Historische Anecdoten.
Grapjes.
pad van Limmen naar Castricum, waarvan de
kosten geraamd zijn op 3950.
Deze gelden hoopt het bestuur te verkrijgen van
de gemeenten Alkmaar, Heiloo, Limmen, Castri
cum en Egmond-Binnen en van de Provincie.
Bovendien stelt het bestuur zich voor om het
volgend jaar de Zustervereenigingen in Nederland
op de algemeene vergadering te Bergen te ont
vangen, Ook hiervoor is geld noodig. Men steune
dus deze vereeniging..
DE VERLICHTINGSAVOND TE BERGEN.
Een zeer geslaagde avond.
Ondanks de dreinende, zwoele regen, die
Woensdag voortdurend neerviel, werkten in
Bergen de verschillende buurtcommissies rustig
door aan het voorbereidend werk voor den
verlichtingsavond, in de overtuiging, dat het
zomer was en nog best kon veranderen.
Het veranderde. Tegen 5 uur brak zelfs de
zon door, doch op een wijze die nog geen ze
kerheid gaf dat het droog zou blijven, De lucht
betrok weer spoedig en toen om zeven uur de
vertegenwoordigers van de V. V. V. en de
buurtcommissies bijeen kwamen om een beslis
sing te nemen, was het volstrekt niet zeker, dat
het droog zou blijven,
Men oordeelde echter, dat met dergelijk
weer uitstellen niet verantwoord was. Het pa
rool werd: „doorgaanen als dit in Bergen ge
geven is, dan wordt dit door een ieder uitge
voerd, ook al zijn er, die een andere beslissing
gewenscht hadden.
Om 9 uur werd door honderden een aanvang
gemaakt met het aansteken en ophangen van
de lampions, en de vele gasten die behulp
zaam waren, waren voor ons het bewijs, dat zij
een feestelijke afleiding in hun vacantieverblijl
op prijs stellen. Dit behoeft geen verwonde
ring,
in de eerste plaats gevoelen zij zich aange
trokken door zee, bosch en duin, doch daar
naast zijn zij er op uit om te genieten en dit
doet een ieder waar hij vroolijke menschen
ziet.'
De verlichting was dit jaar nog meer uitge
breid dan het vorig jaar. Verlicht waren de
Ruïne, Raadhuisstraat, Hoflaan, Ruïnelaan, Jan
Jacóblaan, Molenstraat, St. Anthoniestraat,
Dorpsstraat, Breelaan tot Russenweg, Station
straat, Russenweg, Verlengde Oldenburglaan en
Jan Oldenburglaan,
j In de Ruïnelaan was het te zien dat daar een
architect de leiding in handen had. Van groene
lampions had men als het ware zuilen gemaakt,
die de bogen met Oranjelampions droegen.
Deze laan wekte ieders bewondering.
In de omgeving van de Ruïne had men als
steeds, de natuur als architect gevolgd, he'geen
ditmaal ook het geval was in de Verlengde Ol
denburglaan en Jan Jacóblaan, die zeer ge
slaagd moeten worden genoemd.
Het gedeelte Dorpsstraat vanaf café Hilde-
brand tot de Kerkstraat maakte niet zoon
goed figuur als wij daar gewoon zijn. Ditmaal
hingen er, uit gebrek aan oranjelampions, ge
kleurde emmertjes, die onder het groene blade
rendak niet het gewenschte effect ressorteeren
De verlichting van de St. Anthoniestraat en
de Molenstraat was een kranig stuk werk.
De Dorpsstraat vanaf de Kerkstraat tot de
Ned. Herv. Pastorie, was evenals de Hoflaan at.
Fijn was daar de tuinverlichting bij de villa van
den heer Bos Eijsen.
De verlichting van de dikke Linde bij de
Raadhuisstraat was heel aardig en opende o-
gelijkheden voor een volgend jaar.
De Breelaan tot de Stationsstraat was niet
wat men noemt. Gelukkig was, dank zij de
1 B. R. O. C., die in den tuin van de Rustende
Jager een bal organiseerde, dezen tuin in een
zpe van licht herschapen, waardoor deze een
bijzonder feestelijke aanblik bood.
Voor de versiering van de Breelaan vanaf de
Stationsstraat tot den Russenweg hebben wij
alle waardeering.
Die van de Jan Oldenburglaan was architec
tonisch goed. Het aantal lampions dat er hing,
was echter iets te gering,
De Stationsstraat was, als altiju, af, hoewel
de lichtafsluiting aan het einde van de straat
ons het vorig jaar meer voldeed.
De V. V. V en de buurtcommissies hebben ia
gemeenschappelijke samenwerking de gasten en
de duizenden bezoekers weer eens een goeder
avond bezorgd Tot half 12 brandden de lam
pions en was het echt feestelijk in het dorp,
waar men zich daarna tot 2 uur met muziek
voor den dans in de Rustende Jager en in café
Hildebrand vermaakte.
Bergen's Harmonie heeft zich bij haar muzi-
kale rondwandelingen duchtig geweerd. Opval
lend waren de nieuwe lichtfakkels, die een ge
weldig licht gaven en het de muzikanten moge
lijk maakten hun partituur te lezen.
De heer Beekman had speciaal een „Berger
V. V. V. Marsch' gecomponeerd. Een marsch
met een goed rythme, die er zeker zai inko
men en ook op het concert op 10 Augustus te
Bergen aan Zee zal worden gespeeld.
Ditmaal misten wij de medewerking van het
muziekgezelschap „St. Louis'uit Alkmaar,
naar wij vernemen tengevolge van bezuiniging.
Voor ons is echter gisteravond komen vast te
staan, dat één muziekcorps op een dergelijke
avond absoluut onvoldoende is. Hier had een
taak gelegen voor de organisators van de Ber
ger winkelweken, die den verlichtingsavond
van de V. V. V. aankondigden als één der at
tracties van de winkelweken en daardoor, wi)
gelooven ongewild, den schijn wekten, of de
verlichtingsavond door hen georganiseerd was.
De V. V. V. doet veel, doch mag o. i. met
nalaten, er het volgend jaar voor te zorgen, dat
op den verlichtingsavond twee corpsen musi-
ceeren. Wanneer het comité van de winkel-
wekeu er dan voor zorg draagt, dat er nog een
derde bij komt, dan wordt het pas goeu, want
ook Woensdagavond werd bewezen, dat daar
waar de muziek is, de vreugde is.
De bekende Engelsche uitgever, John Timbs,
begon zijn carrière als reporter aan een Lon-
densch blad, In deze functie werd hij eens naar
Schotland gezonden, waar een groote mijnwer
kersstaking was uitgebroken. Hij verkleedde zich
als mijnwerker en mengde zich onder hen, tenein
de een natuurgetrouw verslag te kunnen leveren.
Dij zijn terugkomst bracht hij zijn werk naar den
hooldredacteur. Deze had nauwelijks enkele blad
zijden gelezen of hij riep woedend:
Wat een onzin! Dat is geen staking. Het
gaat daar veel te gemoedelijk en tam toe! Zoo iets
is niet geschikt voor ons blad!
Dat meende ik ook al! zei Timbs; misschien
bevalt u dit beter? En hij reikte den chef een an
der manuscript toe.
Juist, zoo moet het zijn. Dat is natuurge
trouw, Uitstekend, zei de verrukte chef, na lezing.
We zullen het onmiddellijk zetten!
Dit laatste heb ik geschreven vóór dat ik
naar Schotland vertrok, merkte Timbs leukjes op.
De Montrand was gedurende de vijandelijkheden
tusschen Frankrijk en Engeland door een zeer ru
wen en onbeschaafden zeekapitein gevangen geno
men, die hem, zoo lang hij zich aan boord van het
schip bevond, gedurig allerlei onaangenaamheden
naar het hoofd gooide.
Op zekeren dag klonk een luitenant, die veel
beleefder was dan zijn kapitein, aan tafel op
Montrand en dronk op de gezondheid der Fran-
schen.
Bah! riep de kapitein uit, de Franschen zijn
nietswaardig gespuis en ik maak geen uitzonde
ringen, voegde hij er bij, terwijl hij De Montrand
aanzag.
Deze stond op en zei:
Ik drink op de gezondheid van de Engel-
schen, die allen echte gentlemen zijn. Ik maak
echter één uitzondering, vervolgde De Montrand,
den kapitein aanziend.
In het Britsch Museum te Londen wordt een
minnebrief bewaard, die ongetwijfeld als het
langste epistel in dit genre beschouwd kan wor
den. Dit pracht-exemplaar is geschreven door een
hoveling van koningin Elizabeth. Hij bestaat uit
niet minder dan 400 dichtbeschreven vellen, die
eventjes 400.000 woorden bevatten. De ongeluk
kige schoone voor wie dit document bestemd was,
zal wel een zucht van verlichting geslaakt hebben,
toen zij dit „kattebelletje" uitgelezen had.
Czaar Peter kwam op z'n tweede reis naar Ne
derland, in 1716, door Danzig. Op een Zondag zat
hij in de kerk naast den burgemeester; de dienst
duurde lang, 't was winter; de vorst had een kaal
hoofd en kreeg het zeer koud. Hij nam daarom
de groote pruik, die de burgemeester op had en
zette haar op eigen hoofd. Toen de dienst afge-
loopen was, gaf hij ze aan den burgemeester terug
en groette hem beleefd,
Dumas woonde met een vriend de opvoering
van zijn laatste stuk bij.
Gisteravond bij dat drama van Sardou zaten
de menschen bij bosjes te slapen, zei hij. En de
vriend merkte op:
Kijk, nu slaapt er toch óók één!
O, zei Dumas, die zit hier nog van gister
avond.
In een stadje in Oost-Frankrijk had een circus
zijn tent opgeslagen. Ofschoon het programma
schitterende nummers beloofde, waaronder ook
interessante bokswedstrijden, kwamen er geen
toeschouwers. De directeur probeerde het eerst
met verminderde entrée-gelden. De tent werd
echter niet voller. In zijn wanhoop liet hij ten
slotte groote biljetten aanplakken met het op
schrift: „Entrée gratis" en het publiek stroomde in
menigte toe. Na het einde der voorstelling wilden
de toeschouwers het circus verlaten, doch aan de
uitgangen vonden zij tot hun groote verrassing een
groot bord met de woorden: „Uitgang 1 fr. per
persoon."
Naast ieder bord stond een der boksers, die in
het programma meegewerkt hadde directeur
had een goeden dag!
Een soldaat was ter dood veroordeeld. Zijn ver
zoek om gratie werd hem door den ouden Frits
toegestaan, op voorwaarde, dat hij met een door
den koning aangeduid meisje zou trouwen. „Lass
mal sehen", zei de soldaat lakoniek. Nauwelijks
zag hij haar of hij riep „Schiet me maar dood!"
Onderwijzer: Noem eens 'n feestdag, die ieder
jaar terugkomt.
Jantje: De verlovingsdag van mijn zuster.
Kreps, de inbreker, komt met een rijken buit
thuis en zegt tot zijn vrouw: Berg 't zaakje nou
goed weg, want 't is bar, zooveel als er tegen
woordig ingebroken wordt.
A: Wat ziet Jansen er bedrukt uit?
B: Ja, hij is erg teleurgesteld.
A: Hoezoo?
B: Wel, hij kent zeven talen, en nu hij ge
trouwd is kan-ie niet aan het woord komen.
Is U de helderziende, die hier vanavond met
veel succes een voorstelling heeft gegeven?
- J a
Wat houdt U hier dan nog op?
Ik kan mijn hoed nergens vinden.
Echtgenoot: Onze toestand wordt hoe langer
hoe ongunstiger; wij moeten zuiniger gaan leven,
Echtgenoote: Maar is het nog niet genoeg ge
weest? Het voorlaatste jaar hebben we 5000 gul
den schuld gemaakt en het vorig jaar slecht 3000.
Moeten wij het nu nog zuiniger aanleggen?
Meneer van Puffelen komt met hevige pijn bij
den tandarts en laat zich een kies trekken.
Binnen enkele minuten is hij van de kwelling
verlost.
Hoeveel krijgt u? informeert van Puffelen,
opgelucht.
Vijf gulden! zegt de tandarts.
Dat hebt u gauw verdiend, meent van Puffe
len, die niet één van de scheutigsten is.
Oh, meent de arts, bedoelt u dat; ik kan ook
wel heel langzaam helpen
Zwaar werk hè, je invaliden man iederen
dag in een wagentje voort te moeten duwen, zei
een medelijdend heer tegen het oude vrouwtje,
terwijl hij zijn gave offerde.
Och meneer, dat gaat nog al, antwoordde
het besje, wij rijden elkaar om beurten ziet u:
's morgens duwt hij, 's middags ik.
Een vrouw leerde haar man het laat thuis ko
men 's avonds af, door op een avond naar de voor
deur te gaan, toen hij aanbelde en door het sleu
telgat te fluisteren: „Ben jij dat, Willie?"
Haar man heet Jan en thans blijft deze heer
iederen avond thuis en hij slaapt met één oog open
en een revolver onder zijn hoofdkussen!
Agent (na de aanrijding): Weet u wel, dat de
beleefdheid alleen al eischt, dat u een tegemoet-
rijdende dame de helft van de straat laat?
Slachtoffer: Dat zou ik zeker gedaan hebben,
als ik maar geweten had, welke helft ze hebben
wilde!
Mevrouw: Omdat je zoo eerlijk bent, mag je
die parapluie houden. Ze is wel niet nieuw, maar
je zult er toch nog wel een paar kwartjes voor
kunnen krijgen.
Man (die de verloren parapluie terugbrengt):
Neen, dame, ik heb al in twintig winkels gepro
beerd.
Mannen hebben dikwijls zoo'n onaangenaam
karakter; ze zijn soms zoo lastig om mee om te
gaan. Als ik trouw wil ik een man hebben, die
gauw tevreden is.
Nu kind, dat is ook het eenige soort waar jij
kans op hebt.
Bang, antwoordde de ferme Ier. Bang,
neen, luitenant. Ik bad alléén maar dat de vijan
delijke kogels op gelijke wijze verdeeld zullen
worden als bij geldprijzen het grootste part on
der de officieren.
Nu zal ik maken, dat deze man alles vergeet,
zei de hypnotiseur in een seance.
Houd op, man, liefst niet! riep een man ze
nuwachtig uit de zaal, de vent is me 'n massa
geld schuldig.
Zeker, m'n kind, een jongen van zeven jaar
moet om zeven uur naar bed, een jongen van acht
jaar om acht uur!
Dan gaat u zeker heelemaal niet naad bed,
hè tante?