HET BADHUIS van „Het Witte Kruis"
BERICHTEN.
HET BADSEIZOEN GEOPEND.
Woensdag werd aan Zee het badseizoen, door
het in gebruik nemen van de badkoetsjes, officieel
geopend.
De baders maakten reeds eerder gebruik om
van het zeebad te genieten, doch toen Woensdag
de koetsjes in gebruik werden genomen, werden
deze toch door velen met vreugde begroet, omdat
ze, mede met het oog op het toezicht bij het baden,
een gevoel van veiligheid geven.
Ook het plaatsen van de badstoelen op het
strand draagt er toe bij, dat de indruk van het
zomerseizoen verhoogd wordt.
Verschillende vaste families wonen reeds weer
aan zee, doch het groote aantal kan in het begin
van Juli verwacht worden.
Met de tram komen 's middags tal van gasten uit
Bergen-Binnen, om van het strandleven te genie
ten.
Het verwekt nog steeds onze verwondering, dat
met de heerlijke avonden dien wij reeds achter
ons hebben, niet meerderen naar het strand komen
om van de ondergaande zon te genieten.
Het gedijn van de oneindige eeuwig werkende
zee geeft toch zoo'n heerlijke rust en voor hen die
deze rust onder het gebruik van een heerlijk kopje
thee willen genieten, zijn er aan zee zaken te over
om dit te bekomen.
De auto is toch zoo'n prachtig vervoermiddel om
in een minimum van tijd den mensch in de gelegen
heid te stellen de zee te bereiken.
Wie prijs stelt op een gezond leven, brengt even
wicht in arbeid, rust en ontspanning.
Vooral voor zakenmenschen, die in dezen ze-
nuwsloopenden tijd meer dan iemand anders be
hoefte hebben aan afleiding, is een avond aan zee
van onschatbare waarde. Het geld wat dit kost kan
niet beter besteed worden.
Men bedenke dat de zomer kort is. Woensdag
avond was het aan zee zeldzaam mooi.
Voor het baden zijn de omstandigheden wel bij
zonder gunstig. De temperatuur van het water is
thans reeds hooger dan ze het vorig jaar ooit ge
weest is.
Blijkens de badlijst is heden het aantal gasten
belangrijk grooter dan de vorige week, zoodat er
Zaterdagavond in de dancing van hotel Nassau-
Bergen een gezellige drukte verwacht mag worden.
Het strijkje musiceert daar Zaterdag en Zondag;
na 1 Juli dagelijks.
Ook des Zaterdagsavonds is de dancing voor een
ieder toegankelijk. Introductiekaarten zijn niet
meer verzonden. Wel wordt avondkleeding ge-
wenscht, doch niet vereischt.
ALADIN EN DE WONDERLAMP.
In ons eerste nummer maakten wij reeds melding
van het voornemen der commissie voor de V. V. V.
Feesten om het Bloemencorso op 7 Augustus dit
jaar uit één geheel te doen bestaan en wel door de
uitbeelding van het sprookje „Aladin en de Won
derlamp".
Deze uitbeelding zal bestaan uit 17 groepen, w.o,
een groep van 30 ruiters in Oostersche costumes
met bloemen versierd.
De V. V. V. verkreeg de toezegging van de Rij-
vereeniging te Heiloo, dat deze de ruiters zullen
uitbeelden.
Bovendien zijn er echter 260 kinderen van 10 tot
17 jaar noodig, die door de V. V. V. in Oostersche
costumes worden gekleed en met bloemen ver
sierd.
Tot nog toe meldde zich geen voldoend aantal
kinderen aan, waarom wij nogmaals zoowel de kin
deren van de inwoners als van de gasten opwek
ken dit alsnog te doen,
Men meldt zich hiervoor aan bij het Informatie
bureau van de V. V. V. en bij mevr. Blokvan
Wachem, Breelaan.
Aan deze adressen gelieven zich ook de dames
en heeren te melden, die bereid zijn den dag van
het corso de kinderen te helpen kleeden en de
nummers te versieren.
Met aller medewerking kan dit corso iets wor
den, waarover geheel Nederland zal spreken.
De kosten zijn evenwel zoo hoog, dat die onmo
gelijk door de ontvangsten gedekt kunnen worden.
Reeds zegden een 25 personen 800.toe, doch
er is nog meer noodig, waarom wij, in het belang
van het slagen van dezen gloriedag voor Bergen,
zoowel de Bergenaren als de gasten opwekken om
eveneens de V. V. V. de toezegging voor een fi-
nanciëele bijdrage te doen. Aller medewerking is
noodig.
Men richte zich tot het Informatiebureau, waar,
met toestemming van den burgemeester, een lijst
ter teekening ligt, of tot de bestuursleden van de
V. V. V. C. F. Zeiler, voorz.; Mr. H. Judell, secre
taris; J. C. Leijen, penningmeester; D. A. Klomp,
vice-voorzitter en C. Bogtman Az.
Ook de leden der commissie voor de V. V. V.
Feesten, Mevr. van ReenenJurriaans, Mevr.
Blokv. Wachem, Mevr. BoendermakerSchoen
maker en de heeren C. Bogtman Jbz., Jb. v. Exter,
G. Kooyman, B. Diesfeldt, A. Colnot, C. Bogtman
Az. en D. A. Klomp, kan men met een financiëele
toezegging verblijden.
Aller medewerking is noodig. Men onthoude die
aan de V. V. V. niet.
DE TENNISBANEN AAN DEN KRUISWEG.
De heer Bogtman, eigenaar van de tennisbanen
aan den Kruisweg, heeft deze banen belangrijk
verbeterd.
Zooals men weet waren de banen in het midden
te hoog en daardoor aan de kanten iets te laag.
De verhooging is weggenomen, en de kanten zijn
iets verhoogd, terwijl de banen van een nieuw
preparaat zijn voorzien en opnieuw gerold.
Dat de banen thans aan hooge eischen voldoen,
bewijst wel het feit, dat de Lawn Tennisbond ze
voor het houden van wedstrijden heeft goedge
keurd.
Tengevolge van den regen moesten de door den
Zaanlandschen L. T. B. en de „Kring Alkmaar"
uitgeschreven jeugdwedstrijden worden uitgesteld.
Deze wedstrijden worden nu Zondag 16 Juni, on
der leiding van den heer W. J. van Keeken uit
Castricum gehouden.
DE STATIONSWEG.
Eindelijk is het trottoir aan den Stationsweg,
langs het pension „Erika" belangrijk verbeterd,
doordat het gevlakt is en van een laag grind met
kalkpitten is voorzien. In ieder geval mag dit een
belangrijke verbetering worden geoordeeld, doch
o. i. kan ook op dit gedeelte van deze belangrijke
winkelstraat, op den duur een tegeltrottoir niet
uitblijven.
STAND WAS STAND.
Mevrouw van Hupfeling Was zéér verontwaar
digd. Hadden die kinderen me daar 'n hond thuis
gebracht, nee maar, 'n hond, zóó van de straat!
Hoe kwamen ze er bij? God wist wat voor ouders
't beest had! Alles aan 'm was even ordinair. De
manier waarop-ie z'n pooten neerzette en door de
gang holde en tegen je opsprong! En hij kon je zoo
fleemend aankijken als 'n echte bedelaar. Nee, dat
was geen omgang voor haar kinderen. Ze had 't al
tegen mevrouw Knopius gezegd, die 't geheel met
'r eens was. Nee, zoo'n beest zonder afkomst
duldde je niet in je huis.
„Maar hoe kreeg je 'm weg? De kinderen waren
gewoon dol met 'm. Zóó van school, riepen ze aJ
op de trap: „Hekkie, Hekkie!" en als 't dier dan op
z'n nog onzekere pooten kwam aangehold, gaf 't
'n geweldige pret en 'n gestoei, of 't huis afgebro
ken werd. Mevrouw van Hupfeling begréép 'r kin
deren niet. Hoe konden ze zich met zóó'n beest
bemoeien? Wat was er in 's hemelsnaam voor aar
digheid aan? Hij rolde over den grond, dat je ie
schaamde over z'n ongemanierdheid. Hij beet, trok,
rukte aan alles. Niets was veilig voor 'm. Hij liep
console's omver, snuffelde zoo echt schooierig in
alle hoeken en wat 't ergste was, elk oogenblik,
ach u weet wel! „Hij moet weer uit!" schreeuwde
mevrouw van Hupseling dan ontzet en heel 't huis
kwam in rep en roer. „O, die vreeselijke blaf van
dat dier! Hij hoort op 'n boeren-erf, in 'n achter
buurt. Liep-ie maar weg! Maar neen, natuurlijk hij
dankt God, dat-ie zóó'n tehuis heeft! Hoe komen
m'n kinderen er bij, zich op die manier te enca-
nailleeren? Van wie hebben ze dat? O, daar zet-ie
weer vuile pooten op de looper! En 'n haar als er
op 't kleed ligt! Ik kan 'm niet houden. De jongens
gedragen zich al zoo ruw. Ik herken ze niet meer.
De slager moet 'm vanavond maar halen. Die weet
er wel weg mee. 't Is zoo geen doen."
En toen ze mevrouw Knopius weer sprak, klaag
de ze steen en been en de beide dames keken min
achtend neer op den hond, die blijkbaar niet de
minste opvoeding had genoten, uit kringen kwa.n,
waar je liever maar niet over sprak, 'n Koopje als
je eigen kinderen je konden bezorgen!
Edoch Op 'n middag bracht de meid 'n visi
tekaartje binnen. „Jhr. Mr. van Peppelen tot
Hoogweerd" las mevrouw van Hupfeling. Ze keek
verrast. Ja, ze wist, de familie van Peppelen tot
Hoogweerd woonde aan 't eind van de straat.
Eens had ze met mevrouw van Peppelen, die van
zichzelf 'n barones de Laresse was, 'n groet gewis
seld. Verder was 't natuurlijk nooit gekomen. Ach,
dat liet zich begrijpen. Je zeer geziene adel; daar
kwam je niet in. Stand was stand. Maar nu dat
bezoek! Mevrouw van Hupfeling raakte er bijna
overstuur van.
Jhr. Mr. van Peppelen tot Hoogweerd trad bin
nen. Hij was 'n zeer correcte, over-slanke, eenigs-
zins bleek-achtige jongeman met 'n lorgnet op.
„Pardon, mevrouw" begon-ie met 'n min of meer
gemaakte stem. „Ik wou u spreken over den
hond." Mevrouw van Hupfeling schrikte hevig.
Wat was er nu weer met dat beest? Kreeg ze er
zelfs onaangenaamheden over met.... 'r buren?
„Ik zag er uw kinderen mee loopen op straat",
vervolgde van Peppelen minzaam. „U moet name
lijk weten, het is mijn hond. Ik mis hem al 'n week.
En nu wou ik u vragen: was 't uw bedoeling
't beest te houden?
Mevrouw van Hupfeling staarde verdwaasd naar
'r visite. Dat mormel, waar je nooit 'n goed woord
voor had overgehad, de hond van Jhr. Mr. van
Peppelen tot Hoogweerd? En ze luisterde als in
'n droom naar diens verdere mededeelingen, dat
Castor ach, natuurlijk, zoo'n gedistingeerd dier
kon nooit „Hekkie" heeten! tot 'n nest van vier
behoorde, bekroonde ouders had en eigenlijk al
aan iemand beloofd was, die er echter om bijzon
dere redenen weer van had afgezien. O, hij begreep
heel goed, mevrouw had niet geweten, dat Castor's
wieg hah! 'n paar huizen verder stond. An
ders had ze 'm natuurlijk wel door de kinderen la
ten terugbrengen. Maar omdat die er nu zoo'n ple
zier in hadden en 't er hem alleen om te doen was,
't beest 'n prettig tehuis te bezorgen, was-ie wel
bereid, altijd als 't met mevrouw's wenschen over
een kwam, den hond hier te laten. Hij was waar
schijnlijk al 'n beetje gewend. En dan was 't maar
't beste, er geen verandering meer in te brengen.
O, mevrouw van Hupseling was zéér verheugd.
Ze had „Hekkie" „Castor", bedoelde ze da
delijk zoo'n schattig dier gevonden. O, nee, heele-
maal niet lastig! Nu ja, 'n beetje speelsch, maar
dat gaf juist zoo'n aardigheid. O, de kinderen zou
den dol blij zijn. Of meneer van Peppelen nog
eens mocht komen kijken? Graag, heel graag! Ze
wist ook niet precies hoe je zoo'n bijzonderen
hond moest behandelen. Dat kon ze dan meteen
van 'm Ieeren.
Toen de kinderen thuis kwamen, vonden ze den
lieveling in den salon! Hij knauwde 'n voetkus
sen stuk en ging te keer als 'n duivel. „Hier, Hek
kie!" riep de oudste jongen, benauwd voor mama.
Maar die zei: „Laa 'm maar! Hij speelt zoo zoet.
En die dolle sprongen zijn zoo grappig. Wat blaït-
ie al flink, hè? Noem 'm toch geen Hekkie. Hij
heet Castor, Castor van Peppe Weinig
scheelde 't, of ze had nog verklaard, dat z'n moe
de'- 'n de Laresse van zichzelve was!
Om half vijf kwam mevrouw Knopius nog even
aanloopen. Die kreeg echter belet. Mevrouw van
Hupfeling moest eerst eens ernstig nadenken wel
ke verklaring ze die zou geven van 't geval. Dat
malle mensch ook had 'r van de wijs gebracht! Zij
zelf had dadelijk wel iets anders dan anders in
Castor gezien!
Joh. W. Broedelet.
GRAPJES.
De nieuwe auto.
„Geniet je van je nieuwe auto?" vroeg haar
vriendin.
„O ja", antwoordde zij. „Mijn man gaat nu veel
minder uit dan vroeger".
„Hoe dat zoo?"
„Hij probeert den heelen tijd de auto te laten
loopen".
Een beroemd acteur.
Acteur: „Kerel, ik word nog beroemd! Ik heb
gehoord, dat ze van plan zijn, een sigaar naar mij
te noemen."
Belangstellend vriend: ,,'t Is te hopen, dat die
dan beter trekt dan jij."
Duo (in te studeeren door mannen, die hun
vrouwen liefhebben).
„Marie?"
„Ja, Nico".
„Waar is de melk?"
„In de kan rechts."
„Deze?"
„Nee, de andere. Dat is nu nét iets voor jou."
„Wat dan?"
„Om niet de kan met melk te zien, maar wel die
met karnemelk. Zooiets doe jij altijd."
„Niet altijd."
„Ik zou wel eens willen weten, wanneer je het
niet deed."
„Toen ik jou nam."
„Hm."
„Toen ik jou nam, Marie, zag ik niet de appels,
maar nam een perzik."
„O, Nico!
De standvastige jonge dame.
„Was dat Wim, die ik onlangs zag, met z'n arm
om je heen?"
„Ik weet het niet. Hoe lang geleden was het?"
ADVERTENTIEN.
aan het Kweerenpad te Alkmaar, is den ge.
heelen dag geopend, behalve van l£ tot3uur-
ipsgr Kuip- en Oouche-baden. m
99 ELKEN MIDDAG van 3-6 en IEDEREN
Bergen-Binnen AVOND van 8-12 UUR CONCERT.
DANCING. - ORKEST MOSCOVITER.