BIJBLAD
BEHOORENDE BIJ DE
BERGENSCHE BAD-, DUIN- EN BOSCHBODE
licteur-IJitaever: C.XtKIIESGORTER. Bnreai:„ieNieuweCiurail",Alkmaar. VRIJDAG 29 juli 1910.
Het Liedje van den Bergenaar
EERSTE JAARGANG, No. 9
/VCAvl
■ICMAAA,
De Componist PHILIP LOOTS.
/IntL-öU-OVh-luW-i
VWl
Waar nachtegaal en merel zingt
In 't jonge kreupelhout,
Waar het gekweel der lijster klinkt,
Zijn nest de reiger bouwt.
Ze gaan en komen, zonder rust,
Nu blauw, dan zilvergrijs
Ze breken schuimend op de kust
En zingen deze wijs:
Ik heb het lief, mijn dorpje klein
Daar aan der duinen rand,
Zoo lieflijk, zoo vol zonneschijn
Is geen in 't heele land.
Heil Bergen, heil het dorpje klein,
Daar aan der duinen rand
Zoo lieflijk, zoo vol zonneschijn,
Is geen in 't heele land.
M. v. R.-V.
Ik heb ze lief, de huisjes laag
Verscholen in het groen,
Omgeven door een Meidoornhaag
En geurig bloemfestoen.
Ik heb het lief, het blonde duin.
Waar ver ik dwalen kan,
In zijne pannen teer en fijn
Veel wondre bloemen staan.
Ik heb het lief, het bosch zoo wijd.
De mooie sparrenlaan,
Waar eik en dennen zijd aan zijd,
Naast hooge beuken staan.
Ik heb het lief, het Bergerstrand,
De groote, wijde zee,
De golven brengen op het zand
Veel duizend schelpjes mee.