Hoe is onze moderne jeugd?
De
beste
ruil
Vergeten Categorie protesteert
tegen beeld van Ds van Leeuwen
E 12
Franse kerken weerstonden de
bezettende macht
In twee ronden
Er zijn ook anderen
Ik herken mij niet
in dit beeld
Gelukkig ben ik niet zo
Groep en mens worden
verward
Pim, Pam Pom en de graafmachine
Verdeling van Frankrijk
had grote bezwaren
GEESTELIJK LEVEN
Een kras of een gaf? GUPA maakt 't weer glad!
MARGARET MALCOLM
SANOSTOL
Luister eens naar:
Radioprogramma
DONDERDAG 11 FEBRUARI 1954
VOOR WIJ HET WOORD GEVEN aan de leden der „Vergeten Cate
gorie" over de visie op de moderne jeugd van ds Van Leeuwen, is
een antwoord noodzakelijk van Wim Bison aan Wim Kooiman:
„Je hebt er niets van begrepen, jongen. Wat in Indonesië en elders
han, kan misschien hier ook, was de bedoeling van mijn vraag. Je moet
leren verder te zien dan Hensbroek, Wim! Ik geloof ook, dat het de
bedoeling is in onze rubriek de vraag te beantwoorden en niet de vra.
gensteller te critiseren. W at was je antwoord geweest, als mijnheer
Daalder de vraag gesteld had? Je goede raadgevingen zal ik ter harte
nemen, maar geef er jou ook één voor je hele leven. Je schrijft immers
over zandvormpjes in Bergen aan Zee; we hebben hier inderdaad
vormpjes en vormen (goede). Lees veel de „Vergeten CategorieWim,
dan zal je naar ik hoop leren deze vormen (goede) in acht te nemen.
Tot de volgende keer." WIM BISON.
deze ontboezemingen keren we
terug tot de zakelijke discussie. Het
ligt voor de hand, dat er van alle kan
ten geprotesteerd wordt tegen het
beeld, door ds Van Leeuwen geformu
leerd van de jonge mensen uit onze
tijd. En het spreekt even vanzelf, dat
men met de beste wil van de wereld
niet in staat was, zó kort te zijn ais
onze plaatsruimte nodig maakt. Daar
om strekken we de discussie over twee
nummers uit. Enkele stukken worden
geplaatst, de overige blijven in porte
feuille: de schrijvers ervan kunnen
nog aanvullingen zenden en wie nog
niet schreef, krijgt de gelegenheid nog.
We weten dan, dat ds Van Leeuwen
constateerde o.a.: „de jeugd is feite
lijk godloos, bezit een houding tegen
de achtergrond van haar onzekerheid,
zij is op zichzelf teruggeworpen, ver
trouwen in de geschiedenis heeft zij
niet, zij leeft in het enkele heden, zij
onderwerpt zich aan feit en situatie,
in plaats van het goede en het kwade
treden de waarde van efficiency en
succes; zij is als de dood voor gevoel,
durft niet liefhebben, is dodelijk bang,
vraagt allereerst: „wat koop je er
voor? Wat doe je er mee? en heeft
niet al te veel morele scrupules". Wij
geven allereerst het woord aan een
Zaankanter:
J-JET probleem, dat deze week aan
de orde is, is er een van alle jonge
mensen. Daarom is het zo belangrijk,
dat er over deze dingen wordt ge
sproken en hoe meer hoe liever.
Ds van Leeuwen windt er in zijn
boekje „Om de jeugd of om de Kerk"
geen doekjes om en dat is goed, want
het gaal hier om levenswaarden zon
der welke een samenleving verloren
is. Maar hij moet zich rekenschap ge
ven van het volgende:
Een zeer groot deel der jonge men
sen verwerpt de raad en de waarden
der ouderen, daar ze zeer juist ge
voelt, dat de ouderen zelf de dóór
hen geprezen idealen niet vermochten
te verwezenlijken. Integendeel, dwars
tegen de bestaande ethiek, tegen de
bestaande Christelijke leer in, (wat
toch ons hoogste geestelijke goed js)
heeft men gezamenlijk de wereld in
een zee van ellende gestort, wat niet
zo verwonderlijk is, als men bedenkt,
dat bijna niemand der oudere genera
tie bereid was de betreffende idealen
ook in de practijk te verwezenlijken.
Van de Christelijke leer heeft men
theologie gemaakt, terwijl Jezus van
Nazareth in de eerste plaats een le
vend mens was, die alles heeft opge
offerd in zijn worsteling om de men
sen het begrip bij te brengen, waar
het in het leven om gaat.
De harde gevolgtrekking is, dat er
onder de ouderen bijna niemand
meer was (en is) die ook werkelijk
in de waarden van het Christendom
geloofde. Als gevolg hiervan be
staat er bij de meeste jongeren een
diep geworteld wantrouwen (bewust:
of onbewust) tegenover zeer veel van
wat de ouderen doen of zeggen, het
geen gerechtvaardigd is. Ik weet, dat
er onder de oudere mensen enige gro
te uitzonderingen zijn, b.v. dr. Albert
Schweitzer, die reeds in het eerste
kwart dezer eeuw een helder inzicht
in de situatie had, maar naar wie
men het niet nodig vond te luisteren.
Na twee wereldoorlogen, waarin het
grote bankroet der oude generatie
zich uitdrukte, leven we nu in een
tijd, waarin eensdeels een zekere be
zinning aanwezig is over hetgeen er
is gedaan en misdaan, maar waarin
anderdeels een neiging tot slapen op
treedt (de ouderen), en een neiging
tot grote afkeer (door angst) en zelfs
walging (door wanhoop), wat geca
moufleerd wordt door een rusteloos
zoeken naar amusement en banale
verstrooiing (de jongeren.)
We moeten echter oppassen niet in
dezelfde fout te vervallen als de
ouderen, die er in de jaren na de
eerste wereldoorlog op los geleefd
hebben en Gods water over Gods ak
ker lieten lopen. Want dan zijn
slechts de bordjes verhangen en ver
wijten onze kinderen ons hetzelfde,
wat wij nu de ouderen verwijten. En
dat verwijt, die aanklacht zal nog
schreeuwender zijn dan de onze, ge
zien de huidige bewapening.
Het is daarom een dwingende nood
zaak, dat we ons opnieuw bezinnen
op de elementaire waarden van het
leven, zodat het leven opnieuw zin-
id
ïi
wi: «oiiBPiaa8»'. Til sp°edl<3
im®
smaakloosI
snel, zeker J
(Advertentie, Ing. Med.)
1 vol voor ons wordt. Meer dan ooit
is het geboden, dat we tot een zelf
standig denken komen, dus niet na
praten, en tot een persoonlijke ver
antwoordelijkheid. Het doel en de
zin van een mensenleven is gelegen
in het nadenken over de dingen en
niet in de eerste plaats in amusement
en dergelijke. De mate, waarin het
ons zal gelukken, door dit nadenken,
tot een hogere ethiek van de daad te
komen, zal doorslaggevend zijn voor
de komende vijftig jaar.
En de grondslagen voor de idee
van de „nieuwe mens" zijn reeds ge
legd. Samenvattend kan ik zeggen,
dat ds van Leeuwen's boekje zeer
juist de gesteldheid omschrijft van
een bepaald deel der jongeren, maar
dat ik weiger te geloven, dat er geen
anderen zijn, die zich wel degelijk
bewust zijn, wat er moet gebeuren.
Zegt de dichter Holderlin niet: „Wo
aber Gefahr ist, wachst das Rettende.
auch?"
Joh. B. de Winter
beeldhouwer)
Zuiddijk 62A Zaandam
Dan volgt het oordeel van een jon
ge Alkmalrse gymnasiast.
f\[EE, ik heb mezelf niet herkend in
de beschrijving van de tegenwoor
dige jeugd, waaraan ds G. van Leeu
wen zich heeft gewaagd. Gelukkig
voor mij, jammer voor de schrijver.
Want als ik werkelijk zo slecht was.
dan zou mij niets resten dan mij te
schamen, ver van het mensdom, en mij
de oudere generatie ten voorbeeld te
stellen. Jammer voor de schrijver,
aangezien ik niet aan zijn oordeel vol
doe en toch (voor mij althans) wei
nig afwijk van „de" jongeren.
Toen ik het uittreksel doorgenomen
had, was mijn eerste bezigheid het
ontrafelen van deze diagnose met be
hulp van mijn woordenboek, om er
althans iets uit wijs te worden. Waar
om de extreem vitalistische, burger
lijke categorie en de conformistische
christelijke jongeren uitgeschakeld
worden, is mij een raadsel. Misschien
zijn dergelijke lieden de moeite van
het beschouwen wel helemaal niet
waard. Maar dan barst de bom en
alles wat des jongelings is, wordt af
gekraakt. totdat er weinig meer van
over is. Hoe komt dat? Is de schrijver
dit leven moe, omdat hij een eeuw te
laat geboren is? Blijkbaar wel, aan
gezien zijn ervaringen slechts van
bitterheid getuigen
In plaats van de ouderen (en jonge
ren) ervan te overtuigen, hoe slecht
de jeugd is, is zijn werk, naar dit ex
cerpt te oordelen, voor mij, geworden
tot een aanklacht tegen zijn generatie.
Want wiens schuld is het, dat wij zo
„slecht" zijn? Het antwoord is gemak
kelijk: onze ouders! Zij zijn het, die
ons door hun voorbeeld hebben geleid
(en doen lijden). „De jongere heeft
geen vertrouwen in de geschiedenis
bezit geen zekerheid over de toekomst
van het blanke ras en van de westerse
beschaving". Dit is waar, maar het is
jammer, dat de ouderen ons hierin
vóórgaan, door hün angst te verber
gen achter geveinsd vertrouwen.
Wordt ons niet dagelijks toege
schreeuwd, hoe het gele ras zich bezig
is te verheffen tot een wereldmacht?
Zo zou ik kunnen doorgaan. Alle
punten, bedoeld als verdediging, kun
nen tot beschuldigingen worden her
leid, zodat, gelukkig, het niet zo erg
wordt voor ons. Als ik zelf een oordeel
over de jeugd mocht vellen, wat ik als
oudere niet gaarne meer zal proberen,
dan zou ik in 't kort deze verklaring
geven: Gedurende de laatste vijftien
jaar schijnt de tijd twintig jaar over
geslagen te hebben. De ouderen kon
den zich niet zo snel aanpassen en
leven nog in een chaos. De jongeren,
die temidden van deze chaos terecht
kwamen, leefden zich te snel in, op
aandrang van de ouderen, die inzagen,
dat traagheid noodlottig zou worden,
met het gevolg een wrijving tussen twee
generaties. Op grond hiervan is mis
schien een vonnis als dat van ds Van
Leeuwen, te verdedigen.
Desondanks kan ik mij niet met zijn
mening verenigen. Alles, alles schijnt
mij een leugen, een poseWare het
werk vijfentwintig jaar eerder geschre
ven, ik zou het niet geloofd hebben.
Thans geloof ik het evenmin en over
vijfentwintig jaar, hoop ik, zal ik het
nog niet geloven. Want als wij derge
lijke leeghoofden zijn, dan zal de we
reld spoedig te gronde gaan. En dat is
iets, wat ik mij niet kan voorstellen.
Zo groot is mijn optimisme nog wel!
Neen, wij zijn niet slecht!
HANS KAPER
Alkmaar
Gymn. kl. VIB
17 jaar.
Piet Kat uit den Haag denkt er
over als Hans:
PEN uitermate interessant onderwerp.
Ds. v. Leeuwen geeft in vele opzich
ten echter wel een heel somber beeld
van de hedendaagse jeugd.
Er is bij de hedendaagse jongeren ze
ker sprake van een technische levens-
beheersing, maar dat dit doordringt tot
in het culturele- en amusementsleveu
vind ik onjuist. Dit laatste is natuurlijk
wel veranderd, omdat het zich nu een
maal aan de tijd moet aanpassen. Het is
vanzelfsprekend, dat de traditie van
religie en moraal ons niet meer berei
ken. Hoe kan het ook anders! De tijd
staat namelijk niet stil. Wij zoeken
meuwe vormen. Wij voelen ons niet
meer aangetrokken tot traditionele vor
men, omdat ze niet meer bij ons passen.
Onze nieuwe vormen zijn natuurlijk ge
baseerd op de oude, maap ze zijn in een
andere voor ons geschikte vorm gego
ten. Nu wordt er echter gezegd, dat
wij geestelijk verlaten en dakloos zijn,
omdat wij niet aan die traditie geloven.
Dat vind ik onzinnig. Wij zijn niet gees
telijk verlaten (uitzonderingen daarge
laten). We zijn geen machines, maar
mensen met hersens en een ziel. Als er
een portret van de hedendaagse jeugd
gegeven wordt, dan vind ik het onjuist
ons hier als godloos te kenmerken.
Heus, de godlozen vertegenwoordigen
niet zo'n groot aantal, dat wij er door
gekenmerkt worden.
Sterk overdreven en onjuist is ook de
gedachte, dat wij slaaf van het feit zijn,
aat wij niet terug en vooruit kunnen
zien. Volkomen onmogelijk!Hoe kan
iemand leven zonder terug en vooruit
te zien? En wij onderwerpen ons heus
niet alleen aan efficiency en succes,
maar het goede en het kwade speelt in
ons leven een dominerende rol. En
waarom zouden wij niet liefhebben?
Omdat wij bang zijn, dat het gevoel ons
zwak maakt? Bespottelijk. Ik heb nog
nooit van iemand gehoord, dat hij hier
om niet liefhad. Wij hebben toch zeker
een wil! Ieder mens van karakter kan
met z'n wil z'n gevoelens in bedwang
houden.
Ons levensideaal is niet a-moreel. Er
is geen levensideaal zonder moraal. De
moderne jeugd is heus niet een slappe
vaatdoek, die je met één hand kan sa-
menfrommelen. Ook bij ons is er op
een bepaalde leeftijd een sterke drang
naar avontuur en vlucht naar zelfstan
digheid.
Over onze houding kan ik zeggen,
dat die niet zo is als ds Van Leeuwen
schrijft. -Ja, wij kunnen wel eens seep-
tisch en spottend zijn( ouderen zeker
nooit). Bij gesprekken komen nog wel
eens krachttermen voor (ouderen?),
maar ze spelen beslist geen domineren
de rol. Het is van velen een zekere
pose. Onze woordenschat is heus goed
ontwikkeld, al schijnt ze oppervlakkig
gezien soms wel wat gering.
Zelfstandigheid is een van onze le
vensidealen. Onze geest is creatief en
wij brengen onze vrije tijd heus niet al
leen met amusement door.
Samenvatting: Volgens ds Van Leeu
wen zijn wij machines, robotten, geeste
lijk verlaten, godloos, slaaf van het feit,
zakelijk, als de dood voor het gevoel,
bleke, slappe vaatdoekjes, sceptisch en
niet creatief. Ik ben het in geen enkel
opzicht met de schrijver eens. Ik kan
mezelf gelukkig niet herkennen in het
relaas van ds Van Leeuwen.
PIET KAT
Soestdijksekade 469,
Den Haag
Tot slot Ph. Bosscher uit Alkmaar.
\TOG nooit is er naar mijn mening
hier een moeilijker vraag gesteld
dan deze, een kwestie van voor mij
haast verbijsterende omvang, die on
mogelijk binnen een kort bestek be
antwoord kan worden.
Toch zou ik graag iets willen zeg
gen naar aanleiding van deze uit
spraak van dominee Van Leeuwen.
In de eerste _plaats geloof ik. dat bij
deze zaak generaliseren wel heel ge
vaarlijk is: Ds Van Leeuwen behandelt
min of meer een „type" en schrijft dit
type allerlei karaktertrekken toe.
Wordt zo echter niet teveel het accent
van mens naar groep verschoven?
Verder meen ik toch in mijn omge
ving vaak een veel meer doordachte
en van meer werkelijkheidszin getui
gende houding tegenover het leven
op te kunnen merken, dan die. welke
ds Van Leeuwen zo velen onzer toe
schrijft. Het lijkt mij niet denkbeel
dig, dat, in enige van de besten onder
ons. nog iets smeult van het vuur, dat
de ware „grote mannen" tot daden
heeft gebracht.
Tot slot zou ik er nog graag op willen
wijzen, dat het misschien niet onmoge
lijk is, dat de betreurenswaardige ver
schijnselen, waar ds Van Leeuwen op
wijst symptomen zijn van een troost
rijke ontwikkeling, zoals die in Ameri
ka heeft plaats gehad en nog plaats
heeft.
Velen, die men voorgoed van alle
morele banden „losgeslagen", achtte,
hebben daar „Woord en Sacrament",
als het enige, wat het leven inhoud
kan geven, teruggevonden en zoeker
God in een radicaal Christendom. Is
het niet opvallend, dat vele intellec
tuelen en mensen, die de oorlog waar
achtig hebben ondervonden, daar die
kloosters binnengaan, waar men leeft
op de meest eenvoudige en aan God
overgegeven wijze? Ze hebben zelf
ondervonden, wat ons leven zin geeft
en steeds meer zullen dat ondervin
den en in of buiten de maatschappij
daarnaar leven!
Ph. M. BOSSCHER
VI Gym. Alpha.
Roomskatholiek Lyceum.
Alkmaar.
Tot zover de eerste ronde. Nieuwe
getuigenissen graag aan D. L. Daalder,
Komlaan 8, Bergen (N.H.) Maandag
verzenden!
tegen
rheumatische aandoeningen
Doeltreffend
Onschadelijk
Gemakkelijk in ie nemen
Practisch smaakloos
Tegen spier-, zenuw- en gewrichts-
rheumatlek, spit, ischias, lumbago, ver
koudheden en pijnen.
R 12 helpt snel, daar de actieve stof
binnen zeer korte tijd in het bloed
wordt opgenomen en daar zonder enigt
onaangename of schadelijke nevenwer
king de ontstekingshaarden bestrijdt
en de ziektekiemen langs natuurlijke
weg uit het lichaam afvoert,
Kuuruer pakking, infu 48 tabletten,
Gld. 3.20Verkrijgbaar bij apothekers
en drogisten,
(Advertentie, Ing. Med.)
38. Vol trol keken Pim, Pam en Pom
naar hun gestreepte pakjes. „Net echt"
riep Pim. „Iedereen zal denken, dat we
echte boeven zijn. Jammer, dat ik geen
revolver bij me heb!" Ja, dat vonden
Pom en Pam ook, maar Moeder had het
verboden.„Geen alarm- of waterpistool
tjes" had ze beslist g ;gd. „Daar krij
gen jullie last mee. Ik ken je langer
dan vandaag. Dat wordt natuurlijk een
waterballet en dan krijg ik de moeders
van de andere kinderen op mijn dak."
En dus waren de drie boefjes ongewa
pend. „Ik ben reuze nieuwsgierig hoe
Tommie en Brommie er uit zien", zei
Pom, nadat ze een tijdje zwijgend door
gelopen hadden. „Ik ook", zei Pim.
„Een politieagentenuniform is óók mooi
en dan vormen we met zijn vijven een
leuk groepje. Tommie en Brommie
waren twee vriendjes, die in het ge
heim ingewijd waren en toen dadelijk
besloten had „en om als politiemannen
naar het feest (3 gaan. Maar er liepen
nog twee agenten in Dierend'orp rond.
Dat wil zeggen een brigadier en een
commissaris, die nog steeds op jacht
waren naar twee echte bandieten. Ter
wijl de twee ongeruste politiemannen
een hoek omsloegen, bleven ze eens
klaps stokstijf staan. Aan de overzijde
van de straat zagen ze een boef in een
gestreept pakje zijn hoofd om het hoekje
steken
P)E HOUDING der protestantse kerken
tijdens de bezettingsjaren heeft alom
waardering, eerbied en bewondering ge
vonden, maar dit geldt niet alleen voor
Nederland, schrijft prof. dr J. Lindeboom
in Vrije Geluiden. Ook de Franse kerken
boden weerstand aan de dwingende macht
van de bezetter en dit was mogelijk, niet
alleen doordat de tevoren door richtings-
strijd verdeelde Hervormde Kerk van
Frankrijk sedert 1929 één geheel kon vor
men, maar ook doordat er sedert 1909 een
federatief verband met andere protes
tantse groeperingen bestond (de Assem-
blée du Protestantisme frangais, die on
der leiding van de „Conseil" stond). Een
doeltreffende samenwerking met de R.K.
kerk bleek daardoor ook mogelijk te zijn
en zo waren er verschillende trekken van
overeenkomst tussen het Nederlandse en
het Franse kerkelijke verzet.
Een bijzondere moeilijkheid was het
uiteenvallen in Frankrijk gedurende de
eerste oorlogsjaren, in een noordelijk be
zet -deel en een „vrij" zuidelijk gebied,
dit laatste toch geheel afhankelijk van
de Duitse bezetters. Daarom had de
Conseil een tweehoofdige leiding: in
Vichy-Frankrijk die van de voorzitter
van de Conseil, de in de oecumenische
beweging zo bekende ds Mare Boegner,
in bezet Frankrijk die van de onder
voorzitter ds Bertrand. Een grote steun
ontving de Conseil van een onderdeel van
de jeugdbeweging, het Comité Inter-
Mouvements auprès des Evacués, afgekort
als de Cimade, bijzonderlijk in het leven
geroepen voor de verzorging der ge-
evacueerden, maar uitgegroeid tot een
organisatie, die het onderduiken verzorg
de, contact onderhield met de slachtof
fers der concentratiekampen, grensover
gangen bewerkte, enzovoorts.
Een der eerste moeilijkheden deed zich
voor ten aanzien van de Duitse politieke
vluchtelingen, voor wie de protestantse
kerken in de bres traden; men stuitte bij
de Vichy-regering op onverschilligheid
en tegenstand: men vond ze geschikte
gijzelaars tegenover Franse gevangenen
in Duitse handen! Niet anders ging het
met de houding tegenover de Joden: de
regering beriep zich voor haar medewer
king aan de rassendescriminatie op poli-
KNEEDBAAR HOUT
VAN
CETA-BEVER
(Advertentie, Ing. Med.)
DOOR
12)
„Heus, Nick?" vroeg ze, hem aan
kijkend met een blik, die zeker niet
voor John bestemd had kunnen zijn.
„Ja, maar het is zo'n karwei, de gast
heer te moeten spelen. Je dient beleefd
tegen de lui te zijn en hen wat te
vleiendat behoort nu eenmaal bij
het baantje Een erg vervelend baantje,
hoor. Gelukkig zijn ze eindelijk aan 't
verdwijnen en ik moet je gauw naar
Emma terugbrengen, anders denkt ze
er nog kwaad van".
O, dus daarom alleen had hij zoveel
met Corinna gepraat! Natuurlijk vond
zo'n vrouw het niet meer dan plicht
voor een man om haar het hof te ma
ken. Serena's hart sprong op van blijd
schap.
En toen, even vóór Emma de deur
opende, hij steelsgewijze een kus op
haar neus drukte en zachtjes zei: „je
bent lief", voelde ze zich het gelukkig
ste meisje ter wereld.
DERDE HOOFDSTUK
Aanvankelijk achtte Emma het iets
onmogelijks, dat John een portret van
Serena zou schilderen.
„Als buitenmeisje kun je je waar
schijnlijk niet voorstellen, hoe er over
zoiets zou worden gebabbeld", zei ze
vriendelijk maar beslist.
„Neen, het zal heus niet gaan."
„Natuurlijk begrijp ik wat u be
doelt", verzekerde Serena, „maar ik ge
loof, dat er op het platteland allicht
meer en erger gepraat wordt dan in de
stèd. Daarginds kent iedereen ander
mans aangelegenheden, maar hier we
ten misschien alleen een paar aller
naaste buren wat van je af".
„Och, kom", hernam juffrouw Twist
gemelijk. „Wanneer je maar eens zo
lang in een voorstad hebt gewoond als
ik, zal je beseffen, dat het overal het
zelfde is".
„Maar, juffrouw Twist, u is toch erg
met hem ingenomen en stelt vertrou
wen in hem. Wat zou me dus kunnen
overkomen?"
Juffrouw Twist snufte weer eens.
Als ze de waarheid had moeten zeggen,
zou ze hebben erkend, dat ze eigenlijk
niet wist was het beste was. Enerzijds
ging de goede naam van het meisje,
dat in haar huis een toevlucht had ge
zocht en van wie ze zoveel was gaan
houden, haar zeer ter harte, maar de
medaille had ook een keerzijde. Serena
had terecht opgemerkt, dat zij, Emma,
John graag mocht en hem vertouwde.
Wat meer zei, ze vond, dat hij een ide
aal echtgenoot voor Serena zou zijn. Het
kind was te lief en te goed van ver
trouwen om met een ander type man
gelukkig te kunnen worden. Trouwen
met iemand als Nick, die tot maatstaf
voor zijn gedrag het bereiken van een
zo weelderig mogelijk bestaan had ge
kozen, zou naar de opvatting der oude
dame noodlottige consequenties opleve
ren. Indien Serena gelegenheid kreeg,
de flat te bezoeken om er als model
voor haar portret te zitten zouden zij
en John elkaar goed leren kennen. Na
tuurlijk zou Nick ook af en toe zijn op
wachting maken, maar hij bracht veel
tijd in de schouwburg door en naar zijn
uitlatingen te oordelen, liepen de tijden
waarin hij werkte, nogal sterk uiteen.
Niettemin bleef ze, ondanks John's
smeekbeden, bij haar veto, tot Nick
zich ermee bemoeide.
„Hoor eens hier, oudje", zei hij op
een dag dat hij met Emma alleen was,
„je hebt nu heus lang genoeg „neen"
gezegd. Door jou toedoen zijn ze nu zo
ver, dat het enige waarnaar ze verlan
gen, 't maken van die schilderij is, maar
als je nog langer volhoudt, zullen ze
allicht ontmoedigd worden en het op
geven. En dan lopen al je plannetjes
en complotjes op iets uit!"
„Mijn plannetjes en complotjes!" riep
ze verontwaardigd. „Ik weet niet wat
u bedoelt!"
Nick lachte vrolijk. Hij mocht graag
met Emma schermutselen, want zijn
levendige brein moest zich tot het ui
terste inspannen om het van haar te
winnen.
„Zeg eens, Emmalief", zei hij, „doe
nu niet alsof je niet probeert voetan
gels en klemmen te leggen op het pad
der liefde, dat anders misschien wat te
gemakkelijk en eentonig zou worden
in dit geval. Steekt er bij jou niet wat
van die aard achter?"
„Ik heb nooit aan zoiets gedacht",
verklaarde ze echt verontwaardigd,
maar Nick bleef ongelovig lachen.
„Je bent een heel verstandige, totaal
gewetenloze oude dame", verzekerde
hij, „en als ik enkele jaren ouder was,
zou ik graag met je willen trouwen. Ik
kan me niets méér opwindends voor
stellen dan met een zo onberekenbare
vrouw als jij getrouwd te zijn."
„Allemaal onzin en malligheid!"
stoof zij op, maar toch min of meer
werktuigelijk, want haar geest hield
zich met wat anders bezig. „Meneer
Nick", ging ze ernstig voort. „Ik wil de
volle waarheid horen.... Scheep me
niet af met een grap, want ik meen het
heus."
„Vooruit dan", zei hij, nu eveneens
ernstig. „Wat wil je weten?"
,,'t Gaat over juffrouw Serena. Ik
had graag, dat u me eerlijk vertelde,
of u zelf niet een beetje verliefd op
haar bent".
„Bedoel je of ik zelf van plan ben,
met haar te trouwen?" vroeg hij en
voegde er, toen ze bevestigend knikte,
dadelijk aan toe: „Neen, Emma, ik heb
er niet het minste idee op. Zeker, ze is
lief en erg aantrekkelijk, dat zie ik in
derdaad heel goed. Maar.... ze is mijn
„type" niet".
„U hebt groot gelijk, meneer Nick",
zei de oude huishoudster goedkeurend.
„En u is ook niet haar „type", als ik
het zo mag uitdrukken".
„O, zohernam hij een tikje scherp.
„Wie beweert dat? Heeft het kind je
in vertrouwen genomen?"
„Juffrouw Serena is niet van het
slag om over zulke dingen te praten",
antwoordde zij verwijtend. „Ze is een
lief, zedig meisje"....
„Jij weet dat waarschijnlijk het best,
maar toch heeft ze me wijsgemaakt,
dat ze vrienden in Londen had, want
ze begreep dat ik er niet bepaald fel
op was om met haar opgescheept te
worden."
„Natuurlijk heeft ze dat gedaan",
vond juffrouw Twist. „Als een vrouw
werkelijk ten einde raad is, zal ze alle
middelen aangrijpen. En bovendien is
u juist een man om door vrouwen voor
de mal te worden gehouden."
„Maar Emma!" riep hij beledigd.
„Ja, zeker", knikte ze. „U denkt al
tijd maar dat u alles van vrouwen af
weet en natuurlijk is dat helemaal
niet zo. Geen man heeft het ooit zover
gebracht".
(Wordt vervolgd.)
qejdmkm,kinc(
(Advertentie, Ing. Med.)
tieke noodzaak, wat dan ook betekende,
dat bemoeienis niet op de weg der ker
ken zou liggen. De Conseil heeft er krach
tig tegen geprotesteerd; de regering rea
geerde ontwijkend, o.a. zich er op be
roepend dat 't episcopaat in dezen (nog)
geen stappen had gedaan, maar ds Boeg
ner heeft daarop kardinaal Gerlier kun
nen bewegen zich bij de protesten aan te
sluiten.
Zo heeft men geprotesteerd tegen een
onvoorwaardelijke eed van staatkundige
gehoorzaamheid men wilde uitgespro
ken zien dat in gevallen God meer moet
worden gehoorzaamd dan de mensen
het protest heeft een gedeeltelijk succes
gehad: tegen een gelijkschakelen van de
jeugdbeweging, tegen deportages, tegen
maatregelen tegen het Heilsleger, waar
door zijn bezittingen tenminste onder pro
testants beheer bleven. Veel betuiging
van moed, standvastigheid en geloofsver
trouwen; daarover heen de schaduwen
van slachtoffers, predikanten en kerke
lijke werkers, die vielen voor hun over
tuiging".
OUD-GRIEKSE LIEDEREN. Over
de muziek van de oude Grieken
is nog maar weinig bekend. Hun
betrekkelijk ingewikkelde schrijf
wijze van de muziek is ternauwer
nood ontcijferd, composities zijn
c betrekkelijk weinig gevonden.
We horen thans, in het kader van
een zangrecital van de bas-bariton
Henk Kroes, drie stukken, waar
van de jonge Nederlandse musi
cus Daniel Ruyneman aan de
hand van de oude begeleidingen
een accompagnement voor piano
schreef. Zo volgen na elkaar een
fragment uit Orestes, van Euripi
des, Tekmessa, een treurzang bij
het lijk van Aias, en tenslotte Pro-
sodion, een feestelijk marslied.
(Vrijdag 14.20 uur over Hilver
sum I, 402 m.)
DIDO AND AENEAS, een opera
van Henry Purcell, wordt in ver
korte vorm uitgevoerd. (Vrijdag
10.00 uur over Hilversum II, 298
m.)
VRIJDAG 12 FEBRUARI
HILVERSUM I, 402 m.: 7.00VARA,
10.00 VPRO, 10-20 VARA, 12.00 AVRO,
16.00 VARA. 19.30 VPRO, 21.00 VARA.
22.40 VPRO, 23.00—24.00 VARA. 7.00
Nieuws. 7.13 Gram. 8.00 Nieuws. 8.18
Gram. 8.45 Voor de huisvrouw. 9.00 Gym.
voor de vrouw. 9.10 Gram. 9.30 Water
stand. 9.35 Schoolradio. 10.00 „Thuis",
causerie. 10.05 Morgenwijding. 10.20 Voor
de kleuters. 10.40 Omroep Mannenkoor.
11.00 Voordracht. 11.20 Gram. 11.35 Or
gelspel. 12.00 Musette-Orkest. 12.30 Land
en Tuinbouwmededelingen. 12.33 Sport
en prognose. 12.48 Gram. 13.00 Nieuws.
13.15 Mededelingen en gram. 13.30 Orgel
en zang. 14.00 Voor de vrouw. 14.20 Bas-
bariton en piano. 14.50 Voordracht. 15.10
Piano-trio. 15.30 Hammondorkest. 16.00
Gram. 16.30 Muzikale causerie. 17.10 Voor
de jeugd. 17.40 Orgelspel. 18.00 Nieuws.
18*15 Verzoekprogramma. 18.45 „De Ha
verkist", hoorspel. 19.00 Voor de jeugd.
19.10 Meisjeskoor. 19.30 „Mensen en con
flicten", causerie. 19.50 Berichten. 20.00
Nieuws. 20.05 Boekbespreking. 20-15 Voor
dracht en muziek. 20.30 „De vrouwen
emancipatie", hoorspel. 21.00 Voor de
jeugd. 21.35 Instr. kwartet en solist. 21.55
Buitenlands weekoverzicht. 22.10 Lichte
muziek. 22.40 „Vandaag", causerie. 22.45
Avondwijding. 23.00 Nieuws. 23.15—24.00
Gram .muziek.
HILVERSUM II, 298 m.: 7.00—24.00
KRO. 7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.15
Gym. 7.30 Gram. 7-45 Morgengebed en
Liturgische kalender. 8.00 Nieuws en
weerbericht. 8.15 Gram. 9.00 Voor de
huisvrouw. 9.45 Schoolradio. 10.00 Dido
and Anaeas", opera. 11.00 Voor de zie
ken. 11.40 Amus.-muziek. 12.00 Angelus.
12.03 Lunchconcert. 12.30 Land- en Tuin
bouwmededelingen. 12.33 Lunchconcert.
12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nieuws en Ka
tholiek nieuws. 13.20 Amus.-muziek. 13.45
Voor de vrouw. 14.00 Piano en orgel.
14.30 Hier vrij Europa. 15.00 School
radio. 15.30 Kamermuziek. 16.00 Voor de
zieken. 17 00 Voor de jeugd. 17.15 Gram.
17.35 Dansmuziek. 17.45 Gevar. muziek.
18.10 Amus.-muziek. 18.40 „En nu mijn
geval!" 18.52 Actualiteiten. 19.00 Nieuws-
19.30 Regeringsuitzending: „Verklaring en
toelichting", waarin opgenomen het emi
gratiepraatje door H. A. van Luyk. 19.30
Gram. 20.25 De gewone man. 20.30 Poli
tiek forum. 2100 Amus.-Orkest en sol.
21.30 Brabants halfuur. 22.00 Gram. 22.45
„Kerk en Mens", causerie. 23.00 Nieuws.
23.1524.00 Gram.muziek.
Televisie-programma. NCRV. 20.15
Journaal en weerbericht. 20.30 Gym.-
demonstratie. 21.20 „Wetenschap op
mars" film. 21.40—21.50 Dagsluiting.