Bekendmaking leeren, vooral vreemde talen waren voor hem te moeilijk. „Jongen, jongen, wat moet er van jou worden", riep eens de rector van het gymnasium uit. „Ik beklaag je arme ouders. Heb je er al eens over na gedacht, waarmede jij later je kost zult kunnen verdienen?" „Ik wou scheikundige worden", antwoordde Justus bescheiden. De heele klas brulde, de rector kon eigenlijk zich ook niet goed houden. Scheikundige, die suf fer, het was om te gieren. Maar de domkop is het dan toch maar gewor den, een der vermaardste scheikundigen. En de vermaarde chirurg Billroth, wiens hon derdsten geboortedag de geneeskundige wereld het vorig jaar heeft gevierd, was ook al een heel slechte leerling. En op de lagere school, èn op het gymnasium, zag men hem aan voor een dommen jongen, met heel weinig bevattingsvermogen. Billroth kon maar met de grootste moeite slagen voor het staatsexamen. Wat moest zoo'n sukkel nu op de hoogeschool doen? En hij is de beroemde chirurg geworden. Van den grooten Newton wordt verteld, dat hij eenige jaren achtereen de slechtste van zijn klas was. Bij een ruzie met een schoolmakker verweet deze hem dit op minachtenden toon en van stonde af aan ging Newton zich zoo inspannen, dat hij weldra tot de besten gerekend werd. Zijn eer zucht was hem een spoorslag geweest. De groote Louis Pasteur wilde op school zich niet inspannen, wat zijn vader veel verdriet deed. Hij vond het vreeselijk, dat Louis zoo het land had aan leeren. Toen sprak een verstandige vriend van den va der met den onwilligen knaap. Hij schilderde Louis het verdriet, dat deze zijn vader deed en Louis, die allerminst zijn vader leed wilde doen, deed zijn best, kreeg pleizier in de studie en werd de groote geleerde, aan wien de menschheid zoo ontzaglijk veel te danken heeft. ONS ONDERBEWUSTZIJN. Een door talrijke ondervindingen bevestigde geestelijke wet zegt, dat geen indruk verloren gaat, welken de mensch in zich heeft opgenomen. Zulke indrukken kunnen jarenlang sluimeren, la tent blijven, tot ze door een buitengewone gebeur tenis weer worden gewekt en over den drempel van het bewustzijn te voorschijn treden. In een Engelsch geneeskundig tijdschrift werd eens een merkwaardig voorbeeld verteld van den terugkeer van den reeds lang verloren kennis van een taal in de herinnering van den betrokkene. Een oude onderzoeker had in zijn jeugd aan de Poolsche grens gewoond en toen nauwelijks an ders dan Poolsch gesproken. Later leefde hij in een Duitsche omgeving en zijn kinderen verzeker den, dat hij in geen dertig tot veertig jaar een woord Poolsch had gesproken of gehoord. In een door narcose ontstane bewusteloosheid evenwel, welke twee uur duurde, sprak, bad en zong deze man niet anders dan Poolsch. Nog merkwaardiger is het volgende geval. Een zes en twintigjarig meisje zeide gedurende een koortsaanval Hebreeuwsche, Grieksche en Latijn- sche stukken, zonder ooit deze talen te hebben ge kend. Doch ze was als wees in den ouderdom van 11 jaar bij een zeer geleerden geestelijke opge voed, die de gewoonte had aan tafel deze stukken in den familiekring vaak voor te dragen. Zij had deze stukken gehoord en na vijftien jaar was zij nog in staat ze weer te geven. In 1775 werd in Amerika bij een overval van een nederzetting door Indianen met vele anderen ook een achtjarig meisje geroofd en door de wilden meegevoerd. Hierna verliepen negen jaren en het meisje vergat haar moedertaal en werd in taal, kleederdracht en houding den Indianen gelijk. Daar bracht in 1784 een Engelsche overste den In dianen een nederlaag toe en zij moesten al hun gevangenen teruggeven. Ongeveer 400 keerden in een ellendigen toestand uit de wouden terug. Nu was goede raad duur, hoe men de kinderen, die hun moedertaal en namen hadden vergeten en door de zon verbrand en getatoeëerd waren, weer bij hun familie terug zou brengen. Onder de ouders, die hun verloren kinderen zochten, was ook de moeder van het achtjarig meisje, dat negen jaar geleden was geroofd. Doch zij kon haar kind niet meer ontdekken. Op het oogenblik, dat zij het zoeken wilde opgeven, viel haar het laatste middel in, een lied, dat zij zoo vaak met haar kleine had gezongen. Zij ging voor de groote rij met kinderen staan en begon met bevende stem te zingen: „Alleen en toch niet alleen ben ik in mijn eenzaamheid". Nauwelijks had zij de eerste regels gezongen, of een jong meisje begon met luide stem mee te zingen. De moeder stortte tranen, zij had de herinnering in de ziel van haar kind opgewekt en ze had door deze herinnering haar kind weer gevonden. Een Engelsche dame werd in de laatste periode van een ongeneeslijke ziekte van Londen naar bui ten gestuurd. Haar kleine dochtertje, dat nog niet kon spreken, ging met haar mee, doch keerde spoedig naar de stad terug. De moeder stierf eenige dagen later. Toen de dochter volwassen was, kon zij zich van haar moeder niets meer her inneren. Op rijperen leeftijd zag zij toevallig de kamer, waarin haar moeder was gestorven, zonder dat men haar vooruit had gewaarschuwd. Toen zij in de kamer stond, begon ze te beven en ze zeide: Ik heb duidelijk den indruk nog eens in deze ka mer te zijn geweest. In dezen hoek lag een zeer zieke dame, die zich schreiende over me boog. Daardoor was de herinnering na tientallen van jaren weer opgewekt. Het is bekend, dat vreugde en smart, vooral wanneer zij plotseling en hevig werken, grooten invloed op den mensch kunnen uitoefenen. Er zijn menschen, die van vreugde en smart sterven, an deren worden krankzinnig. En er zijn er, die door een of andere geweldige emotie in korten tijd wit haar krijgen. Zoo werd het haar van den Helenist Vanvillier wit als sneeuw tengevolge van een vreeselijken droom. Hetzelfde overkwam den Franschen tooneelspeler Blizard, die in de Rhöne gevallen was en eenige minuten in doodsgevaar verkeerde, terwijl hij zich aan een der ijzeren pij- lerringen van de brug vasthield. Ook Karei I van Engeland vergrijsde in één nacht, toen hij trachtte uit Carsbrooke te ontsnap pen. Marie Antoinette zag haar haren wit worden en gaf aan een vriend haar portret met er onder de woorden: Door kommer vergrijsd. Ook kunstenaars hebben soms lichamelijke ge breken; beroemdheid heeft daar niets mee te ma ken. Byron's horrelvoet maakte hem voor hij nog de gevierde dichter was, beroemd, echter en alleen omdat de Spartaansche Brit geen moeite spaarde om het gebrek te verbeteren of tenminste zoo goed mogelijk te camoufleeren. Minder bekend is het, dat Walter Scott een verkort been had. Pleit het niet van het doorzettingsvermogen van Sarah Bernhardt, dat zij, toen haar been geampu teerd was en zij met een kunstbeen verder door het leven ging, haar carrière er niet aan wilde ge ven en bleef doorspelen, niet alleen op de planken maar zelfs voor de film? Blinde musicize zijn vrij talrijk, want de na tuur tracht vaak op andere wijze goed te maken, wat de mensch in normalen zin te kort komt. Maar dat een stokdoof genie zijn werk niet laat rusten, is een historische bijzonderheid. Beethoven liet voor zijn arbeid een specialen dubbelbesnaarden vleugei bouwen, en het heet, dat ook de klanken van dit instrument tenslotte niet meer tot den dooven componist doordrongen. Een ander Duitsch kunstenaar, Klopstock, was op jeugdigen leeftijd al hardhoorend. Maar dit geluk gaf hem meer tijd om zich aan zijn werk te wijden. Dan is er nog een andere categorie, gebrekkige grootheden, zij die door hun uiterlijk berucht zijn geworden. Socrates was opvallend leelijk, Ovidius, de Russische dichter, kreeg den naam „Naso", om dat hij de bezitter was van een geweldigen neus. Ook Titu's Livius schijnt zoo'n 'geweldigen „voor gevel" te hebben bezeten. Voltaire was zóó leelijk, dat hij tijdens een reis met Frederik den- Groote werd uitgemaakt voor den lievelingsaap van den koning. Toch hebben al die leelijke of misdeelde lieden ons dikwijls héél veel moois geschonken. DANKBAARHEID. Vlucht, stadsmensch, die woestijn van steen, Die gij uw woonplaats moet noemen. Ik noodig u uit in het koele bosch, Waar ge vogels vindt en bloemen. Kom, stadsmensch, uit uw somber huis, Waar de vunzige stank van riolen En grachten u plaagt. Kom, waar de geur En de kleur u behaagt der violen. Vlucht, stadsmensch, dat schreeuwend lawaai, Dat de taal is van alle steden. Kom en geniet in het gastvrij bosch Van een weldadigen, rustigen vrede. Kom, stadsmensch, in een sparrenbosch, Of onder vriendelijke berken, Waar geen asphalt ligt, maar zacht, groen mos Uw vermoeide longen versterken. Toon, stadsmensc'h, dat ge dankbaar zijt, (Daden verlang ik, geen phrasen). Durft ge zonder een dankbaar hart Genieten van deze oase? Weet, stadsmensc'h, dat uw voorgeslacht Dezen boschtempel voor u bouwde; Doch daarbij op een daad van dank Van u en mij Vertrouwde. Fr. OTTEN. ANECDOTEN. Frits Kreisler, de wereldberoemde violist, wiens kunst ook hier te lande door eiken oprechten mu ziekliefhebber op den hoogsten prijs wordt ge steld, zou van Antwerpen via Harwich naar Lon den vertrekken. De tijd, die moest verloopen voor de boot van wal stak, gebruikte de kunstenaar, als naar gewoonte, om in antiquairswinkels te snuffelen. In een dier zaken hingen een paar vi olen. Kreisler probeerde er een, 't was een ellen dig instrument en voor de grap vroeg hij naar den prijs, die lang niet malsch bleek te zijn. Louter en alleen om te hooren hoe de eigenaar van de zaak op het aanbod zou reageeren, haalde Kreisler zijn eigen instrument, dat hij nooit uit handen gaf, uit de kist te voorschijn en vroeg wat deze viool den ander waard zou zijn. De koopman, een eerbiedwaardige grijsaard, be keek de viool van allen kant, zei toen: Ik zie meneer, dat gij verstand van violen hebt. Laat ik u er dadelijk bijzeggen, dat ik het bedrag 't welk uw viool waard is, niet zou kunnen betalen. Er is trouwens in heel mijn winkel geen enkel instru ment, dat waard is naast dit juweel getoond te worden, maar als u een oogenblikje wilt wachten meneer, een paar minuten, langer niet, zal ik u een kostelijke Amati laten zien. Kreisler, die uit den aard véél belang stelde in oude instrumenten, verklaarde zich terstond be reid om even te gaan ztten. De koopman verdween om spoedig daarna terug te komen, niet met een kostbare viool maar met een politie-agent, wien hij tot groote verbazing het volgende vertelde: Agent ik heb u gevraagd mee te gaan omdat ik dezen man van diefstal wensch te beschuldigen. Hij heeft mij n.l. een viool te koop aangeboden, waarvan ik weet dat zij het eigendom is van den beroemden Kreisler. Met behulp van zijn pas en andere officieele do cumenten kon Kreisler zich bij de man van dé wet gemakkelijk legitimeeren. De koopman echter liet zich niet zoo gemakke lijk om den tuin leiden, naar hij het uitdrukte. Die was pas ten volle overtuigd nadat Kreisler zich bereid had verklaard een paar nummers welke hij voor de gramofoon had gespeeld, in den winkel ten beste te geven. Diep ontroerd luisterde de oude naar het hem ter eere gegeven concert: Bij het afscheid drukte hij Kreisler de hand en verklaarde één en al en thousiasme: Dat moet ik zeggen: U bent uw viool waard! Michel Angelo had voor André Doni, een echten vrek, een schilderij gemaakt en heel mooi. Dat kon de gierige Doni best beoordeelen, De schilder zond er hem een nota bij van 70 ducaten. Doni vond dat veel te veel en wilde niet meer betalen dan veertig. Die zond hij dan ook. Angelo liet 't geld terugbrengen en eischte nu honderd goud stukken of anders 't schilderstuk terug. Doni, vol bewondering voor 't werk, besloot nu toch maar zeventig ducaten te betalen. Maar Angelo stuurde ze retour met een nieuwe verhoogde nota van 140 ducaten. Doni werd wanhopig. Maar 't schilder stuk leek hem al maar voortreffelijker, hij wilde het houden en dus voldeed hij aan Angelo's eisch, uit angst nog meer te moeten betalen. Zijn schriel heid had hem 70 ducaten extra gekost. PREDIKBEURTEN. Ned. Herv. Gem. (Ruïnekerk) te Bergen. Zondag 29 Juni, voorm. 10 uur, Ds, v. d. Kie- boom. Geref. Kerk (Dr. van Peltlaan). Zondag 29 Juni, voorm. 10 en nam. 5 uur Ds. G. J. v. d. Vegt. Rechtz. Herv. Evangelisatie „Maranatha". Zondag 29 Juni, voorm. 10 uur, de heer Dun van Alkmaar. Collecte Bouwfonds. Vrije Evang. Gem. Bergen. Komlaan 12, huize „Berkenhof". Zondag 29 Juni, voorm. 10.15 uur, de heer C. van Hekeren, van Oterleek. 's Avonds geen dienst. Rem. Geref. Gem. te Alkmaar. Zondag 29 Juni, voorm. 10.30 uur, Prof. Dr. van Mourik Broekman, van Breda. Evang. Luth. Kerk te Alkmaar. Zondag 29 Juni, voorm. 10.30 uur, Ds. H. Mak kink. Parochiekerk van de H. H. Petrus en Paulus te Bergen (Binnen). De Missen: Op Zondagen en feestdagen te half 8 en 10 uur. Van 1 Juli tot 1 September 6 uur, half 8 en 10 uur. In de week 7 en 8 uur. Loven. Zondag- en Donderdagavond half 8. Gelegenheid tot biechten: dagelijks vóór de H. Missen. 's Zaterdags van 46 en van 79 uur. voor onze cliëntèle in Bergen. Vanaf heden worden onze bekende rozijnen broodjes en tulbanden niet meer door den Héér N. VRASDONK, bakker te Bergen, bezorgd. Wacht U dus voor namaak. Om onze cliëntèle te Bergen tegemoet te ko men, worden onze ROZIJNENBROODJES en TULBANDEN zonder bijkomende kosten door de vrachtrijders aan huis bezorgd. Bestelt nog heden. Speciaal adres voor pensionhouders. Brood- en Banketbakkerij, ALKMAAR. Stationsweg 6. Tel. 1132. Beleefd aanbevelend, CORN. SCHILDER. N.B. ONZE ZAAK HEEFT GEEN FILI ALEN.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1930 | | pagina 14