REB,
UI I
00N 5.
r.
„Bergensche Bad-, Duin- en Boschbode''
van ZATERDAG 25 JULI 1931.
TWEEDE BLAD.
7
oor zijn.
iide hij,,
Keizerin,
voor de
ontnam
meester
:n vorst.
na het
hebben:.
it kleine
tkomen.
lie men.
srs toe-
:n pein-
hii zijn»
sdichten.
de voe-
i bloote:
eer liep-
p kleine-
n mond
I, waar-
len dag,,
chte ta-
papier,
anders
es.
RTE.
es.
ooooo
AR.
huis). 8
n.m.
OOOOO
22e Jaargang No. 9.
B. ESSERS.
Toen wij in 1929 in de Badbode achtereenvol
gens een tiental Berger kunstenaars bespraken, lag
het ook in ons voornemen, aan den kunstenaar B.
Essers een beschouwing tewijden. Dit bleek niet
mogelijk, aangezien hij in het buitenland vertoefde,
hetgeen het vorige jaar in den tijd van het ver
schijnen van de Badbode eveneens het geval was.
De vorige week vernamen wij, dat hij met zijne
echtgenoote, die hem een groote steun voor zijn
werk is, en hem gélukkig heeft gemaakt met een
dochtertje, dat voor beiden dagelijks een bron
van nieuwe vreugde is, juist was teruggekeerd van
een reisje, waarom wij den Zondagmorgen gebruik
ten, om den artist in zijn woning aan de Bickers-
laan te Schoorl te bezoeken.
Na het trieste weer van de vorige dagen was
het een bizonder genoegen om op den mooien
zonnigen Zomer-Zondag langs den nog ongerepten
weg vol natuurschoon van Bergen naar Schoorl te
rijden en te genieten van de begroeide duinen, die
daar zoo wonderschoon grenzen aan het vlakke,
Hollandsche landschap.
Essers ontving ons in zijn aardig, aan een stillen
landweg gelegen huis op de hem eigen vriendelijke
wijze, ons dadelijk vertellende datgene, waarvan
hij veronderstelde, dat het onze belangstelling zou
hebben. Enthousiast liet hij ons al dadelijk teeke-
ningen zien, die hij van zijn kindje had gemaakt en
die hem van nut kunnen zijn voor werk, dat hij
verder hoopt te ondernemen. Het is buitenge
woon interessant, aldus de kunstenaar, om zoo'n
kindje in allerlei houdingen te teekenen, maar
t moet zeer vlug gebeuren, want ze blijft geen
■oogenblik hetzelfde.
Direct daarop toonde hij ons een houtsnede, die
juist gereed was gekomen en waarvan hij (Essers
drukt zijn houtsneden zelf af) zelfs nog geen afdruk
had gemaakt.
De plank, ter groott? van 40 c.M., toonde een
bloeienden appelboom te Schoorl met de duinen
op den achtergrond. De op den voorgrond staande
populieren geven eenigszins den indruk van cy-
pressen, waardoor ook deze houtsnede een ietwat
Oosterschen indruk maakt, maar waardoor men
juist weer te doen heeft met een echte Essers.
Wij verzochten hem, ons de kinderkopjes nog
eens te laten zien, waarop hij zoo treffend de
eeuwige schoonheid van het kind heeft vastgelegd.
De baby-teekeningen van Jan Sluyters zijn be
roemd, de kinderkopjes van Essers, met zooveel
liefde vervaardigd, ontroeren ons niet minder. De
onschuld van het kind spreekt in deze krabbels tot
den aanschouwer en het is juist dit in het kind, dat
ook in den meest verbitterden mensch het goede
weer wakker roept.
Essers werd in 1894 te Kraksaan op Java, waar
zijn vader een bekend medicus was, geboren. Op
8-jarigen leeftijd vertrok hij met zijn ouders naar
Utrecht, waar hij tot zijn 10de jaar verbleef, om
daarna in Amsterdam te gaan wonen. Tot zijn
19de jaar bezocht hij de Hendrik de Keijzer-tee-
kenschool. Op 19-jarigen leeftijd werd hij afgewe
zen voor het admissie-examen van de Rijks-Aca
demie voor Beeldende Kunsten, waarna hij twee
jaar studeerde aan het Royal College Of Arts te
Cliché Tijdschrift „Op de Hoogte".
„DE ZAAIER".
South Kensington in Engeland. Daarna deed hij
opnieuw examen voor de Rijks-Academie, doch
wederom zonder resultaat. Toen Essers, die thans
als grafisch kunstenaar, een eerste plaats in ons
land inneemt en internationale waardeering voor
zijn werk ondervindt, vóór een paar jaar in Bre-
tagne vertoefde en daar één van de professoren
der Amsterdamsche Academie ontmoette, die van
zijn bewondering voor zijn werk getuigde, merkte
Essers (dit is ons bekend van een ander kunste
naar, die daarbij tegenwoordig was) ondeugend op,
dat dit werk was van iemand, die als leerling voor
de Academie tweemaal werd afgewezen. De pro
fessor haastte zich daarop te antwoorden, dat hij
toen nog niet aan de Academie verbonden was en
voegde er aan toe, dat dit, wanneer dit wel het
geval was geweest, stellig niet gebeurd zou zijn.
Op 21-jarigen leeftijd begon Essers zich op het
houtsnijden toe te leggen. Zijn fantastische geest,
beïnvloed door de Aziatische kunst, kwam daarin
spoedig tot uiting. Vermoedelijk werd Essers in
zijn jeugd reeds sterk' door de Oóstérsche kunst
beïnvloed. In ieder geval gevoelt hij zich nog
steeds tot de Aziatische kunst aangetrokken.
In 1922 verbleef Essers ruim een half jaar in
Italië, waar hij bizondere aandacht schonk aan de
klassieke kunst, Het Italiaansche landschap, zoo
zeide hij, trekt mij bizonder. Voor de Italiaansche
kunst heb ik diep respect, doch in wezen schonk
zij mij niet die bevrediging, die de Aziatische
kunst mij schenkt.
Voor wie Essers kent, is het volkomen begrijpe
lijk, dat hij met zijn fantastischen geest, die in zijn
werk de verschillende architecturen op wonderlij
ke wijze bijeen brengt, zich het meest aangetrok
ken gevoelt tot de Oostersche kunst. Essers is
een romanticus, en wij hopen, dat hij dit zal blij
ven.
In 1917 werd Essers aangezocht om het werk
van Arthur van Schendel: „Een zwerver verliefd",
Cliché Tijdschrift „Op de Hoogte".
te illustreeren. Hij maakte hiervoor een vijftal
houtsneden, die aanstonds als passende bij de
wonderlijke romantische verbeeldingssfeer van den
schrijver, werden erkend.
Nu, juist 11 jaar later, zoo vertelde Essers ons
niet zonder voldoening, ben ik gereed gekomen
met eenige houtsneden voor het werk van den-
zelfden jchrijver: „De zwerver verdwaald", dat
binnenkort het licht zal zien.
Voor Van Schendels werk „Saphia" maakte Es
sers bovendien prachtige houtsneden ter hoogte
van 40 c.M., die afzonderlijk worden verkocht en
groote waardeering vinden.
Voor het belangrijke werk van den dichter A.
Roland Holst: „Deïrdre en de zonen van Usnach"
vervaardigde Essers een houtsnede voor het titel
blad, terwijl hij ook het werk van den dichter
Adama van Scheltema: „Kunstenaar en Samenle
ving' illustreerde.
Beide werken, alsmede eenige houtsneden en
teekeningen van Esers, vindt men aanwezig op de
herdenkings-tentoonstelling op het kasteel Rus
senduin te Bergen aan Zee.
Op 26-jarigen leeftijd vestigde Essers zich met
zijn ouders voorloopig in Bergen. Tengevolge van
het overlijden van zijn vader, bleef hij daar met
zijn moeder voorgoed wonen. Gaarne, zoo zeide
hij, was ik in Bergen, waar ik mij bizonder thuis
gevoel, blijven wonen. Toen ik het vorige jaar
trouwde, bleek mijn atelier te klein. Hoewel dit
40 M. van den openbaren weg af staat, kon ik geen
toestemming verkrijgen, om dit als woning te ver
bouwen, waarom ik naar Schoorl trok. Het land
schap hier, aldus de kunstenaar, is niet minder
mooi, maar toch hoop ik natuurlijk weer eens
naar Bergen terug te keeren.
Essers vervaardigt ook penseelteekeningen,
waarvan men een tweetal op de tentoonstelling
aanwezig vindt. In zijn atelier zagen wij nog een
mooie penseelteekening, voorstellende de oude
boerderij aan de Karei de Grootelaan met de
Ruïnekerk op den achtergrond. Voor deze teeke-
„DE PLOEGER".