j.p. HET STEDELIJK Schoenen HEK- EN RASTERWERK HOOG EN LAAG WATER te BERGEN AAN ZEE in 1931. Hotel „TOELAST" CAFÉ-RESTAURANT. CONCERT. VALK's LUNCHROOM LUNCH f 1,25. DINER 11.75. DAGSCHOTEL f 0.90 Bezoekt Café-Lunchroom „DE DOORBRAAK" KAASMARKT, hoek MARKTSTRAAT, ALKMAAR. PRIMA CONSUMPTIE. BILLIJKE PRIJZEN. AMSTELBIEREN. Historische Anecdoten. Adverientiën. 6REELAAN 16. - BERGEN. - TELEFOON 5. ÏT. c. seewald. SCHOOLSTRAAT 2, BERGEN, TELEFOON 65. voor alle doeleinden N.H0EBE EN ZOON, BERGEN VICTORIA WATER in dichte drommen voorkomen, meermalen in ge zelschap van kauwen. Ekster, Gaai en Roek zijn kundige nestbou wers. Alle drie behooren ze tot de familie der raven en tot de orde der zangvogels. Als lieflijke zangers kunnen we ze evenwel tot nu toe niet begroeten. J. DAALDER Dz. AUG. Hoog water Laag water Datum Voorin. Namidd. Voorm. Namidd. 1 5.59 6.24 2.35 2.53 2 6.34 6.56 3.11 3.25 3 7.05 7.26 3.41 3.52 4 7.36 7.56 4.11 4.21 5 8 09 8.31 4.42 4 50 6 8.94 9.10 5.13 5.23 7 9.37 10.05 5.51 6.07 ALKMAAR. PRIMA KEUKEN. BEZOEKT IN ALKMAAR Restaurant. Banketbakkerij. Ingang door den winkelHOUTTIL B 5. IJS. PLOMBIERE. SORBETS. Eenigst adres voor „Kaasdragers". Aanbevelend, Fa. W. G. E. VALK. A. J. MARTIN. Wat men zoo al in de lucht aantreft. Evenals de zeeën als het ware krioelen van uiterst kleine wezens, is ook de lucht ruimschoots van levende organismen, plantaardig en anorgani sche stof voorzien. De bestudeering van dit „on eindig kleine" wordt mogelijk gemaakt door de ul- tramicroscopie, die in staat stelt de voorwerpen tot 50.000 maal te vergrooten. De ultramicroscoop toont in een druppel zeewa ter tallooze vitrionen, monaden en infusoriën aan; door middel van datzelfde instrument neemt men in een klein volume lucht eenzelfde soort kleine wezens en allerlei soorten stof waar. Een einde die microscopische wezens af te zon deren, neemt men nauwkeurige en uitvoerige me thoden te baat. Men filtreert bepaalde hoeveelhe den lucht; men laat de in den dampkring aanwezige waterdamp condenseeren, door een glazen vat van binnen sterk af te koelen; ook het regenwater en het water, door het smelten van sneeuw verkre gen, welke onder bijzondere omstandigheden ver zameld wordt, wordt onderzocht. Behalve stukjes van de vleugels van kapellen en dergelijke dieren; dons, afkomstig van vogels, over blijfselen van insecten; zelfs geheele cadavers van microscopische diertjes en ook plantenzaadjes, zet meel en mossen, treft men in de lucht ook infuso riën en bacteriën aan, die niet grooter zijn dan een vier- of vijfduizendste deel van een millimeter. Sommige dier wezens hebben een bolronde, andere een langwerpige gedaante. Een dezer kleine wezens heeft de merkwaardige eigenschap, dat zij in 48 uur één gram zwavel in zwavelzuur omzet, wanneer men voor de aanwe zigheid van 4 liters kokend water, waaraan een bepaalde hoeveelheid ammonium-tartraat en een overmaat van zwavel toegevoegd is, zorg draagt. Al deze wezentjes leven, voeden, ontwikkelen en vermeerderen zich dikwerf langen tijd alleen door splitsing brengen soms ontleding en gisting teweeg in de zelfstandigheden, waarmede zij in aanraking komèh en veroorzaken soms, in voor hen gunstige ontstandigheden, bij mensch of dier verschillende ongesteldheden en ziekten, in welk geval men hen microben of bacteriën noemt. Al deze wezentjes hebben een speciale aan hun soort eigen gedaant, waaraan zij te onderkennen zijn. Zoo heeft de microbe, die de longontsteking ver oorzaakt, een lijmvormig, sterk lichtweerkaatsend lichaam, dat in voortdurend trillende beweging verkeert. Tijdens een reis, die Frederik Willem 1, koning van Pruisen, door zijn land maakte, moest zijn rij tuig even voor de stad Mariënwerder wachten tot een nieuw span paarden gehaald was. Vlak tegen over den wagen van den koning zat een opge schoten boerenknaap een stuk vleesch uit zijn knapzak te eten. De koning zag met genoegen den gragen eetlust van den knaap. „Jongen!" riep de vorst, „wat eet je daar? „Vleesch, mijnheer!" „Wat voor vleesch dan?" „Ja, dat moet u 's raden!" „Rundvleesch?" „Nee hooger op!" „Kalfsvleesch?" „Nog hooger op!" „Kip?" „Hooger op!" „Toch geen varkensvleesch?" „Zeker, daar heeft mijnheer 't net geraden!" De koning begon pleizier te krijgen in dit ge sprek. En hij vroeg den jongen op zijn beurt: „En waar zie je mij nou wel voor aan?' „Wel, voor een korporaal". „Hooger op!" „Nou dan voor een kapitein". „Hooger op!" tt „U bent toch zeker geen generaal? „Hooger op!" De knaap sprong toén verschrikt op en stamel de met de pet in zijn hand: „Maar dan moet u de Koning zijn!" Frederik Willem lachte en liet den knaap een klein geschenk geven. Toen Napoleon toebereidselen voor den oorlog tegen Spanje wilde maken, probeerde de bekwame staatsman en diplomaat Talleyrand (17541838) hem van dit voornemen af te brengen, Och, riep Napoleon uit, die oorlog is slechts een ontbijt voor me! Ik vrees, dat u dan lang aan tafel zult blij ven, antwoordde Talleyrand zuchten!. Van den onsterfelijklai Joost van den Vondel bestaan enkele aardige anecdoten, wél waar eens weer naar voren te worden gebracht. In de roemrijke zeventiende eeuw, de Gouden Eeuw, deed men natuurlijkerwijze veel meer aan de zoogenaamde „wandelsport" dan tegenwoordig het geval is. Ook Vondel hield veel van die gezonde sport. Hoe lief Amsterdam hem ook was, waar hij zoo gaarne het drukke leven der nijvere burgers be spiedde, toch verliet hij heel vaak z'n woning in de Warmoesstraat, metihet doel het drukke stads leven voor een poosje te ontvlieden. Wandelen ging hij, wandelen tot heel, heel ver soms buiten de stad. I Eens wandelde hij ook weer ver, ver buiten Am sterdam, en moe geworden van den verren tocht stapte hij een dorpsherberg binnen, In de ruime gelagkamer zittende, hoorde hij boven de breed, zware eiken balken eenig voetengeschuifel. Hij vroeg den waard nieuwsgierig, of zich daar boven misschien bezoekers bevonden. De vriendelijke herbergier vertelde, dat op de bovenkamer de leden van een rederijkerskamer vergaderd waren. Een rederijkerskamer juist iets voor Vondel natuurlijk. Gaarne wilde hij bij de vergadering tegenwoordig zijn. De waard vertelde hem dat dit wel werd toegestaan, maar Elke bezoeker, zoo was nu eenmaal de ge woonte, werd door cjén voorzitter der kamer met een vers toegesproken en de bezoeker was verplicht daar in dichtregelen op te antwoorden. Zooals vanzelf spreekt, was dit voor Vondel hoegenaamd geen bezwaar. Vrijmoedig trad hij de vergaderzaal dan ook bjnnen. Beleefd vroeg de vooj-zitter, welk beroep hij uit oefende en Vondel antwoordde zoo kalmpjes langs z'n neus weg: i „Ik ben doodgraver". De voorzitter, z'n waardigheid bewust, rees fier van zijn zetel cjp en sprak met zware stem en breed gebaar: Gij leeft, waar niejnand leeft, Gij sterft, waar niemand sterft, Dat geeft u bier en bhood, Dus leeft gij van den dood". Glimlachend informeerde Vondel naar het be roep van den voortreffelijken vóorzitter. „Advocaat", was het trotsche antwoord. Vondel kuchte even, lachte guitigjes met z n oogen en sprak: „Gij leeft, waar tweedracht leeft, Gij sterft, waar tweedracht sterft, Dat geeft u brood en,zuivel. Dus leeft gij van den duivel". Verrast riep de voorzitter: „Die laatste zijt gij of Joost van den Vondel!" „Ik ben Vondel, om u te dienen", antwoordde de dichter. De Duitsche schrijver Gotthold Ephraïm Lessing (17291781) bemerkte, dat hij van tijd tot tijd klei ne bijdragen kwijtraakte zonder den dader te kun nen ontdekken. Om de eerlijkheid van zijn knecht op de proef te stellen, had hij een handvol geld op- de tafel gelegd en zich daarna uit de kamer ver wijderd. Hij vertelde dit aan een vriend, die Les- sing's achteloosheid in geldzaken kennende, dade lijk vroeg: „maar heb je het geld ook geteld?" „Geteld?" riep Lessing een beetje verlegen uit,, „neen, daar heb ik werkelijk niet aan gedacht." Auto-stalling met aparte boxes. LUNCH. DINER. RESTAURANT a LA CARTE. Vanille-IJs Diverse Coupes. Prima Engelsch linnen in WIT, GRIJS, BRUIN, BEIGE, ZWART. Tennis- Gymnastiek-, Strand- en Wandelschoenen, Sandalen, rJ^TSpeciaal ingericht voor het vulcaniseeren /fr van Zolen op Tennis- '4$ en ander Schoeisel. SMEDERIJ ST. ANTHONIESTRAAT <xxxxxxxxxxxxx>o<xxxxxxxx>o<xxxxxx> BEZOEKT TE ALKMAAR. Ingang: Breedstraat (achter het Stadhuis). Geopend van 9—12 v.m. en van 1£—n.m. - D &6RLAH ftSTEIN NATUURLIJK BRONWATER.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1931 | | pagina 2