De toekomst van onze molens. „Bergensclie Bad-, Duin- en BnschMe" DAMLANDER MOLEN, EINDE MEERWEG. 23e Jaargang. No, 11 van ZATERDAG 13 AUG. 1932, TWEEDE BLAD. scheidene molens zijn toegepast, hebben de stout ste verwachtingen overtroffen. De technische winst is geweldig groot, want niet alleen is het molenvermogen belangrijk opgevoerd, maar door het productief maken van alle zwakke winden die voor de oude molen geen nut hadden is ook de werkgelegenheid voor den molen verdrie voudigd. Wij zijn er van overtuigd, dat de oud burgemeester, de heer Jb. van Reenen, die dit al les heeft voorzien, en daardoor wist te bereiken, dat in Bergen een paar molens, die ten doode stonden opgeschreven, behouden bleven, met groote vreugde van deze nieuwe techniek kennis zal hebben genomen. Reeds verkreeg de heer Staal te Rotterdam een patent op een vinding, die de windkracht in ijsvor- ming vastlegt en naar verkiezing levert licht, kracht, warmte of koude tegen prijzen, die gemak kelijk met de thans geldende kunnen concurreeren, terwijl de kracht in dezen vorm de eeuwigdurende krachtlevering zeer nabij komt. Bij het inkrim pen der wereldvoorraden aan kolen en olie, is dit zeker een lichtpunt en het is wel zeer merkwaar dig, dat men zich dan ook in het buitenland in tegenstelling met Holland, waar de molens gaan verdwijnen, op den molenbouw gaat spitsen. In Rusland moderniseert men de molens en in de Krim bouwt men series groote molens voor elec- Ieder minnaar van het Hollandsche landschap is bewonderaar van de Hollandsche molen. Eeuwen is in ons land de molen een kracht geweest, die buitengewone diensten heeft bewezen, zoowel voor de industrie, als voor het op peil houden van de polders. Wij Nederlanders hebben zeer veel aan de windmolen te danken, maar de stoomma chine, de motor en de electriciteit brachten onze oude bondgenooten geducht in het gedrang en steeds meer molens verdwenen. Voor den vreemdeling was Holland en zijn mo lens synoniem. Ook in het Berger landschap vindt men er nog eenige, al hebben ook daar ver scheidene plaats moeten maken voor de mechani sche bemaling. De oudere gasten zullen zich nog wel de verdwenen dikke molen bij de voormalige tol aan den Bergerweg herinneren en ook de Ree- ker molen verdween in 1900 voor het electrische gemaal. De Damlander molen aan het einde van den Meerweg is met de molen van den Sluispol- der behouden gebleven. In de Schermeer zullen door de electrische be maling de molens op den duur ook verdwijnen en gezien het feit, dat onze landbouwers er recht op hebben, dat nuttig effect van de wetenschap te trekken, dat de wetenschap aan de hand doet, stelden wij, hoezeer wij dat ook betreurden, ons op het standpunt, dat men de landbouwers om schoonheidsoverwegingen niet kan dwingen, de molen te behouden, wanneer zij door de toepassing van andere krachten tot betere bedrijfsresultaten konden komen. Ons land bezit nog ongeveer 2000 molens en wij zagen onafwendbaar den tijd ko men, dat die alle zouden verdwijnen. Met vreugde vernemen wij thans, dat er een kentering ten goe de is gekomen. De moderne techniek heeft nieu we bestaansmogelijkheden voor de windmolen ge schapen. De met'ngen, verricht door den rijks- studiedienst voor de luchtvaart en door den Pro vincialen Waterstaat van N.-Holland hebben aan getoond, dat de oude molen gemiddeld slechts 10 uit het luchtvermogen haalt. Door dë tech nisch juistere constructie benut een Amerikaan- sche windmotor 25 van het luchtvermogen. Een nadeel van deze motoren is, dat het vermogen quantitatief zoo gering is. In de praktijk heeft men dan ook veel meer aan een verbeterde Hol landsche molen, aangezien gebleken is, dat deze 34 tot 52 van het luchtvermogen benut. Men ziet uit deze cijfers de enorme vooruitgang op dit gebied, die welhaast een revolutie in de molenwe reld beteekent. De fouten van de oude molen, waardoor deze een sterke wind noodig had om te kunnen wer ken, zijn gevonden. De werkgelegenheid voor onze oude molens bedroeg slechts 25 en de gedwongen stilstand wegens windzwakte dus '75 Het behoeft dan ook geen verwondering, dat de verantwoordelijke personen in onze polder besturen naar stabieler krachten als de motor en de electriciteit hebben omgezien. De vliegtechniek heeft echter voor onze molens weer een nieuw tijdperk ingeluid en de verbete ringen, die in enkele jaren tijds reeds aan ver- DE ZUIDERPOLDER VAN DE SCHERMEER. De hoeveelheid energie, die door een gewone molen kan worden ontwikkeld, bedraagt aan onze kuststreek per jaar een half millioen K. W. U. Het is voorts mogelijk om deze energie, door de molens grooter en hooger te maken, op te voeren, en door toepassing van electrisch-automatischc zelfkruiïng en zelfzwichting te bereiken, dat geen enkel winduur verloren gaat. Er wordt thans ernstig over gedacht, om onze grootste molens, die een vlucht hebben van 30 M., op een vlucht van 50 M. te brengen, waardoor de jaarproductie 1 millioen K. W. U. wordt. Het vier-wiekenstel en het uiterlijk van der molen zullen hetzelfde blijven, zoodat het karakter van den molen, die een sieraad is in ons landschap, behouden blijft. Naast electriciteitsproductie wordt ook gedacht aan het samenpersen van lucht als toekomstmogelijkheid voor den windmolen. I Men hoopt n.l. de saamgeperste lucht als drijf- j kracht voor de luchtvaart aan te wenden, om daardoor de licht-ontvlambare benzine, die mo- menteel nog een geduchte rem is voor de popula- j riteit van het luchtverkeer, buiten te sluiten. Slaagt men daarin, dan produceert de windmolen de saamgeperste lucht, die de toekomstige vlieg machine in staat zal stellen, op goedkoope wijze het passagiersvervoer te regelen. Het oude Ber ger trammetje met z'n sukkelgangetje zal dan eveneens wel plaats moeten maken voor een mo derner vervoermiddel, aangezien het dan ook mo gelijk zal zijn om de treinen met saamgeperste lucht voort te drijven. triciteitsproductie. In Amerika en België schenkt men eveneens groote aandacht aan de molentech niek. In Duitschland bestaan molen-bouwplannen, waarbij afmetingen worden genoemd van 260 M, ashoogte en 160 M. diameter. Volgens de bereke ningen zullen deze windcentrales den electrischen stroom aan de bedrijven kunnen leveren voor 0.06 cent per K. W. U. Voor de gemeente Bergen, die in '34 evenals Alkmaar voor de vernieuwing staat van het con tract met het Provinciaal Electrisch bedrijf en de kans beloopt, dat dit bedrijf zware eischen aan de gemeente zal stellen, omdat er bij de Provincie tegen deze gemeenten nog een zekere wrevel be staat over het feit, dat zij in de oorlogsjaren den overeengekomen prijs niet wilden verhoogen, ziet hierin misschien een prachtig verweermiddel. Men stelle het zich eens voor, dat de gemeente in de gelegenheid wordt gesteld om zelfstandig de elec triciteit voor 1 cent te verkrijgen. Wat zou dit niet een ommekeer brengen in het Hotel- en Pen- sionbedrijf, om van de mogelijkheden voor de verlichtingsavonden maar niet te spreken. In industrieele kringen wordt er reeds aan ge dacht om aan onze kuststreek en in het bizonder op onze duinenrij groote molens te bouwen, een voudig voor het produceeren van electriciteit en saamgeperste lucht, om daardoor ruime werkge legenheid te vinden voor arbeid, die nu uit groote fabrieken in het buitenland moet worden betrok ken. De wetenschap stelt zich op het standpunt, dat de windenergie, ons door de natuur geschon-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1932 | | pagina 3