Vergeten Categorie versus Ds v. Leeuwen
VAL DA
bickm»!
De
Met VELPON zie je er geen barst van!
beste
ruil
De zaak der priester-arbeiders
wekt politieke reacties
ITililllllllfflt
Ieder mens (ook de jeugd) moet
de kans krijgen
Een misplaatste
beschuldiging
De massa is altijd
onverschillig
Optimistisch
De jeugd van heden
Niet het enige beeld
PimPam Pom en de graafmachine
Nieuw concordaat wordt
verlangd
Succes voor A bbé Pierre
Renteloze lening
voor daklozen
MARGARET MALCOLM
Luister eens naar:
Radioprogramma
DONDERDAG 18 FEBRUARI 1964
\VU vervolgen de reeks inzendingen in verband met de vraag: Hoe is
de moderne jeugd?
Ds Van Leeuwen heeft een fout gemaakt met zijn boekje op dit ogen
blik te schrijven. Hij is er te vroeg mee geweest. Wij maken momeitteel
een crisis door op vrijwel ieder gebied van de samenleving. De oude
ren slaan, ziende, dat de eeuwenlange kettingreactie verbroken is, de
handen van schrik ineen en schrijven boekjes als het bier bedoelde
van ds Van Leeuwen. Zij schijnen niet in te zien, dat wij in een over.
gangstijdperk leven, een zoeken naar evenwicht, waarin het vrijwel
omogelijk is, een getrouw beeld van de algemene toestand te geven,
omdat deze steeds verandert. Binnen kortere of langere tijd zal er een
eind komen aan deze ontwikkeling, die plaats vindt buiten de nor
male verhoudigen, waaraan de oudere generatie gewoon is. Dan pas
Is het moment aangebroken om te trachten de werkelijk nieuwe gene
ratie, zoals die zich dan gestabiliseerd heeft, in beeld te brengen en
er een oordeel over te vellen. Ik zeg trachten, want de ouderen ver
anderen zelf ook. Ieder mens is ontvankelijk voor invloeden; zij wer
ken ongewild op hem in en doen zijn opinie wankelen.
Wij proberen ons los te maken van
de ouderen, iets wat de wereldoorlogen
en de technische ontwikkeling, ver
sneld heeft. Nu gaat het er om, tot
een resultaat te komen, een grondslag,
vanwaar wij verder kunnen bouwen
met als doel een samenleving, die de
kiem in zich draagt voor de ontwikke
ling tot een toestand, die een zo goed
mogelijke benadering zal zijn van het
volmaakte. Geen van ons kan hier
over op dit tijdstip oordelen. Wij kun
nen slechts hopen. De ouderen weten
natuurlijk al precies wat er van te
recht komt, zij hebben het altijd al ge
weten. Waarom moest dit alles nu ge
beuren, het is zo beklemmend, zo on
alledaags. Rustig verder leven en je
geen zorgen behoeven te maken over
de komende generatie ware wel zo
eenvoudig. Over één stelling van ds
Van Leeuwen kunnen wij wel een
voorspelling doen, namelijk de godde
loosheid. Die bestaat onder de jeugd
niet en zal ook nooit bestaan. Letwel,
ik generaliseer, zoals de schrijver doet.
Een mens is geschapen met het on
verbrekelijke verlangen naar een hoge
re macht. Vroeg of laat wordt een
ieder zich daarvan bewust, maar zon
der het te weten is het verlangen er
niet buiten te kunnen, altijd aanwezig.
De wijze van in God geloven wordt
alleen primitiever, dit mijns inziens
door het weinige kerkbezoek: men
kent de bijbel en andere godsdiensten
niet voldoende om er zich een werke
lijk zelfstandig, verstandelijk oordeel
over te kunnen vormen. En ds Van
Leeuwen, gelooft u werkelijk, dat de
jeugd van deze jaren zich anders voor
doet dan ze is? Wij allen hebben een
innerlijke rem, die ons weerhoudt ons
blindelings voor de medemens open te
stellen, maar is de werkelijk bewuste
huichelarij onder de ouderen niet veel
groter, dan onder ons? Zoals ik reeds
liet uitkomen kan men onmogelijk van
de jeugd verwachten, dat zij reeds
een eigen levenshouding, los van de
tegenwoordige, heeft kunnen vinden.
Zeker, we trachten oprecht te zijn,
maar de rauwheid is ver te zoeken en
met de moraal loopt het wel los. Er
zijn voor een nurks overal voorbeel
den te vinden en alweer ook onder de
oudere generatie, die iemand, die niet
verder ziet, zouden doen geloven, dat
de door ds Van Leeuwen gegeven op
vatting juist is. Het vermaakleven is
een logisch gevolg van deze overbe
laste tijd, een uitweg, een ontspanning,
maar niet een doorlopende ontvluch
ting van de geest, die getuige de ge
sprekken met en uitlatingen van de
jeugd ongetwijfeld een zelfstandig en
scheppend geheel vormt. Onze wijze
van spreken, die ds Van Leeuwen scep
tisch noemt, is dat alleen, wanneer het
gaat om de reacties van de ouderen op
onze gedragingen, het gebrek aan ver
trouwen, dat zij tonen het beter we
ten. Men kan over dit onderwerp boe
ken schrijven en discusteren, maar zo
als zo dikwijls zal de tijd het leren.
Ieder mens moet de kans krijgen, ook
wij!".
JAN GAASTRA,
Zocherstraat 42, Alkmaar.
18 jaar.
„RIJ het lezen van het uittreksel van
het boekje van ds Van Leeuwen
werd het mij bang te moede. Is het
waar, dat de hedendaagse jeugd „gees
telijk dakloos", zonder vertrouwen in
godsdienst en geschiedenis is en weg
zinkt in een stompe gevoelloosheid?
Bij het nadenken hierover kwam ik
tot de conclusie, dat de door ds Van
Leeuwen genoemde feiten inderdaad
waar zijn, maar door hem al te een
zijdig geformuleerd. Want is het een
wonder, dat de moderne jeugd niet ge
looft in godsdienst.' Is het een won
der, dat wij de kerken bekijken met
een zekere minachting,na hun ont
stellende falen in en na twee wereld
oorlogen, die de mensheid zo diep in
de ellende hebben gebracht? Is het
dan een wonder, dat de moderne
jeugd geen vertrouwen meer heeft in
een geschiedenis, die tot in de grond
rot is en deze traditie niet voort
wenst te zetten? Kan men dan ook
niet begrijpen, dat wij naar een andere
levensvorm zoeken, naar een denk
wijze, die de wereld en onszelf beter
zou kunnen maken?
Het is dit zoeken naar iets beters,
dat de hedendaagse jeugd „geestelijk
dakloos" maakt, dat wij de tijd, waar
in we opgroeien, gevoelloos en met
minachting bekijken. Een nieuwe
vorm is niet één, twee, drie gevonden.
Dat zij echter gevonden zal moeten
worden, staat voor mij wel vast,
want in een wereld, als de tegenwoor-
BIJ KEELPIJN
PASTI LLES 1-
DE°zAcdTE VALDAHILD
(Advertentie, Ing. Med.)
dige en de voorbije, is een leven als
een bange wandeling, vol haat en af
schuw, oorlog en vertroebeling.
Dat is het, wat de moderne jeugd
is in dit streven, dat zij (overigens
(misschien onbewust probeert en het
begrijpelijk niet door de ouderen be
grepen wordt. Maar kan men het ons
kwalijk nemen, die gegroeid zijn in
en uit een chaos, die oorlog heet?
Mijns inziens niet. De schuld ligt bij
onze voorouders en wij zitten er
mee
PIET A.H. HOOGCARSPEL
Bergen (N.H.)
yOT mijn grote vreugde merk ik, dat
ik het geheel met U eens kan zijn,
dominee, U zondert enkele groepen
van de jeugd uit, waardoor precies
de massa overblijft. En de massa is
altijd leeg, oppervlakkig, liefdeloos,
egoïstisch en onverschillig geweest.
Dat was ze 500 jaar geleden, dat is ze
nu en dat zal ze over 500. jaar nog
zijn. Vermoedelijk verbeeldt U zich,
dat de massa van de jeugd vroeger
anders was, en inderdaadzij liep
achter dominee aan, luisterde naar
zijn preek en weeklaagde trouw over
haar zondaarsbestaan. De bijbel werd
jaar in jaar uit gelezen, te beginnen
bij Genesis 1 en trouw werd driemaal
per dag het „onze vader" opgedreund.
Maar daardor was de massa geen
haar beter dan nu: de sociale sanctie
van de kerk was alleen nog te sterk
om door de massa verbroken te kun
nen worden: minachting, haat, hoon,
en uitstoting uit de gemeenschap be
dreigden diegene, die zich aan zich
zelf durfde houden. Vandaar ook, dat
U de massa nu bang noemt. Bang,
doodsbang is zij, dat ze weer haai
met moeite verworven beetje vrijheid
zal verliezen, want zij voelt instinc
tief wel aan, dat ze nooit de kracht
zal hebben, zich hiertegen overtuigend
te verzetten. Dat is alleen voor zeer
sterke geesten weggelegd. (Spinoza,
Nietzsche).
De jeugd is Godloos, klaagt U.
Troost U, de massa wist in de oor
log toen ze een God nodig had, drom
mels goed de kerk te vinden en die
zal ze bij gelegenheid wel weer we
ten.
C.
Kweekschool Den Helder
20 jaar
MENING over het boekje van
ds Van Leeuwen is:
Toen ik het resumé van het boekje
„Om de Jeugd of om de Kerk" las, was
mijn eerste reactie: „Arme ds Van
Leeuwen". Ik vind het namelijk een
zeer bitter beeld. Zo te zien is er niets
goeds aan de jeugd. En is er geen ge
zegde dat luidt: „Wie de jeugd heeft,
heeft de toekomst?" Ds Van Leeuwen
heeft dus heel weinig vertrouwen in de
toekomstals ik zo z'n relaas over de
jeugd lees. Aan wie dat ligt kan ik niet
beoordelen, misschien is de jeugd, die
ds Van Leeuwen kent zo, misschien
heeft hy z'n ogen gesloten voor de
„andere" jeugd, waar ik me, misschien
hoogmoedig, bij wil rekenen. Dat laat
ste geloof ik het meeste, vooral als ik
de meningen van de Vergeten Catego
rie van 11 Febr. lees.
Dat er jongeren zijn, zoals ds Van
Leeuwen zegt, geloof ik direct. Maar ik
weiger te geloven, dat DE Jeugd
zo is. Ik vind, dat er erg gegenerali
seerd wordt. De vraag is nu nog: Aan
wie ligt het, dat d i e jeugd is zoals ds
Van Leeuwen beschrijft? lik wil de
feiten niet alle opnoemen, want dan
zou er geen eind aan komen). Mijns in
ziens ligt dat vaak aan de ouderen, die
de wereld pessimistisch bekijken en
die misschien zeggen: „Laat ons eten,
drinken en vrolijk zijn, want morgen
sterven wij". Vandaar het „vermaak
leven". Als die otideren nu eens wat
meer vertrouwen in de toekomst, en
dus in de jeugd, probeerden te krijgen,
dan zouden er misschien al veel dingen
veranderen. De jeugd vlucht namelijk
vaak voor de spot, het sarcasme en het
pessimisme dat zo afbrekend werkt
van de ouderen. Helaas moet ik tot de
pessimistische mensen ook ds Van
Leeuwen rekenen. Vandaar mijn eerste
opwelling: „Arme ds Van Leeuwen".
Het leven kan zo mooi zijn, als wij
er tezamen wat moois van maken,
en als we met elkaar opgewekt en op
timistisch blijven! Wie weet, of niet
dan DE jongeren van nu geluk
kige en blijde volwassenen worden!
FROUKJE SPAN, Winkel (N.-H.)
„"JJD gauw ik een ouder iemand „de te
genwoordige jeugd" hoor zeggen,
schiet ik al rechtop in mijn stoel en
spant alles zich in me om de aanval die
dan meestal volgt, terug te kaatsen.
et is één van mijn stokpaardjes en
ik heb al heel vaak met een rood hoofd
van verontwaardiging onze categorie,
heel die „groep, die „de jeugd van te
genwoordig" wordt genoemd, verdedigd
door dik en dun. Wij zijn blasé, lucht
hartig. leeghoofdig, hebben geen
plichtsbesef, zijn te lui, denken meer
aan uitgaan dan aan werk, we hebben
geen idealen meer, laat staan, dat we
er voor vechten. En erger nog, we zijn
bandeloos, zedeloos, houden er geen
geloof meer op na en geen moraal. Dat
wordt gezegd en dan word ik witheet.
En haal prompt gevallen aan, die over
tuigend bewijzen, dat er ook anderen
zijn. Dat niet „de jeugd" zo is, maar dat
het enkelen uit die „jeugd" zijn. Ik heb
in de afgelopen jaren in verschillende
plaatsen gewoond en er overal jongeren
meegemaakt van allerlei richtingen en
verschillende milieu's. En «meestentijds
gaven zij mij de overtuiging, dat ik ge
lijk had, me kwaad te maken als we
worden aangevallen. En toch, heus,
heus, soms twijfel ik zelf wel eens.
Soms hoor ik gevallen van bandeloos
heid etc.. die me aan het schrikken
maken. Om maar iets te noemen, een
groep jongens van plm. 9 jaar die op
bijna waanzinnige wijze een schoollo
kaal verruïneren. Om van alle mogelij
ke andere dingen ook van de oudere
jeugd maar te zwijgen, U kent ze
evengoed als ik.
Ik behoor zelf tot de jongeren en ik
weet niet, hoe het vijftig jaar geleden
was. Ik weet wel, dat hét opvallend is,
dat uit de gezinnen, waar de ouders
met de kinderen een hecht gezin vor
men, waar een goede sfeer en harmonie
heersen, de minste gevallen voorko
men, waarover de oudere categorie
hoofdschuddend kan mompelen „die
jeugd van tegenwoordig."
Dat de oorlog en zijn nasleep ons ook
geen goed hebben gedaan, daarvan ben
ik overtuigd. En wat is nu het uit
zicht? Is niet alles even troosteloos en
droefgeestig? En de één kan dat ver
dragen en de ander gooit de kop in de
wind. Verbergt zijn hopeloosheid en
soms schrijnende eenzaamheid achter
een masker van uitdagende onverschil
ligheid en koud cynisme.
En toch zal ik onze groep hartstoch
telijk blijven verdedigen, omdat het
een grove onrechtvaardigheid is, de
grote groep goeden over één kam te
scheren met de kleine minderheid uit
vallers.
En laten de oudere hoofdschudders
bedenken, dat ze beter doen ons een
hand te reiken dan op een bergtop te
gaan staan en te zeggen „toen wij jong
waren en die jeugd van tegenwoordig."
Daar jagen ze ons bij voorbaat het har
nas mee in. Er wordt heus veel te veel
gemopperd en gepraat over „de jeugd
van tegenwoordig". Je zou er een com
plex van krijgen als jongere ztjnde."
C. R.
£)E VRAAG van deze week doet ons
het oog richten op onszelf en onze
problemen als na-oorlogse jeugd. Dat in
een kort bestek als dit een volledig
overzicht onmogelijk is, zal U duidelijk
zijn, Wat ds v. Leeuwen in zijn boekje
„Om de Jeugd of om de Kerk" weer
geeft, is mijns inziens een karakter
beeld van een bepaalde groep van jon
geren onder ons en is zeker niet op
allen van toepassing. In de na-oorlogse
jaren zijn wij inderdaad opgegroeid in
een conglomoraat van botsingen; de
strijd om de wereldmacht, met name de
dreiging uit het Oosten en de afbrok
keling van het geloof hebben ons aange
tast, ons gevoel heeft moeten aanvaar
den. dat de wereld hard en rauw is en
dat het mooie in het leven soms weinig
waarde heeft, omdat er machten zijn, die
het alles kunnen verpletteren. De angst
heeft ons in zijn beklemmende be
nauwdheid gegrepen, een angst, die
voortspruit uit een gebrek aan vertrou
wen in onszelf en in de wereld. Een
vlucht ontstond naar bioscoop en dans
zaal en allen snelden met steeds ster
kere vaart naar meer succes en meer
vermaak. De na-oorlogse jeugd is gees
telijk verlaten en aanvaardt niet meer
de traditionele vorm en uitdrukkings
wijze der religie. Inderdaad, in grote
trekken slaat ds v. Leeuwen de spijker
op z'n kop; al deze invloeden hebben
zich laten gelden en doen zich nog gel
den, maar daaruit te concluderen dat
dit het enige beeld van onze jeugd zou
zijn is mijns inziens geheel onjuist. Het
gaat er immers om. hoe wij persoonlijk
op al deze invloeden hebben gerea
geerd. We komen dan tot verschillende
groeperingen en het zou wel eens kun
nen blijken, dat de opsomming van ds v.
Leeuwen wel wat erg scherp is gefor
muleerd. Wanneer we bv. eens kijken
naar hetgeen er onder onze eigen ru
briek wordt geschreven, dan geloof ik
niet, dat de vergeten categorie valt on
der de door ds v. Leeuwen geschetste
na-oorlogse jeugd, maar wie weet is ze
daarom juist „vergeten". Onze tijd zou
in menig opzicht arm zijn, maar is dat
alleen de schuld van de na-oorlogse
jeugd? Ik meen van niet, wanneer de
jeugd niet meer kan vasthouden aan
de oude, traditionele uitdrukkingswijze
van het geloof, dan is dat niet alleen
haar schuld, maar ook die van de kerk
zelf, die veelal is Wijven stilstaan en
vastgeroest zit in oude principes en ook
niet durft te leven. Voor de kerk geldt
het aloude spreekwoord; „Wanneer het
getij verloopt moet men de bakens
verzetten" en zo zal ook de kerk het
geloof moeten uitdragen in het licht
van de moderne tijd. Wanneer dat tot
stand gekomen is, zal het niet meer
zijn: „Om de Jeugd of om de Kerk",
maar: „Om de Jeugd en om de Kerk."
WIM KOOIMAN,
Hensbroek.
Meer dan deze getuigenissen kan ik
niet opnemen: de rest geeft wel in toon,
niet in inhoud een grotere variatie.
Wei wil ik nog even mededelen, dat
ik een uitvoerige brief ontving van Ds
Van Leeuwen, die van mening is, dat
ik, door onvolledig te citeren, een on
juist beeld heb gegeven van het „ide-
aal-type" dat hij heeft willen schilde
ren. Ik heb de schrijver ruimte in onze
rubriek aangeboden voor een kort ar
tikel, hoop, dat hij dit zal willen schrij
ven, de verschillende inzenders beant
woorden en ons er van overtuigen, dat
zijn visie op de moderne jeugd minder
pessimistisch is dan wij nu geloven.
Middelerwijl kan de vergeten catego
rie zich bezinnen op het volgende pro
bleem, ingezonden door Gerrit de Boer
uit Den Helder:
Is arbeid een zegen of een vloek?
Brieven uiterlijk Maandagmiddag
zenden aan D. L. Daalder, Komlaan 8,
Bergen (N.H.).
44. Pim, Pam en Pom dachten er
niet aan om aan het bevel van de
commissaris gehoor te geven. Ze waren
zo geschrokken van de dreigende ver
schijning van Piet Pakkum met zijn
revolver, dat ze niets beter wisten te
doen dan de benen te nemen. „Lopen
jongens", hijgde Pim. „Het zijn de com
missaris en Piet Pakkum die we in het
cotje hebben genomen. Oh, wat zullen
ze kwaad zijn". Maar ik begrijp niet
waarom ze achter ons aan moesten zit
ten", riep Pom. „We hebben toch niks
gedaan? We gaan toch alleen maar
naar het gecostumeerde bal?" „Probeer
dal de commissaris aan zijn verstand
te brengen", hijgde Pim. „Misschien
moet je wel de hele avond op het bu
reau zitten voor straf! Nee hoor, mij
niet gezien. Hoe eerder we in de feest
zaal zijn hoe liever het me is". Er. zo
dachten Tommte en Brommle er ook
over. Het was een zotte vertoning
daar op het marktplein. Voorop ren
de Tommie en Brommie, de namaak-
agentjes, daarachter Pim, Pam en
Pom, verkleed als boefjesen in
de achterhoede Brigadier Piet Pak
kum, gevolgd door een hijgende en bla
zende commissaus.
£)E KWESTIE der Franse priester-ar
beiders, in wier status door ingrij
pen van Rome wijziging is gebracht,
heeft reacties in de politieke sfeer ver
oorzaakt, met name, omdat de pause
lijke nuntius in deze als middelaar is
opgetreden. Zo is in dit verband de
kwestie van een nieuw concordaat tus
sen Frankrijk en het Vaticaan naar vo
ren gebracht.
De r.k. schrijver Francois Mauriac
heeft in een artikel in de Figaro een
lans voor zulk een overeenkomst ge-
b-oken en wijst er daarbij op, dat de
nuntius geen diplomatiek vertegenwoor
diger is, zoals de anderen, en niettemin
op Frans grondgebied een grotere
macht bezit dan enig lid van de rege
ring.
Ook in de Nationale Vergadering is
de zaak ter sprake gebracht. De katho
lieke Gaullistische senator Michelet
heeft aan de minister van Buitenlandse
Zaken, Bidault gevraagd, of het niet
op zijn weg ligt, de aandacht van de H.
Stoel te vestigen op de betreurenswaar
dige gevolgen, welke door het Vaticaan
se ingrijpen in de zaak der priester-ar
beiders dreigen voor het prestige en
het aanzien van Frankrijk in de wereld.
De anti-clericale socialistische afgevaar
digde Deixonne heeft Bidault ge
vraagd, of de nuntius zich wel heeft
gehouden aan de traditie, dat hij in
Frankrijk de functie van ambassadeur
vervult en slechts aan de regering of
ficiële mededelingen kan overbrengen.
maag het h
Het
Meestal verdrag Uw «««9
minst wat u J\®ddet bICARPAN
nieuv/e maagm „K©*waren: -
- ai Uw maagbezwaren:
o vei wint a d9 maag. op-
IflAAG-CACHti»
smaakloos,
snel, zeker
i
(Advertentie, Ing. Med.)
Idist van zenuwen
Mijnhardt's ZenuwtaMettéa
helpen U er overheen.
(Advertentie, Ing. Med.)
De Franse minister van Financiën,
Edgar Faure, heeft met Abbé Pierre,
die tijdens de laatste koudegolf een
kruistocht voor de daklozen begonnen
is, de regelingen besproken voor een
binnenkort uit te schrijven openbare
lening zonder rente voor de bouw van
noodwoningen. Abbé Pierre staat met
zijn persoonlijk aanzien borg voor deze
lening, waarvoor geen bepaald bedrag
is aangegeven en die de eerste „le
ning ter liefde van God en de even
naaste" sedert de Middeleeuwen zal
zijn.
VRAA9
DE JUISTE
SOORT
DOOR
18
Geleidelijk was er een prettige afwis
seling tussen werk en ontspanning in
getreden. Gewoonlijk verscheen Serena
tegen een uur of tien en vond soms
Nick al aan zijn schrijfbureau. Hij
placht haar met een verstrooid gebaar
te begroeten, terwijl ze zich naar haar
stoel begaf en meestal heerste er dan
zowat een uur absolute stilte in het
vertrek. Stilte door Serena nooit hin
derlijk of vervelend gevonden.
Hoe zou ze ook, met Nick's bureau
juist tegenover haar, zodat ze iedere
beweging van hem kon gadeslaan? Nu
eens boog hij zich over het geschreve
ne, dan weer leunde hij nadenkend
achterwaarts, mompelde een zin, ver
anderde er wat aan, overwoog.... het
was bepaald interessant om zo te kun
nen zien, hoe een toneelstuk ontstond.
Maar toch, hoezeer Serena ook door
Nick's en John's arbeid in beslag werd
genomen, kwam het nooit bij haar op,
hen te benijden of zelf naar zulk werk
te verlangen. Het leven leek haar zé
heerlijk en „vol", dat ze eigenlijk niets
anders meer wenste.
Af ep toe kwam juffrouw Twisk ook
eens kijken, maar ondanks haar vrien
delijkheid scheen er in haar. bijzijn iets
aan de juiste „sfeer" te ontbreken...,
haar wat ongedurig temperament ver
stoorde lichtelijk het evenwicht. Niet
temin hielden ze alle drie veel van de
oude dame en hun gezamenlijk uitstap
je naar zee werd dan ook een volledig
succes.
Ze reden erheen in Nick's auto, met
picnicmanden achterin geladén. Hij
bracht hen naar een breed, zandig
strand aan de zuidkust, langs een weg
door met heide bedekt landschap en
over vriendelijk beboste heuvels. Sere
na was letterlijk verrukt, begroef als
een kind haar vingers in het fijne zand
en rende de hele dag het water in en
uit, alsof ze er nooit genoeg van zou
krijgen. De andere drie sloegen haar
'blijdschap glimlachend gade en waren
er ieder op zijn manier diep door ge
troffen. Alleen de zwemles mislukte
volledig, omdat Nick plotseling zijn
ernst niet kon bewaren en telkens als
de prachtig zwemmende John Serena
bij de hand nam, hen onder water at-
takeerde, zodat John dan eensklaps al-
lerbelachelijkst omtuimelde. Natuurlijk
liet hij zich ten slotte niet onbetuigd
en ging hij onder luid gelach zijn kwel
geest te lijf, totdat ze allebei met ach
terlating van Serena, om het hardst
naar een soort drijvend vlotje renden.
Ze voelde zich overigens niet veron
achtzaamd, want nooit te voren had ze
Nick in die stemming gezien of zich
hem zo na geweten.
Op haar ellebogen voorover in het
ondiepe warme water liggend, leek het
haar bijna ondenkbaar, dat ze eens op
een sombere, armoedige boerderij
had gewoond, bang voor het leven,
bang voor haar eigen vader!
Eensklaps besefte ze, dat ze niet al
leen was, John lag nog op het vlot,
maar Nick was kalmpjes teruggezwom-
men en bevond zich nu vlak naast
haar.
„Vind je het prettig?" vroeg hij zacht
in haar oor.
„Heerlijk!" zuchtte ze geestdriftig.
„Je keek anders zo bezorgd toen ik
hier aankwam. Is er wat dat je hindert?"
„Neen, niets, heus niet", verzekerde
ze ernstig. „Ik probeerde alleen maar
te begrijpen, hoe het mogelijk is dat
ik dezellde ben als het meisje op de
boerderij daarginds bij Bodmin".
,Je zou verbaasd staan", zei hij ge
heimzinnig, „als je wist, hoeveel men
sen er in één en dezelfde persoon ver
enigd kunnen zijn, ja dat maar heel
weinigen niet op zijn minst een dubbele
persoonlijkheid bezitten."
„En jij?" vroeg ze kalm, hem strak
aankijkend.
„O, ik! Ja, hoor, een aardige en
eennu, ook bepaalde slechte".
„Dat geloof ik niet", hernam ze, ze
ker van haar zaak; „ik bedoel van
die slechte".
„Niet?" zei hij bedachtzaam. „Maar
toch is het waar, al geef ik het niet
dikwijls toe. Jij hebt nu eenmaal een
manier, kleine Serena, om iemand de
feiten onder 't oog te laten zien".
„Vind je?" fluisterde ze. „Dat wist
ik niet. Wat voor soort feiten?"
„Ja, dat is de grote kwestie" ant
woordde hij, de blik gericht op zijn
met een schelpje spelende vingers. „Te
groot en te ernstig voor een dag als
vandaag. Maar één ding kan ik je wel
vertellen: De „ik" die bij jou zijn tijd
doorbrengt, is de aardige. Wat de an
dere betreft", ging hij met een wat
somber gezicht voort, „ik hoop, dat je
die nooit zult ontmoeten". Hij drukte
haar even zachtjes de hand, sprong
toon overeind en strekte een arm uit
om haar te helpen. „Vooruit!" riep hij,
„laat ons hard naar Emma toelopen!
Ze heeft wat chocolade in haar tas ge
borgen en ik heb razende trek!
Nick's ernstige ogenblik was voorbij,
maar zijn woorden leefden voort In
Serena's hart, waar ze werden overwo
gen en gekoesterd als een kostbare
schateen geschenk van Nick.
Tot nu toe had Serena misschien
minder over liefde gedacht dan
de meeste meisjes van haar leeftijd.
De dood van haar moeder had haar
(Advertentie, Ing. Med.)
beroofd van de enige, wie ze de vage
dromen en verwachtingen over samen
leven met een ander menselijk wezen,
die het natuurlijk erfdeel van de
vrouw zijn, had kunnen toevertrouwen.
Het huwelijk was voor haar iets angst
wekkends geworden toen haar vader
haar een echtgenoot had willen opdrin
gen. Eerst nu, ofschoon onvoorbereid
en onervaren, was ze gaan inzien, dat
ze ten prooi werd aan aandoeningen
en gevoelens, die ze vroeger niet bij
zichzelf had vermoed.
Eens, jaren geleden had Serena's
vader haar meegenomen naar een
groot huis, waar hij een of andere
boodschap moest afgeven. De dochter
des huizes had het kleine meisje met
de ernstige ogen erg lief gevonden. Ze
had haar op lekkere koekjes en limo
nade onthaald in een koele, schaduw
rijke kamer, waar een groot verguld
ding met erop gespannen snaren stond.
Dat was een harp, had ze gehoord en
de jeugdige gastvrouw had er voor het
kind op gespeeld. Serena had nooit die
vloeiende, tinkelende muziek vrgeten.
't Had haar toegeschenen, dat die mu
ziek in haar eigen kleine lijfje klonk
en ze herinnerde zich, hoe ze opge
togen had gehuiverd bjj 't horen van
die lieflijke tonen.
Nu ondervond ze iets dergelijks
Het leek wel alsof zijzelf dat gevoelige
instrument was en Nick's handen er
een melodie aan ontlokten, die slechts
voortsproot uit het feit, dat hij in haar
leven was gekomen. Was dit riu liefde?
Ze aarzelde om het woord te gebrui
ken. want eensklaps .besefte ze de on
metelijkheid ervan. Alleen dat besef
echter deed haar hart reeds trillen
en zingen zoals nooit te voren. En Nick
had gezegd, dat hij het aardigst was in
haar bijzijn. Ze wist niet helemaal wat
hij bedoeld had, r, aar zeker, ja onge
twijfeld, betekende het, dat hij in haar
iets bijzonders had ontdekt.
(Wordt vervolgd.)
FRAGMENTEN UIT OTHELLO,
opera van Verdi. Van dit op een
toneelstuk van Shakespeare be
rustende muziekdrama horen the
twee aria's, de ene voor bariton,
de andere voor sopraan. Ze wor
den gezongen door Anton Elde-
ring en Corry van Beckum. (Vrij
dag 15.10 uur over Hilversum I,
402 m.)
PATRIMONIUM, de chr. muziek
vereniging uit Enkhuizen, komt
voor de microfoon. Er is ons niet
bekend, wat dit orkest zal spelen.
Het zal echter met name de Ha-
ringstadters veel genoegen doen,
hun stadgenoten nu eens op deze
wijze te kunnen beluisteren. (Vrij
dag 18.15 uur over Hilversum II,
298 m.)
VRIJDAG 19 FEBRUARI
HILVERSUM I, 402 m.: 7.00 VARA,
10.00 VPRO, 1020 VARA, 12.00 AVRO,
16.00 VARA, 19.30 VPRO, 21.00 VARA,
22.40 VPRO, 23.00—24.00 VARA. 7.00
Nieuws. 7.13 Gram. 8.00 Nieuws. 8.18
Gram. 8.45 Voor de huisvrouw. 9 00 Gym.
9.10 Gram. 9.30 Waterstanden. 9.35 School
radio. 10.00 „Kinderen en Mensen", cau
serie. 10.05 Morgenwijding. 10-20 Voor de
kleuters. 10.40 Kamerkoor. 10.55 Voor
dracht. 11.15 Gram. 11.35 Orgel en zang.
12.00 Amus-muziek. 12.30 Land- en Tuin-
bouwmededelingen. 12.33 Sport en prog
nose. 12.48 Gram. 13.00 Nieuws. 13.15
Mededelingen of gram. 13.30 Lichte mu
ziek. 14.00 Kookpraatje. 14.20 Altviool en
piano. 14.50 Voordracht. 15.10 Omroep
orkest en solist. 15.30 Amus.-muziek. 16.00
Gperette-muziek. 16.30 Muzikale causerie.
17.10 Voor de jeugd. 17.45 Lichte mu
ziek. 18.00 Nieuws. 18.15 Amus.-muziek.
18.45 „De Haverkist", hoorspel. 19-00 Voor
de jeugd. 19.10 Gemengd koor. 19.30
„Mensen en conflicten", causerie. 19.50
Berichten, 20.00 Nieuws. 20.05 Boekbe
spreking. 20-10 Orkestmuziek. 20.30 „Be
nelux", causerie. 20.40 „Hedendaagse ar
beidsproblemen", causerie. 21.00 Voor de
jeugd. 21.35 Lichte muziek. 22,00 Buiten
lands overzicht. 22.15 Rhythm, muziek.
22-40 „Vandaag", causerie. 22.45 Avond-
wijding. 23.00 Nieuws. 23.15—24.00 Gram.
HILVERSUM II, 298 m.: 7.00—24.00
NCRV. 7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.15
Gym. 7.30 Gram. 7.33 Gewijde muziek.
7.45 Een woord voor de dag. 8.00 Nieuws
en weerbericht. 8.15 Gram. 8.30 „Tot Uw
dienst". 8.35 Gram. 9.00 Voor de zieken.
9.30 Voor de vrouw. 0.35 Gram. 10.30
Morgendienst. 11.00 Fluit en piano. 11.30
Gram. 12.30 Land- en Tuinbouwmedede-
lingen. 12.33 Gram. 12.59 Klokgelui. 13.00
Nieuws. 13.15 Lichte muziek. 13.45 Gram.
14.00 Schoolradio. 14-30 Kamerorkest en
soliste. 15.15 Voordracht. 15.35 Viool en
piano. 16.00 Tuinbouwpraatje. 16.15 Zi
geunerkwintet. 16.35 Gram. 17.20 Vocaal
Ensemble. 17.45 Friese causerie. 18.00
Gram. 18.15 Muziekver, 18.35 Gram. 18.45
Trompetrecital. 19.00 Nieuws en weer
bericht. 19.10 Regeringsuitzending: „Ver
klaring en toelichting". 19.30 Gram. 20.00
Radiokrant. 20.30 Radio Philharmonisch
Orkest. 21.10 „Kleutervreugd en kleuter-
verdriet in Bagdad", causerie. 21.30 „Stu
dentikoze verbroedering", reportage. 21.55
Instrumentaal trio. 22.20 Kunstoverzicht
22.40 Candidaten-tournooi Wereldk.schap
Dammen. 22.45 Avondoverdenking. 23.30
Nieuws en S-O.S.-berichten, 23.15—24.00
Gram.muziek.
Televisie-programma. AVRO. 20.15—
21.45 „Op en top", revue.