G. SCHOELINK Boekhandel. Drukkerij. Leesbibliotheek IGEBED IN DEN HOF VAN OETHSEMANEH, één van de zes uit een glasraam, voorstellende het leven en de dood van Christus. 1928. dijk, dat als herinnering aan diens Directeurschap, in het Rijksmuseum te Amsterdam is onder ge bracht. - Op de expositie van Nederlandsche beeldende kunst in het Stedelijk Museum te Amsterdam, ter herdenking van het 25-jarig regeeringsjubileum van de Koningin, kwam Weijand uit met zijn be kend doek „De graflegging", dat in meerdere kunsttijdschriften werd gereproduceerd, spoedig in particulier bezit overging en door vele bevoeg- den als een meesterwerk werd beoordeeld. In 1921 exposeerde hij te Berlijn, waar vooral zijn portretten, geïnspireerd op Van Gogh, als ge tuigende van groot talent, werden geroemd. In dit zelfde jaar exposeerde hij ook te Genève op een tentoonstelling, waar verschillende hedendaagsche- schilders uit een 20-tal landen vertegenwoordigd waren. Zijn schilderij „Gesprek over den oorlog in derde klas coupé", een werk, dat van vorm, manier, kleur en compositie een goed geheel genoemd werd en waarmee hij dan ook een schitterend fi guur sloeg. Voorts exposeerde hij in 1922 op de tentoonstel ling voor grafische kunst te Amsterdam (ook als houtsnijder en teekenaar heeft Weijand groote verdienste) èn op die van Kunstliefde te Utrecht, alsmede op de tentoonstelling voor Nederlandsche kunst in Spanje. In 1923 hield hij een tentoonstelling in het Teij- lers Museum te Haarlem, terwijl in 1926 in de kunstzaal van Buffa te Amsterdam een expositie hield van door hem vervaardigde landschappen en stillevens. In Bergen trok hij met zijn werk, dat hii met den kunstschilder Lau en den beeldhouwer Raedeker in den kunsthandel van den heer Bol exposeerde, eveneens meer dan locale aandacht. Zooals wij in het begin reeds opmerkten, werkt de artist de laatste jaren veel aan glas-in-lood- ramen. Van het in het trappenhuis van het Ken- nemer Lyceum te OverVeen door hem vervaardig de glas-in-lood-raam getuigde niemand minder dan Prof. Dr. A. J. Derkinderen, dat het een verras sing genoemd mocht worden. Ook in het door hem vervaardigde glas-in-lood- raam in de villa van den heer C. W. Visser te Bloemendaal flonkeren de kleuren tooverachtig als juweelen. Weijand, die in 1938 drie maanden in Parijs verbleef, daar verschillende kunstenaars leerde kennen, particuliere verzamelingen en musea af liep om Parijs te ondergaan, is in alle opzichten een kunstenaar die sterk het gebeuren van zijn tijd heeft ondergaan, doch steeds zijn eigen per soonlijkheid heeft weergevonden. Het is niet heelemaal toevallig, dat ook dezg artist zich zoodanig tot het landschap van Bergen voelde aangetrokken, dat hij zich er vestigde en er reeds 20 jaar woont. PENTEEKENING. DUINLANDSCHAP BIJ HARGEN. 1928. ONZE KOEKOEK (CUCULUS CONORESL.) „Koekoek!, Koekoek! Hoeveel jaar heb ik nog :e leven?" Deze vraag wordt nog wel gedaan door personen, die nog hechten aan het sprookje, dat men nog zooveel jaren zal leven, als de Koekoek zijn eentonig geroep zal laten hooren, als men ap een Donderdagmorgen in Meimaand deze vraag stelt en de bekende vogel dan antwoord geeft, 't Is misschien bij toeval wel eens uitgekomen, maar dat het als regel geldt, zullen wel niet veel menschen gelooven. De Koekoek komt op vele plaatsen in ons land voor, maar de duinstreek vormt een lievelingsoord voor dezen rupseneter. Doch hier ook vindt hij de beste gelegenheid voor het vermenigvuldigings- werk. In de boschjes en de duinen van Bergen en Schoorl, waar kneutjes en paapjes en andere in sectenetende vogels broeden, kan men de Koekoek gedurig zien zweven boven de duindorens, waar zij zoekt naar een nestje, om er een ei aan toe te vertrouwen, of waar zij een oog in het zeil houdt over de nesten, die reeds een harer eieren bevat ten. Want bekend is, dat een Koekoek nooit meer dan één ei in hetzelfde nest legt. Op welke wijze zulks gebeurt, is nog niet voldoende uitgemaakt, daar de een.beweert, dat het geschiedt op de ge wone wijze, en de ander zegt, dat zulks niet wel mogelijk is, maar dat het ei op den grond wordt gelegd, waarna het met den snavel in het nestje wordt geborgen. Er is in de voortplantingswijze van deze vogelsoort nog veel geheimzinnigs. Ge lukkig wordt tegenwoordig weer geprobeerd de sluier wat op zijde te schuiven door fotografische opnamen. Moge het gelukken! De Koekoek verslindt veel harige rupsen, die door bijna alle andere vogels versmaad worden en als zoodanig heeft en behoort zij te hebben de bescherming van allen. Niet te loven is het intus- schen, dat zoovele broedsels van soitsbekkige zangvogels terwille der voortplanting verloren moeten gaan. Want ook die vogels zijn zeer nuttig voor landbouw en houtteelt. Niet alleen in de bosschen en in de duinen laat de Koekoek zich zien en hooren, maar ook op het land: wanneer men in den nazomer een aantal de zer vogels in zijn koolakkers krijgt, dan is men spoedig van de rupsen verlost. Want ook kool rupsen staan bovenaan op het menu. Een jonge Koekoek in gevangenschap eet gaarne 50 tot 100 koolrupsen achter elkander op, om een uurtje later alweer een flinke toortie naar binnen te werken. En fraaie vogel is de Koekoek! Keurig is de breede waaierstaart en het vederkleed mag bezien worden. De bovendeden der oude dieren zijn grijs, de onderdeelen witachtig met vele dwarse bruinzwarte bandjes. De jonge vogels zijn meer roodachtig bruin op de bovendeden. De Koekoek heeft in houding en kleed veel overeenkomst met den Sperwer, en dit heeft het geloof in de wereld gebracht, dat de Koekoek des winters roofvogel en des zomers rupsenverdelger zou zijn. Juist in den tijd, dat de Koekoek ons land verlaat, om naar warmer oorden te vertrekken, komt de Sper wer uit Noordelijker streken naar hier en in het voorjaar gaat deze weer heen, als gene verschijnt. Het voeden van een jonge Koekoek door de kleine pleegouders doét zielig aan. Nog lang, nadat het ondergeschoven kind het nest verlaten heeft, vliegen die pleegouders in de meening, dat die reuzenvogel hun eigen kind is, met voedsel na en de schrok wacht dan op een hek of tak de voed- selaanbrengers af en het geheele lichaam trilt, wanneer de onrtoozele Vogels weer met een bekje vol rupsjes aan komen vliegen. En zoo blijven de kleine dieren voortgaan tot in het volgend vooi- jaar, om dan wellicht dpnieuw vereerd te worden met een koekoeksei, waaruit weder een vraatzucii- t'g pleegkind ten koste van eigen kroost geboren zal worden. Nauwelijks is de Koekoek in het laatst van April of begin Mei uit den vi-eemde teruggekeerd, of zij laat weder haar eentohig geroep hooren. In den paartijd wordt dit afgewisseld door den hartstoch- tolijken roep van het mannetje, die dan drieledig is, n.l. „koekoekoek! koekoekoek!" gevolgd door een lachend geluid. Men beweert wel, dat dan het zoogenaamde koekoeksspog wordt uitgestooten, waaraan de Koekoek evenwel geen schuld heeft. Dit schuim, dat men op verschillende planten aan treft, is een voortbrengsel van het Schuimbeestje, dat in dat witte goedje z'n eieren legt. Zeldzaam komen oude Koekoeken voor, die fraai roestrood gekleurd zijn. Zoo n exemplaar werd gevonden in de collectie van Mr. R. Baron Snouckaert van Schauburg. J. DAALDER Dz. BERICHTEN. EEN BELANGRIJKE EXPOSITIE. In na te noemen hotels exposeeren de werk plaatsen van het Sanatorium „Maria-Oord" te Gennep. De aanwezige voorwerpen wordt ver kocht ten bate van de Nazorg-afdeeling van het Sanatorium. Deze afdeeling is opgericht met het doel, patiën ten, die hetzij in het sanatorium, hetzij elders ge kuurd hebben en nog nfet in staat zijn, in de onbe schermde maatschappij te leven, korter of langer tijd, desnoods blijvend, in de gelegenheid te stel len, onder gunstige omstandigheden, met het veilig sanatorium op den achtergrond, verder te herstel len en opnieuw te leeren arbeiden. Arbeidstherapie is een belangrijke factor in de tuberculosebestrijding geworden. Wanneer de pa- t'ïnten na een kuurtijd' medisch daartoe in staat geacht worden, beginnèn zij zachtjes aan te wer ken in een der afdeelingen (kunstweven, raffia, lampekappëhj cartonnage). Zoolang de arbeidstherapie een deel der behan deling uitmaakt, is het niet noodig, dat de daaraan deelnemende patiënten in de opbrengst deelen. Om het sociaal gevoel (onderling te versterken, is het beter, dat deze opbrengst ten goede komt aan hen, voor wie weinig of geen verpleeggelden be schikbaar zijn en gevoegd wordt bij de opbrengst ten behoeve van de specifieke nazorg-patiënten. Zoo helpt het sanatorium zelf ook mede, de na zorg in vaste banen te leiden. Van bijzonder groot belang is het, dat de voort gebrachte goederen goed verkoopbaar zijn. Steeds wordt er naar gestreefd, een goed ontwerp, een goede teekening en kleurencombinatie te paren aan doelmatigheid en accurate afwerking. Het is de bedoeling, dat de gedachte „liefdadigheid" wordt uitgesloten en de artikelen zoo zijn, dat men koopt, cmdat men de voorwerpen werkelijk benutten wil. Alleen bij een ruimen, geregelden opbrengst is nazorg op gezonden basis mogelijk, daar de uit gaven zeer hoog zijn. Toch mogen geen fancy- prijzen gevraagd worden en is concurrentie met den gewonen handel een eisch. Op het oogenblik is de hoofdzaak, dat de na zorg-afdeeling van „Maria-Öord" zich heeft staan de gehouden in de moeilijke beginjaren en uu langzamerhand uitgroeit tot een bedrijf van betee- kenis, waardoor velen geholpen worden. Er is een groote verscheidenheid van artikelen aanwezig voor beurzen van eiken omvang. Da,t op een goeden omzet gerekend wordt, behoeft ze ker niet extra vermeld! Gedurende de expositie is een nazorg-patiënte aanwezig voor den verkoop en het geven van de gewenschte inlichtingen. Directeur van het Sanatorium, dat opname ver leent aan vrouwelijke patiënten van alle gezind ten, is Dr. H. Stiemens te Gennep. Blijkens de in dit blad voorkomende advertentie worden de exposities gehouden als volgt: 7, 8 en 9 Augustus Hotel „Nassau-Bergen" te Bergen aan Zee. if 10 en 11 Augustus Hotel „de Rustende Jager te Bergen-binnen. FEEST OP HET STILLE STRAND. De organisatie van „het Stille Strand" te Bergen wordt gedragen door een gezelschap toegewijde Alkmaarders, die van de hun door de Natuur ge boden gunsten een dankbaar gebruik weten te ma ken. Een steeds groeiende menigte bewoners van Alkmaar en omgeving bouwt tijdens het badsei zoen, eiken dag opnieuw, haar tentenkamp op en doet alsof ze thuis is. Het verschijnsel doet zich langs alle stranden voor en zal niet te keeren, wel te ordenen zijn. Dit laatste is te Bergen niet noo dig. De voor dit doel opgerichte vereeniging heeft orde en regelmaat langs den geleidelijken weg ver kregen. Wanorde komt slechts zelden voor en wordt dan veroorzaakt door onbekenden, die on der de leuze „het strand is vrij" denken te mogen doen wat zij willen. Gelukkig weet het bestuur de touwtjes in handen te houden en op het door de S. S. gepachte strand een prettigen geest te kwee-' ken. Die geest lokte een groep dames-leden uit haar tent, die zich tot een comité vormden voor de vie ring van een kinderfeest. Financieele medewerking van de ouders werd verkregen en met veel ijver werd gewerkt. De moeilijkheden zijn niet gering en bovendien moest gewacht worden op een gunstig tij. Dit was er Zondag en door aanhoudend kloppen op de barometers liet het weer niets té wenschen over. Ongeveer 125 kinderen werden, met kleurige strikken getooid, naar het door vlaggetjes afge zette terrein geleid, voorzien van een ijsco waar van op aandoenlijke wijze gesnoept werd. De oud ste kinderen wedijverden in het zand-vormen, de jongeren deden behendigheidsspelletjes. De pyama- race had het meeste bekijk. Zoo vlug als hier zat 's avonds thuis de pyama wel niet aangeschoten zijn. Het zandvormen had veler belangstelling en gaf een goeden kijk op den zin voor orde en schoon heid bij de kinderen, welke bij velen nog geheel ontbreekt. Meestal beginnen zij zonder eenig be raad, veranderen tijdens het werk eenige malen hun plan, maken te veel of in 't geheel niets. Bij anderen bemerken we den invloed van het gezin, dat aan de plannen heeft medegewerkt, doch daar is niets tegen. De opvoeding door het gezin kar» I voor 't geheele leven nuttig zijn. Kees Franken won welverdiend in de eerste groep den eersten prijs met een mooi afgewerkten molen, Jaap Langenberg in de tweede groep met het S. S. monogram. Doch alle kinderen zochten na afloop met volle handen hun ouderlijke tent weer op. Dank zij de welwillende houding van de heeren Ringers en Trijbetz, Langestraat werden chocolade en speel goed in ruime mate uitgedeeld, aangevuld met an dere feestartikelen. De heer Keus op de Laat had vliegers beschikbaar gesteld en voor vroolijke vlagget es zfcrgde de Ranja-fabriek. Het Stille Strand en in 't bijzonder het Dames-Comité kan met genoegen aan dit feestje blijven denken. ADVERTENTIËN. Jan Oldenburglaan - Bergen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1929 | | pagina 6