Het baden en zwemmen in zee. „Bergenscbe Bad-, Duin- en Boschbode" TWEEDE BLAD. 23e Jaargang, No, 7, van ZATERDAG 16 JULI 1932, De zeldzaam mooie zomer heeft een sterke ver meerdering van het aantal baders en zwemmers in zee gebracht. De volksgroep, die met mooi weer naar het strand trekt, is trouwens belangrijk groo- ter geworden, omdat het begrip „zon, lucht en zee een belangrijke factor voor een gezond leven" in breede kringen is doorgedrongen. Vooral j.l. Zondag was het aantal baders en zwemmers op het strand te Bergen aan Zee bui- i tengewoon groot. Wij achten het daarom ge- wenscht nog eens met nadruk den raad naar vo ren te brengen: „Baadt onder toezicht!" Er zijn er, i die denken, dat die raad vooral gegeven wordt j om het badbedrijf rendabel te doen zijn. Hoezeer j de rendabiliteit van het badbedrijf de badplaats ten goede komt, aangezien alleen een rendabel be drijf de gewenschte verbeteringen tot stand kan brengen, willen wij toch even voorop zetten, dat allerminst de raad daarom gegeven wordt, Kerk-ruïne te Bergen. Jelle Troelstra. Wie het boekje „Veilig baden en zwemmen in zee" van Dr. Varekamp heeft gelezen, weet, dat de eenige ondergrond van dezen raad is: voorko ming van ongelukken. „De zee is voor de zwem mers het gevaarlijkst, wanneer zij het kalmst schijnt. Het gevaar voor muien bij vallend water wordt dan verdubbeld", aldus lezen wij in dit boekje, waarvan reeds een 2de druk verscheen en dat voor 50 cent in den boekhandel verkrijgbaar is. Wij zouden gaarne zien, dat iedere bader en badgast zich den inhoud van dit boekje eigen maakte en wij gevoelen veel voor de stelling van dezen bij uitstek deskundigen badarts: dat zwem men en redden op school door de jeugd geleerd moet worden, aangezien dit van meer belang is, dan dat zij weten, wanneer Claudius Civilius met de Romeinen bakkeleide". Zelfs op den mooisten dag is de zee niet zonder gevaar. Vaak is zij listig-bedriegelijk, vooral wan neer bij landwinden het zoo kalme zeeoppervlak bij den oningewijde alle vrees voor gevaar weg neemt. Groot, bedroevend groot is ook het aantal dergenen, die slachtoffer van de verraderlijke zee- stroomingen zijn geworden; die naar zee getrokken zijn en niet konden worden gered. Lang niet al tijd zijn die ongevallen aan bepaalde roekeloos heid te wijten; veel meer aan onwetendheid, aan onbekendheid met de gevaren, die den bader en zwemmer kunnen bedreigen. Stroomverhoudingen, in verband met wind en getij en het karakter van het strand spelen daarbij een groote rol. Zij, die van het zeebad willen genieten, behoor den feitelijk te voren inzicht te hebben in de ge varen (ook uit medisch oogpunt) die hen bedrei gen. Dit ideaal is wel niet te bereiken en daarom herhalen wij met nadruk den raad: „Baadt alleen onder toezicht; doe het in ieder geval in tegen woordigheid van anderen, en begeeft u, ook al zijt ge een ervaren zwemmer, nimmer te ver in zee. Te Bergen aan Zee is het baden onder toezicht in alle opzichten mogelijk. Allereerst is daar het badkoetsenbad, dat van 's morgens 7.30 uur tot 12 uur en van 's middags 1.30 uur tot 5.30 uur is ge opend. Hier vindt men steeds twee ervaren zwemmers voor het verleenen van hulp bij onge lukken aanwezig, terwijl men daar in het gebouw tje een zuurstofapparaat, een brancard en andere hulpmiddelen vindt en den noodigen bijstand van het badpersoneel. Wij wijzen er nog eens op, dat ten Zuiden van den hoofdingang naar het strand, dus in de rich ting Egmond het baden in Bergen, behalve op het badkoetsengedeelte, verboden is. Ten Noorden van den hoofdingang ontmoet men na het strandstoelengedeelte allereerst het tentenbad, dat geopend is van 's morgens 8 uur tot 's avonds 8 uur; ook hier baadt men onder toezicht en het mooie van deze gelegenheid is, dat men daar tegen billijken prijs (men zie het tarief op de vóórpagina) den geheelen dag in badpak op het strand kan vertoeven en zooveel keer men wil zich in zee kan begeven. Hierop volgt een gedeelte strand voor de kinde ren van de vacantie-kolonies, die natuurlijk ook steeds onder toezicht baden, waarna men 150 M. strand krijgt, in huur bij de Stille Strand-vereeni- ging, die steeds zorgt voor voldoende toezicht. Baders, die desondanks de voorkeur geven aan het vrije strand, dat op het Stille Strand volgt, raden wij in ieder geval met anderen te baden en zich niet te ver in zee te begeven, want de zee is gevaarlijk en door de landwinden en muien dik wijls het gevaarlijkst, wanneer ze het onschuldigst lijkt. Menig veelbelovend jong leven, dat bij het zwemmen of baden in zee is omgekomen, had be houden kunnen blijven, wanneer rekening was ge houden met hetgeen Dr. Varekamp op grond van jarenlange ervaring meedeelt in het boven aange haalde boekje omtrent de stroomingen, door wind en getij-invloed, de bankvorming, enz. Wij achten het van belang, dat de onderwijzers zich den inhoud van dit boekje eigen maken om de jeugd in kennis te brengen met de daarin ge brachte wetenschap. Ook lijkt het ons nuttig, wanneer de Stille Strand-vereeniging aan de hand van dit boekje voor haar leden cursussen organi seert. Ieder bader en zwemmer handelt overigens het veiligst, zich strikt te houden aan de aanwijzingen van de badmeesters. Deze zijn met de stroomin gen, die door bepaalde winden veroorzaakt wor den, bekend en zij weten, dat die z.g.n. muien en geulen maar niet zóó ontstaan. De wet van oor zaak en gevolg is een onverbiddelijke wet en reeds Multatuli schreef: „Wie steenen eet, behoort te weten, dat hij dan zijn maag bezeert". Wij zeggen: „Wie zonder toezicht in zee wil baden en zwem men, behoort bekend te zijn met de zee en haar doen en laten, en daarmede rekening te houden". Eén van de verkeerde meeningen bij het publiek is, dat het bij vloed niet gevaarlijk is om in zee te baden of te zwemmen. Die meening is daarom verkeerd, omdat vlak bij het strand, dus daar, waar gebaad en gezwommen wordt, de windkracht en windrichting in hoofdzaak de stroomrichting bepaalt. Door den wind wordt het water in de windrichting voortgedreven tot een natuurlijke grens, waarop het evenwicht hersteld wordt door een onderstrooming. Het hangt van de kracht van den wind af, of dit evenwicht zich verder of dich ter bij de kust bevindt. Bij landwind drijft de bader of zwemmer in zee en op de grens van het evenwicht wordt hij door een onderstrooming weer naar de kust gevoerd. Vandaar, dat betrekkelijk spoedig na het verdrinken het lijk van een veron gelukte weer op de kust aanspoelt. Vooral bij Oostenwind, zooals Zondag en Maan dag, zien wij, wanneer de wind niet sterk is, aan de kust een troebele zee met op de grens van de onderstrooming weer helder water. Wanneer de landwind zeer sterk is, dan kan men de grenslijn van helder en troebel water met het bloote oog moeilijk meer waarnemen. Zij genieten van het zeebad. Drenkelingen, die bij landwind zeewaarts zijn afgedreven, krijgen bij het naar de kust zwemmen, behalve van de zeewaarts gerichte bovenstroo- ming nog last van het zeewater, omdat dan vaak de golfjes zeewaarts omslaan. Daarbij loopt men bij landwind nog het groote gevaar, door kwallen omarmd te worden. Door eén omarming van die kwallen kan de huid zoodanig aangedaan worden, dat de patiënten niet meer weten, waar ze het moeten zoeken. Levendig herinner ik mij, aldus Dr. Varekamp in het boekje, een geval van een dame, die letterlijk mijn spreekkamer kwam inhol- len en in no time spiernaakt voor me stond met den wanhopigen uitroep: „God, dokter, help me toch, ik kan het niet langer uithouden". Bij proeven is gebleken, dat de invloed van de windkracht op het water van overwegenden in vloed was, zoodra de windkracht 3 graden Beau fort of sterker is (10 graden is storm). Een veilig heidsmaatregel zou o. i. ook zijn, wanneer op een bord op het strand de windkracht dagelijks werd aangegeven. Het wereld-record duiken staat op naam van iemand, die 61/i minuut onder water was gebleven, maar dan ook zoo goed als bewusteloos werd op gehaald. Veilig kan dan ook worden aangenomen, dat, wanneer een drenkeling meer dan 15 minuten onder water is geweest, van opwekken der levens geesten wel geen sprake meer kan zijn. De tijd voor redding, als men dreigt te verdrinken, is dan ook zeer gering. Bij zeewinden baadt en zwemt men in het op pervlak van door de zon verwarmd water en daardoor is het te verklaren, dat het water bij normale winden verrukkelijk is. Meestal zijn zee winden sterker dan landwinden en staat er een sterkere branding, die de huid der baders mas seert. Het suoces van het zeebad berust op de prikkelende werking van het zoute water, het luchtgehalte daarvan op de masseerende werking der branding en tenslotte op de inwerking van het zonlicht, dat ook door het laagje water voor een groot deel op den zwemmer doordringt. Terwijl er een flinke zeewind kan staan, is het water gedurende het badseizoen meestal aange naam van temperatuur, terwijl het water bij afmat tende, warme landwinden juist koel kan aandoen, omdat men dan baadt of zwemt in het koele water van den onderstroom, die dieper uit zee komt. Ziekte-verwekkende bacteriën komen in het zeewater, ook al is dit door landwinden vervuild, daar, waar geen rioolsysteem op uitloopt, niet voor. Niet zoodra zijn de ziekte-verwekkende organismen in het zeewater, of zij gaan ten gron de. Het zijn vooral de muien, die bij het zwemmen en baden van zeer groot belang zijn, in het bi zonder, wanneer er landwinden staan en de eb intreedt. Zelfs goede zwemmers zullen, wanneer ze in een mui terecht komen, bij eb en Oosten wind, het sterk te verantwoorden hebben en zee waarts afdrijven. Hoe alsdan gehandeld moet worden, is afhankelijk van de windkracht en windrichting. Meestal doet men verstandig, dwars uit den stroom te zwemmen, in de richting van een bank. Bij landwind mag men nooit terug zwemmen in het gebied van de muien, maar moet men trachten het midden der bank en het zwin te bereiken om alsdan loodrecht op de kust aan te zwemmen. Men zwemme nooit tegen stroom in, maar zóó, dat men van wind en getij profiteert. Vóór alles blijft onze raad: „Baadt en zwemt onder toezicht". Men bade of zwemme ook nooit met een flink gevulde maag en evenmin met een nuchtere maag. De beste tijd voor baden en zwemmen is van 1012 uur en van 36 uur. Ook bedenke men, dat men aan zee het zonne bad niet zoo lang kan nemen als op het land. Nimmer neme men een zeebad, wanneer men bezweet is. Komt men fietsend aan het strand, dan wachte men een kwartier, alvorens in het bad te gaan. De duur van een zeebad stelle men bij voorkeur niet langer dan een kwartier. Nooit mag men meerdere malen daags een zee bad nemen. Een huid, die op een zeebad goed reageert, wordt licht-rood; wordt de huid blauw, dan rea geert ze verkeerd en moet de bader zich oogen- blikkelijk uit zee begeven en de huid met een ru we handdoek wrijven, tot ze flink rood wordt. INFORMATIEBUREAU der Vereeniging tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer. Het informatiebureau is gevestigd in het keurig ingerichte gebouwtje naast het Postkantoor, al waar Mevrouw EvenhuisNieboer gaarne aan pension zoekenden en huurders van gemeubileerde huizen gratis alle gewenschte inlichtingen geeft. VOOR DE BADGASTEN is het van belang te weten: lo. dat het Berger Museum naast het Postkantoor dagelijks te be zichtigen is van 1012 en 24 uur, op Zon- en Feestdagen alleen van 24 uur (bezoekers moeten zich aanmelden bij den heer G. Spruit, die den sleutel heeft, toegangsprijs 25 ct„ ingang bij het tuinpoortje); 2o. dat de toegangskaarten voor wandelingen in de Berger duinen uitslui tend verkrijgbaar zijn ten kantore van de Bad- directie te Bergen aan Zee aan de v. Hasseltstraat tegen betaling van 25 cents; 3o. dat het Duin museum in het Parnassiapark te Bergen aan Zee eiken dag is geopend van 96, toegang kosteloos. Kinderen zonder geleide worden niet toegelaten en bezoekers worden beleefd verzocht niets te beschadigen; 4o. dat de bekende collectionneur van moderne kunst, de heer P, Boendermaker, na schriftelijke aanvrage, belangstellenden in de ge legenheid stelt Donderdagsmiddags van 2 tot 4.30 zijn collectie, ondergebracht in de door hem in 1928 gestichte kunstzaal achter zijn woning, huize „De Klomp", Loudelsweg, te bezichtigen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1932 | | pagina 3