Journalistieke Uitingen.
Plaatselijk Nieuws.
Lokaal Nieuws.
Zoo ga dan dit eerste nummer de wereld
in en drage reeds het zijne bij tot meerdere
glorificatie van Bergen, waarvan wij zoo
vurig hopen en verwachten, dat mogen be
waarheid worden de slotwoorden van den sym -
pathieken, grijzen Alkmaarschen archivaris,
den heer C. W. Bruinvis, door hem gedicht
op 2 Sept. 1906, luidende:
„En 't dorp, zoo vaak als schoon genoemd,
Wordt dan als dubbel dorp beroemd,
Door honderden tot zomeroord verkozen."
Nauwelijks waren wij nu bijkans drie
jaren geleden in deze streken komen wonen,
of wij grepen naar de pen oin in kranten en
tijdschriften Bergen en omstreken te gaan
verheerlijken.
Meermalen mochten wij de voldoening sma
ken, dat berichten, die niet den aard van
reclame berichten droegen, doch door hun
nieu ws-inhoud voor plaatsing in het redac
tioneel gedeelte der groote persorganen in
aanmerking kwamen, werden opgenomen, ter
wijl wij in geïllustreerde tijdschriften o.m. in
„Buiten" en „Het Leven" op Bergen's schoon
mochten wijzeD.
Verleden jaar organiseerden wij met de
vertegenwoordigers van „het Handelsblad",
„de Telegraaf', „de Nieuwe Courant" (den
Haag), „Het Nieuws van den Dag", de „Deutsche
Wochen Zeitung" en enkele provinciale bladen
een tocht naar Bergen en Bergen aan Zee en
onze collega's schreven even geestdriftig als
wij zelf over hetgeen hun oogen hadden aan
schouwd, omdat zij onder een diepe impressie
waren gekomen van de overweldigende na-
tuurpracht.
Niet alleen echter de verslaggevers van de
dagbladpers hebben zich verrukt geuit over
de natuur-idylle van Bergen, doch ook de
leden van het bestnur van den Ned. Journa
listenkring, die een bezoek aan Bergen en
Bergen aan Zee hebben gebracht, waren vol
lof over hetgeen ze hadden leeren kennen.
Het culminatiepunt van bewondering tee
kenden wy de vorige maand op uit den mond
van den heer J. Doorman, president van den
Ned. Journalistenkring, hoofdredacteur van
de „Haagsehe Courant", die ter gelegenheid
van een buitengewone algemcene vergadering
van den Jourlistenkring,gehouden te Amsterdam
in het „American hotel" kort na zijn openings
rede over het bezoek aan Bergen zeidc „dat
de aanwezige heeren perplex hadden gestaan
over het daar aanwezige natuurschoon."
Commentaar is overbodig, niet waar?
Op diezelfde vergadering vroegen wij aan
het bestuur van den Ned. Journalistenkring
of het niet mogelijk was, dat de komende
jaarl. alg. vergadering van dien Kring te
Alkmaar zou kunnen plaats vinden opdat wij
in de gelegenheid konden gesteld worden na
afloop dezer vergadering met alle aanwezige
Journalisten een tocht naar Bergen te kunnen
maken.
Het Bestuur kon natuurlijk geen definitieve
toezegging doen, doch zou indien het
eenigszins mogelijk was aan ons verzoek
tegemoet komen.
Van harte hopen wij, dat het Bestuur moge
beslissen de Nederlandsche dagbladschrijvers
dit jaar in deze streken samen te roepen, in
de eerste plaats natuurlijk ter behartiging
hunner eigen gemeenschappelijke belangen,
maar in de tweede plaats ooit om met elkan
der een paar gezellige uren door te brengen
in een der verrukkelijkste streken van ons
dierbaar Nederland.
Het wandelen in de Berger
bosschen en duinen.
De tijd van wandelen is weer gekomen!
Het bosch is getooid met het jonge groen, de
meidoorn bloeit en in woud en duin ontluiken veel
duizend bloemen. Nachtegaal en lijster zingen, de
koolduif koert en de koekoek roept.
Het doet den mensch goed, de stad te verlaten
en in de vrije natuur met volle teugen de reine
lucht in te ademen, te dwalen in de bosschen of
neer te zitten in de duinpannen, om te luisteren
naar het gezang der vogels en het oog te verblij
den aan de lieflijke duinbloemen, de teere kinderen
der wildernis!
Nergens is de duinflora zoo rijk en zoo zeldzaam
als in de Berger duinen.
De oorzaak er van is, dat tot voor korten tijd
de Berger duinen en de toegangen er toe gesloten
waren voor het publiek.
Alleen daardoor bleef de duinflora behouden en
werd niet vernield door de botaniseerende en niet
botaniseerende wandelaars, die zich niet kunnen
vergenoegen de planten te zien bloeien en haar
geur in te ademen, maar die geen rust hebben,
voordat zij de bloemen hebben geplukt, de planten
uitgerukt of uitgegraven, om ze spoedig te zien
sterven. Wilde bloemen zijn zoo teer!
Het is treurig te zien, hoe op een Zondagavond
paden en wegen soms vol liggen met weggeworpen
planten. Op deze wijze is de duinflora op andere
plaatsen, waar de wandeling vrij was, voor een
groot deel verdwenen en zijn de zeldzaamste
exemplaren door de |,g. verzamelaars uitgeroeid.
In Engeland, waar >door dezelfde oorzaken op
sommige plaatsen de flora achteruitging en zeld
zame planten gingen verdwijnen, heeft zich een
bond gevormd, uitgaande van onderwijzers, tot
bescherming der flora. De bond draagt veel ertoe
bij om te behouden wat nog te behouden is. Zulk
een bond ware in deze streek niet overbodig!
Er wordt zooveel gezondigd uit onwetendheid!
Het is niet aan iedereen bekend, dat de duinen
vastgelegd moeten worden door beplanting, daar
zij anders verstuiven 'en de omliggende gronden
bedekken, ja zelfs heele bosschen begraven. Een
enkel kaal plekje, waarop de wind vat krijgt, kan
in korten tijd een stuifgat worden, dat groote
schade aanricht.
De beplanting der duinen geschiedt doormiddel
van „helm"ook duinhaver genoemd, en door
dennen. Zij gaat met groote kosten gepaard. Alle
bermen der duinwegen, de afgegraven vlakten, de
duinhellingen, moeten worden beplant, om voor
verstuiving bewaard té blijven.
Er kan niet genoeg gewezen worden, welke schade
er veroorzaakt wordt, wanneer door de wandelaars
helni of dennen vertrapt of uitgetrokken worden,
of wanneer er door op- en afklimmen der duinen
het zand los wordt gemaakt en daardoor stuifgaten
ontstaan
Aan den zeerand draagt de blauwe zeedistel
met hare wijdvertakte wortels veel bij tot het vast
houden der duinen. Het is daarom zeer te betreuren
dat deze plant door de wandelaars bij honderden
uitgetrokken wordt 1
En dan de duinbranden, die meestal veroorzaakt
worden door het onvoorzichtig wegwerpen van
een brandend eindje sigaar of een lucifer. In een
oogenblik heeft het drooge mos vuur gevat en
staat het duin in brand. De brandstichter loopt
vol schrik weg in plaats van het vuur uitte trappen
en heele hectaren bosch worden in korten tijd een
prooi der vlammen.
Tegenover de groote onkosten, die het beplanten
en onderhouden der duinen met zich brengen,
staat als nagenoeg eeriige opbrengst de jacht. Een
enkele hond, door een wandelaar meegenomen,
kan daarin groote schade aanrichten. Een broedende
fazant van zijn nest met meestal 12 eieren ver
jaagd, komt daar niet meer terug en het geheele
broedsel is verloren. Dit is maar één voorbeeld.
Van stroopers en eierenzoekers spreek ik hier niet,
zij kunnen niet onder „de wandelaars" gerekend
worden. Om al deze redenen hebben de meeste
duineigenaars zich genoodzaakt gezien, hunne
duinen voor het publiek te sluiten en zelfs geen
uitzonderingen meer te maken.
De eigenaar der Berger bosschen en duinen, de
heer Van Reenen, wil echter gaarne liefhebbers
van wandelen daartoe gelegenheid geven op zijne
gronden, mits zij zich onthouden van het toe
brengen van schade. Het wandelen op de wegen
en paden in de Berger bosschen, waar geen bordje
staat met „verboden toegang" is vrij.
Zij, die wenschen te wandelen in de door
bordjes met „verboden toegang" afgesloten wegen
en paden in de Berger bosschen en in de duinen,
kunnen op aanvrage kosteloos persoonlijke toe
gangskaarten verkrijgen voor den tijd van één jaar
telkens. Op deze toegangskaarten staat vermeld,
datgene, waaraan de wandelaar zich te houden
heeft. Bij overtreding ervan wordt de vergunning
tot wandelen ingetrokken.
Met hef oog op de controle is het vereischt dat
de wandelaar de toegangskaart bij zich draagt.
De toegangskaarten zijn verkrijgbaar bij den
heer J. van Reenen, Huize „Kranenburg" te Bergen
en bij den opzichter W. Bakhuis te Bergen aan Zee.
M. v. R.-V.
Naar wij vernemen zal er voortaan des Vrijdags
een extra-trein van Alkmaar naar Bergen aan Zee
rijden, die te 11 u. 45 m. vertrekt en te 12 u. 15 m.
te Bergen aan Zee aankomst.
Mogen de vreemdelingen hiermede in grooten
getale naar onze badplaats komen!
„Zwemmende".
Dit is een gevoels- en gedachten-indruk van
Geerten Gossaert, .gepubliceerd in „Onze eeuw":
De zee is in rust en de wind uit het zuien bij 't
[dagen des zomerschen morgens verstild
Is melodieus van het diepe gemurmel
Dat haar evene reven
Doortrilt.
Haar stem is de stem van toekomenden vrede wier
[stille vertrouwde vertroosting ons riep,
Toen in de midzomer-nanachtlijke zwoelte
Het bitter verlangen
Niet sliep.
En nu zijn wij in haar, en waar wij haar klieven,
[omsluit zij ons tevens met teederen spot:
Alléén en alom en alschoon en ondeelbaar,
Het eeuwig voorbeeld
Van God.
En over ons hoofd is de zeewind, haar adem, de
[geest die haar golven bespeelt naar zijn luim,
En om onze schouders haar windende wieren
En op onze lippen
Haar schuim.
En vlak aan ons hart bonst in innig vertrouwen
[haar machtige hart en de zuivere lust
Van haar kussen verkoelt onze brandende leden
En voert ons verlangen
Terust
Zoo, éven verzadigd, ons wiegende loom op haar
[golve' als op schoonheids onvruchtbaren schoot,
Ontslapen wij zacht tot den wakkeren droom
Die is boven leven
En dood.
In ons volgend nummer zullen wij de aankomst
en vertrekuren der trams van en naar Bergen en
Bergen aan Zee opnemen, benevens een opgave
doen van de voornaamste internationale verbin
dingen.