Hotel-Restaurant „PROOF'
Café-Restaurant „DIHNVERMAAK".
VICTORIA WATER
HOOG EN LAAG WATER
CAFÉ-LUNCHROOM
„DE DOORBRAAK",
AMSTELBIEREN.
LANGESTRAAT 70 - Telefoon 43 - ALKMAAR.
Historische Anecdoten.
In VALK's Lunchroom
Tegenover bureau V.V.V. - Ingang HOUTTIL. ALKMAAR.
Mooi gelegen aan den voet der duinen.
Groote Kinderspeeltuin.
Concert en
Openlucht- Dancing.
Ruim Parkeerterrein.
VERLAAGDE
CONSUMPTIEPRIJZEN.
Natuurlijk Bronwater
te Bergen aan Zee in 1932.
JULI.
Hoog water
Laag water
Datumj
Voorm. j
Namidd.
Voorm.
Namidd.
2
3.06
3.33
11.43
3
3.46
4.14
0.14
0.31
4
4.26
4.53
0.55
1.15
5
5.05
5.33
1.35
1.55
6
5.45
6.11
2.14
2.33
7
6.23
6.48
2.52
3.12
8
7.03
7.26
3.30
3.49
BEZOEKT:
Kaasmarkt, hoek Marktstr., Alkmaar.
Prima consumptie. Billijke prijzen.
A. J. MARTIN.
GARAGE.
STROOMEND WARM EN KOUD WATER.
BAD. CENTRALE VERWARMING.
DE KUNST OM EEN PIJP TE ROOKEN,
Steeds wanneer wij onzen vriend den kunst
schilder Filarsky in zijn atelier bezochten, wer
den wij getroffen door de genoegelijke wijze waar
op hij achter zijn schildersezel zijn pijp rookte.
Ook in gezelschap viel het ons op, dat hij vaak
de lekkerste sigaar afwees, omdat hij aan een pijp
tabak de voorkeur gaf.
Toen wij dezer dagen onze verwondering daar
over kenbaar maakten en opmerkten, dat het
rooken van een pijp vaak de hik veroorzaakte of
een flauw weeïg onaangenaam gevoel, was zijn
antwoord: „dat komt eenvoudig omdat de mees
ten de kunst van het pijprooken niet verstaan".
Toen wij hierop ietwat ongeloovig reageerden,
betoogde hij in vollen ernst, dat bij het rooken
van een pijp er rekening mede gehouden moet
worden, dat men nooit een tweede pijp moet stop
pen als de kop van de pijp nog warm is; dat het
voorkeur verdient, af en toe zich een andere pijp
te nemen (hij had er steeds drie bij zich); dat
men langzaam moet trekken, met niet te lange
halen; dat men den kop van de pijp niet stijf doch
losjes met tabak vult en wel zoo dat de tabak niet
boven den rand uitkomt; dat men bij het aanste
ken er zorg voor draagt de geheele oppervlakte
aan te steken en bovendien nooit resten in den
kop achterlaat en de pijp steeds goed reinigt.
Wij hebben deze raadgevingen eens opgevolgd
en ofschoon het rooken van een pijp ons niet dat
genoegen verschaft als met onzen vriend het geval
is, hebben wij toch de ervaring opgedaan, dat het
genot er van door rekening met de gegeven wen
ken te houden, in hooge mate wordt verhoogd,
waarom wij er anderen mededeeling van doen,
opdat ook zij er voordeel van kunnen trekken.
Voorts maken wij nog melding van de opmer
king van een beproefd tabakskerver, die ons ver
zekerde, dat voor 50 cent per ons de beste rook
tabak geleverd kan worden en dat hetgeen men
daarvoor meer betaald eenvoudig betaling van
overbodige winst beteekent.
De beroemde schrijver Tristan Bernard vertelde
onlangs in een kring van artiesten het volgende
vermakelijke verhaal;
Het is tientallen jaren geleden, dat in een klein
provinciestadje de rabbijn bezoek kreeg van een
jongen man, die hem om een betrekking kwam
vragen.
Je komt als geroepen, zei de rabbijn.
Ik heb juist een nieuwen tempelknecht noo-
dig, daar de oude mij in den steek heeft gelaten.
Je zou in zijn plaats kunnen komen. Voel je
daar wat voor? Veel heb je er niet te doen. Al
leen moet je er op letten dat elke geloovige zijn
eigen gepachte plaats in de synagoge inneemt.
Wie geen eigen plaats heeft, moet je verwijderen.
Nu, dat is waarlijk niet moeilijk, antwoordde
het jongmensch verheugd..
Elke week moet ik een dag op reis, vulde de
rabbijn aan. Als er in dien tijd inschrijf biljetten
mochten komen, moet je die aannemen, en voor
de ontvangst een bewijs afgeven.
O zit U gezellig.
O Mooi zicht op de kaasmarkt.
HEERLIJK IJS.
0 Uitstekende Lunch.
O Lekkere Koffie.
Ruime sorteering Gebak
uit eigen Banhetbahkerij
ZONDAGSMIDDAGS
Hoezoo?, schrikte het jongmensch. Moet
ik dan het ontvangstbewijs onderteekenen?
Ja, natuurlijk.
Dat ziet er leelijk uit, antwoordde de jonge
ling bedrukt, wantwant ik kan niet schrij
ven.
Erg jammer, gaf de rabbijn toe. Ik heb
een tempelknecht noodig die ook kan schrijven,
aangezien ik er bovendien nog niet een secretaris
op na kan houden.
Met hangend hoofd, hopeloos, verliet de jonge
man het huis van den rabbijn. Toen hij zoo moe
deloos door de straten sjokte, ontmoette hij een
kennis, die naar Zuid-Amerika wilde gaan, doch
wegens familie-omstandigheden niet vertrekken
kon.
Wil jij soms naar Montevideo?, vroeg de
kennis hem. Je kan mijn reisbiljet krijgen.
Zoo trok de jonge man naar Amerika. Nauwe
lijks was hij daar aangekomen of hij kreeg een be
trekking in een fabriek. Een jaar daarna kocht
hij de fabriek en later nog een er bij. Na tien jaar
was hij een der rijkste mannen in Uruguay gewor
den.
Eens gaf de regeering van Uruguay ter eere van
zijn verdiensten in het belang der volkswelvaart
een feestmaal, waar ministers, de hoogste verte
genwoordigers der overheid, de voornaamste per
sonen van het stadsbestuur en van de fijnste ko
ningen verschenen. Een commissie bood hem een
prachtig album aan en verzocht hem er zijn naam
op de eerste bladzijde te willen inschrijven.
Mijne heeren, wierp de gevierde man tegen,
het doet mij oprecht leed, aan uw verzoek niet
te kunnen voldoen. Ik kan helaas niet schrijven.
Wat? Kunt u niet schrijven?, vroeg de mi
nister van Financiën hoogst verwondert.
Kunt u dan niet eens uw naam schrijven?
informeerde de president van het eere-comité.
Neen, mijne heeren, bekende onbewimpeld
de held van het feest. Ik kan niet eens mijn
naam schrijven.
Toen stond de minister van Financiën op, om,
met het glas in de hand, een vurige rede op den
gevierden man te houden.
En nu, ten slotte, eindigde de minister
zijn sprankelende toespraak, wil ik mijn warme
bewondering uitdrukken voor het feit dat gij
hooggeëerde vriend, die niet eens uw eigen naam
kunt schrijven, dit hoogtepunt van succes en
roem hebt bereikt. Wat zou er van u geworden
zijn, zoo u óók nog had kunnen schrijven!
Nu stond de gevierde man langzaam op en
sprak zacht en bescheiden:
Zal ik u zeggen mijne heeren, wat ik gewor
den zou zijn? Tempelknecht.
Op den terugtocht uit Rusland na het bloedige
gevecht bij Krasnoi, den zestienden November
1812, speelde de muziek der garde, toen Napoleon
zich weer bij de troepen had gevoegd, de melodie:
„Oü peut-on ètre mieux qu'au sein de sa familie?"
(Waar kan men beter zijn dan in den schoot zijner
familie?)
Daar dit lied in een eenzame bevroren vlakte vrij
zonderling klonk, was Napoleon nogal in zijn wiek
geschoten. Op barschen toon beval hij den kapel
meester: Gij deedt beter als gij speelde: „Veil-
lons au salut de l'empire". („Laat ons waken voor
't heil van het keizerrijk").
De beroemde Condé had eens een fat op bezoek,
die het onophoudelijk had over mijnheer zijn va
der, mevrouw zijn moeder, zijne heeren zoons.
Toen hem dit begon te vervelen riep Condé een
bediende en zei:
Mijnheer mijn lakei, zeg aan mijnheer mijn koet
sier, dat hij mijne heeren paarden aanspant. Dat
hielp!
„Kleine geschenken onderhouden de vriend
schap" zei Montesquieu, toen iemand hem in
't vuur eener discussie zijn hoofd aan bood.
Madame de Pompadour legde eens een bezoek
af bij een rijken financier. Ze vertelde: Ik heb bij
een dichter gedineerd en aan 't dessert heeft hij
me onthaald op een uitmuntend epigram. De rijk
aard liet onmiddellijk zijn hofmeester komen en zei
hem:
Hoe komt het, dat je me nooit epigrammen te
eten hebt gegeven? Madame de Pompadour
vond den blunder zoo kostelijk, dat ze beloofde
een nieuwen schotel klaar te maken ter eere van
den ontwikkelden geldman.
Het is de première van een nieuwe operette. De
schrijver wacht in het kantoor van den directeur
op het succes. Hij waagt zich niet achter de cou
lissen Men kan nooit weten
Daar komt de regisseur binnenstormen.
„Vlug, vlug, op het tooneel. Het publiek roept
om den componist".
De componist aarzelt.
„Mooi, mooi!" zegt hij dan, „maar eerst zou ik
wel eens willen weten, wat het publiek met mij
voor heeft!"
Koning Boris, regeerend vorst van Bulgarije, kan
zich de weelde veroorloven veel te reizen. Er is
geen plaats in Bulgarije, hoe veraf ook gelegen, of
zij heeft den jeugdigen koning op diens autotoch
ten gezien. Het is gewoonlijk de koning zelf, die
chauffeert, en nu en dan zegt men is het de
lievelingswensch van den vorst ook de rol van
machinist te spelen. Menige reiziger door Bulga
rije zal ternauwernood hebben geweten, dat de
machinist in zijn werkjas niemand anders was dan
de koning zelf Toen eens een nieuwe spoorlijn
zou worden geopend en de Koning op het station
verwelkomd moest worden door het hoofd van de
vertegenwoordigers van het rijk, zocht men Zijne
Majesteit tevergeefs in het salonrijtuig. De koning
was op de locomotief geklommen en had persoon
lijk den eersten trein over het nieuwe traject ge
reden, Op een verlaten, door de zon gerooster-
den landweg, stond een auto stil, omdat de motor
weigerde. De eigenaar, een Amerikaan, die alleen
in 't bezit was van een kaart en onvoldoende ken
nis had van 't mechanisme van zijn wagen, was de
wanhoop nabij. Plotseling komt een limousine in
flink tempo aanrijden. De wagen stopt, de be
stuurder springt er uit en vraagt wat er aan de
hand is. Nadat hij zijn motor heeft bekeken, trekt
hij zijn ias uit en gaat aan den arbeid. Onderwijl
raakt de Amerikaan in gesprek met den behulp-
zamen chauffeur en vertelt hem, dat overal in
Amerika langs de wegen reparatie-inrichtingen te
vinden zijn. „Maar in Bulgarije moet men alleen
dan een auto besturen, wanneer men het mecha
nisme tot in de onderdeelen ktnt" antwoordt de
chauffeur, die in het zweet zijns aanschijns bezig is
den motor weer op gang te krijgen. Het kost hem
anderhalf uur vóór hij den motor weer heeft ge
repareerd. Als de Amerikaan zijn spijt betuigt
jegens den eigenaar van den tweeden wagen, die
binnen is blijven zitten om al rookende den tijd te
dooden, zegt de chauffeur kortweg: „Hij moet
wachten, natuurlijk kunnen wij u niet hulpeloos
aan den weg laten staan". Wanneer de Ameri
kaan den chauffeur echter vraagt, waar hij zoo
goed Engelsch geleerd heeft, krijgt hij geen ant
woord Eindelijk is de wagen gereed, de
Amerikaan kan vertrekken. Maar alvorens dat te
doen, wil hij den chauffeur voor diens hulp beta
len. Tot zijn verbazing wordt zijn geld geweigerd,
„Dat is overbodigDe Amerikaan dringt te
vergeefs aan en zegt tenslotte, getroffen door zoo
veel eenvoud: „Wel, m'n goeie man, dat had ik
werkelijk niet kunnen verwachten, maar geef me
tenminste je naam op". En wanneer de man aar
zelt, komt de Amerikaan hem met een breed
handgebaar tegemoet en zegt: „Mijn naam is
Smith, John Smith" „En ik ben Koning Boris
van Bulgarije!"
OBERLAHNSTEIN
NEDERLAND5CHE MAATSCHAPPIJ
Opgericht 1887.