TJIPKE VISSER,
Ditmaal vragen wij Uw aandacht voor den
beeldhouwer Tjipke Visser, die reeds 20 jaar in
Bergen woonachtig is en één van de gezagheb
bende beeldhouwers van ons land mag worden
genoemd.
Wij herinneren ons, hoe het mooie werk van j
Tjipke Visser destijds in de door hem met
Graadt van Roggen, Veldheer en Jan Bleys opge
richte kunsthandel bij den heer P. Brouwer alge-
meene belangstelling trok.
Na de vijfjarige H. B. S. met goed gevolg te
hebben doorloopen, bezocht hij 3 jaar een teeken-
school en één jaar de naaktklasse van de Acade
mie, waarna hij zich in Edam vestigde als teeken-
meester aan een avondschool. Overdag had hij
veel tijd om zich in de hem geliefde beeldhouw
kunst te bekwamen. De stoere Volendammer
visschers interesseerden hem dermate, dat hij ze
als model gebruikte voor zijn bekende beeldjes,
die door de karakteristieke weergave meesterwer
ken werden.
Spoedig werd de heer Visser zoodanig door de
zen arbeid gegrepen, dat hij zich genoodzaakt zag,
na 5 jaar zijn positie als teekenleeraar eraan te
geven.
Op tentoonstellingen had zijn werk reeds zoo
zeer de aandacht getrokken, dat bekende kunst
critici als Frans Netscher e. anaar Edam togen
om met dezen kunstenaar kennis te maken en te
interviewen.
In ons land was Tjipke Visser dan ook de
eerste, die als houtbeeldhouwer nieuwe kunst
bracht. De houtsnijkunst, die vóór 1900 in ons
land werd beoefend, bepaalde zich vrijwel tot
niets anders dan het nasnijden van renaissance
krullen en mét Mendes da Costa was Visser de
eerste, die op dit gebied als zelfstandig schep
pend kunstenaar naar voren trad.
De eerste 15 jaar werkte Visser uitsluitend in
hout. Hij maakte inmiddels studiereizen o.a.
naar Italië, München, Parijs en Londen en werkte
een half jaar in Parijs om het ciseleeren in brons
te leeren.
In brons maakte Tjipke Visser verschillende
portretten, o.a. van den Directeur van de Neder-
landsche Opera, Van der Linden.
Het portret, dat men van den oud-burgemeester,
den heer J. van Reenen, op de door Visser ont-
1911 FEESTVIERENDE VISSCHERS.
worpen bank in het Van Reenenpark kan vinden,
kan voor de bezoekers van Bergen dienen als het
levende bewijs, dat Visser er met het maken van
deze portretten ten volle in slaagt, de sprekende
gelijkenis te treffen.
De vorige week heeft men in de kunstrubrieken
der bladen nog een beschrijving kunnen lezen van
de door hem ontworpen bank tot huldiging van
Dr. Kuyper in het Wilhelminagasthuis te Amster
dam geplaatst. De plaquette van Dr. Kuyper is
eveneens treffend van gelijkenis.
Ook in marmer vervaardigde Visser tal van
kunstwerken.
De voor enkele jaren op de bloemententoon
stelling te Heemstede onthulde buste van den
heer rvrelage, in marmer uitgevoerd, thans ge
plaatst in het gebouw van de Ver. van bloembol
lenhandelaren te Haarlem, mag in dit opzicht één
van zijn levenswerken worden genoemd.
Een van de grootere portretten door Tjipke
Visser, in brons uitgevoerd, is wel de buste van
wijlen Mevr. Van Reenen Völter, die zeker een
typeerend, geslaagd stuk werk kan heeten.
Zijn bekende, in brons uitgevoerde dieren,
vooral de vogels, behooren tot zijn beste statu-
etten.
Visser stelt als kunstenaar hooge eischen aan
zijn werk. Als beeldhouwer moet hij een materie
beheerschen, die veel meer arbeid vordert dan de
materie, waarmede de: schilder werkt. Het door
hem bewerkte hout, steen of marmer behandelt hij
van het begin tot het einde geheel zelf, terwijl
hij elk bronzen beeldje, dat naar een door hem
ontworpen model gegoten is, persoonlijk cyseleert.
waardoor ieder beeldje de hand van den kunste
naar verraadt.
Zooals een dichter zich in zijn gedichten uit,
zoo uit Tjipke Visser zich in hout, steen en ander
materiaal. De lieftallighfeid, de innigheid van een
kind trok hem evenzeer als het leed, de zinnelijk
heid en de wreedheid. Alle levensuitingen inspi
reerden hem voor zijn werk.
Bij een bezoek aan zijn atelier, dat wij dezer
dagen brachten, stonden wij verbaasd over den
veelzijdigen arbeid, door Visser verricht, die tot
ons kwam bij het bezien van de foto's (een 400-tal)
der door hem vervaardigde grootere en kleinere
kunstwerken.
Tjipke Visser behoort tot de kunstenaars, die
tijdens hun leven reeds de waardeering voor hun
kunstscheppingen mogen ondervinden. Hetgeen hi]
vervaardigde, mocht hij in den loop der jaren dan
ook nagenoeg alles verkoopen.
Hoewel hij reeds 20 jaar in Bergen woonachtig
is, waar hij zich vestigde, omdat hij als zoovele
artisten bovenal behoefte heeft aan ruimte en
vrijheid, heeft hij toch steeds het contact met het
groote leven onderhouden, zoodat hij ook een
atelier heeft in Amsterdam, waar hij veel arbeidt
aan hem verstrekte opdrachten. Spoedig denkt
hij daar ook zijn arbeid te beginnen voor de fon
tein, die ter huldiging van den dichter Adema
van Scheltema te Amsterdam zal worden ge-
Pl()p de begraafplaats „Westerveld" kan men het
monument bewonderen, dat Visser op het grat
van den dichter Adema van Scheltema vervaar-
Visser is ook bovenal een goed collega. Begrij
pende, dat ook voor den kunstenaar organisatie
vaak noodzakelijk kan zijn, stichtte hij voor 10
jaar den Nederlandschen Kring van Beeldhou
wers, waarvan hij drie jaar voorzitter was.
Door het Nederlandsch Kunstverband werd hl]
uitgenoodigd verschillende aankoopen te doen
van noodlijdende jonge collega's, wier belangen
bij hem steeds veilig waren.
Voorts is hij lid van de regeenngscommissie
voor het samenstellen van buitenlandsche ten
toonstellingen, ingesteld door den minister van
Onderwijs Kunsten en Wetenschappen.
Als zoodanig organiseerde hij mede tentoonstel
lingen van Hollandsche Kunst te Londen, Brigton,
Helsinfors, Stockholm, Madrid en Glasgow. Op
de laatste tentoonstelling was Visser de Neder -
landsche vertegenwoordiger en sriiaakte hij de vol
doening, dat op deze tentoonstelling meer Hol
landsche Kunst verkocht werd dan op een der
vorige.
Tegenwoordig werkt de artist veel in albast.
1919 PORTRET MEJ B. DE VR. (eikenhout).
Wij zagen in dit materiaal een fijn kunstwerk,
voorstellende „De intocht van de Lente".
In een brokje albast had de artist in relief op
sublieme wijze de „Herten in sneeuw" uitgebeeld.
Op een ander blokje had hij bizonder laag van
relief een meisjeskopje, zijn dochtertje, weergege
ven, dat een fijn kunstwerkje mag worden ge
noemd.
In hetzelfde materiaal zagen wij ook een ge
slaagd portret van zijii vrouw.
In albast gaf hij ook een voorstelling van de
verzoeking van de H. Antonius. De artist is hier
bizonder geslaagd om met een enkel lijntje het
soepel zachte van het vrouwenlichaam uit te
drukken.
De Grieksche mythologie inspireerde hem
meermalen voor een onderwerp. Ook ditmaal putte
hij uit deze mythologie door in albast een su
blieme voorstell'ng te geven van „Leda met de
zwaan".
Een mooi kunstwerk mag de vrouwenfiguur ge
noemd worden, die Tjipke Visser in een zeer laag
relief eveneens in albast vervaardigde. Vaak
wordt Tjipke Visser als kunstenaar door het
vrouwelijk schoon getrokken. Deze vrouwenfi
guur mag van een sublieme reinheid worden ge
noemd.
Men zal begrijpen, dat het ons in dit bestek niet
mogelijk is, den kunstenaar in zijn veelzijdigheid
te belichten. Den in de kunst' ingewijden is het
bekend, hoe ook Tjipke Visser in zijn werk den
oorlogsgruwel met de daaraan verbonden exces
sen geeselde. Vaak heeft men hem toen wel eens
cyrnsme verweten, n'et begrijpende, dat de kunste
naar in dit. werk juist als mensch van een hoogere
gemeenschap z'n verontwaardiging moest uiten
over de laag-egoïstische excessen, die de oorlog
bracht.
Wij vertrouwen e-op, dat de in de kunst belang
stellenden gaarne ook met het nieuwe werk van
dezen arbeidzamen artist kennis zullen willen
maken.
1920 LACHENDE JONGEN (masker in brons).