Adam in Ballingschap.
DERDE JAARGANG. No. 4.
VRIJDAG 28 JUNI 1912
REDACTEUR-UITGEVER: C. NANNES GÜRTER. ADRES: BUREAU „DE NIEUWE COURANT", ALKMAAR
Nieuwsberichten.
Losse Nummers
Door „Alkmaar's Dubbel Gemengd Kwartet"
(directeur de heer W. H. Slinger), zal Zondagmid
dag in de Herv. Kerk alhier een kerkconcert
worden gegeven, met welwillende medewerking
van Mevrouw Ph. M. Ruygh-Krens (sopraan) en
het enkel mannen-kwartet „Alcmaria".
Ditzelfde concert is verleden week met veel
succes in de kerk te Heiloo gegeven.
van de „Bergensche Bad-, Duin-en Bosch
bode" zijn tegen betaling van 5 cents uit
sluitend verkrijgbaar bij P. J. Brouwer,
(naast den „Berger Kunsthandel"), te Bergen
en te Bergen aan Zee bij A. Passer (Café
pension „Prins Maurits")
Aan deze twee adressen is tevens „HetLiedje
van den Bergenaar" (woorden van Mevr. M.
van Reenen-Völter, muziek van Ph. Loots)
te verkrijgen a 10 cents.
Evenals vorige jaren te Purmerend, Alkmaar en
Koog aan de Zaan, zal de „Bond van Gemengde
Zangvereenigingen in Noord-Holland" dit jaar
alhier zijn zangersfeest houden, op Zondag 21 Juli
a.sin den grooten tuin van „De Rustende Jager".
Niet minder dan 600 zangers en zangeressen zul
len deelnemen. Des namiddags te 1 uur zal het
feest aanvangen met het zingen van het Wilhelmus
en het bondslied op de ruïne door alle zangers te
zamen, met begeleiding van Bergen's Harmonie
corps. Van daar zal men in optocht naar het feest
terrein trekken, waar zoowel afzonderlijke als
ensemble-nummers zullen worden uitgevoerd, o.a.
de .Lentenachtsfantasie" van J. Paardekoper. Voor
de beoordeeling der zangnummers hebben hunne
medewerking toegezegd de heeren M. W Petril
te Utrecht en H. J. den Hertog te Amsterdam, die
hunne opmerkingen van zoo groot belang, zullen
samenvatten in een verslag, dat door den Bond
gedrukt en aan de leden-vereenigingen toegezon
den wordt.
Het aantal leden onzer Buiten-Societeit is aan
merkelijk stijgende! Verleden jaar waren er 69
leden, thans reeds ruim.... 100.
Hoera! zóó gaat 't goed!
Het eerste concert, dat Bergen's Orkest Zondag
middag gaf, was uitstekend bezocht. Alle banken
en stoelen waren bezet; wèl een bewijs, dat het
orkest zich in de sympathie van het publiek mag
verheugen.
Voor a.s. Zondag avond is het volgend program
opgemaakt, dat onder leiding van den heer J. M.
Otto wordt uitgevoerd.
1. Welkom, MarschP. A. Stenz.
2. „La dame de coeur", Ouverture. Gerh. Duval.
3. „La Gracieuse", polca de concert
voor cornet A piston I. Vilbart.
4. Fantaisie de l'opéra „la fille du
régiment"Donnizetti.
5. „Le joyeux forgeron", Marche Peter.
6. „Escalade", Ouverture N. Govaert.
7. „Valse Nationale", wals over
Nederlandsche Volksliederen Ch.deCarmont
8. „Une fête d'été", potpourri po
pulaire A. Kom.
Bevallige voorstelling van den Dans der Engelen.
Een van de liefelijkste episoden uit Vondel's „Adam in Ballingschap" welk stuk Zaterdagmiddag
3 uur in het natuurtheater te Bergen wordt opgevoerd is de dans der Engelen, waarmede het derde
bedrijf wordt besloten.
Hoe heerlijk schoon werden verleden jaar de hierbij passende verzen gezegd
ZANG.
TEGENZANG.
Danssenwe, Godts naem ter eere,
Die gelieven 't zamenvoeght,
Zoo gezalight, en vernoeght,
Laetze beide, keer- in keere,
In het midden van den rey,
Op kornet en hofschalmey,
Harpen, luiten, fluiten, veêlen,
En de bevende orgelkeelen,
Trippelende zwey in zwey,
D' eene ronde in d' andre mengelen,
Tegens stroom, en dan voor stroom,
Binnen menschen, buiten engelen,
Luister scherp naer wet en toom.
Laet ons op de pennen zweven,
Dan, van bloemwerck ondersteunt,
Met de voeten kringen weven,
Dat de paradijsgront dreunt
Nu, voor 't reppen van de voeten,
Laet ons dit volschapen paer
Eerst eerbiedigh gaen begroeten:
Want het voeght de bruiloftsschaer
Datze eerbiedigh oorlof vraegen.
Vangenwe aen op hun behaegen.
O geluckige gepaerde,
Bruigom met laurier bekranst,
En ghy bruit, daer 't al om danst,
Wat in hemel en op aerde
Zich in uw geluck verblijt,
Gunt uw gasten datze om strijt,
Gode en u ter eere trippelen,
En rondom u heene hippelen.
Laet ons dus den bruiloftstijt
Vieren: want den feestgenooden
Voeght geen stilte, op 't hooge feest,
Maer een dans, van Godt geboden.
In den hemel zweeft geen geest,
Of hij slijt met lof te zingen
En een' godtsdans d'eeuwigheit,
Voor den Schepper aller dingen,
Endeloos in majesteit.
Laetghe u dit verzoeck gevallen,
Treet zelfs voor, wij vangen aen,
Hant aen hant, dus met ons allen
Eenen ring om u te slaen,
Op den galm der feestschalmeien.
Zet de wijs in voor de reien.
