Plaatselijk Nieuws. Predikbeurten. in duizelingwekkende vaart over den straatweg vliegen. „Wat vreeselijk weer! hoe ellendig toch, dat we die tram lieten voorbijgaanHoe komen we nog thuis?" zegt één der dames, met snelle, gejaagde passen het gezelschap voorgaand, dat gedeeltelijk willig, gedeeltelijk onwillig den terugweg over den donkeren straatweg heeft aanvaard. „Ik voel druppels, 'tgaat regenen!" „Nonsens, ik voel niets!" „We blijven de bui niet vóór!" „O, die tram, die tram! Hoe hebben we zoo dom kunnen zijn „Ik ga niet door," zegt één der dames, „ik heb geen plan om mijn kleeren te bederven! Laten we liever wachten en zien wat het wordt." De önwillig-nieeloopenden vallen haar bij en gaan meê terug, de anderen volgen als schapen over de brug; en spoedig is het café weer bereikt, zijn de fietsen geborgen en heeft men zich in een vroolijken wijden kring gezet onder de veranda van de nu vrijwel leeg-geloopen „uitspanning", vóór de open ramen, waarvoor nog steeds lieve operetten-muziek klinkt, door klassieker fragmenten afgewisseld. Het uit-het-evenwicht geraakte gezelschap begint te ontspannen, het een en ander wordt besteld, er vallen nog meer kennissen in den kring, weldra stijgt sigaren- en sigaretten-rook omhoog, druk en vroolijk klinkt het gepraat, er wordt weer ge schertst, terwijl het aldoor blijft lichten. „En zitten we hier nu nog niet heerlijk? We genieten op 't oogenblik véél meer van de muziek en ze spelen zoo alles wat we vragen!" „Jamaar als we met den tram waren gegaan, zaten we nu al rustig thuis! Want wie weet.... die donder die misschien nog komt! „Dan moeten we zorgen die vóór te zijn", lacht één der heeren, „en dadelijk op pad gaan." De fietsen worden opnieuw te voorschijn ge haald, en bij gebrek aan lantaarns aan de hand genomen; en dan zet het gezelschap zich in be weging en verdwijnt onder vroolijk gepraat en opgewekt gelach in snel marsch-tempo al verder uit den lichtkring van het café. Een tafeltje met niet-van-uitscheiden-weters blijft echter nog plakken. „Kom, laten we dansen, als besluit van den avond Nog steeds spelen de onvermoeide artisten door; het is bijkans rrpddernacht. De knappe vrouw van onbekende nationaliteit laat steeds de schaal rond gaan, zij willen van het geld, dat ze ophalen een souvenir aan 't vriendelijk dorp koopen, een blijvend aandenken. Een jong paar gaat naar binnen, ze móeten dansen, één „zalige" wals. Het verzoek wordt vriendelijk gedaan, het jonge meisje doet haar uiterste best, de jonge man steunt krachtig haar pogen. Vergeefsde viool-virtuoos treedt naar voren en zegt met breed handgebaar, vriendelijk, maar zeer beslist: dat hij zijn kunst niet verlaagt door het spelen van dansmuziek. „Als één der aanwezige heeren?" Dan rond kijkend en hij biedt bereidwillig en hoffelijk zijn instrument aan. Kort daarop is het café verlaten, zijn de ramen gesloten, de lampen uitgedoofd. Het blijft lichten af en toe, ver weg in de stilte van den zoelen zomernacht rommelt de donder. Baden en badplaatsen. Men verbeeldt zich wel eens, dat het volgen van badkuren, het gebruiken van baden, het be zoeken van badplaatsen een hygiënische modegril is van den laatsten tijd. Zij. die wat beter op de hoogte zijn, meencn, dat in de middeneeuwen door de Renaissance de baden en de badplaatsen in de mode gebracht zijn. Maar waarheid is, dat de zoogenaamde badkuur dagteekent uit de allereerste eeuwen van deze jaartelling. Er zijn geleerde onderzoekers, die een lijst hebben trachten samen te stellen van oude Romeinsche badplaatsen; zij hebben er 126 gevonden. Van Ce-ar tot Theodosius gebruikte men de baden in Brides, La Motte, Allevard en Uriage; de Pyreneön deden de Alpen concurrentie aan met Amélia-les-Bains, Ax en Aules, met Luehon en Cauterets, met de Goede wateren en de Warme Waterenmen kende reeds de weldaden van Vichv en Aken. E11 al die oorden hadden hun eigen bezoekers De veel-eters en podagristen wisten dat zij in Vichv terecht konden; de mensehen met aange taste en vermoeide kelen trokken naar Luchon de rheumatiek-lijders reisden naar Aken, verwaar loosde en overspannen zenuwen zochten genezing in Neris. Maar bij voorkeur voorkwamen de oude Ro meinen zulke badkuren door het geregeld nemen vanbaden thuis. In het klassieke Rome baadde men veelmen nam tot zes baden per dag; men nam ze midden in den nacht. In alle steden van het Romeinsche keiy.errijk wachtte men met spanning op dedage- lijksclie opening der thermen, hetgeen door bazuingeschal ot' klokgelui werd aangekondigd. Plinius heeft ergens geschreven, dat zijn land- genooten gedurende zes eeuwen geen andere geneesheeren gekend hebben dan hun baden. Deze klassieke baden waren minstens even goed ingericht als onze tegenwoordige; in Trier kan men nog de overblijfselen van zoo'n bad inrichting aanschouwen. Men had er zit- en kuip baden, zwembaden, massage-inrichtingen, spuiten, watervallen en douche's. Zelfs de modderbaden waren toen reeds zeer gezocht. Barbotan en Dax worden aangewezen als de voornaamste badplaatsen op dit gebied. Zelfs heeft men uit overlevering bewaard de modder-recepten, hoe de patiënt 11a 't nemen van zijn bad de modder door de zon op zijn huid liet drogen. Ja, zelfs maakte men er pillen van, die, naar men wil, de oude Romeinen behoedden tegen kaalhoofdigheid De heer J. M. Graadt van Roggen houdt thans in den Berger Kunsthandel een tentoonstelling van zijn werken, die door een hoogst artistieke afwer king de algemeene aandacht trekken. Het doet ons groot genoegen te kunnen melden, dat de heer Otto, dirigent van het Bergensche fanfarecorps, bezig is de muziek van het „Liedje van den Bergenaar" voor het corps te arrangeeren, zoodat het weldra kan worden gespeeld. De Moeder-Overste van de Zusterschool en het hoofd der Openbare School hebben zich beiden bereid verklaard met (de schooljeugd het liedje in te studeeren, zoodat het binnenkort overal kan worden gezongen en gespeeld. De „Deutsche Wochenzeitung für die Nieder- lande und Belgiën" meldt: Bergen aan Zee das idyllisch gelegene, von bewaldeten Dünen umsaumte Nordseebad, wachst machtig aus sich heraus. Schon hat es eine eigene Zeitung, der „Bergensche Bad-, Duin- en Bosch bode", dessen leibige Fremdenliste ein erfreuliches Bild von der Beliebtheit dieses Benjamins unter den niederlandischen Seebadern entwirft. In dieser Badezeitung fanden wir auch ein innig gefiihltes, einfaches hollandisches Gedichtchen aus der Feder unserer Landsmannin, Frau van Reenen-Völter, der verehrten Gattin des überall beliebten Bürgemeis- ters von Bergen. Es ist betitelt: „Het liedje van den Bergenaar"; Philip Loots had gemütvolle Musik dazu geschrieben. Gewiss wird es manchen unserer deutschen Leser Freude machen, ein paar Strophen des Gedichtes in derdeutschen Uebersetzungzu lesen. Ich hab' Dich lieb, mein Dörfchen klein, Dort an der Dünen Rand! So lieblich, so vo(l Sonnenschein Gibt's keins im ganzen Land! Ich hab' sie lieb, die Hüttchen auch, In dunkier Waldesnacht, Umsaumt von blüh'ndem Schlehdornstrauch, Von duft'ger Blumen Pracht! Ich hab' Dich lieb, Du Düne blond, Wo's Auge Wonne trinkt, Die Ros' im Tau sich schüchtern sonnt, Das Helmgras rauschend singt. Het muziekkorps brengt Donderdag a. s. het volgende program ten gehoore 1. Heil Brabant, Marsch L. de Moree. 2. Ouverture de Concert l'Idole R. Polin. 3. Pinson d'Ardenne polka pour pistonG. Polaster. 4. Fantasie de 1' Opera, Les cloches de CornevilleR- Planquette. 5. La Bruijére, Ouverture M. J. H. Kessels. 6. Souvenir d'Autan, Valse. Jos. Kessels- 7. Brignola, Fantaisie originale A. Borsolli. 8. Finale. Gedurende de muziekuitvoering op a.s. Don derdagavond zal het boseh a la giorno worde: verlicht. De bekende zangeres Tilly Koenen zingt Dins dagavond in de Groote Kerk te Alkmaar. Het concert is vóór het vertrek der laatste tram afge- loopen. A.s. Zondag zal te Bergen aan Zee een tennis wedstrijd worden gehouden. Zij, die daaraan wenschen deel te nemen, worden verzocht zich vóór dien datum op te geven bij den heer H. D A. van Reenen, huizë „Kranenburgh". Vreemdelingen te Bergen in 1908 1909 1910 3 Juni 127 10 145 15 Juni 100 17 210 24 245 1 Juli 270 10 Juli 190 8 305 15 425 21 Juli 300 22 650 28 Juli 500 29 705 5 Aug. 370 5 Aug. 1002 12 838 17 Aug. 365 18 Aug. 560 19 26 1 De predikbeurt bij de Ned. Herv. Kerk zal a s. Zondag om 10 uur waargenomen worden door Ds Cannegieter. Samenkomst ter versterking van het Protes- tansch bewustzijn, naar aanleiding der Borromaeus- Encyclieek. Op verzoek der Synode-Collecte tot ondersleuning van het Fonds voor een Protestantsch Ziekenhuis te 's Hertogenbosch. De godsdienstoefeningen voor R. K. zijn ge regeld als volgt: Op Zon- en feestdagen des morgens 7 uur en half tien en des middags 2 uur. Op dagen in de week des morgens 7 uur en 8 uur en Donderdagsavonds half 7. In de Kapel van den huize „Elim" treedt a.s. Zondagmorgen op ds. W. Groeneweg. POSTKANTOOR. Ten gerieve der vreemdelingen geven we h iet- de uren, waarop het post- en telefoonkantoor te Bergen open is. Van 15 Juni - 15 September is het kantoor open van 8 uur des morgens tot 7' 2 uur des avonds. Des Zondags van 8—9 en van 12 uur. De buslichtingen vinden op gewone dagen te Bergen plaats om 7.40, 12.40 en 6.30 en te Bergen aan Zee om 9.30, 2-30 en 7.45. Voorts worden nog de volgende bussen gelicht: aan het Bergertolhuis om 11.45, aan de halte Oost dorp om 3.30 en 8 uur, aan 't Woud bij den jach-.-' opziener de Moor om 11.20 en bij café „Duinzicht" om 11.35, aan de polder Bergermeer om 12.20 n.m. Op Zondagen geschieden alleen de eerste lichtingen. Voor postwissels en quitanties is het postkantoor te Bergen open van 8.30—3.30.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1910 | | pagina 2