Hoe is onze moderne jeugd? De beste ruil Vergeten Categorie protesteert tegen beeld van Ds van Leeuwen E 12 Franse kerken weerstonden de bezettende macht In twee ronden Er zijn ook anderen Ik herken mij niet in dit beeld Gelukkig ben ik niet zo Groep en mens worden verward Pim, Pam Pom en de graafmachine Verdeling van Frankrijk had grote bezwaren GEESTELIJK LEVEN Een kras of een gaf? GUPA maakt 't weer glad! MARGARET MALCOLM SANOSTOL Luister eens naar: Radioprogramma DONDERDAG 11 FEBRUARI 1954 VOOR WIJ HET WOORD GEVEN aan de leden der „Vergeten Cate gorie" over de visie op de moderne jeugd van ds Van Leeuwen, is een antwoord noodzakelijk van Wim Bison aan Wim Kooiman: „Je hebt er niets van begrepen, jongen. Wat in Indonesië en elders han, kan misschien hier ook, was de bedoeling van mijn vraag. Je moet leren verder te zien dan Hensbroek, Wim! Ik geloof ook, dat het de bedoeling is in onze rubriek de vraag te beantwoorden en niet de vra. gensteller te critiseren. W at was je antwoord geweest, als mijnheer Daalder de vraag gesteld had? Je goede raadgevingen zal ik ter harte nemen, maar geef er jou ook één voor je hele leven. Je schrijft immers over zandvormpjes in Bergen aan Zee; we hebben hier inderdaad vormpjes en vormen (goede). Lees veel de „Vergeten CategorieWim, dan zal je naar ik hoop leren deze vormen (goede) in acht te nemen. Tot de volgende keer." WIM BISON. deze ontboezemingen keren we terug tot de zakelijke discussie. Het ligt voor de hand, dat er van alle kan ten geprotesteerd wordt tegen het beeld, door ds Van Leeuwen geformu leerd van de jonge mensen uit onze tijd. En het spreekt even vanzelf, dat men met de beste wil van de wereld niet in staat was, zó kort te zijn ais onze plaatsruimte nodig maakt. Daar om strekken we de discussie over twee nummers uit. Enkele stukken worden geplaatst, de overige blijven in porte feuille: de schrijvers ervan kunnen nog aanvullingen zenden en wie nog niet schreef, krijgt de gelegenheid nog. We weten dan, dat ds Van Leeuwen constateerde o.a.: „de jeugd is feite lijk godloos, bezit een houding tegen de achtergrond van haar onzekerheid, zij is op zichzelf teruggeworpen, ver trouwen in de geschiedenis heeft zij niet, zij leeft in het enkele heden, zij onderwerpt zich aan feit en situatie, in plaats van het goede en het kwade treden de waarde van efficiency en succes; zij is als de dood voor gevoel, durft niet liefhebben, is dodelijk bang, vraagt allereerst: „wat koop je er voor? Wat doe je er mee? en heeft niet al te veel morele scrupules". Wij geven allereerst het woord aan een Zaankanter: J-JET probleem, dat deze week aan de orde is, is er een van alle jonge mensen. Daarom is het zo belangrijk, dat er over deze dingen wordt ge sproken en hoe meer hoe liever. Ds van Leeuwen windt er in zijn boekje „Om de jeugd of om de Kerk" geen doekjes om en dat is goed, want het gaal hier om levenswaarden zon der welke een samenleving verloren is. Maar hij moet zich rekenschap ge ven van het volgende: Een zeer groot deel der jonge men sen verwerpt de raad en de waarden der ouderen, daar ze zeer juist ge voelt, dat de ouderen zelf de dóór hen geprezen idealen niet vermochten te verwezenlijken. Integendeel, dwars tegen de bestaande ethiek, tegen de bestaande Christelijke leer in, (wat toch ons hoogste geestelijke goed js) heeft men gezamenlijk de wereld in een zee van ellende gestort, wat niet zo verwonderlijk is, als men bedenkt, dat bijna niemand der oudere genera tie bereid was de betreffende idealen ook in de practijk te verwezenlijken. Van de Christelijke leer heeft men theologie gemaakt, terwijl Jezus van Nazareth in de eerste plaats een le vend mens was, die alles heeft opge offerd in zijn worsteling om de men sen het begrip bij te brengen, waar het in het leven om gaat. De harde gevolgtrekking is, dat er onder de ouderen bijna niemand meer was (en is) die ook werkelijk in de waarden van het Christendom geloofde. Als gevolg hiervan be staat er bij de meeste jongeren een diep geworteld wantrouwen (bewust: of onbewust) tegenover zeer veel van wat de ouderen doen of zeggen, het geen gerechtvaardigd is. Ik weet, dat er onder de oudere mensen enige gro te uitzonderingen zijn, b.v. dr. Albert Schweitzer, die reeds in het eerste kwart dezer eeuw een helder inzicht in de situatie had, maar naar wie men het niet nodig vond te luisteren. Na twee wereldoorlogen, waarin het grote bankroet der oude generatie zich uitdrukte, leven we nu in een tijd, waarin eensdeels een zekere be zinning aanwezig is over hetgeen er is gedaan en misdaan, maar waarin anderdeels een neiging tot slapen op treedt (de ouderen), en een neiging tot grote afkeer (door angst) en zelfs walging (door wanhoop), wat geca moufleerd wordt door een rusteloos zoeken naar amusement en banale verstrooiing (de jongeren.) We moeten echter oppassen niet in dezelfde fout te vervallen als de ouderen, die er in de jaren na de eerste wereldoorlog op los geleefd hebben en Gods water over Gods ak ker lieten lopen. Want dan zijn slechts de bordjes verhangen en ver wijten onze kinderen ons hetzelfde, wat wij nu de ouderen verwijten. En dat verwijt, die aanklacht zal nog schreeuwender zijn dan de onze, ge zien de huidige bewapening. Het is daarom een dwingende nood zaak, dat we ons opnieuw bezinnen op de elementaire waarden van het leven, zodat het leven opnieuw zin- id ïi wi: «oiiBPiaa8»'. Til sp°edl<3 im® smaakloosI snel, zeker J (Advertentie, Ing. Med.) 1 vol voor ons wordt. Meer dan ooit is het geboden, dat we tot een zelf standig denken komen, dus niet na praten, en tot een persoonlijke ver antwoordelijkheid. Het doel en de zin van een mensenleven is gelegen in het nadenken over de dingen en niet in de eerste plaats in amusement en dergelijke. De mate, waarin het ons zal gelukken, door dit nadenken, tot een hogere ethiek van de daad te komen, zal doorslaggevend zijn voor de komende vijftig jaar. En de grondslagen voor de idee van de „nieuwe mens" zijn reeds ge legd. Samenvattend kan ik zeggen, dat ds van Leeuwen's boekje zeer juist de gesteldheid omschrijft van een bepaald deel der jongeren, maar dat ik weiger te geloven, dat er geen anderen zijn, die zich wel degelijk bewust zijn, wat er moet gebeuren. Zegt de dichter Holderlin niet: „Wo aber Gefahr ist, wachst das Rettende. auch?" Joh. B. de Winter beeldhouwer) Zuiddijk 62A Zaandam Dan volgt het oordeel van een jon ge Alkmalrse gymnasiast. f\[EE, ik heb mezelf niet herkend in de beschrijving van de tegenwoor dige jeugd, waaraan ds G. van Leeu wen zich heeft gewaagd. Gelukkig voor mij, jammer voor de schrijver. Want als ik werkelijk zo slecht was. dan zou mij niets resten dan mij te schamen, ver van het mensdom, en mij de oudere generatie ten voorbeeld te stellen. Jammer voor de schrijver, aangezien ik niet aan zijn oordeel vol doe en toch (voor mij althans) wei nig afwijk van „de" jongeren. Toen ik het uittreksel doorgenomen had, was mijn eerste bezigheid het ontrafelen van deze diagnose met be hulp van mijn woordenboek, om er althans iets uit wijs te worden. Waar om de extreem vitalistische, burger lijke categorie en de conformistische christelijke jongeren uitgeschakeld worden, is mij een raadsel. Misschien zijn dergelijke lieden de moeite van het beschouwen wel helemaal niet waard. Maar dan barst de bom en alles wat des jongelings is, wordt af gekraakt. totdat er weinig meer van over is. Hoe komt dat? Is de schrijver dit leven moe, omdat hij een eeuw te laat geboren is? Blijkbaar wel, aan gezien zijn ervaringen slechts van bitterheid getuigen In plaats van de ouderen (en jonge ren) ervan te overtuigen, hoe slecht de jeugd is, is zijn werk, naar dit ex cerpt te oordelen, voor mij, geworden tot een aanklacht tegen zijn generatie. Want wiens schuld is het, dat wij zo „slecht" zijn? Het antwoord is gemak kelijk: onze ouders! Zij zijn het, die ons door hun voorbeeld hebben geleid (en doen lijden). „De jongere heeft geen vertrouwen in de geschiedenis bezit geen zekerheid over de toekomst van het blanke ras en van de westerse beschaving". Dit is waar, maar het is jammer, dat de ouderen ons hierin vóórgaan, door hün angst te verber gen achter geveinsd vertrouwen. Wordt ons niet dagelijks toege schreeuwd, hoe het gele ras zich bezig is te verheffen tot een wereldmacht? Zo zou ik kunnen doorgaan. Alle punten, bedoeld als verdediging, kun nen tot beschuldigingen worden her leid, zodat, gelukkig, het niet zo erg wordt voor ons. Als ik zelf een oordeel over de jeugd mocht vellen, wat ik als oudere niet gaarne meer zal proberen, dan zou ik in 't kort deze verklaring geven: Gedurende de laatste vijftien jaar schijnt de tijd twintig jaar over geslagen te hebben. De ouderen kon den zich niet zo snel aanpassen en leven nog in een chaos. De jongeren, die temidden van deze chaos terecht kwamen, leefden zich te snel in, op aandrang van de ouderen, die inzagen, dat traagheid noodlottig zou worden, met het gevolg een wrijving tussen twee generaties. Op grond hiervan is mis schien een vonnis als dat van ds Van Leeuwen, te verdedigen. Desondanks kan ik mij niet met zijn mening verenigen. Alles, alles schijnt mij een leugen, een poseWare het werk vijfentwintig jaar eerder geschre ven, ik zou het niet geloofd hebben. Thans geloof ik het evenmin en over vijfentwintig jaar, hoop ik, zal ik het nog niet geloven. Want als wij derge lijke leeghoofden zijn, dan zal de we reld spoedig te gronde gaan. En dat is iets, wat ik mij niet kan voorstellen. Zo groot is mijn optimisme nog wel! Neen, wij zijn niet slecht! HANS KAPER Alkmaar Gymn. kl. VIB 17 jaar. Piet Kat uit den Haag denkt er over als Hans: PEN uitermate interessant onderwerp. Ds. v. Leeuwen geeft in vele opzich ten echter wel een heel somber beeld van de hedendaagse jeugd. Er is bij de hedendaagse jongeren ze ker sprake van een technische levens- beheersing, maar dat dit doordringt tot in het culturele- en amusementsleveu vind ik onjuist. Dit laatste is natuurlijk wel veranderd, omdat het zich nu een maal aan de tijd moet aanpassen. Het is vanzelfsprekend, dat de traditie van religie en moraal ons niet meer berei ken. Hoe kan het ook anders! De tijd staat namelijk niet stil. Wij zoeken meuwe vormen. Wij voelen ons niet meer aangetrokken tot traditionele vor men, omdat ze niet meer bij ons passen. Onze nieuwe vormen zijn natuurlijk ge baseerd op de oude, maap ze zijn in een andere voor ons geschikte vorm gego ten. Nu wordt er echter gezegd, dat wij geestelijk verlaten en dakloos zijn, omdat wij niet aan die traditie geloven. Dat vind ik onzinnig. Wij zijn niet gees telijk verlaten (uitzonderingen daarge laten). We zijn geen machines, maar mensen met hersens en een ziel. Als er een portret van de hedendaagse jeugd gegeven wordt, dan vind ik het onjuist ons hier als godloos te kenmerken. Heus, de godlozen vertegenwoordigen niet zo'n groot aantal, dat wij er door gekenmerkt worden. Sterk overdreven en onjuist is ook de gedachte, dat wij slaaf van het feit zijn, aat wij niet terug en vooruit kunnen zien. Volkomen onmogelijk!Hoe kan iemand leven zonder terug en vooruit te zien? En wij onderwerpen ons heus niet alleen aan efficiency en succes, maar het goede en het kwade speelt in ons leven een dominerende rol. En waarom zouden wij niet liefhebben? Omdat wij bang zijn, dat het gevoel ons zwak maakt? Bespottelijk. Ik heb nog nooit van iemand gehoord, dat hij hier om niet liefhad. Wij hebben toch zeker een wil! Ieder mens van karakter kan met z'n wil z'n gevoelens in bedwang houden. Ons levensideaal is niet a-moreel. Er is geen levensideaal zonder moraal. De moderne jeugd is heus niet een slappe vaatdoek, die je met één hand kan sa- menfrommelen. Ook bij ons is er op een bepaalde leeftijd een sterke drang naar avontuur en vlucht naar zelfstan digheid. Over onze houding kan ik zeggen, dat die niet zo is als ds Van Leeuwen schrijft. -Ja, wij kunnen wel eens seep- tisch en spottend zijn( ouderen zeker nooit). Bij gesprekken komen nog wel eens krachttermen voor (ouderen?), maar ze spelen beslist geen domineren de rol. Het is van velen een zekere pose. Onze woordenschat is heus goed ontwikkeld, al schijnt ze oppervlakkig gezien soms wel wat gering. Zelfstandigheid is een van onze le vensidealen. Onze geest is creatief en wij brengen onze vrije tijd heus niet al leen met amusement door. Samenvatting: Volgens ds Van Leeu wen zijn wij machines, robotten, geeste lijk verlaten, godloos, slaaf van het feit, zakelijk, als de dood voor het gevoel, bleke, slappe vaatdoekjes, sceptisch en niet creatief. Ik ben het in geen enkel opzicht met de schrijver eens. Ik kan mezelf gelukkig niet herkennen in het relaas van ds Van Leeuwen. PIET KAT Soestdijksekade 469, Den Haag Tot slot Ph. Bosscher uit Alkmaar. \TOG nooit is er naar mijn mening hier een moeilijker vraag gesteld dan deze, een kwestie van voor mij haast verbijsterende omvang, die on mogelijk binnen een kort bestek be antwoord kan worden. Toch zou ik graag iets willen zeg gen naar aanleiding van deze uit spraak van dominee Van Leeuwen. In de eerste _plaats geloof ik. dat bij deze zaak generaliseren wel heel ge vaarlijk is: Ds Van Leeuwen behandelt min of meer een „type" en schrijft dit type allerlei karaktertrekken toe. Wordt zo echter niet teveel het accent van mens naar groep verschoven? Verder meen ik toch in mijn omge ving vaak een veel meer doordachte en van meer werkelijkheidszin getui gende houding tegenover het leven op te kunnen merken, dan die. welke ds Van Leeuwen zo velen onzer toe schrijft. Het lijkt mij niet denkbeel dig, dat, in enige van de besten onder ons. nog iets smeult van het vuur, dat de ware „grote mannen" tot daden heeft gebracht. Tot slot zou ik er nog graag op willen wijzen, dat het misschien niet onmoge lijk is, dat de betreurenswaardige ver schijnselen, waar ds Van Leeuwen op wijst symptomen zijn van een troost rijke ontwikkeling, zoals die in Ameri ka heeft plaats gehad en nog plaats heeft. Velen, die men voorgoed van alle morele banden „losgeslagen", achtte, hebben daar „Woord en Sacrament", als het enige, wat het leven inhoud kan geven, teruggevonden en zoeker God in een radicaal Christendom. Is het niet opvallend, dat vele intellec tuelen en mensen, die de oorlog waar achtig hebben ondervonden, daar die kloosters binnengaan, waar men leeft op de meest eenvoudige en aan God overgegeven wijze? Ze hebben zelf ondervonden, wat ons leven zin geeft en steeds meer zullen dat ondervin den en in of buiten de maatschappij daarnaar leven! Ph. M. BOSSCHER VI Gym. Alpha. Roomskatholiek Lyceum. Alkmaar. Tot zover de eerste ronde. Nieuwe getuigenissen graag aan D. L. Daalder, Komlaan 8, Bergen (N.H.) Maandag verzenden! tegen rheumatische aandoeningen Doeltreffend Onschadelijk Gemakkelijk in ie nemen Practisch smaakloos Tegen spier-, zenuw- en gewrichts- rheumatlek, spit, ischias, lumbago, ver koudheden en pijnen. R 12 helpt snel, daar de actieve stof binnen zeer korte tijd in het bloed wordt opgenomen en daar zonder enigt onaangename of schadelijke nevenwer king de ontstekingshaarden bestrijdt en de ziektekiemen langs natuurlijke weg uit het lichaam afvoert, Kuuruer pakking, infu 48 tabletten, Gld. 3.20Verkrijgbaar bij apothekers en drogisten, (Advertentie, Ing. Med.) 38. Vol trol keken Pim, Pam en Pom naar hun gestreepte pakjes. „Net echt" riep Pim. „Iedereen zal denken, dat we echte boeven zijn. Jammer, dat ik geen revolver bij me heb!" Ja, dat vonden Pom en Pam ook, maar Moeder had het verboden.„Geen alarm- of waterpistool tjes" had ze beslist g ;gd. „Daar krij gen jullie last mee. Ik ken je langer dan vandaag. Dat wordt natuurlijk een waterballet en dan krijg ik de moeders van de andere kinderen op mijn dak." En dus waren de drie boefjes ongewa pend. „Ik ben reuze nieuwsgierig hoe Tommie en Brommie er uit zien", zei Pom, nadat ze een tijdje zwijgend door gelopen hadden. „Ik ook", zei Pim. „Een politieagentenuniform is óók mooi en dan vormen we met zijn vijven een leuk groepje. Tommie en Brommie waren twee vriendjes, die in het ge heim ingewijd waren en toen dadelijk besloten had „en om als politiemannen naar het feest (3 gaan. Maar er liepen nog twee agenten in Dierend'orp rond. Dat wil zeggen een brigadier en een commissaris, die nog steeds op jacht waren naar twee echte bandieten. Ter wijl de twee ongeruste politiemannen een hoek omsloegen, bleven ze eens klaps stokstijf staan. Aan de overzijde van de straat zagen ze een boef in een gestreept pakje zijn hoofd om het hoekje steken P)E HOUDING der protestantse kerken tijdens de bezettingsjaren heeft alom waardering, eerbied en bewondering ge vonden, maar dit geldt niet alleen voor Nederland, schrijft prof. dr J. Lindeboom in Vrije Geluiden. Ook de Franse kerken boden weerstand aan de dwingende macht van de bezetter en dit was mogelijk, niet alleen doordat de tevoren door richtings- strijd verdeelde Hervormde Kerk van Frankrijk sedert 1929 één geheel kon vor men, maar ook doordat er sedert 1909 een federatief verband met andere protes tantse groeperingen bestond (de Assem- blée du Protestantisme frangais, die on der leiding van de „Conseil" stond). Een doeltreffende samenwerking met de R.K. kerk bleek daardoor ook mogelijk te zijn en zo waren er verschillende trekken van overeenkomst tussen het Nederlandse en het Franse kerkelijke verzet. Een bijzondere moeilijkheid was het uiteenvallen in Frankrijk gedurende de eerste oorlogsjaren, in een noordelijk be zet -deel en een „vrij" zuidelijk gebied, dit laatste toch geheel afhankelijk van de Duitse bezetters. Daarom had de Conseil een tweehoofdige leiding: in Vichy-Frankrijk die van de voorzitter van de Conseil, de in de oecumenische beweging zo bekende ds Mare Boegner, in bezet Frankrijk die van de onder voorzitter ds Bertrand. Een grote steun ontving de Conseil van een onderdeel van de jeugdbeweging, het Comité Inter- Mouvements auprès des Evacués, afgekort als de Cimade, bijzonderlijk in het leven geroepen voor de verzorging der ge- evacueerden, maar uitgegroeid tot een organisatie, die het onderduiken verzorg de, contact onderhield met de slachtof fers der concentratiekampen, grensover gangen bewerkte, enzovoorts. Een der eerste moeilijkheden deed zich voor ten aanzien van de Duitse politieke vluchtelingen, voor wie de protestantse kerken in de bres traden; men stuitte bij de Vichy-regering op onverschilligheid en tegenstand: men vond ze geschikte gijzelaars tegenover Franse gevangenen in Duitse handen! Niet anders ging het met de houding tegenover de Joden: de regering beriep zich voor haar medewer king aan de rassendescriminatie op poli- KNEEDBAAR HOUT VAN CETA-BEVER (Advertentie, Ing. Med.) DOOR 12) „Heus, Nick?" vroeg ze, hem aan kijkend met een blik, die zeker niet voor John bestemd had kunnen zijn. „Ja, maar het is zo'n karwei, de gast heer te moeten spelen. Je dient beleefd tegen de lui te zijn en hen wat te vleiendat behoort nu eenmaal bij het baantje Een erg vervelend baantje, hoor. Gelukkig zijn ze eindelijk aan 't verdwijnen en ik moet je gauw naar Emma terugbrengen, anders denkt ze er nog kwaad van". O, dus daarom alleen had hij zoveel met Corinna gepraat! Natuurlijk vond zo'n vrouw het niet meer dan plicht voor een man om haar het hof te ma ken. Serena's hart sprong op van blijd schap. En toen, even vóór Emma de deur opende, hij steelsgewijze een kus op haar neus drukte en zachtjes zei: „je bent lief", voelde ze zich het gelukkig ste meisje ter wereld. DERDE HOOFDSTUK Aanvankelijk achtte Emma het iets onmogelijks, dat John een portret van Serena zou schilderen. „Als buitenmeisje kun je je waar schijnlijk niet voorstellen, hoe er over zoiets zou worden gebabbeld", zei ze vriendelijk maar beslist. „Neen, het zal heus niet gaan." „Natuurlijk begrijp ik wat u be doelt", verzekerde Serena, „maar ik ge loof, dat er op het platteland allicht meer en erger gepraat wordt dan in de stèd. Daarginds kent iedereen ander mans aangelegenheden, maar hier we ten misschien alleen een paar aller naaste buren wat van je af". „Och, kom", hernam juffrouw Twist gemelijk. „Wanneer je maar eens zo lang in een voorstad hebt gewoond als ik, zal je beseffen, dat het overal het zelfde is". „Maar, juffrouw Twist, u is toch erg met hem ingenomen en stelt vertrou wen in hem. Wat zou me dus kunnen overkomen?" Juffrouw Twist snufte weer eens. Als ze de waarheid had moeten zeggen, zou ze hebben erkend, dat ze eigenlijk niet wist was het beste was. Enerzijds ging de goede naam van het meisje, dat in haar huis een toevlucht had ge zocht en van wie ze zoveel was gaan houden, haar zeer ter harte, maar de medaille had ook een keerzijde. Serena had terecht opgemerkt, dat zij, Emma, John graag mocht en hem vertouwde. Wat meer zei, ze vond, dat hij een ide aal echtgenoot voor Serena zou zijn. Het kind was te lief en te goed van ver trouwen om met een ander type man gelukkig te kunnen worden. Trouwen met iemand als Nick, die tot maatstaf voor zijn gedrag het bereiken van een zo weelderig mogelijk bestaan had ge kozen, zou naar de opvatting der oude dame noodlottige consequenties opleve ren. Indien Serena gelegenheid kreeg, de flat te bezoeken om er als model voor haar portret te zitten zouden zij en John elkaar goed leren kennen. Na tuurlijk zou Nick ook af en toe zijn op wachting maken, maar hij bracht veel tijd in de schouwburg door en naar zijn uitlatingen te oordelen, liepen de tijden waarin hij werkte, nogal sterk uiteen. Niettemin bleef ze, ondanks John's smeekbeden, bij haar veto, tot Nick zich ermee bemoeide. „Hoor eens hier, oudje", zei hij op een dag dat hij met Emma alleen was, „je hebt nu heus lang genoeg „neen" gezegd. Door jou toedoen zijn ze nu zo ver, dat het enige waarnaar ze verlan gen, 't maken van die schilderij is, maar als je nog langer volhoudt, zullen ze allicht ontmoedigd worden en het op geven. En dan lopen al je plannetjes en complotjes op iets uit!" „Mijn plannetjes en complotjes!" riep ze verontwaardigd. „Ik weet niet wat u bedoelt!" Nick lachte vrolijk. Hij mocht graag met Emma schermutselen, want zijn levendige brein moest zich tot het ui terste inspannen om het van haar te winnen. „Zeg eens, Emmalief", zei hij, „doe nu niet alsof je niet probeert voetan gels en klemmen te leggen op het pad der liefde, dat anders misschien wat te gemakkelijk en eentonig zou worden in dit geval. Steekt er bij jou niet wat van die aard achter?" „Ik heb nooit aan zoiets gedacht", verklaarde ze echt verontwaardigd, maar Nick bleef ongelovig lachen. „Je bent een heel verstandige, totaal gewetenloze oude dame", verzekerde hij, „en als ik enkele jaren ouder was, zou ik graag met je willen trouwen. Ik kan me niets méér opwindends voor stellen dan met een zo onberekenbare vrouw als jij getrouwd te zijn." „Allemaal onzin en malligheid!" stoof zij op, maar toch min of meer werktuigelijk, want haar geest hield zich met wat anders bezig. „Meneer Nick", ging ze ernstig voort. „Ik wil de volle waarheid horen.... Scheep me niet af met een grap, want ik meen het heus." „Vooruit dan", zei hij, nu eveneens ernstig. „Wat wil je weten?" ,,'t Gaat over juffrouw Serena. Ik had graag, dat u me eerlijk vertelde, of u zelf niet een beetje verliefd op haar bent". „Bedoel je of ik zelf van plan ben, met haar te trouwen?" vroeg hij en voegde er, toen ze bevestigend knikte, dadelijk aan toe: „Neen, Emma, ik heb er niet het minste idee op. Zeker, ze is lief en erg aantrekkelijk, dat zie ik in derdaad heel goed. Maar.... ze is mijn „type" niet". „U hebt groot gelijk, meneer Nick", zei de oude huishoudster goedkeurend. „En u is ook niet haar „type", als ik het zo mag uitdrukken". „O, zohernam hij een tikje scherp. „Wie beweert dat? Heeft het kind je in vertrouwen genomen?" „Juffrouw Serena is niet van het slag om over zulke dingen te praten", antwoordde zij verwijtend. „Ze is een lief, zedig meisje".... „Jij weet dat waarschijnlijk het best, maar toch heeft ze me wijsgemaakt, dat ze vrienden in Londen had, want ze begreep dat ik er niet bepaald fel op was om met haar opgescheept te worden." „Natuurlijk heeft ze dat gedaan", vond juffrouw Twist. „Als een vrouw werkelijk ten einde raad is, zal ze alle middelen aangrijpen. En bovendien is u juist een man om door vrouwen voor de mal te worden gehouden." „Maar Emma!" riep hij beledigd. „Ja, zeker", knikte ze. „U denkt al tijd maar dat u alles van vrouwen af weet en natuurlijk is dat helemaal niet zo. Geen man heeft het ooit zover gebracht". (Wordt vervolgd.) qejdmkm,kinc( (Advertentie, Ing. Med.) tieke noodzaak, wat dan ook betekende, dat bemoeienis niet op de weg der ker ken zou liggen. De Conseil heeft er krach tig tegen geprotesteerd; de regering rea geerde ontwijkend, o.a. zich er op be roepend dat 't episcopaat in dezen (nog) geen stappen had gedaan, maar ds Boeg ner heeft daarop kardinaal Gerlier kun nen bewegen zich bij de protesten aan te sluiten. Zo heeft men geprotesteerd tegen een onvoorwaardelijke eed van staatkundige gehoorzaamheid men wilde uitgespro ken zien dat in gevallen God meer moet worden gehoorzaamd dan de mensen het protest heeft een gedeeltelijk succes gehad: tegen een gelijkschakelen van de jeugdbeweging, tegen deportages, tegen maatregelen tegen het Heilsleger, waar door zijn bezittingen tenminste onder pro testants beheer bleven. Veel betuiging van moed, standvastigheid en geloofsver trouwen; daarover heen de schaduwen van slachtoffers, predikanten en kerke lijke werkers, die vielen voor hun over tuiging". OUD-GRIEKSE LIEDEREN. Over de muziek van de oude Grieken is nog maar weinig bekend. Hun betrekkelijk ingewikkelde schrijf wijze van de muziek is ternauwer nood ontcijferd, composities zijn c betrekkelijk weinig gevonden. We horen thans, in het kader van een zangrecital van de bas-bariton Henk Kroes, drie stukken, waar van de jonge Nederlandse musi cus Daniel Ruyneman aan de hand van de oude begeleidingen een accompagnement voor piano schreef. Zo volgen na elkaar een fragment uit Orestes, van Euripi des, Tekmessa, een treurzang bij het lijk van Aias, en tenslotte Pro- sodion, een feestelijk marslied. (Vrijdag 14.20 uur over Hilver sum I, 402 m.) DIDO AND AENEAS, een opera van Henry Purcell, wordt in ver korte vorm uitgevoerd. (Vrijdag 10.00 uur over Hilversum II, 298 m.) VRIJDAG 12 FEBRUARI HILVERSUM I, 402 m.: 7.00VARA, 10.00 VPRO, 10-20 VARA, 12.00 AVRO, 16.00 VARA. 19.30 VPRO, 21.00 VARA. 22.40 VPRO, 23.00—24.00 VARA. 7.00 Nieuws. 7.13 Gram. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 8.45 Voor de huisvrouw. 9.00 Gym. voor de vrouw. 9.10 Gram. 9.30 Water stand. 9.35 Schoolradio. 10.00 „Thuis", causerie. 10.05 Morgenwijding. 10.20 Voor de kleuters. 10.40 Omroep Mannenkoor. 11.00 Voordracht. 11.20 Gram. 11.35 Or gelspel. 12.00 Musette-Orkest. 12.30 Land en Tuinbouwmededelingen. 12.33 Sport en prognose. 12.48 Gram. 13.00 Nieuws. 13.15 Mededelingen en gram. 13.30 Orgel en zang. 14.00 Voor de vrouw. 14.20 Bas- bariton en piano. 14.50 Voordracht. 15.10 Piano-trio. 15.30 Hammondorkest. 16.00 Gram. 16.30 Muzikale causerie. 17.10 Voor de jeugd. 17.40 Orgelspel. 18.00 Nieuws. 18*15 Verzoekprogramma. 18.45 „De Ha verkist", hoorspel. 19.00 Voor de jeugd. 19.10 Meisjeskoor. 19.30 „Mensen en con flicten", causerie. 19.50 Berichten. 20.00 Nieuws. 20.05 Boekbespreking. 20-15 Voor dracht en muziek. 20.30 „De vrouwen emancipatie", hoorspel. 21.00 Voor de jeugd. 21.35 Instr. kwartet en solist. 21.55 Buitenlands weekoverzicht. 22.10 Lichte muziek. 22.40 „Vandaag", causerie. 22.45 Avondwijding. 23.00 Nieuws. 23.15—24.00 Gram .muziek. HILVERSUM II, 298 m.: 7.00—24.00 KRO. 7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.15 Gym. 7.30 Gram. 7-45 Morgengebed en Liturgische kalender. 8.00 Nieuws en weerbericht. 8.15 Gram. 9.00 Voor de huisvrouw. 9.45 Schoolradio. 10.00 Dido and Anaeas", opera. 11.00 Voor de zie ken. 11.40 Amus.-muziek. 12.00 Angelus. 12.03 Lunchconcert. 12.30 Land- en Tuin bouwmededelingen. 12.33 Lunchconcert. 12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nieuws en Ka tholiek nieuws. 13.20 Amus.-muziek. 13.45 Voor de vrouw. 14.00 Piano en orgel. 14.30 Hier vrij Europa. 15.00 School radio. 15.30 Kamermuziek. 16.00 Voor de zieken. 17 00 Voor de jeugd. 17.15 Gram. 17.35 Dansmuziek. 17.45 Gevar. muziek. 18.10 Amus.-muziek. 18.40 „En nu mijn geval!" 18.52 Actualiteiten. 19.00 Nieuws- 19.30 Regeringsuitzending: „Verklaring en toelichting", waarin opgenomen het emi gratiepraatje door H. A. van Luyk. 19.30 Gram. 20.25 De gewone man. 20.30 Poli tiek forum. 2100 Amus.-Orkest en sol. 21.30 Brabants halfuur. 22.00 Gram. 22.45 „Kerk en Mens", causerie. 23.00 Nieuws. 23.1524.00 Gram.muziek. Televisie-programma. NCRV. 20.15 Journaal en weerbericht. 20.30 Gym.- demonstratie. 21.20 „Wetenschap op mars" film. 21.40—21.50 Dagsluiting.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1954 | | pagina 2