok is het meest ongelofe lijke" zei het volk. In grote bewondering keken de mensen toe hoe bij het slaan van één uur Mozes op de berg verscheen en op de wetstafel de eerste leer stelling schreef: „Er is maar een ware god". Toen het twee uur sloeg, zagen zij de tuin van het paradijs met Adam en Eva er in. Beiden zagen er heel gelukkig uit, ofschoon zij geen enkel bezit het hunne konden noemen. Met het slaan van drie uur kreeg men de Drie Koningen te zien. Zij droegen wierook en kostbaarheden met zich mee. Nadien kwamen de vier Jaargetij den naar voren. Hoe mooi zagen ze er uit! Het voorjaar droeg een koekoek op een groene beukentak, de zomer een sprinkhaan op een rijpe korenaar. De herfst hield voor zich uit een leeg ooievaarsnest, de winter liep met een oude kraai die sprookjes in een hoek achter de kachel kon vertellen. Klokslag vijf verschenen de vijf zintuigen, waarvan het Gezicht als een brillenmaker en het Gehoor als een koperslager werden voorgesteld. Het Ruiken werd getoond door viooltjes en lelietjes van dalen en natuurlijk herkende men gemakke lijk de Smaak in de kok, terwijl het Gevoel werd uitgebeeld door een aanspreker die tot op zijn hakken een rouwsluier droeg. Om zes uur zag men een dobbe laar, die de dobbelsteen zo wierp dat juist de zes boven kwam te lig gen. Toen kwamen de zeven dagen van de week, of de zeven doodzon den daarover waren de mensen het niet helemaal eens. Zij hoorden bij elkaar en men kon hen niet ge makkelijk onderscheiden. Zij moes ten plaats maken voor een monni kenkoor die de avondzang van acht uur liet horen. De negen Muzen waren natuurlijk ook aanwezig. Zeven er van hadden Spit in de rug Rheumatiek Lendenpijn (Advertentie, Ing. Med.) hun plaats in het theater gevonden, terwijl de beide anderen bij de sterrewacht en in de historische archieven te werk gesteld waren. Toen het tien uur sloeg trad Mozes weer te voorschijn maar nu met de tien geboden. Men kon, als men goed keek, de goöswetten lezen. De klok sloeg weer. Een troepje jongens en meisjes sprongen te voorschijn, speelden samen en zon gen: ,3re, bro. brage, de klok heeft elf geslagen!" En dat was ook zo. Maar nog waren de wonderen van de klok niet ten einde, want toen hij twaalf sloeg verscheen er een nachtwacht, gehuld in een jas en hij droeg een Morgenster. Hij zong: „Het was middernacht, toen de Verlosser werd geboren!" Terwijl hij zong groeiden er rozen om hem heen, zij veranderden in engelenkopjes op regenboogachtige vleugels. Wat was het allemaal prachtig om te horen en te zien! Het was een onvergelijkbaar kunstwerk. Alle mensen waren het er over eens: „Dit was het meest ongelofelijke wat er getoond was!" De maker was een jonge man, met een goed hart, nog vrolijk als een kind. Ook was hij steeds bereid zijn arme ouders te helpen. „Natuur lijk, hij verdiende de prinses en het halve koninkrijk!" Het werd een feestelijke dag toen de beslissing bekend gemaakt zou worden. De gehele stad was in feesttooi. De prinses zat op de grote troon, die opnieuw opgevuld en be kleed was, maar die daardoor nog niet gemakkelijker zat. De Commissieleden, die rondom haar stonden, keken tersluiks naar de toekomstige winnaar, die daar blij en trots het grote ogenblik stond af te wachten. Hij had immers het meest ongelofelijke gemaakt! Maar op dit ogenblik sprong een lange sterke man naar voren, die schel uitriep: „Het meest ongelofe lijke? Dat zal ik doen!" Een seconde later hakte hij met een grote bijl in het kunstwerk. Het ging allemaal zo vlug dat niemand het had kunnen verhinderen. Krik, krak, krak! Daar lag het wondjrinstrument. De wiel tjes en de veerties vlogen overal rond. Alles was kapot. Het werk was voor niets geweest. „Dat kan ik nu!", riep de man triomphantelijk. „Ik heb zijn werk vernietigd, dat is nog veel ongelofe lijker!" Ook de rechters beslisten dat het meest ongelofelijke was om zulk een kunstwerk tot een puinhoop te maken. Ook het volk vond dat en zo werd deze man de prinses en het halve rijk toegewezen. Een gegeven itfoord moet gehouden worden, zelfs wanneer het zoiets ongelofelijks be trof als hier het geval was. Van alle torens en stadsmuren werd nu het huwelijksfeest afgekondigd. De prinses was kostbaar aangekleed en zag er lief uit, ofschoon haar gezicht niet echt gelukkig stond. Later op de avond was de kerk feestelijk verlicht. De adellijkejonk vrouwen uit de stad brachten er de prinses en zongen prachtig, terwijl de jonkers de bruidegom vergezel den. De sterke man deed zich nog groter voor dan hij was en liep zo trots en ongenaakbaar, alsof hem nooit iets zou kunnen overkomen. Toen het zingen ophield, werd het een ogenblik zo stil dat men een naald op de grond had kunnen horen vallen. Maar dit was maar een kwestie van een paar seconden, want daar vloog met veel lawaai de kerkdeur open en kwam de grote wonderklok het voorportaal binnen en ging tussen de bruid en de brui degom staan. Dode mensen kunnen niet opstaan, dat weten wij allemaal wel, maar een kunstwerk kan herrijzen. Het geraamte was verbrijzeld maar de ziel niet. De kunstgeest was in op stand gekomen en dat was lang geen grapje. Werkelijk, het kunststuk stond daar weer alsof er niets mee gebeurd was. De klok sloeg het ene uur na het andere en ook de ge stalten kwamen weer te voorschijn. Daar was Mozes, het leek of er een vlam uit zijn voorhoofd sloeg. Hij wierp de zware gebedstafel op de voeten van de bruidegom, zodat hij aan de vloer van de kerk vastge klonken stond. Hij riep luid: „Ik kan die tafel niet meer optillen? Je hebt mijn arm afgeslagen! Blijf jij nu maar staan, waar je staat!" Toen kwamen Adam en Eva, de drie Wijzen uit het Oosten en vier Jaargetijden en allen riepen tot de bruidegom: „Schande over U!" Maar hij schaamde zich in het geheel niet. En al de andere figuren kwamen uit het uurwerk naar buiten. Ze wa ren zo groot geworden dat er voor de werkelijke mensen bijna geen plaats meer over bleef. Toen de nachtwaker te voorschijn kwam, werd de ganse menigte ontzettend onrustig. Hij liep regelrecht naar de bruidegom en sloeg hem met zijn Morgenster op het voorhoofd. „Blijf daar liggen!", riep hij. „Leer om leer. Wij en onze maker zijn gewroken en nu verdwijnen wij!" Inderdaad, het kunstwerk was in een ommezien onzichtbaar, maar in de kerk veranderden de lichten in grote lichtbloemen en de vergulde sterren onder de gewelven zonden heldere stralen de ruimte in. Het orgel begon vanzelf te spelen en de mensen werden bevangen door een heilige schroom en bekenden elkaar dat wat ze nu beleefd hadden, het meest ongelofelijke geweest was. „Laat de rechters komen", riep de Prinses. „Zij zullen het met mij eens zijn dat hij, die het kunstwerk ge maakt heeft, mijn wettige heer en echtgenoot moet worden". Daar stond hij in de kerk en het gehele volk vormde zijn bruidsstoet. Iedereen was verheugd, allen zegen den hem. Niemand misgunde hem dit geluk. ja, en dat was misschien nog wel het meest ongelofelijke! m riechtesphsveriering.opi-P^ r'khefd ^^Uaaid^ op weg om een maagpatiënt to den. Kom Uw m««fl -met het '°°r'TpAN dcrt alles •:k f om Uw klachten voor goed te doen ve^dwiinen. De cachet-(ouwenvoxmcWen dub_ Vraag Uw ge- ciaal bil bel voordeel. n uitvoeny^ MAK m r&rHETS "AKKER WAAG-CACHt»^ smaakloos,1 snel, zeker (Vervolg van pagina 10) Et kwam een brief, charmant, een tikje spot tend en veelbelovend, precies zoals hij zelf was. Die dag was een feestdag. Per sloeg haar gade toen ze las. Hij zag haar ogen glanzen, de mond verzacht en een lichte blos op haar wangen. Als regisseur Barlach bloemen bestelde op een onmogelijk uur, mopperde ze niet meer. Nog belangstellender Vroeg ze directeur Sandviken naar zijn vrouw, waarvoor hij haar altijd zeer hoffelijk dankte. Liv wilde iedereen ge lukkig zien omdat ze het zelf was. Ze schreef Paul verscheidene brieven, doch er kwam geen bericht terug. Liv wachtte en peinsde en haalde zich van alles in het hoofd. Elke dag keek ze in spanning uit naar de post. Elke dag een teleurstelling. Kerstmis nader de met rasse schreden. De stad verkeerde op het hoogte punt van de kerstroes. Winkels en warenhuizen waren tot acht uur geopend en overvol tot sluitingstijd. De kerst man scheen dit jaar ook al vroeg rond te dolen, want zelfs de wens om sneeuw werd verhoord. Kerstmis zon der sneeuw zou niet „echt" zijn, was al wekenlang ver kondigd. En er viel sneeuw - eindelijk. In de binnenstad mocht het smettelozewit dan ai spoedig in een onaan zienlijke brij veranderen - de verheugde stemming werd er niet minder door. Per merkte wel op, dat er. iets niet goed' was bij Liv. Ze was rusteloos en gaf bijna geen antwoord als hij iets vroeg. Ze had Paul een laatste brief geschreven. - Vertel me in hemelsnaam waar je bent en hoe je het maakt. Het is nu ruim twee weken geleden, dat ik voor het laatst wat van je hoorde. Begrijp je dan niet, dat ik erg ongerust ben. Heb je dan nooit één ogenblikje tijd om mij een paar regels te schrijven, Paul? Je moet me be richt sturen. Ik moet toch ook weten wanneer je komt en met welke trein Er kwam bericht. Het was de dag voor Kerstmis. Liv was juist bezig met een bouquet rozen, toen de postbesteller haar een brief overreikte. De brief waarop ze had gewacht, een brief van Paul. Met nerveuse bewegingen gritsten haar vingers de enveloppe open, de brief eruit. Liefste Liv, Het kost me erg veel moeite om je dit briefje te schrijven. Maar ik moet het doen, opdat je mijn lange stilzwijgen zult begrijpen. Er zijn, tot mijn grote spijt, bepaalde omstandigheden, die mij noodzaken binnenkort te trouwen met een meisje hier in Karlstad. Ik vind het ellendig LivIk weet, dat ik je ver driet doe, maar ik kan in dit geval niet anders han delen. Eigenlijk heb ik a'. te lang gewacht met je dit te vertellen, maar steeds hoopte ik nog, dat alles ten goede zou keren. Het is helaas niet zo. Dank voor alles en probeer me te vergeven. Paul Een mist trok voor haar ogen. Ze zag de voorbijtrek kende mensenmassa buiten niet meer en ook de regels niet, die op het papier stonden. Ze stond daar volkomen willoos. Wist alleen, dat ze het begrijpen moest. Hij vond het ellendigellendigZe kon dit woord wel uit schreeuwen, maar ze deed het niet. Ze stond daar maar, totdat ze zich zélf plotseling terugvond in de winkel, tussen de bloemen met aan haar voeten een fijngeknepen roos. Binnen in haar was iets kapot gegaan. Met bran dende ogen staarde ze naar de brief in haar hand - from melde hem toen in elkaar tot een prop. Voorbij was het. Dit was het einde. Wat had alles nu nog voor zin.... Wat konden haar alle bloemen verder schelen en de men sen? Wat ging het haar aan, dat het pas vier uur was - niets meer, .helemaal nietp, dacht ze wanhopig. Hier wilde ze niet blijven - ze kon niet langer vriendelijk zijn tegen de mensen - weg moest ze Ze trok haar jas aan - deed het licht uit en sloot de winkeldeur achter zich. Ze botste bijna tegen een klant op. - Is de zaak al gesloten, juffrouw? De meneer, die geen antwoord kreeg, keek haar ver wonderd na. ANGS welke wegien ze was thuisgekomen kon ze zich niet meer herinneren. In de schemerige kamer was ze neergevallen in een stoel en met het hoofd in de handen gesteund staarde ze voor zich uit. Een traan liep langs haar hand. Ergens tikje een wekkerklokje en een lichtje buiten werd weerkaatst in een van de gekleurde ballen aan het kleine kerstboompje. Hoe lang ze zo gezeten had, wist ze niet. Plotseling werd er gebeld. Haar eerste reactie was niet open te doen, doch toen rinkelde de bel voor de tweede maal zo nadrukkelijk, dat ze gejaagd opsprong en de deur opentrok. Voor haar stond Per. Een enorme bos hulst in de ar men gekneld. - Voor U, zei hij, enigszins verschrikt door de vreemde uitdrukking op haar gezicht en stak haar de bos toe. En dit is een kerstcadeautje. Liv staarde op een klein pakje in haar hand, niet beseffend, dat het zijn laatste geld was geweest. - Alles was gesloten, toen ik terugkwam, ging hij vbort. - Ik snapte het niet. Er moet wat gebeurd zijn, dacht ik. Hij was haar intussen gevolgd tot in de kamer. Liv keek hem geroerd aan. - Er is ook iets gebeurd, Per, zei ze toen stil. - Is het om meneer Ström, vroeg hij aarzelend. Ze knikte. - Dacht ik wel, zei hij toen. - Ik wist wel, dat-ie niet aardig was. En Liv kon het niet helpen, dat ze in de lach schoot bij het zien van die heerlijk eigenwijze jongenssnuit. Het was een bevrijdende lach.... piekeren over thuis, waarnaar van zelfsprekend juist op dit soort dagen op veraf gelegen plaatsen de gedach ten willen uitgaan. Omdat niemand belang heeft bij dat piekeren, wor den de zinnen verzet met wat on schuldig vermaak, zoals men het ook genoten zou hebben in de huise lijke kring. In de vliegtuigen ^JIET alleen aan boord van de sche pen is in deze dagen een leven dige kerstsfeer te vinden. Ook aan boord van de vliegtuigen. Het in terieur ervan is met dennegroen, sparappels en kerstklokken opge fleurd. En de diepvries-maaltijden die de laatste weken van December worden geserveerd door vaardige stewards en stewardesjes, zijn na tuurlijk aangepast aan deze sfeer. Zo ontbreekt ook hier de plum pudding niet. Alleen, met het oog op het brandgevaar, wacht men zich wel er de vlam in te steken, zoals gebruikelijk is in meer huiselijke kring. Maar ook zonder dat mogen we ervan overtuigd zijn, dat er gezel ligheid zal heersen hoog in de wol ken. Overigens is er rond deze feest dagen toch ook nog iets opmerkelijks bij de luchtvaart. Eerste Kerstdag zal er namelijk niet één vliegtuig op Schiphol landen of de lucht in gaan. De practjjk heeft geleerd, dat het luchtverkeer op deze dag zo mini maal is, dat bedrijfsstilstand gerecht vaardigd is. Ook op Tweede Kerst dag zal het op Schiphol niet druk zijn. Slechts een stuk of twintig toestellen van de Europese dienst zullen opstijgen of landen, en maar vijf van het intercontinentale ver- keersnet. De nieuwjaarsdag heet in luchtvaartkringen eveneens een „slappe dag". 'Wat het passagierstype betreft, de toeristenklasse trekt in deze periode van het jaar een duidelijk grotere belangstelling. In dit opzicht is er een parallel tussen luchtvaart en (Advertentie Ing. Med.) (Van onze speciale verslaggever). KERST EN OUDEJAAR. Twee gedenkdagen, die wij Nederlan ders bij voorkeur vieren in de intieme huiselijke kring. Noch tans is dit voor velen niet moge lijk. Niet alleen omdat tallozen die huiselijke kring het ge zinsverband missen, maar ook omdat er nu eenmaal altijd men sen „onderweg" zijn. En dan denken we aan de duizenden aan boord van de schepen, die ergens ver van het vaderland een weg door de golven zoeken. Hoe vie ren zij hun Kerstmis en de jaar wisseling? DE grote Nederlandse scheepvaart maatschappijen hebben zich het is een bekend feit een uit stekende reputatie in de wereld ver worven, niet het minst door de goede verzorging, die de passagiers gegeven wordt. Dat Kerst en Nieuw jaar dus waardig gevierd worden, behoeft ons in het minst niet te verbazen. Vele weken voor de feest dagen, wordt in Amsterdam en Rot terdam, waar de grote 'kantoren dezer maatschappijen gevestigd zijn, al in gedachten gespeeld met de vie ring dezer hoogtijdagen. Vanzelf sprekend wordt alle ruimte gelaten voor een religieus gedenken, maar daarnaast moet engros de gezellig heid van passagiers en bemanning thuis benaderd worden. In de weel derige salons zijn daartoe kerstbo men geplaatst. Honderden electrische kaarsjes verspreiden een gedempt licht. De bisschopwijn gaat rond en cadeautjes worden uitgedeeld, onder wijl gezamenlijk de kerstliederen worden gezongen. En dan is er natuurlijk het grote kerstdiner. Wekenlang al liggen de kalkoenen in de ijskast te wach ten op dit hoogtepunt. En in de plumpudding, die vanzelfsprekend ook niet ontbreekt, zijn surprises ver borgen. Dit jaar zullen velen aan die kerstviering aan boord van een van de Indië-boten een herinnering behouden door een fraaie zilveren Zeeuwse knoop, die middels de plumpudding hun eigendom werd. Sfeer en gezelligheid, daarnaar wordt op dit soort hoogtijdagen ge streefd aan boord van de schepen Die voorkomen, dat de mensen gaan touringcarbedrijf. Ook de touring carondernemingen kunnen weer vol- actief zijn. Telkenjare zijn er men sen te vinden, die kennis willen ma ken met de kerstviering en oude- jaarsavondgebruiken in andere lan den en voor een luttele som gelds, rijden de luxe reiswagens de men sen naar Parijs, Brussel en Dussel- dorf, die in ware lichtsteden zijn ver anderd. Wie uit iets royalere beurs kunnen putten, verkiezen voor die kersttrip het vliegtuig. De anderen nemen de bus. Qua mensentype ont lopen beide categorieën elkaar ech ter niet veel. „Het zijn mensen, die gewoonlijk phs enkele dagen voor de feestdagen definitief beslissen, dat ze gaan", zei een reisbureau-expert ons.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1953 | | pagina 15