Wat bleef er over van Winnetou's volk? EEN NOMADENVOLK GAAT NAAR SCHOOL Indiaanse schilderkunst op hoog peil tek Het daagt voor de Indianen in de Ver. Staten De verspreiding van de Indianen in de V.S. NA VELE JAREN VAN NEERGANG ft ircm Prachtig werk van de Indian Service OP REIS DOOR AMERIKA DE schuld uit het verleden schuld, waarin de Nederlanders ook hun aandeel hebben wordt door de Amerikaanse regering royaal afbetaald. Duizenden mensen zijn met de economische, opvoedkundige en medische zorg voor de Indianen belast. Meer dan 22 millioen ha. grond is voor hen gereserveerd. Per jaar wordt er door het Congres on geveer 50 millioen dollar voor de Indian Service gevoteerd. Een voort durende bedeling staat daarbij niet op het program; men wil de In dianen tot volledige onafhankelijk heid brengen. DE TIJD, dat de Indianen voor het grootste deel analphabeet wa ren, behoort langzamerhand tot het verleden althans wat de jongere generatie betreft. Op nog geen half millioen Indianen gaan er thans in de Verenigde Staten zo'n honderdduizend kinderen tussen zes en achttien jaar naar school. De Amerikaanse regering heeft een breed schoolstelsel voor deze kinderen opgezet en men kan zeggen, dat voor hen practisch alle mogelijkheden tot vakopleiding open staan. Onder Indianen-kinderen worden dan verstaan zij, die ten minste voor een kwart Indiaans bloed in hun aderen hebben. Deze bloedmenging is trouwens zeer uiteenlopend; terwijl vrijwel alle kinderen van de scholen in het Zuidwesten volbloed zijn, telt men dezulken op de scholen in het gebied van de grote meren maar dertig procent. Het proces van „acculturati^' blijkt dus in het Noordoosten snel voort te schrijden. Fort Sill kreeg een geheel andere bestemming J DE ZATERDAG is voor een deel aan amusement gewijd. De ene week is er dan een film in de gymnastiekzaal, de volgende week Tr Jn r. e. IncJiaanse dansen be- °^enf Er.1S ook een „Indian Club" 2®? Z school, uit ongeveer 40 le- "T" Cheyennts j) "n Sioux ii^r vsj^lJS- ^Wiur* - Kiowa's Com ar* U^eJty'"^vh demon- m zich or zijn eed het de kof- erte en n wierp achter or niet koffer Karel- op de in weer at het huis te ge- alge- en: 46.1 a. Fruit hogere in 1638 ar. l)e- nlandse ertonen betoog, e ver ve ge- sed zijn de ver assen, erbruik 3 stuks der si- wordt ranche. verge- facto- «unstige og wei- rde de resulta- it bleek, lerland- r liggen e. Maar zo juist g der enten?! dat een ie-tech- spolitie- /erbruik er. En L gevolg de con- er ver kt, is er komen. het e glazen stcfèl- nd twee - elke avond s Lever- aat weer laxeer- te veel tijdelijk s Lever- lpen. Zo ervalt u Vraag Med.) it is een matroos vee jaar 1 Presi- in Juni ngen. in is op n. Zijn vertaald, onder verschot Neder- r Vlugt, overleed lino. Hij Italiaan- van een eden, is t de VS van de KLM- i enkele paarden uit het t al een Egelopen 180 ren- rde van sterdam erkeers- Canada i wereld De lei- 300.009 gin naar naanöen tterdam ld van te ver- -dt door bouwen irten. vijftig- ctrische zij haar laart af t.b c.- gstatiot Brussel, snst ge- e Rem- i thans WE HEBBEN ZE ALLEMAAL gelezen, nee verslonden, de boeken van Aimard, Cooper, Karl May en anderen over de Indianen. Speelden we als jongens niet van roodhuiden en bleekgezichten, noem den we een vrouw niet een „squaw" en een huis niet een „wigwam", rookten we in ons hol niet plechtig de vredespijp en dreigden we soms niet onze schoolvijanden te zullen scalperen? Zoals de hoeken van Penning ons een grote sympathie voor de Boeren bezorgd hebben, zo werd Winnetou voor ons de ideale gestalte, de edele mens en de rechtvaardige strijder. En zijn volk was dapperder, strijdvaardiger, avontuurlijker dan ieder ander volk Helaas, deze romantische jongenswereld bleek voorbij te gaan. Later hoorden we, dat de Indianen door vuurwater, geweren en de ziekten der blanken waren aangetast en dat zij voor het merendeel uit achter lijke, domme en luie mensen bestonden. De Amerikanen hadden hen, precies als de bisons, naar de verste uithoeken van hun land verjaagd en in geïsoleerde gebieden wachtte hun alleen maar het lot van uitster ven. W innetou was een droombeeld geweest, een fantasie-figuur, maar de werkelijkheid was anders. Is dat waar? Sterven de Indianen uit, vormen zij een ziek volk, zijn zij cultuurloos, worden zij door de Amerikanen nog steeds achteruit gezet? Het zijn allemaal vragen, waar te onzent maar betrekkelijk weinig en dan nog vaak onjuist over geschreven wordt. Op deze pagina wordt een poging gedaan de.feiten recht te zetten en enkele belang rijke aspecten van het huidge leven der Indianen nader te belichten. Verschillende gesprekken met vooraanstaande Indianen leverden daar toe de stof maar niet minder ook de gulle, brede en zeer sympathieke informatie die ons door het „Bureau of Indian Affairs" verschaft werd, een instelling, waarmede de Amerikaanse regering eer kan inleggen. verschillend en de paarden kwamen eerst laat in gebruik. Sterke dran ken waren vrijwel onbekend voor dat de blanken kwamen. De medi cijnman had in de stam een zeer be langrijke positie; zijn medische func tie had steeds een religieuze ach tergrond. De intelligentie der In dianen is anders gericht dan die der blanken, maar staat niet op lager peil. gINDS 1924 zijn alle in de V.S. ge boren Indianen als staatsburgers ingeschreven. Dit houdt niet in, dat de Indianen ook overal mogen stem men, al zijn er de laatste jaren heel wat barrières opgeruimd. In som mige Zuidelijke staten worden de Indianen practisch tot de „coloured people" gerekend, hetgeen betekent, dat hun het stemrecht in de practijk wordt onthouden. Geen Indiaan is aan zijn reservaat gebonden. Dat toch twee derde deel van de Indianen in de reservations woont, heeft zijn economische rede nen: grondbezit, privileges zoals be lastingvrijdom, opvoedingsmogelijk heden, dit alles is daar gemakkelij ker te verkrijgen dan er buiten. In veel gevallen is de grond ook eigen- JVJEN schat, dat er in het gebied van de Verenigde Staten een klein millioen Indianen gewoond hebben toen Columbus kwam. Sinds is dat cijfer al maar ingekrompen en de geschiedenis van dat verval is er een van wreedheid en felle tragiek. De 19e eeuw leek aan de Indianen waarschijnlijk duizen den jaren geleden uit Azië over de^, Beringstraat en Alaska in Amerika binnengekomen en dus werkelijk de eerste rechthebbenden de gena deslag te zullen geven. De ontmoe ting met de bleekgezichten bleek welhaast dodelijk te zijn. Gelukkig is dat proces thans gestuit en neemt het getal der Indianen de laatste jaren vrij aanzienlijk toe. Maar de grote variëteit der stammen is niet onaangetast gebleven en het is te verwachten, dat enkele kleinere stammen nog deze eeuw zullen ver dwijnen. De taalkwestie speelt daarbij ook een rol. Men heeft al meer dan honderd verschillende Indianentalen geteld en deze in vijftig taalfamilies ondergebracht. Sommige van deze talen ziin ingewikkeld en bezitten een grote woordenschat; de meeste zijn voor leden van andere stam men onverstaanbaar. Kans om schrijf- of cultuurtaal te worden heeft alleen de taal van de grootste stam, de Navajo's: 65.000 mensen met ongeveer 24.000 kinderen tussen zes en achttien jaar daarbij inbe grepen. Duizenden van deze Nava jo's kunnen niet of slechts heel moei lijk Engels spreken. Het is de onder wijzers gebleken, dat het leren van Engels ontzaglijk vergemakkelijkt wordt, wanneer de Navajo's eerst hun eigen taal leren lezen. Dus is de Indian Service dadelijk aan het werk getogen; zij heeft op bewon derenswaardige wijze leerboekjes laten samenstellen. Ook verschijnt er op rijkskosten een maandblad, dat half om half in het Navajo en het Engels geschreven is. Mens- en volkenkundig zijn alle raadsels omtrent de Indianen nog lang niet opgelost. Kannibalen wa ren zii slechts bij uitzondering. Hun tekentaal maakte het onderling ver keer der stammen mogelijk. De huidskleur is donker, met allé nuan ces tussen koper en olijf. Het sluike, zwarte haar roept herinneringen aan Eskimos en Samoieden op. De baardgroei is bij de mannen nauwe lijks ontwikkeld. Volgens officiële gegevens is 60 procent van de te genwoordige Indianen volbloed, vol gens enkele Indianen zelf is dat cij fer nauwelijks 40 procent. Huwelijk tussen ledon van verschillende stam men komt veel meer voor dan vroe ger. Het scalperen is geen uitvinding van Karl Mav: het staat in verband met de r-»a.-i-aVia ei""" '-.-nnen. die in de ho 'k-uin znu^-m zetc'en De middelen van bestaan waren heel dom van de stam. De Verenigde Staten hebben veel verplichtingen op zich genomen, zulks als uitvloei sel van de verdragen die het einde van verschillende oorlogen met de Indianen vaak vormden. Aangezien in sommige staten Indianen niet met niet-Indianen mogen trouwen en ipok DE hoofdredacteur van de Leeuwarder Courant, de heer J. Piebenga, heeft onlangs een reis gemaakt naar de Verenig de Staten. Ook voor ons blad heeft hij enige van zijn erva ringen in artikelen vastgelegd. Het is ons een genoegen thans zijn eerste stuk te kunnen pu bliceren. De heer Piebenga be handelt hierin het vraagstuk van de oorspronkelijke bevol king van de Verenigde Staten, de Indianen. lang niet in alle restaurants en win kels „gewenst" zijn en hun kinde ren daar ook niet op alle „public schools" worden toegelaten,, zullen zij vaak liever in eigen milieu blij ven. Soms is dit ook financieel voor deliger. Toen er in het Osage-reser- vation olie gevonden werd, neeft de regering heel wat schadevergoeding wegens de exploitatie van de bron nen moeten betalen. De stam der Osagen kreeg in de verlopen halve eeuw zowat driehonderd millioen dollar daarvoor uitbetaald. De gezondheidstoestand heeft heel lang te wensen overgelaten. Vooral de t.b.c. maakt vele slachtoffers, maar in de laatste jaren heeft de Indian Service het röntgenologisch onderzoek flink aangepakt. Een oog ziekte als trachoma is ook vrij alge meen en de zuigelingen- en kinder sterfte ligt nog altijd veel te hoog. Wat wij er van gezien hebben, geeft ons de overtuiging dat er in de laatste 75 jaar een geweldige keer ten goede inzake de behande ling der Indianen in de V.S. is op getreden. Men moge zijn critiek heb ben, men moge sommige methoden anders wensen, het staat wel vast dat de Amerikanen dit probleem op een humane en democratische wijze willen oplossen. RESTONDEN er vroeger vrijwel alleen scholen van zending en missie, thans maken deze maar tien procent van het totaal uit. Ruim een derde deel bestaat uit federale scholen én meer dan de helft zijn „public schools", die dus door plaat selijke of regionale instanties be heerd worden. Uiteraard hebben heel wat scholen ook een internaat, vooral wanneer ze niet in de reser vations liggen. Om een voorbeeld te geven: van de 230 scholen, die onder het beheer staan van het Bureau of Indian Affairs een onderafdeling van het departement van Binnen landse Zaken zijn er 140 geworie dagscholen en deze zal men dus in de reservaten moeten zoeken. De Navajo's, verreweg de grootste stam tegenwoordig, hebben 41 gemeente scholen en dan zijn er nog 40 inter naten. Het laatste type school wordt dan weer onderscheiden, al naar het binnen (31) of buiten de reservaten (18) gevestigd is. Doordat we de schone kans kregen zelf enige tijd op zo'n „off reservation boarding school" door te brengen, kunnen we het dagelijks leerbedrijf aldaar wat nauwkeuriger schetsen. JjRGENS midden in de States ligt Fort Sill, vroeger een wachtpost tegen de Indianen, nu een artillerie centrum, waar o.a. het atoomkanon zijn monstrueuze kracht tentoon spreidt. De militairen zijn hier van ouds baas geweest, maar het waren de Quakers, de meest vredelievende mensen ter wereld, die er omstreeks 1872 met een Indianenschool be gonnen zijn. Deze school is in 1892 „federaal" geworden en mag op het ogenblik wel een biizonder exempel van doelbewust onderwijs en ver antwoorde opvoeding genoemd wor den. Een keurig nieuw schoolgebouw, een grote gymnastiekzaal die tevens een prachtige aula is, rondom een ER wonen in de Ver. Staten nog geen half millioen Indianen; het juiste cijfer in 1950 was 455.500, maar daar is Alaska dan bij inbe grepen. Verreweg de meesten wonen in de zg. reservations; iets meer dan een vierde deel heeft het vrije, maar minder beschermde bestaan geko zen en leeft dientengevolge over het gehele land verspreid. Uiteraard zijn de Indianen lang niet over alle staten gelijk verdeeld; in het Noord- Oosten (New York, Pensylvania Maryland, Ohio enz.) zal men ze slechts zeer sporadisch meer aan treffen. Waar de grote steden elkaar bijna de hand reiken en het gehele land een industrieel karakter krijgt, is voor de Indiaan geen plaats meer. Betrekkelijk veelvuldig komen ze daarentegen voor in de staten in het midden en Zuid-Westen: Arizona (67.900), New-Mexico (48.500), Okla homa (54.000) en South-Dakota (25.000). Een betrekkelijk onvrucht bare bodem over een uitgestrekt gebied heeft natuurlijk een vrij dunne bevolking en daardoor kon hier aan de Indianen een naar ver houding grote oppervlakte worden toegewezen. Sedert 1492, toen door Columbus voor het eerst de blanken met de Indianen in aanraking werden ge bracht en sedert 1626, toen de Ne derlanders het eiland' Manhattan (nu New York) voor zestig gulden van de hier wonende volksgroep (Irokezen, Mohawks, Oneida's enz.) kochten, is de woonplaats van de verschillende stammen er zijn er meer dan tweehonderd natuurlijk niet gelijk gebleven. Het is ook zeer de vraag, of de bevolking van de tegenwoordige reservations zich op den duur niet in de omgeving zal „oplossen", vooral nu de discrimina tie der Indianen veel minder ernstig dan vroeger is. Zoals men op neven staand kaartje ziet, is er nu nog wel enige zin en logica in de versprei ding der Indianen te ontdekken, maar hoe zal het er in het jaar 2000 uitzien? Vele Indianen zelf zijn over de toekomst van hun volk niet bijs ter optimistisch. W/IE in de laatste maanden van het jaar 1953 het zeer indruk wekkende museum, de National Gallery of Art in Washington be zocht, had daar gelegenheid een werkelijk unieke tentoonstelling van Indiaans teken- en schilder werk te bewonderen. Er waren zestig schilders vertegenwoordigd met niet.minder dan 115 werken en zij kwamen uit verschillende stam men, zoals de Pueblo, Navajo, Apache, Sioux, Kiowa, Comanche Cheyenne, Cherokee, Creek en Onandaga. Hoezeer de Indianen toch nog uit een eigen cultuurgevoel leven, bleek op deze zeldzame en onvergetelijke tentoonstelling ten volle. Het was allemaal werk van recente datum, maar in ieder stuk ontdekte men de oeroude Indiaanse traditie, terwijl er tevens genoeg verschil van ar tistieke persoonlijkheid was. Ook hier was slechts een keuze geboden; alleen de stammen van het Zuid westen, van de prairies en van de Woudlopers waren hier immers ver tegenwoordigd. Maar een nauwlet tende beschouwer ontdekte overal overeenkomst met oeroude rotsteke ningen, aardewerkbeschilderingen en weefmotieven. Het perspectief ont brak vrijwel geheel en men zou het geheel als liintekenwerk met een vrij beperkt kleurengamma kunnen kenschetsen, maar welk een gratie en fantasie, welk een tere fijnheid en ongeëvenaarde uitdrukking ble ken binnen deze grenzen mogelijk te zijn! Al heel spoedig ontdekte men de meest geliefde motieven. De jacht, het werk op het land en vlak bij huis, de ceremoniële dans, d<5 voor- stelling_ van bovennatuurlijke we zens, die door de namen Katcinas, Kossa en Koyemsi worden aange duid. De eigenaard der stammen was sprekend, wanneer men er eens opmerkzaam op was gemaakt. De Navajo's hebben een voorliefde voor wilde paarden, de Apaches houden van dynamische figuren, van duivel en vuurdansers, terwijl de Woudlo pers blijkbaar gaarne naar een deco ratieve stfjl zoeken en het in de stilering ver gebracht hebben. Toen we elders een expositie van In diaanse volkskunst (houtbewerking en ceramiek) konden bezichtigen, viel in de symetrische figuren en jej mythologische motieven dadelijk de overeenkomst op. Of men by dit schilderwerk ech ter van volkskunst mag spreken? De roceste van deze Indiaanse schilders hebben lang op een Amerikaanse school gegaan, velen hebben een speciale opleidingscursus gevolgd en slechts zeven of acht moesten hun weg geheel alleen vipden. Allemaal dragen ze in hun ziel ech te- mee de herinnering aan vervlogen tijden. De leerlingen van de „Indian Boarding School" in Fort Sill gaan gewoonlijk precies gelijk gekleed als alle andere Amerikaanse kin deren, maar bij bijzondere gelegen heden, bij volksdansen en school feesten dragen ze steevast hun nationaal costuum. Het rijtje meis jes, dat hier in de warme November zon voor de gymnastiekzaal op de foto komt, gaat zich straks gauw weer verkleden. groot veld een krans van aardige huisjes waarin de leerlingen met hun ..huismoeder" zijn ondergebracht, dat alles is beschikbaar voor onge veer 230 Indianenkinderen in de leeftijd van zes tot achttien. Het on derwijzend personeel telde dertien mensen; het „opperhoofd" was blank, maar er waren ook Indiaanse leer krachten, mister Beaver bijv., die met trots vertelde, dat hij tot de Dutch Reformed Church behoorde en die ons heel wat over z'n volk wist mee te delen. Rekent men al het huispersoneel er ook bij, dan blijken deze 250 jongeren door 44 ouderen onderwezen en verzorgd te worden. Voor Nederlanders, die aan zulke grote klassen gewoon zijn, om te watertanden! Het leerplan van de school is uit gebreid en is vooral gericht op land bouwonderwijs voor de jongens en huishoudonderwijs voor de meisjes. Alles heel erg practisch en aan 'het materiaal ontbrak vrijwel niets. Er wordt op de typische Amerikaanse manier heel wat aan persoonlijk heidsvorming gedaan en het club- en sportwezen werd natuurlijk druk gecultiveerd. Moeilijker was het iets te weten te komen over het gods dienstonderwijs en over de verzor ging van de moedertaal. De grote verscheidenheid van en verschillen tussen de Indiaanse dialecten blijkt het laatste tegen te houden. De eerste indruk is, dat zulk een kolome wel erg duur moet zijn. Bui ten de schoolgebouwen en de zes allergezelligste woonhuisjes voor de leerlingen zijn er nog slaapzalen, pakhuizen, schuren, een wasserij, een watertoren en natuurlijk wonin gen voor het personeel. Juist door dat de leerlingen niet in één groot kostschoolgebouw, maar in een echt huiselijke omgeving zijn onderge bracht, leren ze de sfeer en de disci- phne van 't familieleven waarde ren. Bovendien moeten ze allemaal mee voor de kost zorgen. De school probeert zoveel mogelijk „self-sup porting te worden. Dé meisjes ko ken, wassen, naaien en houden de huizen schoon, de jongens doen het boerenwerk. Bij de school behoort maar eventjes 1200 ha. land en dan het derde deel daarvan wordt voor de veestapel van 175 mest- en 48 melkkoeien, gebruikt, terwijl er ook nog 75 varkens wor den gehouden. Het Kiowa Indian Hospital, dat met zo heel ver van de ^00J afhfit. krijgt al zijn melk van de school! w?ioo~i! S' dle erfenis der Indiaanse vaderen wil bestuderen ftLt a'aren„- Missch'on echter be staat de activiteit van deze club lef>s }e veel uit het vertonen kprs-VhitSi it6" V00r vreemde bezoe- van 'wi il5<i ons althans moeite iets van hun belangstelling voor geschiede nis en volkstaal te weten te komen Hetzelfde problem, dat het Joden dom verdeen (Zionisme of assimilatie?) bestaat dus ook hier. Het sterke stam gevoel vermindert het besef van Indi aanse eenheid: zoals een Schot in het gesprek al spoedig zijn „clan" noemt, zo is een Indiaan allereerst een Sioux, een Comanche of een Irokees. Dat de Amerikaanse regering begrijpelijker, wijze alles doet om de Indianen tot goede staatsburgers van de V. S. te maken en daar heel wat aan ten koste legt. betekent nog niet, dat zij eer nationale Indiaanse beweging zou tegenhouden Als deze er echter al it, is zij toch maar heel zwak

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1954 | | pagina 3