HOTEL-PENSION J. P. KREB, Historische Anecdoten. Adverte ntiën. CONCERT in den muziektuin te Bergen, op Zondag 21 Aug. 1932, des avonds 8 uur, door „Bergen's Harmonie". Beschermheer: de Ed. Achtb. Heer Jac. v. Reenen. Directeur: de Heer P. Pranger. Programma: 1. „Schouder aan schouder", marsch, H. Lureman. 2. „Liberté", ouverture, J. Martin. 3. Fantaisie uit de Opera „Freischütz", C. M. von Weber. 4. „Suspinul wals, J, Ivanovici. 5. „Sous la Tonelle", fantaisie, J. Martin. Pauze. 6. „Sympathie", marsch, S. P. van Leuwen. 7. „Stella", ouverture, F. Andrieu. 8. „Franche Amitié, fantaisie, J. Martin. 9. „Chant du Soir", concertwals, Sam. Vlessing. 10. Marsch, finale. De toegang tot den muziektuin is vrij. Kinderen zonder geleide worden niet toegelaten. Gelieve zooveel mogelijk de stilte te bevorderen. FEESTELIJKE OPENING. De vorige week werd de nieuwe garage voor de autobusonderneming van den heer Schalkwijk aan de Dr. v. Peltlaan officieel geopend. Door werk zaamheden waren wij verhinderd hierbij aanwezig te zijn. Toch willen wij op deze plaats den heer Schalkwijk geluk wenschen met de totstandkoming van dit moderne gebouw, schepping van den mo dernen architect D. Brouwer uit Amsterdam, die daarvoor zeker een woord van lof verdient. 'Naar de Slrafosfeer'. Ontwerper den Broeder, uilvoerders Graftdijk en Offen. 1e Prijs Vereenigingsnummers. Aulo Mevr. C. M. Krak-Enlken. 1e Prijs versierde aulo's. Er was eens een diner bij den Engelschen gezant te Belgrado. Daar zaten graaf Johanovitch en mevrouw, prins Boblokowitch en mevrouw, baron Kolowitch, Jama Jamaninovitch en zijn aanstaan de en nog een stuk of twintig andere, adellijke vitchen. Lady Panhurst droeg een fraaie diamanten pa rure, waarover alle Serviërs, die veel van edelge steenten houden, paf waren. Graaf Johanovitch vroeg of hij de parure eens zou mogen zien. En lady Panhurst deed het ding af, legde het op een zilveren schaal en niet het rondgaan. Toen het bij prins Boblokowitch gekomen was, ging het electrisch licht uit. Er was eenige op schudding, doch al spoedig was alles weer in orde en op zijn plaats terug, behalve de diamanten pa rure. Die was verdwenen. Ontzetting stond te lezen op de gezichten van al deze edelen. Vurige oogen strooiden blikken van verontwaardiging in het rond. Doch de parure was weg en bleef weg. Alleen lord Panhurst bleef kalm. Na een oogen- blik begon hij zelfs te lachen, vroeg het woord en zeide: Mijne heeren, nooit zal ik dezen avond ver geten. De Servische heeren hebben mij een goede les gegeven. Wij hadden niet met de parure moe ten pronken, heeft zeker een uwer gedacht en haar in den zak gestoken. De spotvogel heeft ge lijk gehad. Ik zal het niet weer doen. Doch nu heeft de grap lang genoeg geduurd. Ik zal het licht laten uitdoen. En als het dan weer aangaat, zal natuurlijk de parure weer in de zilveren schaal liggen. Lord Panhurst gaf een bediende een wenk. Het licht ging uit, bleef eenige oogenblikken uit. Er was alom doodsche stilte. Toen ging het licht weer aan, aller oogen richt ten zich op den zilveren schotel doch ook deze was niet meer te vinden. Hij was den weg van de parure gegaan en bleef weg, evenals de parure. Peter de Groote van Rusland gaf in het jaar 1715, toen hem een prins was geboren, een groot feest. Zijn geliefde hofnar Satof, een man van 84 jaar, huwde hij bij deze gelegenheid uit aan een jonge weduwe van 22. Een gemaskerd gezelschap van 400 personen, in sleden gezeten, geleidde het paar naar de kerk. De czaar en zijn gezelschap waren gekleed als Friesche boeren. De vier groot ste stotteraars, die in 't land te vinden waren ge weest, deden dienst als bruidsjonkers, de vier dikste en plompste kerels, die men had kunnen vinden als voorloopers. Blinde en lamme oude lieden moesten aan tafel bedienen. Toen de stoet zich in beweging stelde, werden alle klokken ge luid en toen men zich aan tafel zette, werden alle trommen geroerd en allerlei verschillende dieren aan 't schreeuwen en brullen gebracht, 'tWas zoo'n geweldig leven, dat niemand zijn buurman verstaan kon. De keizer echter ver maakte zich kostelijk en beroemde er zich den vol genden dag op, dat in geheel Petersburg niemand bepaald nuchter was geweest. Knut Hamsun, de schrijver die den Nobelprijs voor letterkunde heeft gekregen, had stormachti ge jeugdjaren. We ontleenen daar het volgende aan: In de jaren tusschen 1880 en 1890 kwam Ham sun, na eenigen tijd in de prairiën van Noord-Da- cota te hebben gewerkt, te Chicago aan met gaten in de mouwen en geen cent op zak. Hij werd aangenomen als conducteur op de paardetram in Holstedstre^t, Het was op het achterbalcon niet warm en Hamsun zag dikwijls blauw van de kou. Altijd had hij de zakken vol boeken: Aristoteles, Thackeray en andere auteurs. De passagiers wa ren niet met hem ingenomen, want Hamsun vergat meestal aan de lijn te trekken, zoodat ze hun halteplaats voorbij reden. Hij kon de namen der haltes niet onthouden. Hij riep North Avënue wanneer het Divisionstreet moest zijn en omge keerd. Op het achterblacon stond hij te droomen, een slanke, blonde jongeman, met door ontbering ingezonken wangen en een afwezigen blik. Gaat deze tram naar het Zuiden? vroeg een oude dame. Hamsun streek met de hand over het hoofd, liep naar den koetsier en trapte de passagiers op de teenen. Rijden we naar het Zuiden? vroeg hij. Naar de hel rijden we, kreeg hij ten antwoord en hij kon de oude dame niets anders mededeelen. Eindelijk kreeg hij zijn ontslag, daar hij „te dom" was voor conducteur. Hamsun wist in New- York te komen, kreeg werk op een visschersboot van Newfoundland en wist als zeeman naar Noor wegen te reizen. BREELflAN 16. BERGEN. TELEFOON 5. Autostalling met aparte boxes. LUNCH. DINER. RESTAURANT a LA CARTE. Vanille-IJs- Diverse Coupes. „Neptunes, de God vari de Zee'. Onlwerper en uitvoerder J. R. Zweerus. 2e Prijs Corso, benevens publieksprijs.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1932 | | pagina 4