A. E. ROMENY,
ADVERTENTIËN.
Bezoekt „DE DUINHOEVE"
BERGENSCHE
li DROGISTERIJ
„De Tabakspijp"
Specialiteit in fijne Sigaren en geïmporteerde Sigaretten.
Deze scène werd door een werkelijken Fransch-
man gespeeld.
Wat gebeurt? Clarisse nam de rol gewillig aan
en kweet zich heel goed van zijn taak. Hij liet zich
bij alle repetitiën den schop geven. Maar toen, op
den avond der voorstelling, de scène gekomen was,
liet hij den lord zijn tanden zien en dreigde hem
met vuistslagen.
De tooneellord, verwonderd over deze onver
wachte weigering, deed eenige passen vooruit, om
zijn doel te kunnen bereiken, maar de dansmeester
week uit en daagde zijn tegenstander tot boksen
uit. Dit werd aangenomen en beide strijders had
den elkaar dadelijk te pakken.
De Engelsche tooneelspeler moest het onderspit
delven.
Het publiek verlangde den volgenden dag het
zelfde stuk, maar de held moest 14 dagen te bed
blijven en de dansmeester behield de eer van de
overwinning.
Laetitia Ramolio, de latere „Madame Mère",
Napoleon's moeder, was opgevoed in een tijd en in
een land, gekenmerkt door binnenlandsche twisten.
Van wat wij zouden noemen een zorgvuldige
schoolopvoeding was bij haar geen sprake geweest,
al behoorde zij dan ook tot de patricische kringen
van Corsica. Zij had echter van nature een even-
wichtigen geest; zij was bezonnen, zag de dingen
met helderen en scherpen blik, had een sterk ge
voel voor wat goed was en rechtvaardig. Streng
in haar plichtsgevoel duldde zij niet, dat haar kin
deren transigeerden met wat zij meende hun
plicht te zijn. Tot hun opvoeding was zij geroepen,
terwijl zij zelf nog een kind was. Zij wordt de
moeder van „den" machtige, van den keizer van
Frankrijk. Zij blijft, hoe hoog opgeheven ook door
haar moederschap van den heerscher, dezelfde
eenvoudige, bescheiden, wikkende en wegende
vrouw, aanvaardend wat over haar komt, daardoor
veeleer beangst dan gevleid en steeds de gedachte
bij zich dragend, hoe snel een geluk kan keeren.
„Pourvu que 9a dure!", was de grondgedachte van
haar bestaan, die zij met het oude Corsicaansche
accent herhaaldelijk uitsprak: „Pourvou que 9a
doure!" „als het maar zoo blijft", „als het maar
zoo blijft!"
De macht had haar nooit bekoord: integendeel;
zij was voor haar de bedenkelijke zijde geweest
van het succes van haar zoon. Na zijn val is het of
hij haar nog nader staat. Zij had eens gezegd en
dit woord kenmerkt zoo de moeder in haar toen
men haar een zekere voorliefde voor haar zoon
Lucien verweet:
„Ik houd altijd het meest van het kind, dat het
ongelukkigst is
En zoo keerde zich haar hart allereerst tot den
eenzame op Sint-Helena. Hoe gaarne had ze hem
willen verlossen uit de ballingschap. Dit blijkt wel
uit een ander woord van haar, dat ons bewaard is
gebleven. Het werd gesproken, toen in 1920 in
Spanje en Italië een bonapartische samenzwering
werd ontdekt. „Madame Mète's" naam werd daar
bij genoemd, als zou zij met haar millioenen die be
weging gesteund hebben.
„Ik heb geen millioenen", antwoordde zij, doch
zoo ik die schatten bezat, die men bij mij veronder
stelt, zou ik die gebruiken om een vloot te bewa
penen en mijn zoon van Sint-Helena te halen,
•waar de ergelijkste délopauteit hem gevangen
houdt".
Het kind, dat het ongelukkigst was, had zij het
meest lief.
De Italiaan Paolo Solaroli was een eenvoudige
kleermakersleerling te Piemont. Op een dag nam
hij een groot besluit. Hij ging naar Indië, naar
Sardhan. Zijn avontuurlijk bloed liet hem dit
avontuur ondernemen.
verontwaardigd, besloot zoo vlug mogelijk haar
sieraden af te leggen teneinde angstig over de be
wegingen van het jonge persoontje te gaan waken.
Ik heb liever dat u er weinig werk van
maakt, maar dat u niets breektpast goed op,
bid ik u!
Wie is daar?
Ik moeder.
Georgina verscheen op den drempel van de
kleedkamer, zoo bezield, zoo innig, ais door een
slag van een tooverstok veranderd, zoodat haar
Moeder haar een oogenblik niet herkent.
O, God, wat gebeurt er?
Moeder, ik weet nietik las toen heb
ik, daar het Palmyre niet was, die stof afnam, op
gekeken ik weet niet, Moeder ik heb een
jong meisje gezien en ik voelde dat ze op me
lijkt
Welnu?
Ik kreeg als 't ware een schok, ik raakte bui
ten kennis! Ach, kijk! en ik weet nietmijn boek
heeft me niet meer geïnteresseerd, ik ben begon
nen nieuwsgierig, o zoo nieuwsgierig dat jonge
meisje gade te slaan Toen heb ik een hoop din
gen gezien, Moeder, dadelijk, gemakkelijk; de
dochter van Palmyre is geen huishoudster van be
roep
Heeft zij 't je gezegd?
Neen, neen, ik heb 't gezien. Zij heeft zelfs
zeker geen enkel vak geleerd, het is een ont
wikkeld meisje, dat ongetwijfeld haar studie voort
zet (Op het lyceum studeert de dochter van
een keukenmeid zoo van een beurs; bij alle opstel
len is zij bij de vijf eersten). 'tWas of ik lust
kreeg om te huilen van bewondering en vriend
schap.
Men schreef toen 1855. Paolo kwam in Sardhan
en werd daar hofkleermaker van den Maharadsje.
Paolo was nu gelukkig. Maar hij wilde nog hooger
op. Hij besloot voor zich zelf een prachtig gene
raalsuniform te maken. De uniform beviel den Ma-
haradsja bijzonder goed. Daar hij veel van Paolo
hield, benoemde hij hem kortweg tot generaal. Nu
was het lot van den kleermaker-generaal beslist.
Hij trouwde met de dochter van den Maharadsja
en toen deze stierf kwam hij aan de regeering.
Paolo was evenwel een voorzichtig man. Hij wist
dat hij zijn kroon niet lang zou behouden. Hij ver
kocht zijn gebied voor 30 millioen francs, keerde
met zijn gemalin naar Italië terug en leefde daar
het leven van een grooten meneer. Veertig jaar
geleden is hij te Voghera (provincie Pavia) gestor
ven. Nog tegenwoordig weet het volk te vertellen
van den kleermaker-generaal-Maharadsja.
Vóór den oorlog speelden de premières van de
stukken van Max Halbe een voorname rol in Ber
lijn. Ter gelegenheid van zulk een première bleef
Halbe, die uit München was overgekomen, langer
in de hoofdstad dan hij van plan was geweest. Hij
had het bij bier en wijn zóó gezellig in den vrien
denkring, dat hij maar niet kon besluiten naar huis
terug te keeren. Toen hij eindelijk op een morgen
zou afreizen, kwam weer niets van zijn vertrek,
ditmaal, doordat de schoenen voor de deur van
zijn hotelkamer waren gestolen.
Paul Schlendther zond een telegram aan me
vrouw Halbe te München: „Max verhinderd te ko
men, schoenen gestolen".
Een uur later kwam een telegram terug: „Ben
diep geschokt. Neem den besten advocaat van
Berlijn. Getuig voor de rechtbank dat hij in dron
kenschap heeft gehandeld. Hij mag niet veroor
deeld worden".
Toen Koning Karei van Wurtemberg zich zou
verloven met grootvorstin Olga kreeg hij een por
tretje van haar ten geschenke. Na het bekeken te
hebben zei hij: Wat is dat geflatteerd! De oogen
zijn te schitterend, de tint is te frisch en het haar
te weelderig.
Maar u kent de prinses immers nog niet zei
de adjudant.
Dat is waar antwoordde de prins, maar ik
ken de hofschilders.
Een Engelsch muziekliefhebber zei eens tegen
den beroemden Paderewski, dat geen enkel levend
componist in staat was zulke eenvoudige en toch
zoo wonderschoone muziek te schrijven als Mozart.
Den volgenden dag zagen ze elkaar weer en nu zei
Paderewski: Mag ik eens iets van Mozart spelen,
dat je misschien nog niet kent. Natuurlijk, stemde
de goede vriend toe en de groote piani'sVjette zich
voor de piano, speelde een menuet, fijn ëh eenvou
dig.
Aan 't slot riep de vriend: Ben je 't nóg niet met
me eens, dat zulke muziek tegenwoordig niet meer
geschreven wordt?
Ik geloof van wel, antwoordde Paderewski, want
dit menuet heb ik zelf gecomponeerd.
In den tijd, dat de Czaar van Rusland nog zeer
ijverde voor de algemeene ontwapening, schreef de
Engelsche pacifist Stead aan den Amerikaan-
schen humorist Mark Twain, dat de verwezenlij
king van den wereldvrede nu zeer nabij was en hij
vroeg of Twain dezelfde meening was toegedaan,
Mark Twain schreef terug: Lieve meneer Stead, de
Czaar is bereid tot ontwapening, ik ben daartoe
ook bereid. U bent het eveneens. U behoeft dus
alleen maar alle anderen daartoe ook te brengen
en dan is de zaak de wereld uit.
Mevrouw Heaucollas is in verrukking:
Ga door, kind.
Dus, Moeder, een persoon die gewoon is te
studeeren kan aardig handig zijnof liever: het
ontsiert een aanzienlijk persoon in 't geheel niet
stoffelijk werk te doen
Zeker, zeker, lieveling, je geeft je reken
schap?
Op het gezicht van de dochter van Palmyre
ligt een beredeneerde vlijt, men ziet haar verstand,
dat zich met haar handen verplaatst; zij heeft ron
de, losse, bevallige gebaren, er is als 't ware stijl in
die bewegingen... Wat zij doet, vegen, stof afne
men is niet vernederend minderwaardig het
geeft een denkbeeld van nuttig en productief
werkja, men denkt aan een nuttig mensch,
voor zichzelf en voor anderen de waardigheid
blijft, niets van de verdienste van het verstand
verdwijnt, integendeel
- O! Lieveling, wat heb je toch een aesthetisch
gevoel! Wat een geluk!Je vader had wel gelijk.
Wat dit jonge meisje betreft, bestaat er ech
ter een vrij pijnlijk gezichtspunt: het is hard zich
te schikken op bevel van anderen, gedrukt te
worden, gedwongen door de noodzakelijkheid, en
niet vrij te zijn zijn plicht naar zijne krachten af te
meten Het doet mij verdriet voor haar
Wat een goed hart! Je hebt ook een goed
hart!
Ik heb wel gezien dat ze moe was; toen heb
ik haar verzocht een steekje aan mijn rok te doen,
opdat zij zou kunnen zittenEn als u het zoudt
willen om haar te verlichten, zijn er toch dingen in
het huishouden, die ik zou kunnen
Neen! Is 't waar? Dank mijn God! Nu zijn
mijn wenschen dan toch geheel ingewilligd.
Kort geleden had in Duitschland een proces
plsiats,'in verband met een diefstal van twee roode
en twee blauwe Mauritiuszegels. Door dit proces
werd de wereld weer opmerkzaam gemaakt op de
kostbare Mauritiuszegels.
Aan een eigenaardig voorval danken de eerste
M.auritiuszegels hun ontstaan. Ongeveer in het
midden der vorige eeuw leefde te Port Louis, de
hoofdstad van het aan de Oostkust van Zuid-Afrika
gelegen eiland Mauritius een klokkenmaker, Ber
nard genaamd, die tevens een uitstekende graveur
was.
Deze man kreeg, op zekeren dag het was in
het begin van het jaar 1846 van den postmeester
van het eiland de opdracht een plaat te graveeren
voor de nieuw in te voeren postzegels. Toen hij aan
het werk wilde beginnen, kwam hij tot de ontdek
king, dat hij vergeten had naar de woorden te vra
gen, welke in den linkerhoek zouden staan. Hij
ging dus op weg naar den postambtenaar om hem
naar de woorden te vragen. Toen hij bij het post
kantoor kwam viel zijn blik op de woorden „post
office". En toen was hij van meening dat dit wel de
juiste tekst zou zijn, ging weer naar huis en maakte
de plaat. Zoo komt het dat op de postzegels in
plaats „post paid" (porte betaald) stond te lezen
„post office". Er werden oranjekleurige 1 penny en
een blauwe 2 penny-postzegels vervaardigd. Toen
men de fout zag men had van elk ongeveer 500
vervaardigd haastte men zich de fout weer goed
te maken en na eenige maanden volgde een tweede
oplage, waarvan de postzegels de juiste woorden
droegen. Van de beide eerste Mauritiuspostzegels
zijn nog maar enkele exemplaren over. De blauwe
Mauritius wordt door den leek als de zeldzaamste
postzegel beschouwd. De meest zeldzaamste post
zegels evenwel is een postzegel van Britsch Guya
na, die slechts in een exemplaar voorkomt.
BREELAAN 73, BERGEN.
LANDELIJKE LUNCHROOM.
Prima consumptie en bediening.
RIJWIELSTALLING 10 CENT.
Aanbevelend,
P. R WIERSMA.
APOTH.-ASSISTENTE.
TELEFOON 109.
BREELAAN 17, BERGEN (N.-.H)
is te Bergen aan Zee het bekende
Tabak- en Sigarenmagazijn
van J. MOSK.
Georgina is ongeduldig, zij wil dadelijk begin
nen: om een mooi motief:
Ik zou willen dat u beoordeelt, Moeder, of
het mij ook'goed staat, huishoudgebaren te maken
en of mijn manier, ik dufr niet te zeggen mijn
netheid, maar mijn eigen stijl openbaart dat ik
eenige verdienste van beschaving bezit. Ik zal
bijvoorbeeld in de keuken het theeservies gaan
omwasschen wat u gisteren op uw ontvangdag ge
bruikt heeft
Mevrouw Heaucollas in vervoering:
- Welzeker, lieveling, hier: een doek, een
schortWat een voldoening zal ik smaken!
Je moet zelf wel een buitengewoon talent hebben,
om zoo edelmoedig de verdiensten van anderen
onderscheiden te hebben!
Voor het eerst van haar leven op een biezen
keukenstoel gezeten, beschouwt mevr. Heaucollas
opgetogen Georgina, die „het huishouden doet",
terwijl zij haar gesprek over gevoel en beschaving
voortzet: „de volmaakte vrouw", wat!
Maar weldra krijgt zij een kleine schok, dan een
tweede en plotseling springt zij op:
Georgina, kind!... Heel goed! 't Is genoeg!..
Ik zie het al, alle verdiensten van hart en bescha
ving! Ik zie het geweldig! Ik zie het te veel!
Houdt op! Genoeg!Kijk, je breekt een kopje en
schoteltje en niets evenaart het bevallige gebaar,
de losheid, het soepele (een doordringende kreet),
de stijl! de breede en onbaatzuchtige stijl
waarmee je de stukken in den vuilnisbak hebt ge
gooid onder den gootsteen, zonder zelfs je welbe
spraaktheid te matigen!Genoeg!Geef mij je
doek, je schort terugIk bid je! Heb medelijden
met mijn Sèvres servies!Hola, hola, mijn God!'
de theepot!