■EE VICTORIA-WATER HOOG EN LAAG WATER te BERGEN AAN ZEE in 1931, Café-Lunchroom ,DE DOORBRAAK" hoek MARKTSTRAAT, PRIMA CONSUMPTIE. BILLIJKE PRIJZEN. AMSFELBIEREN. VALK's LUNCHROOM LUNCH f 1,25. DINER f 1,75. DAGSCHOTEL f 0,90 Hotel „TOELAST" CAFÉ-RESTAURANT. CONCERT. Historische Anecdoten. Advertentiën. WÈÊÊÊt nBHBEBEHHEinflE JULI. Hoog water: Laag water Datum Voormi Namidd. Voorm. Namidd. 4 7.03 7.26 3.29 3.47 5 7.39 8.00 4.06 4.21 6 8.16 8.39 4.44 4.58 7 9.00 9.25 5.16 5.33 8 9.51 10.15 5.58 6 20 9 10.43 11.11 6.46 7.18 10 11.45 7.49 8.25 Bezoekt 991 A. J. BARTIN. BEZOEKT IN ALKMAAR Restaurant. Banketbakkerij. Ingang door den winkelHOUTTILB 5. IJS. PLOMBIERE. SORBETS. Eenigst adres voor „Kaasdragers". Aanbevelend, Fa. W. G. E. VALK. ALKMAAR. PRIMA KEUKEN. PROCLAMATIE. AANGEZIEN een hond, waarvan de hoogte meer dan 30 centi meter bedraagt, niet op den openbaren weg los mag loopen, dient de eigenaar van een hond, waarvan de hoógte meer bedraagt, het dier aan een lijn te houden of anders thuis te laten. AANGEZIEN de naam van iederen badgast volledig en gratis in de „Badbode" wordt gepubliceerd, heeft het geen zin initialen, al of niet omgeven door een hart, in banken of boomen te snijden. AANGEZIEN een bosch in 60 minuten door brand vernield kan zijn, maar de schade in geen 60 jaren is hersteld, is het aanbevelenswaardig, voorzichtig met vuur om te gaan en geen brandende lucifers, sigaren of cigaretten weg te gooien zonder deze daarna met den voet te dooven of onder een laagje zand te bedekken. AANGEZIEN uwe buren zonder meer gaarne willen aannemen, dat gij de gelukkige eigenaar van een gramofoon of radio-toestel zijt, is het absoluut overbodig ze den ganschen dag daaraan op luidruchtige wijze nog te herinneren. Behandelt deze aangelegenheid met zachtheid!" Spaart uw buren! AANGEZIEN de meeste menschen bloemen kweeken voor zich zelf en niet voor voorbijgangers, zoudt gij wellicht onvriendelijk bejegend werden als gij u tot het plukken van bloemen in anderman's tuin laat ver leiden. Er zijn bovendien in Bergen goed-gesor- teerde bloemenwinkels! AANGEZIEN de gemeente-finantiën zulks niet toelieten, kon de Raad tot op den huidigen dag nog niet overgaan tot den aanleg van een modern ingericht sportter rein en van een race-baan voor auto's en motor rijwielen. Bij gebrek hieraan, straten of pleinen als zoodanig te gebruiken, kan voor anderen levens gevaarlijk en voor-U zelf kostbaar zijn, daar de boeten op overtreding van de desbetreffende ver bodsbepalingen hoog zijn. AANGEZIEN door den aankoop van het Bergerbosch het aantal boomen met duizenden is toegenomen, is de waar de van een boom te Bergen in vergelijking met de kosten van aankoop nog minder dan die van een lucifer. Toch hebben wij liever dat U een lucifer in brand steekt dan een boom. AANGEZIEN de Redactie hieromtrent nog nooit een bevredi gende oplossing vermocht te vinden, zal binnen kort een prijsvraag worden uitgeschreven, waarom het overgroote deel der menschen binnenshuis papieren in een prullemand en schillen op een bord leggen, maar buitenshuis er niet aan denken van éénigen zin voor orde en netheid blijk te ge ven. Erasmus vertelt in het „Laatste Nieuws" van (België) van eenige anecdotes over professor Pic- card, den door zijn ballontocht in de stratosfeer plotseling beroemd geworden professor. Over de avontuurlijke, ja zelts heldhaftige on derneming van prof. Piccard zal de wereld nog niet zoo snel zijn uitgepraat. Zijn tocht schijnt in elk opzicht met goed gevolg bekroond te zijn ge weest. Maar hierover willen wij het hier eigen lijk niet hebben. Wel over den geleerde zelf. Prof. Piccard heeft een broeder, die sprekend op hem lijkt. Voor den oorlog was dit tweetal een bekende verschijning in de studenten- en kunste naarskringen te München. Het was echter voor ieder, ook voor hun beste kennissen, vrijwel on mogelijk Jan Piccard van August Piccard te on derscheiden. Elk hunner was bijna twee meter lang. Zij had den alle twee lange blonde lokken. Zij droegen beiden dezelfde lange mantels en verwekten door hun Bohemers-uitzicht de verbazing van de bevol king van Schwabing, de kunstenaars-voorstad van München, die anders heel wat gewend was. De beeldhouwer Abel vertelt in de „Berliner Zeitung am Mittag", dat een der Piccards eens zijn borstbeeld bij hem liet maken. Toen het werk klaar was, bleek, dat de betreffende Piccard voortdurend zijn broeder had laten poseeren, zon der dat de beeldhouwer daar iets van had bemerkt. Abel verzekert overigens ook heden nog niet te weten, van welken Piccard hij eigenlijk een beeld gemaakt heeft. Als een van de Piccards op straat een vriend of kennis ontmoette, stelde hij steeds de vraag: Welke van de twee ben ik? Het was zuiver toeval als men juist raadde. Met het grootste genoegen maakten de gebroe ders Piccard van deze groote gelijkenis gebruik om hun medemenschen voor den gek te houden. Een hunner komt op. zekeren dag bij een bar bier binnengestapt en Vraagt den man hem zoo glad mogelijk te scheren, daar zijn baard geweldig snel groeit. De ridder van het scheermes doet zijn uiterste best en belooft zelfs den klant kos teloos nog eens te scheren, als het niet goed ge noeg mocht zijn. De klant vertrekt, maar tot onbeschrijflijke ver bazing van den barbier komt hij een paar minuten later weer. binnengestapt met een flinken baard. Beweerd wordt zelfs, dat de eene broeder vaak in de plaats van den anderen examens aflegde, zonder, dat de professoren dit bemerkten. Het wa ren namelijk beide zeer knappe jongens, waarvan de eene natuurkunde, de andere scheikunde stu deerde. Jan Piccard, de scheikundige, werd op een ze keren dag te éten gevraagd bij prof. Pyloti, een zijner hoogleeraren. Prof. Pyloti, die in het geheel niet wist, dat Jan Piccard een broeder bezat, ontmoette nu toevallig op straat August Piccard. Hij begroette dezen, in de overtuiging met Jan te dóen te hebben en vroeg hem: - U komt toch straks bij ons eten, niet waar? De verbazing van het echtpaar Pyloti moest groot zijn geweest als daar plotseling twee heeren Piccard aan den disch verschenen In elk opzicht waren de gebroeders Piccard ori- gineeleri. Toen eens een troepje studenten uit München een zeer moeilijke klauterpartij in de Beiersche Alpen ondernam en wel juist in een ge deelte, waar men vaak door vallend gesteente werd bedreigd, verschenen dé gebroeders Piccard met stroohoeden op het hoofd. Dergelijke hoeden, verzekerden zij, waren de beste beschermers te gen vallende steenen en zij lieten tijdens het uit stapje de steenen ook kalm op hun hoeden neer vallen. In vroeger tijden hadden bijna alle heerschers bijnamen, die dikwijls heel vreemd klonken, maar dat waren dan, evenmin als de kenteekenende. na men der oudheid, meestal geen spotnamen. Echte schimpnamen kregen dikwijls zeer popu laire, of wel heel onpopulaire menschen, wier ka rakterbeeld niet slechts in de geschiedenis, maar ook naar het oordeel der tijdgenooten, min oi meer onbestemd was. Zij waren niet altijd boosaardig bedoeld; dikwijls zelfs waren het verkapte lief- koozingen of kameraadschappelijke benamingen. Zoo noemden de Engelsche soldaten Washington „de beminnelijke George" (lovely George); Blücher heette „Maarschalk Voorwaarts"; de Berlijners noemden Wrangel „Papa Wrangel". Abraham Lin coln werd heel teeder „de eerlijke baviaan", de „Illinois-aap", vader Abraham of eenvoudig „de lattensplijter" genoemd (naar het beroep van houthakker, dat hij in zijn jeugd uitoefende). Frederik de Groote heette „de oude Frits"; Na poleon „de kleine korporaal" oi wel werd hij naar zijn rooden neus, „Almachtige Neus", „Koperge zicht" of „Zijn Neusschap" (his noseship) genoemd. In Engeland en Frankrijk is er bijna geen heer- scher, wien het volk niet een populairen naam: heeft gegeven: Lodewijk XIV heette „de oude bo nafide (blijkbaar omdat hij alles ter goeder trouw deed); zijn opvolger, Lodewijk XV, noemde men spottend „le bien aimé" (de welbeminde), om dat zijn voorganger te lang geregeerd had, Lode wijk XVI bekwam in de revolutie den naam van. „Monsieur Veto", zijn gemalin, „de Oostenrijk- sche heette „Madame Veto" (naar het vetorecht), nog hoonender werd hij de „slotenkoning" ge noemd, omdat hij zooveel van knutselen met slo ten hield. De strooman Lodewijk XVfll eindelijk heette „roi panade", hetgeen óf „koning brood soep (naar zijn corpulentie), óf „koning pauwe gang" beteekent. De Fransche revolutie bracht een groote massa schimpnamen mede, evenals Na-1 poleon's tijd. Mirabeau noemde men „de pot". Ge-; neraal Murat heette onder de soldaten „le beau sabreur", hetgeen een knappe, moedige, doch niet juist kloeke strijder met de sabel beteekende. Na poleon I had onder zijn soldaten natuurlijk een menigte bijnamen, o.a. „generaal-aannemerom dat hij zooveel bouwwerken ondernam, maar ze weer opgaf of niet ten einde bracht. Het ergste: kwam echter Napoleon III weg, die slechts „de zwetser' heette; niet minder boosaardig voor hem is de dialectische uitdrukking „Rantipole", dat „halve gare" beteekent. In Engeland hadden en hebben personen, die: vooraanstaande plaatsen in het openbare leven in nemen, hun „nicknames". De staatsman-Pitt noem de men wegens zijn magerheid „de eindelooze" en James Fox heette men wegens zijn donkere ge laatskleur, „de neger". John Law, de beruchte uit vinder van het papiergeld, werd „de papierkoning" genoemd, en de jonkvrouwelijke koningin Eliza beth werd door haar hovelingen de „koningin van het geluk„de glorie van haar geslacht„roem. der natuur", „de ware Diana" en „Wereldwonder" bijgenaamd. Het volk noemde haar minder vleiend „bloedige koningin Betje" (bloode queen Bess). De schimpnamen van Duitsche grooten zijn wel licht minder populair, maar daarom niet minder boosaardig. Dat Luther zijn tegenstander Dr. Eek grofweg „Dreck" noemde en deze hem „Luder", is. algemeen bekend. Maximiliaan, de laatste ridder, die zijn leven lang in geldverlegenheid zat, noem den de Italianen „Pochi Danari", weinig geld. Cal- vijn werd door zijn kameraden wegens zijn zucht tot aanklagen „de accusatieff" genoemd. Karei V heette, na zijn afstand van den troon, weinig be leefd „de onttroonde vreter". Voltaire, die men „zendeling des duivels", maar ook „Apostel der ontrouw" noemde, dacht voor zijn vriend Frederik den Grooten twee schimpnamen uit; „Alaric Cot- tin" (naar den door Molière bespotten Abt Cottin). en „Luc" (zoo heette een aap van Voltaire) en in een vergelijking met Frederik zei Voltaire eens:, „Ik noem hem Luc; want hij is zooals de aap hier;, hij bijt wie hem streelt". In Frankrijk werd Fre derik „le sablonier", de zandverkooper genoemd, omdat hij heerscher van „het zandige mark" (Brandenburg) was. Goethe had wat niet zoo algemeen bekend is. in Wetzlar onder zijn vrienden den bijnaam van- „de oprechte", waarvan hij zelf zegt: „dien naam heb ik verdiend door mijn opmerkzaamheid voor de eerlijke Duitsche aartsvaders". Herder werd wegens zijn voorliefde voor den Engelschen deken Swift, „de Deken" genoemd, Schubert kreeg den bijnaam van „Canevas",. omdat hij, als iemand aan hem was voorgesteld, vroeg: „Kenn er was?" Frederik Wilhelm IV, wegens zijn voorliefde voor- het bekende champagnemerk „Cliquot". Wilhelm I heette in zijn jonge dagen „de kartetsenprins",, omdat hij, zooals bekend, het bevel tot vuren gaf in dc „revolutie van '48". Moltke noemde men „de groote zwijger". Als nadere bepaling voegt men er aan toe, dat hij in- zeven talen kon zwijgen. -w-g; ,!?aS8LAHNSTElN NATUURLIJK BRONWATER.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1931 | | pagina 2