Bergensche
Bad-, Duin- en Boschbode
Bergen aan Zee.
EEN EN TWINTIGSTE JAARGANG. - No. 10.
ZATERDAG 2 AUGUSTUS 1930.
N.V. BOOW-EXPLBITATIE-MAflTSGHftPPIJ
Uitgave van de N.V. Boek- en Handelsdrukkerij v h. Herms Coster Zoon, Voordam 9, Alkmaar.
REDACTEUR: D. A. KLOMP, NESDIJK 7, TELEF. 21, BERGEN (N.-H.)
EERSTE BLAD
Voorname, rustige Badplaats
met breed, helder wit strand,
deen stof Geen grondvervuiling.
Verrassende resultaten, vooral bij kinderen.
Uitstekende Tennisbanen. (Gravel),
Schitterende wandeling in c.a. 1500 H. A. der
prachtige duinen en duinbosschen voor bad
gasten, op kaarten die tegen betaling van 25 cents
worden verstrekt.
Duinwaterleiding en electrisch licht.
Post- en Telegraafkantoor.
Het bebouwingsplan en de gansche opzet der
badplaats maken haar tot een der lieflijkste plaat
sen om een buitenverblijf te stichten.
Voor bouwgronden en andere inlichtingen wende
•men zich tot de
De Directie behoudt zich het recht voor, om
alleen des Zondags de stoelen van houders van
week-, maand- of seizoenstoelen, aan anderen te
verhuren, tenzij genoemde houders van deze stoe
len zelf gebruik wenschen te maken, alsdan zoo
mogelijk bij vooruit bericht.
Des Zondags worden er geen stoelen per dag
verhuurd.
Op het strand bij de badkoetsen zijn steeds aan
wezig twee zwemmers voor het verleenen van
hulp bij eventueele ongelukken. In het gebouwtje
voor eerste hulp bij ongelukken bevindt zich een
brancard, een volledige verbandtrommel, een
zuurstofapparaat, terwijl het badpersoneel onder
wezen is in het verleenen van dadelijke hulp. Bui
ten badtijd vervoege men zich in geval van nood
bij C. Schotten, Witteweg 15 nabij het Station.
De Baddirectie
„BERGEN AAN ZEE".
Informatiebureau
der Vereeniging tot bevordering van het
Vreemdelingenverkeer.
Huize „Kranenburgh", Bergen (N.H.) of bij den
Heer D. HAASBROEK te Bergen aan Zee.
N.V. Bouw-exploit.-Maatschappij
„Bergen aan Zee".
Het is ook voor heeren verplicht in badcostuum
4e baden.
Een badkoets mag niet langer dan 45 minuten
door denzelfden persoon gebruikt worden.
Het bad is geopend van des morgens 7.30 uur
tot 12 uur en van des middags 1.30 uur tot 5.30
uur.
1 Bad met volledig costuum en handdoek 0.60
1 Bad alleen met handdoek0.40
1 Kinderbad met volledig costuum en
handdoek 0.40
1 Kinderbad alleen met handdoek 0.30
ABONNEMENTEN voor:
10 Baden met volledig costuum en hand
doek 5 75
10 Baden alleen met handdoek 3/75
10 Kinderbaden met volledig costuum en
handdoek
'10 Kinderbaden alleen met handdoek 2.75
Abonnementskaarten, dit jaar afgegeven, zijn
-voor een volgend jaar niet meer geldig.
Onder Kinderbaden worden begrepen, die voor
kinderen beneden tien jaar.
Extra handdoeken worden verstrekt tegen be
taling van tien cent per stuk.
Zij, die een volledig bad betalen, hebben het
recht hun eigen badcostuum kosteloos in bewaring
te geven.
_Men wordt beleefd verzocht de voetenbakjes
niet in de badkoets leeg te storten.
STRANDSTOELEN.
Bén stoel per één uur of korter 0.15
Bén stoel per twee uur of korter 0.20
Bén stoel per dag0.50
Bén stoel per week2.30
Eén stoel per maandf( 8.00
Bén stoel per seizoenu 16.00
Voor het hebben en gebruiken van een
eigen ligstoel (opvouwbare) op het
strand per dag 0.15, per week 0.50
Het informatiebureau is gevestigd in het keurig
ingerichte gebouwtje naast het Postkantoor, al
waar Mevrouw EvenhuisNieboer gaarne aan
pension zoekenden en huurders van gemeubileerde
huizen gratis alle gewenschte inlichtingen geeft.
JAGERMEEUWEN.
Zie, enkele meeuwen bij onze stranden zijn aan
het visschen. 't Zijn Stormmeeuwen (Larus canus
L.) die ook Kleine Zeemeeuwen genoemd worden.
In groote vluchten kunnen ze op het land voor
komen, wanneer hooge getijen banken en stranden
doen ondervloeien. Kalm zet zoo n meeuw zich op
de zee, en met draaiende bewegingen wordt naar
alle zijden uitgezien, of er iets valt te bikken.
Meermalen vliegt een voorwerp op, en met ge
noegen blijft dan ons ook het reine kleed zien:
smetloos wit op de onderdeelen en zachtblauw op
vleugels en mantel. Aan de groenachtige pooten
kan men dadelijk de soort herkennen en onder
scheiden van de Kokmeeuw, die roode pooten
heeft en ook iets kleiner is.
Daar duikt een Stormmeeuw gedeeltelijk onder
water en met een vischje komt zij weer te voor
schijn. Spoedig is het lekkere beetje verorberd.
Maar wat nu? Plotseling schiet een bruinge-
kleurde vogel toe op de meeuw, die het hapje naar
binnen slikte. Deze vliegt zoo spoedig mogelijk
weg, doch ze wordt achtervolgd door het bruine
wezen, dat gemakelijk en snel vliegt en kortere
zwenkingen kan maken dan de vervolgde.
De Stormmeeuw laat wat vallen, en de bruine
vogel vangt het op, en nu is de vervolging ge
staakt. De vervolgde meeuw heeft het pas binnen-
geslikte vischje uitgebraakt, en hierom was het
den bruinen Jager juist te doen. Hij had het van
verre gezien, welke vogel een gelukkige vangst
had gehad, en dan rust deze parasiticus niet, voor
hij zijn doel bereikt heeft.
De bruine vogel behoort ook wel tot de Laridae
of Meeuwvogels, maar 't is een vertegenwoordiger
van het geslacht Lestris of Jagers. Zeelui vertellen
er van, dat ze drek opvangen van de vervolgde
meeuwen, en geven ze dan ook minder welluiden
de namen. Deze meeningen berusten evenwel op
misverstand.
Wanneer we zoo'n Jagermeeuw van nabij kon
den bezien, zou het blijken, dat haar snavel bijna
geheel met een weeke huid bedekt is, wat bij de
echte meeuwen niet het geval is.
Zie, daar vliegt de Jager weer, en nu hij niet zoo
ver af is, kunnen we opmerken, dat hij eenkleurig
donkerbruin is. Maar vooral vallen óp de twee
lange staartpennen, de middelste, die ver naar
achteren steken.
Welke soort Jager het is, valt op eenigen af
stand niet te zeggen. Er komen er vier bij ons
voor, die genoemd worden: Groote, Middelste,
Kleine en Kleinste Jager. De Middelste (Lestris
pomarinus Temma) en de Kleine (Lestris crepida-
tus), bij andere schrijvers ook Lestris parasiticus
L., komen het menigvuldigst voor. De beide andere
soorten worden slechts zelden bij ons voor. Al de
vier soorten broeden in hoog-Noordelijke streken,
zoodat ze bij ons alleen des winters worden aan
getroffen. Zelden werd een exemplaar in den na
zomer waargenomen.
Gedurig kan men zoo aan het strand en ook
verder boven de Noordzee de Jager zijn roofbe-
drijf zien uitoefenen, en hij vervolgt daartoe niet
alleen de kleinere meeuw-soorten, maar ook.-ze.lfs
de veel grootere Zilver- en Mantelmeeuwen.
Wanneer zij zich keerden tegen den vervolger,
zou spoedig het recht van de sterksten blijken, en
ongetwijfeld zouden de Jagermeeuwen moeten af
houden. Maar dat gebeurt nu eenmaal niet. Zoo
wordt ook hoog in de lucht de strijd om het be
staan uitgevochten, dikwijls door dieren van de
zelfde familie; en de verdelgingsoorlog onder de
oppervlakte der zee is zeker grooter dan ergens
op de aarde.
Het „Vrede op aarde" mag bij de menschen nog
lang niet algemeen zijn, in de dierenwereld is het
nog veel verder zoek. De Bruine Jagers hebben
het ons heden doen zien, maar eiken dag kan men
het ook elders opmerken in tal van voorbeelden
en nuanceeringen.
J. DAALDER Dz.
ANECDOTEN.
Zekere Don Vincente had een heele boekerij van
een klooster leeggestolen en daarmede een boe
kenwinkel opgericht. Hij verkocht alleen zijn
kostbaarheden als hij in nood verkeerde, maar hij
schrikte voor geen middel terug om de verkochte
zeldzame boeken weer in zijn bezit te krijgen. In
1836 werd de bibliotheek van een overleden ad
vocaat geveild. Bij die gelegenheid werd de oude
boekhandelaar Augustinus Patrox bezitter van
een zeldzame uitgave. Reeds in de veilingzaal ver
toonde Don Vincente, die het niet kon verdragen,
dat hem deze rariteit was ontgaan, teekenen van
waanzin. In de volgende weken evenwel werden
negen zeer geziene persoonlijkheden, die, zooals
later werd vastgesteld, den winkel van Patrox
hadden bezocht, vermoord, maar niet beroofd. En
Patrox vond den dood bij een plotseling uitgebro
ken brand, midden in den nacht.
Toen herinnerde men zich het eigenaardige ge
drag van Don Vincente, na den verkoop van het
zeldzame boek en bij een huiszoeking vond men
bij hem het door Patrox verkregen unicum, waar
voor tien menschen het leven hadden moeten la
ten. Don Vincente werd gearresteerd en legde een
bekentenis af. De behandeling voor het gerecht gaf
een merkwaardigen kijk op het zieleleven van de
zen boekengek, voor wien een menschenleven
geen waarde had in vergelijking met een kostbaar
boek. De verdediger van Vincente trachtte hem te
redden, door te zeggen, dat men een man, die on
getwijfeld krankzinnig was, niet ter dood kon ver-
oordeelen. Toen bleek, dat het boek, waarvoor hij
tien moorden had gepleegd, niet het eenige exem
plaar was, dat nog bestond en dat het in een der
groote bibliotheken te Parijs was te vinden, zonk
don Vincente ineen. Tot zijn terechtstelling klaag
de hij over 't ongeluk, dat hem had getroffen, door
dien hij de woorden herhaalde: „Mijn exemplaar is
geen unicum, mijn exemplaar is geen unicum".