[awel, juist after dinner MEER GENOT EN BETERE GEZONDHEID HOOG EN LAAG WATER te BERGEN AAN ZEE in 1930. TE HUUR GEVRAAGD: of laat in den avond bekomt HAG beter dan al het andere. Geen slapeloosheid, hartkloppingen of andere nerveuse verschijnselen zullen U van de verkwikkende nachtrust berooven. Dus, „Make the night test" met koffie HAG; het is de heerlijkste koffie die U ooit heeft geproefd, pittig van smaak_ en van een ongekend fijn aroma. Uw vacantietijd leent zich het beste, om eens te beproeven, welke weldadige uitwer king uitgaat van een geregeld gebruik van koffie HAG. Elk goed Hotel, Restaurant of Pension schenkt op ver langen koffie HAG, omdat de hygiënische voordeden juist bij het gegoede en intellectueele publiek bijzondere waardeering vinden. Ook voor U beteekent koffie HAG IN ZOMERTIJD. JUNI. Datum Hoog water: Laag water: Voorm. Namidd. Voorm. Namidd. 22 0.11 0.47 8.47 9.27 23 1.13 1 44 9.46 10.24 24 2.05 2 33 10.41 11.18 25 2.49 3.19 11 32 25 3.34 4.04 0.06 0.25 27 4.22 4.53 0 50 1 51 23 5.10 5 43 1.40 2.02 ROOKENDE VROUWEN EN KINDEREN. Een Londensche rechter, voor wien zich een vrouw had te verantwoorden, omdat zij haar siga- rettenrekening niet kon betalen, maakte bij die gelegenheid de opmerking, dat vrouwen meer roo ken dan mannen. Deze uitlating heeft een mede werkster van de Daily Mail er aanleiding toe ge geven, zich ervan te vergewissen, of de rechter niet sterk had overdreven, maar zij is tot de over tuiging gekomen, dat de rechter, althans wat En geland aangaat, de waarheid heeft gezegd. Hoewel de mannen meer gelegenheid hebben, een sigaret op te steken, op straat, op kantoor enz., rpoken de vrouwen meer, omdat zij zich drukker overgeven aan de genoegens tusschen haar vier muren of in restaurants van den nicotine. De schrijfster in de Daily Mail kwam tot de vol gende wetenschap: Van de tien vrouwen, die in Engeland in restau rants eten, zullen er negen, zoodra zij plaats geno men hebben, een sigaret opsteken, terwijl de man gewoonlijk tot het dessert wacht. Een vrouw rookt dus vier a vijf sigaretten in denzelfden tijd, waarin een man er één of twee verbruikt. Aangezien de tijd, waarin zij rooken kan, beperkt is, rookt de vrouw sneller. Vele mannen kunnen bij hun werk rooken, de meeste vrouwen niet. Het gevolg daar van is, meent de Engelsche journaliste, dat de vrouw in haar vrije oogenblikken, in de rustpoozen tusschen haar werk gauw eenige sigaretten na elkaar in rook laat vervliegen. Zoodoende rookt zij drie a viermaal tijdens het ontbijt, hetzelfde aan tal sigaretten bij de lunch, bij de namiddagthee wordt de sigarettenkoker weer voor den dag ge haald en het eerste, wat de rookende vrouw doet, als ze thuis komt, is een sigaret opsteken. Een sigarenwinkelier heeft verteld, dat meer dan de helft van zijn klanten vrouwen zijn, van wie er op iedere drie één 150 tot 200 sigaretten per week koopt en het moet waarschijnlijk worden geacht, dat deze rooksters af en toe ook een sigaret roo ken, welke zij niet bij haar gewonen winkelier heb ben gekocht. Wie zou dertig jaar geleden hebben gedacht, dat de rookende vrouw eens zou behooren tot de alledaagsche verschijnselen? En wie waagt het in verband daarmede tegen te spreken, dat over twintig of dertig jaar niet ook bij de kinderen het rooken een gewoonte zal zijn? De eerste teekenen van zulk een uitbreiding van het rooken naar de kinderen zijn er reeds en wel, het spreekt bijna vanzelf, in de Nieuwe Wereld. Daar schijnt het op sommige plaatsen volstrekt niet meer ongewoon te zijn, dat zeer kleine kinde ren rooken. Onlangs werd te Montreal, in Canada, door een driejarigen rooker een brand veroorzaakt. De moeder, die men wegens de daad van haar kind ter verantwoording riep, beweerde, dat zoowel zij als haar man, al het mogelijke hadden gedaan om het knaapje het rooken af te wennen, Zij hadden hem gesmeekt, zij hadden hem afgeranseld, maar alles was vergeefsch geweest, want het kind wist zich voortdurend sigaretten te verschaffen. In de stad Toledo, in de Vereenigde Staten, leeft een kind van 4 jaar, dat de dikste en zwaarste si garen rookt, als het die te pakken kan krijgen. De jongen wordt niet misselijk en heeft er ook overi gens met den minsten last van. Te Seattle, eveneens in de Vereenigde Staten, woont een dreumes van 5 jaar, die reeds sedert lang sigaren rookt. Zijn vader is daarover zóó in de wolken, dat hij deze gewoonte van zijn veelbelovend zoontje nog aanmoedigt. Iedere dokter zal zeggen, dat deze sigaren in plaats van de chocolade-sigaren, die ge woonlijk aan kinderen worden verstrekt, zeer na- deelig moeten zijn voor de gezondheid van het kind, maar de papa houdt er een andere meening op na. Het vroege rooken begint in Amerika trouwens niet alleen bij de jongens zich te verbreiden, ook bij de meisjes. Nu blijkt uit de geschiedenis van de tabak, dat ook in vroeger tijden kinderen dik wijls hebben gerookt, maar destijds gebeurde dat uit geheel andere beweegredenen dan thans. Toen het rooken pas begon, was men algemeen van OPWEKKEND EN - GEZOND. - opinie, dat de tabak een zeer goed ontsmettings middel was en in het bijzonder in tijden van pest- epidemiën goede diensten bewees. Men gaf toen den kinderen een aftreksel van tabak te drinken. In de 17de eeuw gingen de kinderen met de pijp in den zak naar school, waar de onderwijzer nauwkeurig les gaf in het rooken, om de gezond heid der kinderen te beschermen. In de landen, waar het rooken sedert menschen- heugenis een gewoonte is en een godsdienstige strekking heeft, beginnen de menschen zeer jong te rooken. Men heeft er nooit van gehoord, dat daar door ernstige kinderziekten zijn ontstaan. In Zuid-Carolina, in de Vereenigde Staten, woont een vrouw, Rachel Riddle genaamd, die 180 jaar oud moet zijn, en nog altijd ijverig rookt. Zij is al op haar achtste jaar met rooken begonnen. Een dokter had haar vader aangeraden, zijn doch tertje rooken te leeren, omdat zij ziekelijk was. Van toen af werd Rachel gezond en sterk. Al is de bewering, dat zij 180 jaar is, misschien overdreven, zeker is dat Rachaël thans een zeer oude dame is en even sterk rookt als tientallen jaren geleden. AJSLÏCDOTEN. Tot welk een geweldige ontwikkeling het men- schelijk geheugen kan komen, bewijzen de presta ties van verscheidene historische personen. Zoo kende bijvoorbeeld Themistocles alle bur gers van Athne Ipl.m. 20.000) bij naam. Bovendien wordt van hem verhaald, dat hij in één jaar voor treffelijk Perzisch gëleerd had. Mithridates, die 22 talen beheerschte, bewijst, dat er ook in de oud heid polyglottische wonderen bestonden. Van Se neca vertelt men, dfit hij 3000 namen in dezelfde volgorde, als hij ze slechts één keer gehoord had, kon opzeggen en zoo verzen, ook in omgekeerde volgorde, wist te reciteeren. In de middeleeuwen leerde een zekere Jozef Scaligr in 21 dagem alle gedichten van Homerus van buiten en daarna in vier maanden alle werken van de Grieksche dichters. Calvijn herkende menschen, die hij slechts eens gezien had, met groöte nauwkeurigheid, zelfs jaren later, en nam in een citaat of gesprek, dat hij eeni ge uren had moeten onderbreken, den draad altijd weer goed op. Van Pascal en Leibnitz zijn soortge lijke eigenschappen bekend. De koning van Enge land heeft Leibnitz, wien nooit iets uit het geheu gen ontsnapte, zijn levend woordenboek genoemd. De bibliothecaris Magliabechi te Florenche wist over literatuur van allerlei aard inlichtingen te ge ven. Hij citeerde daarbij niet alleen den schrijver, maar kende ook alle uitgaven van hun werken en de verschillende hoofdstukken, alsmede onder scheidene gedeelten^van den tekst. Hij kende bo vendien de meeste Europeesche bibliotheken tot in détails. Frans Liszt zou eens in Petersburg optreden. Als hij geweten had, dat hij daar maar één stuk ten gehoore zou mogen brengen, had hij zeer waar schijnlijk de moeilijke reis niet ondernomen. Maar, Liszt had geen vooruitzienden geest en reisde dus naar Petersburg. In Riga en in Dorpat liet hij zich hooren, en overal oogstte hij succes. Vóóor zijn optreden in de hoofdstad werd hij uitgenoodigd, voor den scaar in het winterpaleis te spelen. Nicolaas I was van nature een tiran; zijn wil was wet, wat hij beval gebeurde onvoorwaardelijk. De eer, welke Liszt te beurt viel, cm vóór zijn openbaar optreden jn de stad voor den czaar te mogen spelen, was nog geen kunstenaar ooit over komen. Het geheèle Russische hof had zich in de mu ziekzaal van het pale:s verzameld. Op de voorste rij zat de heerscher. Lizt, door een der keizerlijke adjudanten begeleid, verscheen en ging aan den vleugel zitten. Hij scheen er echter niet aan te denken om te beginnen. De adjudant trad op hem toe en fluisterde zacht jes: Meneer, begint u als 't u blieft te spelen! Liszt keek in de richting van den scaar en ant woordde: Hoe kan ik nu beginnen? Zijne Ma jesteit zit nog te praten! Nicolaas had de woorden gehoord en brak dade lijk het gesprek af. Liszt begon te spelen. De scaar luisterde met ijzige kalmte. Toen de laatste tonen weggestorven waren, stond de monarch op, en met hem natuur lijk het geheele hof. De vorst bekommerde zich niet cm den musicus, maar knoopte het afgebroken gesprek weer aan. Liszt stond bij den vleugel. De adjudant kwam naar hem toe en sprak: Zijne Majesteit laat U voor het groote genoegen danken. De kunstenaar keek een oogenblik verbluft. Toen wie'p hij trotsch het hoofd in den nek en verliet de zaal. De adjudant begeleidde hem naar de hof- equipage, die den kunstenaar naar zijn hotel te rugbracht. Twee trotsche geesten wilden voor elkaar niet buigen. Liszt verliet Rusland's hoofdstad, zonder in het publiek gespeeld te hebben. EEN FABEL. Twee katten hadden een kaas gestolen en kon den het niet eens worden over de verdeeling van den buit. Beide partijen vonden het goed den aap als scheidsrechter in te roepen. Deze liet zich de opdracht gaarne welgevallen, nam een weeg schaal, brak de kaas in twee stukken en begon beide brokken tegen elkaar te wegen. „Laat ons zien", was het eerste woord van den rechter, „mij dunkt, het behoeft geen betoog: „het eene stuk is zwaarder dan het ander." En hij nam een duchtigen beet uit het grootste stuk, ten einde volkomen evenwicht te krijgen, zooals hij beweerde. Nu daalde echter de andere schaal te diep, hetgeen den onpartijdigen rechter aanleiding gaf, om andermaal een grooten hap te nemen. „Genoeg, genoeg" schreeuwden beide katten te gelijk, niet ten onrechte bezorgd over den verde ren loop van het rechtsgeding, „geef ieder onzer een stuk en daarmede uit!" „Best mogelijk dat gij voldaan zijt", antwoordde de aap, „maar de gerechtigheid is het nog niet. Het recht moet zijn loon hebben: een ingewikkeld geval als dit eischt veel tijd en ernstig beraad," Daarop ging hij voort, met nu uit het eene stuk kaas een homp te bijten, en dan uit het andere, totdat de arme katten, die haar kostelijken buit f'aande'weg zagen slinken, op smeekenden toon begonnen te roepen: „Wij bidden u, strenge rech ter, doe verder geen moeite; reik ons het over schot toe en wij zijn tevreden!" „Niet zoo haastig, vrienden", sprak de aap plechtig, „ik ben mijzelven evenzeer gerechtigheid verschuldigd als ulieden. Het overschot komt mij krachtens mijn ambt van rechtswege toe." Met die woorden stopte de rechter de rest der kaas in den mond en verklaarde met een statige buiging de zitting voor geëindigd. ADVERTENTIËN vanaf 21 Juli voor den lijd van 3 S 4 weken een HUISJE bij zee te Bergen, voor 3 volwassen personen en 5 kinderen. Br. met opgaaf van prijs worden inge wacht: Obrechtstraat 14, Utrecht. NATUURLIJK In heele liter-schroeffles- schen voor huishoudelijk gebruik zeer voordeelig en MINERAAL-WATER, gemakkelijk.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1930 | | pagina 2