verspreid. De strandstoelen stonden op een hoopje twee aan twee tegen elkaar gezet. Zij liep tot aan zee en liet de kabbelende golfjes tot vlak aan haar kleine voeten komen. Het was pas vloed geweest en onwillekeurig verder wandelend, raapte ze schelpjes op. Bij de badkoetsjes hoorde ze leven. Zij schrok een oogenblik en vond het eigenlijk ge waagd als jong meisje hier alleen te loopen, maar daarop zag ze den badirian, die met zijn werk bezig was. Toen ook verdween haar angstige ge dachte, en zij vond het gek in dit vredige oord aan boosdoeners te denken. Het was heer lijk langs de zee te wandelen. De frissche wind deed' haar voile lustig wapperen, en in al haar leden Voelde ze een opwekkende kracht. Zij ging steeds 'verder van het hotel. Toen zij omkeek was ■zij al zoo ver, dat de badstoelen net menschen leken, die op een hoop bij elkander stonden. Te gelijkertijd bemerkte zij een slanke witte gestalte, die zij dadelijk als die van Willem van der Heuvel herkende. Zij ging bij de duinenrij in het droge zand liggen. Steeds werd de gestalte duidelijker zichtbaar. Ellen's hart klopte onrustig. Zou zij zich niet achter een duin verschuilen? Paste het voor een jong meisje, zoo ver van de bewoonde wereld een jongmensch te ontmoeten Maar het was toch geheel toeval! Willem had zich niet vergist, toen hij op het strand komende in de verte haar meende te zien. Hij stapte flink door en was nu al vlak bij haar. Nee maar, riep hij uit, haar tegemoet gaande, wat een verrassing Goeden morgen, mijnheer van der Heuvel, antwoordde Ellen, terwijl zij opstond. Blijft U toch zitten, zeide hij, naast haar gaan liggende. Weet U, ging hij voort, wat mij nu zoo bijzonder verheugt? U moet het raden! Wel, mij te zien, antwoordde zij lachend. Dat ook, maar in de eerste plaats, dat U be gint te begrijpen op welk uur van den dag je in Bergen aan Zee moet'leven, 's Ochtends vroeg is het er zalig, 's Middags is het dikwijls te warm aan het strand en te vol. Maar nu heb-je het rijk alleen. Niemand te zien zoover het oog reikt, ge heel te kunnen opgaan in de vrije natuur, te ge nieten van de frissche zoute zeelucht, te liggen in het warme droge zandje aan je eigen gedachten óver te geven en te denken dat dit alles voor U en mij alleen geschapen is Mijn arme mijnheer van der Heuvel, wat heeft U het weer te pakken, riep ze plagend uit. U heeft uw bestemming gemist, U had poëet moeten worden en in hoogdravende bewoordingen den lof van Bergen aan Zee moeten verkondigen U bent onverdragelijk, freule, liet hij er snel op volgen. Jé weet wel beter, antwoordde zij ernstig, met neergeslagen oogleden, dat ik er nu al héél anders over begin te denken Een schok ging door Willem's leden. Wat be doelde zij met deze woorden? Waren zij een aan moediging? Zij zwegen geruimen tijd. Een aantal meeuwen boven hun hoofd schreeuwden krijschend, te ken nen gevend, dat er onraad was. Gaat U mee naar het hotel vroeg ze daarna. Het zal mij genoegen doen, U te mogen be geleiden. Zij wandelden eenige oogenblikken onhoorbaar op het zachte strand. - Kijk, zei ze toen, met de hand in haar tasch zoekende, mooie schelpjes heb ik heengaande ge vonden. Wilt U dit doosje hebben. Het is geheel gaaf. Knap van zoo'n diertje, een huis te kunnen bouwen, dat U bevalt, antwoordde hij, dank U wel, ik zal het altijd bewaren Evenals van de zee, bij vloed, ieder golfje een stukje voorwaarts dringt, maar telkens ook het terugstroomende water snel zeewaarts vliedt, en toch ieder maal verder en verder het land verovert, zoo ook trachtte Willem het hart van het lieve jonge meisje te winnen. Vader, riep Ellen aan het ontbijt uit, ik vind het al heel wat prettiger in Bergen aan Zee. Voor de tenniswedstrijden zouden de spelers 's morgens om tien uur samenkomen. Het aantal deelnemers was groot. Bergen aan Zee leverde een flink aantal, in de eerste plaats twee bekende figuren uit de tenniswereld, Ellen en Willem, maar ook onder de gasten te Bergen waren niet minder verdienstelijke krachten aanwezig. De tennisvelden, naast het park in een duinkom gelegen, beschut voor den wind, lagen rustig en verlaten, effen glad, de witte lijnen duidelijk zichtbaar, terwijl de netten nog slap aan de koorden hingen. Op de ho.oger gelegen duinen rondom, schaarden zich reeds eenige belangstellende toeschouwers, meest gasten uit het hotel, die met verrukking onjlaag zagen, naar de velden en naar het park, dat, ofschoon nog in den eersten aanleg, een allergezelligsten aanblik geeft, doorkliefd door rechte witte paden, en hier en daar perken, waarin de eerste Bergen aan Zeesche bloemen gekweekt worden. Ten slotte gaan de spelers, na zich bij het park verzameld te hebben, naar de banen, waar -het ineens een gekrioel en gewarrel is van elegant aangekleede jonge meisjes en krachtige jonge mannen-figuren. De laatste toebereidselen worden gemaakt, de scheidsrechters klimmen op hun hooge stoelen bij het net, hier en daar worden bij wijze van proef ballen heen en weer geslagen, maar dan op een gegeven sein, scharen de toeschouwers zich aan den kant, en op elke baan teekenen zich de schaduwen af van vier jeugdige gestalten, die vlug heen en weer rennen. Regelmatig, vroolijk trillend, kaatsen de door gespierde armen gerichte rackets de witte ballen terug. Er heerscht span ning onder de spelers én toeschouwers, en de aandachtige stilte wordt alleen afgewisseld door handgeklap en eentonig getel van de scheids rechters. Ellen en Willem zaten aan den kant. Hoe gezellig is het te Bergen aan Zee, zeide zij, en wat zijn er genoegelijke menschen. Het verheugt mij, was zijn antwoord, dat mijn pogingen om het U te leeren kennen, zoo goed slagen. Maar U begrijpt, dat het dikwijls van de gasten zelf afhangt, of zij het er gezellig hebben. Als iedereen doet zooals U den eersten dag, en zich afzondert, zonder te trachten met anderen kennis te maken, plannen te verzinnen voor ge zamenlijke tochten, of af te spreken nu en dan te tennissen, dan zou 't op den duurte eentonig wor den. Maar juist het voordeel van deze kleine mon daine badplaats is, dat je 't er met elkaar zoo ge= noegelijk kunt hebben. Daaraan moet ieder, die naar Bergen aan Zee gaat, eens goed denken. Dezèn raad, mijnhejer van der Heuvel, zal ik in mijn oor knoopen. U heeft gelijk, hoe langer hoe meer begin ik te begrijpen, dat het onrecht was te oordeelen zooals ik bij mijn aankomst deed. Maar als ik U ook niet gevonden had U zult nog meer wonderlijke dingen zien ge beuren, antwoordde hij lachend, maar kijk, wij moeten spelen, de leider van de wedstrijden wenkt ons. Nauwelijks waren zij het strijdperk binnenge treden, of de meeste toeschouwers schaarden zich rondom hun baan. Het was dan ook een mooi ge zicht, het slanke meisje'en de jonge man te zien spelen, elkander geheel begrijpende, elkaar niet in den weg loopende, terwijl de ballen van het eene einde van het veld naar het andere vlogen, door de krachtige slagen. Dat zij overwinnen zouden, stand vrijwel vast. Na de wedstrijden nam iedereen nog gauw een bad en verkleedde zich voor den gezamenlijken maaltijd in het hotel. En aan het dessert na de prijsuitdeeling, werd als verrassing medegedeeld, dat er dansmuziek zou komen en de avond be sloten zou worden door een bal. In de ruime hall werd de koffie gebruikt, en boven komend vond men de eetzaal leeggemaakt, terwijl vanuit een van de hoeken zacht sleepende tonen van een wals weerklonken. Weldra gleden de paren over den gladden vloer, jeugdig en frisch, geen vermoeidheid kennend. Ellen maakte grooten opgang onder de jongelui; toch sloot zij zich steeds meer bij Wil lem aan, zoodat aan het einde van den avond, toen de Bergensche gasten naar huis keerden, hier en daar gefluisterd werd, dat die twee wel eens een paar konden worden - Dag freule, zei Willem, onmiddellijk na de lunch Ellen op het strand opzoekende. Gaat U van middag met mij wandelen? Wat een hitte, antwoordde zij, maar wandelen wil ik graag, ten minste als moeder het goedvindt. Moeder vond het goed en weldra togen zij op weg. Langs het Herstellingsoord klommen zij over den Russenberg en kwamen weldra in boschjes, waar zij schaduw vonden en pijnboomen een ver- kwikkenden geur verspreidden. Ellen zag er lief uit, een frisschen blos op de wangen en keurig gekleed in een witte blouse en donkerder rok. Willem was niet zoo vroolijk als gewoonlijk. Onwillekeurig moest hij nadenken. In deze weken had hij voor 't jonge meisje een ware passie opgevat en was het met zich zelf nog niet eens, in welke mate zij hèrn genegen was. Toch meende hij een heel eind op weg te zijn. Maar om met hem gelukkig te zijn, moest zij van de natuur houden. Als stadskind gewend aan feesten en partijen en 's zomers alleen in Zwitserland of in groote badplaatsen vertoevend, had zij hierin alleen het genoegen van het leven gezocht. Maar toch zou het hem gelukken, haar te leeren begrij pen, hoe heerlijk het was in een oord, waar het genot van de zee, de frissche lucht en het vrije buitenleven alles overheerschte. U bent stil vandaag, mijnheer van der Heuvel, zeide zij, vertel me eens, waaraan,je denkt... U bent ook minder spraakzaam, was zijn ant woord. Ik geniet van den dennengeur en dat heer lijke duingezicht. Het zijn van ver af net bergen. Kom met mij mee, en laten wij op dien hoogen duin klimmen, dan kunnen wij nog meer zien. In de verte zagen zij Bergen aan Zee, het hotel boven alles uitstekende en hier en daar vriendelijke roode daken van villa's. Toen zij zich omkeerden, lag op eenigen afstand aan hunne voeten het dorp Bergen uitgespreid, met zijn aardig kerktorentje, rondom door bosschen omgeven, en verder af, de groene landerijen, zoover het oog reikte, met boer derijen, klein als kinderspeelgoed, en grazende bonte koeien. Heel in de verte, aan den horizont staken de torens van Alkmaar statig tegen den blauwen hemel afde groote kerk met haar hooge dak en de Waagtoren, elegant in de lucht zich verheffende. Ellen ging op het duin zitten en bleef geruimen tijd peinzend. Zij voelde bij den aanblik van dit vredige landschap een rustige gemoedstemming bij zich ontwaken en een verlangen naar liefde en rust. Zij kreeg ook nieuwe gewaarwordingen. Zij had altijd gedacht dat ons land niet mooi was, en wat hadden, zoo meende zij, duinen te beduiden, ver geleken bij bergen in Zwitserland. Die nietige duintjes van eenige tientallen meters hoogte. Maar het deed haar nu goed, dat echt Hollandsche land schap te zien, die donkergroene Noord-Hollandsche weiden, getuigende van groote vruchtbaarheid. Zij zou hèrn, die deze nieuwe gevoelens bij haar opgewekt had, altijd dankbaar zijn. Willem begreep haar niet te moeten storen. Hij gevoelde, dat er een verandering in haar binnenste plaats greep. Het was de eerste maal, dat zij zoo stil in zich zelf gekeerd zat te denken, de eerste maal, dat zij gevonden had de poëzie van dit leven. Ik voel mij een ander mensch worden, zei ze ten slotte. En toen haar gedachten op ander ter rein brengend: Wat is dit vergezicht aan alle kan ten mooi Willem keek haar aan, hunne blikken ontmoetten elkaar en hij zei Nu heb ik ook een vergezicht, een goddelijk vergezicht, want in je oogen weerspiegelt zich je ziel, ik kan tot in je hart doordringen en ik zie, dat je hart zoo zuiver is als Goud, vulde ze schertsend aan. Nee, als de lucht te Bergen aan Zee. Zij schaterde het uit van lachen. Willem sloeg zijn armen om haar heen en gaf een zoen op haar rose lippen. Mijnheer van der Heuvel, riep zij uit, hevig geschrokken, maar toch innerlijk niet boos. Ellen, antwoordde hij zachtjes, haar mooie naam met een voor haar nieuwen klank uitspre kendvergis ik mij? Nee, zei ze eenvoudig en liet zich zijn om arming welgevallen. Zoo bleven zij geruimen tijd zitten. Toen zij zwijgend opstonden, legde zij haar handen op zijn schouders, keek hem schalks aan en zei lang zaam, maar lieftallig, om hem niet te laten schrikken: Toch is er één voorwaarde, Willem. En die is? vroeg hij haastig. Dat wij een mooi huis te Bergen aan Zee laten bouwen, in Bergen aan Zee, waar ik jou en mij zelf gevonden heb, en dat ik heb leeren lief hebben, evenals ik jou liefheb

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1911 | | pagina 6