A E. ROMENY, ADVERTENTIËN. BERGENSCHE ■HU DROGISTERIJ BREELAAN 17, BERGEN (N.-H.) Rezoekt „DE DUINHOEVE" Ook den laatsten tijd maakte Charley Toorop zeer veel portretten. Haar tegenwoordig werk gaat in de richting van het surrealisme. Vooral haar stillevens zijn sterk overwogen, abstract en doordacht van compositie, waardoor alles een die pere beteekenis heeft gekregen. Charley Toorop neemt onder haar tijdgenooten een belangrijke plaats in; haar werk is reeds ver tegenwoordigd in het Boymans Museum te Rotter dam, het Haagsche Museum voor moderne kunst en het Centraal Museum te Utrecht. In het Kröller Museum neemt haar werk een geheele zaal in beslag. Ook in de Collectie Goudstikker is zij vertegenwoordigd. Uit die collectie hangen op de tentoonstelling „Moeder en Kind" een paar van haar doeken, waarin de innigheid van de ver houding tusschen moeder en kind en het wonder lijke van het kind zoo goed tot uiting komt. In zijn werk „Het Portret door de eeuwen" noemt wijlen Just Havelaar Charley Toorop een geboren portrettiste en een kunstenares van machtige vitaliteit. Binnenkort verschijnt bij de N. V. De Spieghel een overzicht van haar werk met tekst van A. M. Hammacher. Wij waren in de gelegenheid, de foto's, die in dit boekwerk een plaatsje zullen vinden, te zien en vonden daarin aanleiding, de kunstenares in overweging te geven, om tegelij kertijd bij het verschijnen van dit werk een over zicht-tentoonstelling te organiseeren. Charley Toorop gaf toe, hiervoor wel iets te gevoelen, doch noemde dit niet zoo eenvoudig, omdat haar werk overal verspreid is. Wij meen den, dat moeilijkheden er waren om overwonnen te worden en oordeelden, dat vooral zij niet voor dergelijke moeilijkheden mocht terugschrikken. Vermelding in dit artikel verdient nog het feit, dat Dr. Bremmer één van de eersten was, die de groote beteekenis van Charley Toorop als kunstenares vastlegde en in „De Beeldende Kunst" waardeerende Dijdragen over haar schreef. De toegepaste kunst heeft ook steeds de belang stelling van Charley Toorop gehad en bij het af scheid nemen vertelde zij ons, niet zonder voldoe ning, dat zij in het a.s. winterseizoen, op uitnoodi- ging van Van Dalsum, een décor zal maken voor de Amsterdamsche Tooneelvereeniging. DE KLAPEKSTER EN ZIJN FAMILIE. Een dame, die om haar liefde voor de natuur mij meermalen iets vraagt omtrent het vogelleven te Bergen, vroeg mij naar een vogel, blauw gekleurd en met zwarte vlekjes op de borst. Het voornaamste kenmerk voor de soort, n.l. dat de vogel witte vleugelspiegels had, werd niet mee gedeeld. Meerdere personen hadden den vogel gezien. Ik deelde haar mede, morgen het een en het ander, benevens den naam te zullen mededee- len. Ik hen onmiddellijk het bosch ingetrokken om naar den vogel uit te zien en reeds had de meening bij mij post gevat, dat het niet anders kon zijn dan een klapekster. En 't duurde maar heel kort, of ik had het beest in den kijker en de witte spiegels, op elke vleugel één, stelden de identiteit vast. 't Was een enkelspiegelige klapekster. Er komen ook klapeksters voor met twee spiegels op eiken vleugel en heeten dan dubbelspiegelige klapeksters. Uit den naam van dezen vogel zou men opma ken, dat men hier met een ekstersoort te doen heeft, doch dit is heelemaal niet het geval. Hij be hoort tot de Klauwieren of Wurgers, waarvan en kele soorten ons land bewonen. Ze worden ook Wurgers genoemd om de eigenaardigheid, dat ze gewoonlijk meer voedsel vangen, dan ze noodig hebben om hun honger te stillen. Doch dat meer dere wordt niet weggeworpen, maar vastgespietst aan doornige takken, zoodat we hierin moeten zien de spijskast van een klauwier. Men ziet dan bij elkander vastgeprikt hommels, sprinkhanen, torren, bijen en soms een of meer kleine muizen. In tijd van schaarschte wordt een en ander aan gesproken. De Grauwe Klauwier (Lanius collurio L.), die ook ■wel Negendooder, Roode Wurger en Bruine Do rendraaier genoemd wordt, kunnen wij vinden langs den zoom van een duinbosch, want deze Klauwier woont het liefst aan den kant van het lage geboomte. Luister eens! Hoort ge in het nabootsend gezang van dien vogel niet nu eens het blaffen van een hond, dan weer het roepen van een kievit of grutto en soms een amalgama van velerhande die rengeluiden? Dat wordt voortgebracht door een Klauwier, en als we voorzichtig voortsluipen, zien we weldra den mooi gekleurden vogel, doch het is ook alleen het mannetje, dat zoo fraai uitgedost is. Keurig staat het roodbruin manteltje, en fraai steekt het af bij de licht rose-kleurige onderdee- len, bij het zwart van slag- en staartpennen en bij de mooie aschkleur van bovenkop, nek en stuit. De wijfjes zijn van boven roestkleurig en op de onderdeelen witachtig, doch op vele vederen zijn halvemaantjes van zwart. Als we nu ook nog even dit nestje, gemaakt van mos, worteltjes en bladstelen en bekleed met haar en wol, hebben bekeken, dan kennen we de geheele huishouding van dezen Wurger, die met zijn familiegenooten tot de roovers onder de zang vogels behoort, wat ook de krachtige, haakvormi ge bek wel laat zien. Stout zijn ze en roofzuchtig, de Klauwieren, en gewoonlijk vangen ze veel meer voedsel, dan ze voor hun onderhoud noodig heb ben. Om deze eigenschap werd een Afrikaansche soort, door zeevaarders, die aan de Kaap de Goede Hoop verblijf hielden, „fiskaal" geheeten. Het nest voor ons bevat pasgeboren jongen, zoodat we de mooie, glanzende eieren, licht geel groen met bruine vlekken, die om het dikste ge- I deelte soms een mooi kransje vormen, hier niet kunnen zien. Mocht ge eens een Klauwier ontmoeten met witte spiegels op de groote slagpennen, met bruinrood op kruin en achterhals, met wit op stuit en schouders en met zwart op mantel en vleugels, dan hebt ge kennis gemaakt met een Roodkop- klauwier (Lanius senator), die lang zoo veelvuldig niet bij ons voorkomt als Lanius collurio. Beide soorten zijn evenwel voor ons land zomervogels, die in onze streken wonen van April tot Septem ber. Maar de mooiste Klauwier is wel de reeds ge noemde Klapekster, die in het najaar nogal veel op den trek bij ons voorkomt. Deze soort heet we tenschappelijk Lanius exubitor L. en plaatselijk hier en daar bekend als Blauwe Klauwier, Veld heer, Vinkenbijter en Grauwe Dorendraaier. Vroeger kon men zeer gemakkelijk zoo'n Wur ger te zien krijgen, omdat ze gaarne verblenf hiel den bij de lijsterstrikken, die nu niet meer uitge hangen mogen worden, Dan ging de Klapekster aan de gevangen lijster den schedel open pikken, om zich aan de weeke hersenen te goed te doen. Meermalen vond men de Klapekster naast haar slachtoffer in een lijsterstrik. Dan eerst kon men goed bezien den mooien, langen en breeden afge- ronden waaierstaart en de witte en zwarte kleu ren in mooie belijning. Zacht blauwgrijs zijn de bovendeelen; vleugels en staart zijn zwart met witte einden en de onderdeelen zijn wit. Veel komt de Klapekster op den trek voor, of schoon men geen troepen aantreft, maar broeden doet deze soort in ons land slechts met enkele pa ren. Het nest is als dat van den Grauwen Klau wier, doch het wordt hooger in den boom ge maakt, en de 5 a 6 eieren zijn vuilwit met bruine en grijze vlekjes en stipjes. Eenmaal is in ons land gevangen een Kleine Klauwier (Lanius minor Gmel), welk dier in ge- prepareerden toestand is te zien in de verzame ling van de Rotterdamsche Diergaarde. Deze soort kunnen we dus noode tot onze avi fauna rekenen. J. DAALDER Dz. INFORMATIEBUREAU der Vereeniging tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer. Het informatiebureau is gevestigd in het keurig ingerichte gebouwtje naast het Postkantoor, al waar Mevrouw EvenhuisNieboer gaarne aan pension zoekenden en huurders van gemeubileerde huizen gratis alle gewenschte inlichtingen geeft. VOOR DE BADGASTEN is het van belang te weten: lo. dat het Berger Museum naast het Postkantoor dagelijks te be zichtigen is van 1012 en 24 uur, op Zon- en Feestdagen alleen van 24 uur (bezoekers moeten zich aanmelden bij den heer G. Spruit, die den sleutel heeft, toegangsprijs 25 ct„ ingang bij het tuinpoortje); 2o. dat de toegangskaarten voor wandelingen in de Berger duinen uitslui tend verkrijgbaar zijn ten kantore van de Bad- directie te Bergen aan Zee aan de v. Hasseltstraat tegen betaling van 25 cents; 3o. dat het Duin museum in het Parnassiapark te Bergen aan Zee eiken dag is geopend van 96, toegang kosteloos. Kinderen zonder geleide worden niet toegelaten en bezoekers worden beleefd verzocht niets te beschadigen; 4o. dat de bekende collectionneur van moderne kunst, de heer P. Boendermaker, na schriftelijke aanvrage, belangstellenden in de ge legenheid stelt Donderdagsmiddags van 2 tot 4.30 zijn collectie, ondergebracht in de door hem in 1928 gestichte kunstzaal achter zijn woning, huize „De Klomp", Loudelsweg, te bezichtigen. Grapjes. Tante: „Als je moeder je nou eens een groote appel gaf en een kleine en tegen je zei, dat je die met je broer moest deelen, welke zou je dan aan hem geven, Marietje?" Marietje: „Bedoelt u mijn groote broer of mijn kleine?" „Juffrouw Jansen", begon de jongeman ernstig en bedeesd, „ik heb de heele week aan u gedacht". „Heusch?" lispelde juffrouw Jansen. „Ja, en ik heb gehunkerd naar deze ontmoeting". „Wat aardig van u om dat te zeggen". „Maar ik ben een beetje bang". „Ik weet zeker dat u niets behoeft te vreezen." „Nou, juffrouw Smit, toen ik hier naar toeging, vroeg ik me af, of ik ooit wel genoeg moed zou hebben om u te vragen ofeh „Aarzelt u niet, meneer. U behoeft niet bang te zijn voor een weigering!" „Ik kan u niet dankbaar genoeg zijn. Kan ik er dan op rekenen, dat u al uw best doet om uw broer Tom over te halen lid te worden van onze Das opgerichte voetbalclub?" Zoo, Marie, zei mevrouw tot de meid, die voor het eerst naar de opera was geweest hoe is het je bevallen? 'tWas heel mooi, mevrouw, het was de „Lo hengrin". Dus je hebt nu ook kennis 'gemaakt met Waener? Neen, mevrouw, zei Marie verlegen blozend, hij heet Muller. Hij: Noem je dat ding op je hoofd een hoed? Zij: Noem je dat ding onder je hoed een hoofd? Artist: Zal ik U in rokcostuum schilderen, mijnheer? Parvenu: O, maak geen drukte! Trek maar gewoon je stofjas aan! Mijn vrouw kan uren lang over één onder werp praten. Mijn vrouw heeft niet eens onderwerp noo dig. Dokter, ik heb pijn in mijn rechterbeen! Dat is de ouderdom, mijn waarde. Praat nu geen onzin, dokter! Mijn linkerbeen is precies even oud! Bent U mijnheer Svenson? - Ja zeker. Waarmee kan ik U van dienst zijn? Pak een stoel! O, ik zal ze alle wel nemen. Ik ben de deur waarder. Rechter (tot inbreker, die nog niet heeft willen bekennen); Hebt u nog iets op te merken, vóór het vonnis uitgesproken wordt? Inbreker: Ja zeker, edelachtbare. Die meneer beweert, dat ie me duidelijk herkent, maar ik zou wel 'ns willen weten hoe dat mogelijk is. Al den tijd dat ik op z'n kamer was, lag ie in bed te bib beren met de dekens stijf over zijn gezicht. Vader (in de kamer van zijn studeerenden zoon rondkijkend): „Ik zie tot mijn verwondering, dat je geen wekker hebt!" Student: „O pa, daar heb ik geen behoefte aan, want ik word eiken morgen om 6 uur door de hier met muziek voorbij komende infanterie ge wekt". Hospita: Ja mijnheer, en om 11 uur nog eens,, als de infanterie terugkomt." Twee vrienden waren samen gezellig uit ge weest, hadden den laatsten trein gemist, en zoch ten onderdak in een hotel. Wat, vroeg de eigenaar verontwaardigd aan een van de twee, hoe kan u dezen man hier brengen, hij is dronken, en dit is een geheelont houders-logement! Maak je geen zorg, vader, lachte de ander,. de kerel zal er heusch niets van merken. De compagnie-commandant deelde aan een ser geant mede, dat er een zon-éclips zou komen, die hij aan de manschappen moest uitleggen. De ser geant kweet zich op de volgende wijze van zijn opdracht: Woensdag zal er op order van den kapitein een zon-éclips komen. Op het exercitieveld zal de kapitein de éclips in persoon leiden. Als het regent dan komt de éclips in de gymnastiekzaal. Jantje was een arme, maar vriendelijke jongen. Eiken morgen bracht hij voor de juffrouw in school een bouquet bloemen mee. Nu eens mooie tuinbloemen, dan weer wat gewone veldbloemen. Op een morgen bracht hij een prachtig bouquet orchideeën mee. Maar Jantje, hoe kom jij altijd aan die mooie bloemen. Je steelt ze toch niet? Nee juffrouw, maar me vader is vullesman. APOTH.-ASSISTENTE. TELEFOON 109. U BREELAAN 73, BERGEN. LANDELIJKE LUNCHROOM. Prima consumptie en bediening. RIJWIELSTALLING 10 CENT. - Aanbevelend, P. R. WIERSMA.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1932 | | pagina 4