Anecdoten.
veroorzaken. Minder gelukkig liep het springen
van een mijn af, welke op 3 Dec. 1917 gedurende
een storm tegen strandpaal 30 geslagen werd en
aanmerkelijke schade toebracht aan verschillende
huizen. De ergste schade werd wel door het Hotel
geleden; geen enkele ruit bleef heel, zelfs het hout
werk in de kozijnen werd versplinterd. Vele mij
nen spoelden in die jaren aan, doch deze werden
gelukkig allen tijdig onschadelijk gemaakt door
militairen uit den Helder, die de mijnen tot ont
ploffing brachten; later werden ze gedemonteerd.
Langzamerhand waren inmiddels ook nieuwe
Pensions en andere zaken verrezen. Zoo bouwde
de Heer Spruyt uit Alkmaar een Lunchroom, la
ter verbouwd tot het tegenwoordige Hotel Stroo-
mer, en ook Pension Frisia, door de Dames Nieu-
wenhuis geëxploiteerd. De Dames Woutman
stichtten het Kinderpension „Acmalater ver
kocht aan den Heer Verwer, die het als het tegen
woordige Hotel Trianon inrichtte. De Weduwe
van den inmiddels overleden opzichter Bakhuis,
stichtte een Pension, dat zij eenige jaren later
overdeed aan den Heer Rosier, onder wiens ener
gieke leiding de zaak steeds in omvang toenam
en als Hotel-Pension „Bakhuis" een goeden naam
mocht verwerven. Ook verrezen hoe langer hoe
meer particuliere villa's.
Men kan niet over Bergen aan Zee iets zeggen,
zonder tevens over Bergen-binnen te spreken; die
beiden zijn immers ten nauwste verbonden, ja,
zouden m. i. zónder elkaar nooit iets geworden
zijn. Zeker, het al-oude dorp Bergen was bij en
kelen wel bekend om zijn mooi en intiem natuur
schoon, maar toch, het dorp sluimerde en ver
heugde zich niet in grooten bloei. Er waren slechts
enkele Pensions, waarvan naar ik meen
„Holland" van den Heer Bogtman, en „Kennemer-
oord" de eersten waren. De stichting van Bergen
aan Zee werkte echter als de tooverstaf, waarmee
de „Schoone Slaapster" in het Bosch gewekt
werd; men had nu de ideale combinatie van zee,
bosch en duin en Bergen-binnen ontwikkelde zich
snel. Volgens sommigen zelfs tè snel. Wellicht
schuilt hierin een grond van waarheid; men werd
als 't ware overrompeld; een vast plan van uitbrei
ding bestond niet en in het begin werd wel wat
luk-raak gebouwd, wat zonder twijfel schade heeft
toegebracht aan het vroeger zoo intieme dorp. Ge
lukkig werden later maatregelen door het Ge
meentebestuur genomen om deze snelle ontwik
keling in goede banen te leiden en kon nog veel
gered worden.
De bevolking der Gemeente is in deze 25 jaar
meer dan verdrievoudigd; in Bergen-binnen verre
zen het Hotel „Kreb" en het „Oranje-Hotel ter
wijl de oude, alom bekende „Rustende Jager ge
weldige veranderingen onderging. Er kwamen ver
schillende groote en moderne Pensions en een
legio kleinere bij. Het is de vraag of Bergen in
1906 een honderdtal vreemdelingen zal hebben
kunnen logeeren, terwijl er nu duizenden worden
ondergebracht. De algemeene welvaart is zonder
éénigen twijfel zeer toegenomen. Men hoort wel
eens stemmen die beweren dat Bergen „vroeger
mooier" of „aangenamer" te bewonen was. Het is
niet te ontkennen, dat waar gebouwd wordt, on
danks alle maatregelen tot bescherming, het na
tuurschoon bijna altijd een veertje moet laten. Ui
Bergen vroeger echter aangenamer te bewonen
was, ben ik zoo vrij te betwijfelen. En mij dunkt:
het tegendeel is wel bewezen! Immers, ondanks de
eeuwen-oude en ongerepte natuur waren vóór 25
jaar slechts zeer enkelen, die te Bergen een land
huis bouwden of de plaats als zomerverblijf ko
zen. De baanbrekers waren enkele artisten, zoo
als de Heeren Graadt van Roggen en Veldheer.
Over het algemeen is men echter tè veel „mensch
van den 20en eeuw" om in ongerepte natuur, ver
stoken van alle comfort, zich behagelijk te kunnen
gevoelen. En juist eerst later, toen te Bergen y?or"
zien werd in deze vereischten als: waterleiding,
electriciteit, spoorverbindingen, goede wegen,
postkantoor, rioleering, gas, tennisbanen, Hotels,
Café s, Restaurants, vergader- en tooneelzalen enz.
eerst toén kwam de trek naar hier. Al deze
zaken kunnen niet in het leven geroepen worden
voor enkelingen; en daarom hebben óók zij, voor
wie slechts hierdoor de mogelijkheid werd gescha
pen zich te Bergen te vestigen, terdege belang bij
het soms in enkele kringen zoo gesmade „vreem
delingen-verkeer", dat per slot van rekening den
stoot daartoe heeft gegeven, uit den aard der zaak
deze ONAFWIJSBARE eischen heeft gesteld.
Te hopen is, dat opeenvolgende Gemeenteraden
dan ook niet zullen tornen aan maatregelen door
het Dag. Bestuur der Gemeente voorgesteld, om
nauwlettend te waken voor het bewaren van het
natuurschoon in deze gemeente. Reeds het zuivere
eigenbelang van de meeste inwoners eischt dat „de
kip die gouden eieren legt" niet geslacht wordt!
De eerste stap in de goede richting is eenige
jaren geleden gedaan door het vaststellen van
normen voor de bebouwing en door deze onder
toezicht te stellen van de Prov. Advies Commissie.
En de tweede stap, het aankoopen van het Ber
gerbosch, waardoor voor altijd het behoud van dit
natuur-monument verzekerd is, was een daad
waarop zoowel Gemeente, Provincie als Particu
lieren die dit mogelijk maakten, trotsch kunnen
'Bergen is boven vele badplaatsen bevoorrecht;,
in natuurschoon der omgeving vindt zij haar weer
gave niet van den Helder tot de Fransche grens-
Ue rest is menschenwerk en alles kan gemaakt
worden. Dat dit met liefde en voorzichtigheid ge
schiede en de toekomst van Bergen zoowel als
van Bergen aan Zee kan met vertrouwen tege
moet gezien worden. c f zeiler jr
Bergen aan Zee, Mei 1931.
De afspraak.
Thackeray verontschuldigde zich eens, dat hiji
vroeg van tafel opstond, omdat hij, zooals hij zei,,
elders een afspraak had gemaakt.
Maar wilt gij niet eerst een sigaar rooken?
vroeg de gastheer.
Een sigaar rooken? O, dat is juist mijn af
spraak! was het oprechte antwoord, en hij bleef
tot laat in den avond.
Niet vriendelijk.
Billroth, de beroemde chirurg, over wien thans,
véél wordt gesproken in verband met het feit, dat
de medische wereld den honderdsten terugkeer
van zijn geboortedag herdenkt, Billroth dan, was
een fijnzinnig muziekliefhebber. Hij bespeelde
overigens ook zelf een instruentm, de cello, maar
op dat gebied waren zijn prestaties niet buitenge
woon.
Op een goeden dag musiceerde de medicus met
Brahms en toen de laatste tonen van de sonate
verklonken waren, zei Billroth tegen zijn partneri
Je hebt hem van katoen gegeven, vriend, wil
je gelooven, dat ik mij zelf af en toe niet eens
hoorde?
En daarop Brahms laconiek:
Wees blij, kerel.
Een gevaarlijke grap.
In zijn souvenirs en portraits verhaal Halévy het
treurig uiteinde van den kolenbrander musicus
Thomas Britton, den stichter van de muzikale club
in Engeland, die strief nadat twee dagen tevoren
een buikspreker de grap had gehad hem zijn laat
ste uur aan te kondigen.
HET KASTEEL RUSSENDUIN, rc aWde
^^rd^alhistorische° wordJR^lvanS Bergen^aa^^Zee^^et temomeW°g^bou\v01werd V^er^°°^e^l^Bemir'°afgSestaanSCdoorrSde St^ng' *c^a^oord.