„Bergensche Bad-, Duin- en Boschbode" TWEEDE BLAD. onde- ert, ptoni- n ge- schei- ldeels >voord etsjes anten, :h het oowel elijke zeker in de large- Dz. j con- ergen ieper- geen tzellig ergen luxe sopt. liet in lossen mton- |suren latste, d, die ge waar t, die i, am e ma id sa- >evor- lit de waar door Surge- warm r den nisee- dezen n om llende kun- Dit is door et de reging >en te ekken e we- 5 van men ikker- i hun deze vorige ver- ien en o hier llende t een in de kelin- gings- parti- eeren. num- ericht k dit ers is >p het ij dan, nmers n, dat iergen trand, feder- t een bedie- rijzen, astan- De ïn en id en n wij ïwoon arden, Sémur (Frankrijk). D. H. W. FILARSKI. Op sympathieke wijze stelde ook de burgemees ter vast, dat het de schilders zijn, die in belang rijke mate hebben bijgedragen, de schoonheid van Bergen in breeden kring bekend te maken. Wij sluiten ons gaarne bij den door hem geuiten wensch aan, dat de artisten het verwachte succes van hun mooie daad van solidariteit mogen oogsten. Voor wie het financiëel slechts eenigszins mo gelijk is, is het thans zaak, één der geëxposeerde werken aan te koopen. Ten eerste is men nu in de gelegenheid, in het bezit te komen van een kunstwerk tegen een prijs, waarvoor geen der ex- poseerende kunstenaars het individueel zou willen afstaan, maar ten tweede steunt men daardoor het sympathieke streven van collegiale solidariteit. Wij zijn ervan overtuigd, dat zij, die zich op deze wijze het bezit van een der werken verzekeren, in de naaste toekomst zichzelven gelukkig zullen prijzen, deze gelegenheid om in het bezit ervan te komen, te hebben aangegrepen. Van den nestor der Berger kunstenaars, Graadt van Roggen, hangt een van zijn bekendste en knapste etsen uit Giethoorn. Charley Toorop, over wier werk wij in no. 6 van de Badbode nog een uitvoerige beschouwing publiceerden, schonk één van haar Rotterdamsche havengezichten, voor welk werk haar reeds eerder groote waardeering gewerd. Colnot, bij uitnemendheid de schilder van het Hollandsche landschap, stelde één van zijn mooie polderlandschappen beschikbaar. Filarski schonk een doek, waarvan wij hier een reproduc tie plaatsen en dat wij tot één van zijn zeer ge slaagde landschappen rekenen. Frans Huismans, nog maar voor kort in Bergen (hij werkte vele ja ren in Schoorl, waar hij woonachtig was) schonk een winterlandschap van Schoorl, dat zeker wel door velen begeerd zal worden. De Friesche schilder Kamstra, die sedert een paar jaar in Ber gen woont en thans in een winkelhuis in de Ruïne laan, tegenover het Raadhuis, een expositie van zijn werk houdt, offerde 'n bloemstuk (cynnia's in vaas), dat ons om de compositie, de kleur en den blauwen achtergrond aangenaam aandoet. Mat- thieu Wiegman schonk een landschap uit Cagnes, waarvan wij eveneens in de gelegenheid zijn, een reproductie te plaatsen. Voor dit doek gewerd hem op zijn overzicht-tentoonstelling in 1931 in het Stedelijk Museum te Amsterdam bizondere waardeering van gezaghebbende critici. De artisten hebben zich hier niet, zooals maar al te vaak op dergelijke tentoonstellingen het ge val is, bepaald tot het afstaan van één van hun 23e Jaargang. No. 8. van ZATERDAG 23 JULI 1932. gen, kan niet anders dan sympathiek worden ge oordeeld. Hun eerste optreden in dit opzicht is vooral daarom sympathiek, omdat zij in de eerste plaats zelf de hand aan den ploeg hebben gesla gen. Spontaan stelden zij ieder een kunstwerk beschikbaar, om te trachten door verkoop van die werken den grondslag voor een fonds te leggen, ter ondersteuning van noodlijdende kunstbroeders in de gemeente. Met voldoening constateerden wij, dat het hun aan den noodigen practischen zin niet ontbreekt en dat zij hebben ingezien, dat het voor velen, die zelfs wel eens een behoorlijk bedrag voor een schilderij konden uittrekken, thans niet mogelijk stellingen nemen de Berger schilders een belang rijke plaats in. Het is den schilder-s een voldoening geweest, bij de opening der tentoonstelling uit den mond van den burgemeester te hebben kunnen verne men, dat het gemeentebestuur voor hen meer ge voelt, dan wellicht wordt gedacht. Wij maakten reeds melding van het feit, dat de in Bergen wonende kunstenaars onder den drang der tij den besloten, tot de oprichting van een vereeniging, met het doel, de economische belangen der leden te behartigen en noodlijdende kunste naars te steunen. In tijden van malaise zijn het voor al de kunstenaars, die daar onder lij den. Kunst, hoewel onmisbaar voor de samenleving, behoort nog niet tot de allereerste levensvoorwaarden voor den mensch en vooral in onzen tijd van mechaniseering en rationali satie is men wel in de eerste plaats geneigd, op kunst te bezuinigen. Toch leven de volkeren door de Kunst voort. Het zijn de kunstenaars, die het geheele leven in hun werk om vatten en daardoor de menschheid een hooger levensgeluk deelachtig doet worden. Kunst is dan ook een hoofdbestanddeel van het leven. Het is den nadenkenden mensch wel reeds lang bekend, dat er voor de verdieping van het leven iets meer noodig is dan de mechanisee ring; dat de kunst voor het geluk van den mensch een onmisbare factor is. Wijlen Dr. Th. de Visser teeken- de de kunstenaars reeds als volkslei ders in den besten zin van het woord, die de menschheid in onze da gen tot een zegen zijn. Te vaak wordt echter vergeten, dat de kunste naars ook menschen zijn, die even- Cagnes zeer hun materieele zorgen hebben als anderen. Wij weten, dat hun kunst aan hen een oneindig groot geluk schenkt, dat hun arbeid hen de dage- lijksche zorgen doet vergeten en zeer zeker zijn zij, voor wat hun werk betreft, bevoorrechte menschenkinderen, omdat zij vrijen arbeid ver richten, die bevrediging schenkt. Maar toch be staan ook voor hen de dagelijksche zorgen. In zijn werk „Kunstenaar en samenleving" zegt de dichter Adama van Scheltema aan het slot van zijn omvangrijk werk; „Hoe zal een latere tijd oordeelen over een samenleving, die aan haar beste kinderen niet dan wat schoone woorden, niet dan een aalmoes heeft gegeven aan hen, die, worstelend en bespot, de vlam van het beste der menschheid hebben verder gedragen naar de toe komst? De toekomst, die ons kunstenaars eenmaal zal oordeelen, die ons zal vergeven, waar wij te kort kwamen, doch die aan onze nagedachtenis nimmermeer vergoeden kan, wat die samenleving ons onthield aan liefde en geluk". Wij dachten onwillekeurig aan dit woord, toen ons de mededeeling gewerd, dat de Berger schil ders zich vereenigd hadden om in dezen tijd van de gemeenschap, als groep, erkenning te erlangen. Dat zij als een factor van cultureele waarde in de samenleving, als een deel van die samenleving, be schouwd wenschten te worden, is begrijpelijk. In hun kunst zijn de schilders individualisten en wij hopen slechts, dat zij dit in het belang der kunst zullen blijven. De samenleving, die slechts rekent met het getal, dringt ook hen, helaas, naar getal vorming. Wij betoogden het reeds eerder, dat Bergen aan de kunstenaars zeer veel te danken heeft. Dat zij als dienaren van het ideëele thans ook collectief hun economische belangen wenschen te beharti- sur Mer (Zuid-Frankrijk). MATTH. WIEGMAN. is, dit te doen. Begrijpende, dat schilderijen nog niet tot de reëele ruilmiddelen behooren, hebben zij nu een bizonderen verkoopVorm vastgesteld. Eventueel gegadigden voor één der werken die tot '30 Juli in het kunstzaaltjé van den heer Hopman geëxposeerd worden en daarna acht dagen in de dancing van Nassau Bergen, vinden in het zaaltje formulieren, waarop zij het bedrag kunnen invul len, waarvoor zij één of meer doeken wenschen aan te koopen. Zij behoeven die formulieren slechts in de aanwezige bus te werpen en krijgen het werk toegewezen, wanneer het bedrag een door den schilder gestelde limiet heeft overschre den. Het is ons bekend, dat de kunstenaars deze limiet belangrijk lager hebben gesteld, dan waar voor zij gewoonlijk hun werk verkoopen, omdat zij vóór alles wenschen te bereiken, dat hun actie aan het fonds dë eerste contanten zal bezorgen. De prijs, waarvoor het werk Wordt toegewezen, blijft alleen bekend bij een kleine Commissie, die daarover zal hebben te beslissen. Door zóó te handelen hebben de kunstenaars een daad van goede solidariteit verricht en dit te meer, omdat ieder van hen een goed werk heeft afgestaan, zoodat men doeken geëxposeerd vindt, waaraan de kunstenaar ook zelf groote waarde hecht. Namens de kunstenaars wees Matthieu Wieg man er in zijn inleidend woord bij de opening der tentoonstelling op, dat de Berger kunstenaars een uitgesproken plaats in de kunstontwikkeling van Holland innemen. Wie eenigszins met den gang van de hedendaagsche kunst in ons land bekend is, weet, dat hij daarmede een waar woord heeft gesproken. Niet alleen in Holland, maar ook ver buiten onze grenzen, op internationale tentoon- De Bergensche Schilders. Molens Schermeer. A. COLNOT. (Lith,) Landschap Loosdrecht. JELLE TROELSTRA. (Lith.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1932 | | pagina 3