Hotel-Restaurant „PROOF' Café-Restaurant JUINVERMAAK". VICTORIA WATER HOOG EN LAAG WATER Datumj TEAROOM Iri VALK's Lunchroom Tegenover bureau V.V.V. - Ingang HOUTTIL. ALKMAAR. Historische Anecdoien. LANGESTRAAT 70 - Telefoon 43 - ALKMAAR. CAFÉ-LUNCHROOM „DE DOORBRAAK", AMSTELBIEREN. Mooi gelegen aan den voet der duinen. Groote Kinderspeeltuin. Concert en Openlucht- Dancing. Ruim Parkeerterrein. VERLAAGDE CONSUMPTIEPRIJZEN. Grapjes. te Bergen aan Zee in 1932. AUG. Hoog waterI Laag water Voorm. Namidd. Voorm. Namidd. 27 0. 6 8.27 9.05 28 1.13 1.56 9.52 10.25 29 2.22 7.54 11.('4 11.28 30 3.11 3.35 11.59 31 3.49 4.14 0.19 0.42 PARNASSI/IPARK BERGEN AAN ZEE. UITSLUITEND te KLAS CONSUMPTIE. BILLIJKE PRIJZEN. Intieme gelegenheid voor families. Prachtig uitzicht over park en tennisbanen. 0 zit U gezellig. 0 Mooi zicht op de kaasmarkt. 0 HEERLIJK IJS. 0 Uitstekende Lunch. 0 Lekkere Koffie. 0 Ruime sorteering Gebak 0 uit eigen Banketbakkerij. De laatste woorden van Vespasianus op zijn sterfbed waren, terwijl hij verzocht, dat men hem zou oplichten en recht zetten: „Een Keizer moet staande sterven". Het grafschrift voor Alexander den Groote werd door Aristoteles vervaardigd en bevat een treffende zedeles: „Deze grafheuvel is voldoende voor hem, wien de aardbol niet voldoen kon. Kardinaal Mazarin zei van den president Le- coigneux: „Hij is zoo'n goede rechter, dat hij iede re zitting woedend verlaat, omdat hij de beide partijen niet heeft kunnen veroordeelen. Bismarck was al ver over de veertig, toen hij nog een taal ging leeren: het Russisch, en wel tusschen zijn beslommeringen als gezant te Pe tersburg door. Na drie maanden studie verbaasde hij Keizer Alexander II door met zijne majesteit in het Russisch een gesprek aan te knoopen. Jan Frederik, keurvorst van Saksen, die in han den van Keizer Karei V gevallen was, antwoordde aan dien vorst die hem dreigde het hoofd te doen afslaan: „Uwe Keizerlijke Majesteit mag met mij doen wat zij wil, maar zij vermag mij nooit vrees aan te jagen". En werkelijk, toen men hem zijn doodvonnis kwam aanzeggen, was hij zoo weinig ontroerd, dat hij tegen den hertog van Brunswijk, met wien hij schaakspel speelde, zei: „Eerst spe len we de partij uit". Herbert Bismarck vertelde eens op een diner te Londen de volgende, naar hij beweerde, histori sche anecdote. De onderhandelingen tusschen Engeland en Holland over de Kaap de Goede Hoop konden maar niet vlotten, waarop de Hol- landsche afgevaardigde aan den Engelsche het volgende voorstel deed: Geef ons de Kaap en houdt jullie de goede Hoop. Jammer, dat 't net andersom is uitgekomen. Cherubini liep in een stortregen met een monster van een paraplu, vol gaatjes en met twee losse baleinen, Panserm reed hem in een rijtuig achterop en, toen hij den beroemden componist herkende, bood hij hem dadelijk zijn cabriolet aan. Cherubini stapte in en Panserm stapte uit. Daar stond hij in den feilen regen. GARAGE. STROOMEND WARM EN KOUD WATER. BAD. CENTRALE VERWARMING. BEZOEKT: Kaasmarkt, hoek Marktstr., Alkmaar. Prima consumptie. Billijke prijzen. A. J. MARTIN. ZONDAGSMIDDAGS Pardon, meneer Cherubini, zei hij, geef mij uw paraplu zoolang. En wat was 't antwoord? O, che no! u weet toch wel, dat paraplu's nooit worden terugegeven! Dat Frederik de Groote allesbehalve een vriend van advocaten was, blijkt uit een authentiek stuk in de papieren van een oud Westfaalsch Ge rechtshof, waarin hij naar aanleiding van een ver zoek om een brevet als advocaat in Cleve, woor delijk het volgende decreet uitvaardigt: Ik wil nóch in Pruisen, noch in Pommeren en Maagdenburg meer advocaten hebben. Maar die Clevenaars en Westfalers, die verre van God en het gezond verstand, tot twist geboren zijn, moet men wegens hun hardheid van hart zooveel advo caten geven als ze maar willen, waarvoor 200 Reichsthaler in de recrutenkas gestort moeten worden. Gegeven te Berlijn 1749. Frederik. Rossini hield niet van Wagner. Van Tannhau- ser zei hij: je kunt zoo'n werk niet na pas één keer hooren beoordeelen maar een tweeden keer ga ik er niet meer heen. De partituur van Lohengrin hield hij omgekeerd en zei: „Nou zal ik het zoo eens lezen, kijken of ik het dan wel wat vindt. „Amateur-muziek" noemde Schumann het werk van Wagner en Offenboch schold het uit voor „de la cochonnerie Albrechtsberger had groote verachting voor zijn leerling Beethoven: „D'r komt niks van terecht" voorspelde hij. Mendelssohn vroeg zeep en water om z'n handen te wasschen na de lezing van een partituur van Berlioz. In onze jeugd hebben wij gegriezeld bij het aan- hooren van Perrault's bekend sprookje „Blauw baard", dat uit een paedagogisch oogpunt voor de jeugd nu niet zoo erg aanbevelenswaardig is. Deze „Blauwbaard" heeft echter werkelijk bestaan. Hij heette Gilles de Laval, Baron van Rais, en was een afstammeling der Bretonsche hertogen. Hij onderscheidde zich in den honderdjarigen oorlog ten tijde van Jeanne d'Arc. De Laval was echter ook een groot verkwister en bovendien een alche mist, die meende uit het bloed van vrouwen en kinderen goud te kunnen maken. Meer dan 150 vrouwen en kinderen moet deze man vermoord hebben, waaronder zijn zeven echtgenooten. Op 25 Oct. 1440 vond De Laval, van hekserij beschul digd, op een brandstapel den dood. Boileau en de prins van Conti hadden het eens over de beroemdheid van kunstenaars en auteurs tegenover die van wapenhelden. De prins gaf om de eerste soort geen zier en natuurlijk waren alle hovelingen het roerend met hem eens. Alleen Boileau, heelemaal geen hove ling, dacht er anders over. Hij probeerde op ver nuftige wijze te beoogen, dat de roem van Home rus misschien gelijk stond met dien van Alexander den Groote. Er ging een burger voorbij. De prins liet hem inroepen en vroeg den man: Wie was Alexander de Groote? Een fameus veldheer! En wie was Homerus! Geen antwoord. Toen werd Boileau uitgelachen, maar deze vatte vuur en vroeg den man: Wie is mr. Deibier? De beul van Parijs! Wie is Racine? Nooit van gehoord! Toen lachte Boileau en hij zei fiintjes: Dus de heer Deibier is beroemder dan Racine! Lodewijk XIV had aan zijn hof een edelman met een onbegrensde eerzucht. Op zekeren dag vroeg hij hem: Kent gij Spaansch? Neen sire! Dat is jammer. De edele dacht dat zijn vorst hem misschien tot gezant in Spanje wilde benoemen en hij legde zich met buitengewonen ijver op de taal toe. Dag en nacht studeerde hij. Weldra was hij haar zoo goed als machtig en verscheen weer met een uit geteerd gelaat bij den koning. Sire, ik ken Spaansch. Goed zoo. Zou je met een Spanjaard kun nen spreken! Zeker sire! Mooi. Nu kun je Don Quichotte in 't Spaansch lezen. Het is nu eenmaal een hebbelijkheid van vele historici en historisch aangelegde personen, aller lei op den voorgrond tredende verschijnselen op hun stamboom te onderzoeken en zoo mogelijk uit te vinden, van wanneer hun eerste optreden da teert. Niets is tegenwoordig meer actueel dan een staking, en het was dan ook te verwachten, dat men vroeg of laat te hooren zou krijgen, wan neer de eerste staking op aarde uitbrak. De Zweedsche professor Kohringberg meent het ant woord te hebben gevonden. Namelijk onder ko ning Cheops van Egypte, die de groote pyramide liet bouwen, waaraan 50.000 menschen werk von den, die op een goeden dag het bijltje erbij neer legden wegens de slechte en onvoldoende voe ding. Aanvankelijk trachtte de koning de man nen te overreden, maar toen dit niet lukte, liet hij zijn troepen opmarcheeren. Eenige duizenden op standelingen werden gedood en de overigen vluchtten het land uit. Hiermee was de staking afgeloopen en men vervolgde den bouw der pyra mide met andere arbeiders. Welk volk loog het meest? De Grieken, want men zegt: Mono-loog, Dia loog, Epi-loog, Grafo-loog en Pro-loog. Een reiziger, die 's avonds doodmoede en laat in een hotel kwam, schreef in het register onder het hoofd: Van waar? Amsterdam. Waarheen? Naar bed. Kellner: Wilt u voor twee gulden of voor een rijksdaalder dineeren, meneer? Welk verschil is daarin? Tien stuivers, meneer. Heb je de mazelen erger dan Bobby gehad, Jantje? Veel erger, grootmama, ik kreeg ze in de vacantie. Hij: Als je niet ophoudt, zal ik mijn verstand nog verliezen. Zij: Ik zal uitscheiden het zal zoo moeilijk terug te vinden zijn. Vader: Wat heb je met die gulden gedaan, die ik je voor je verjaardag gegeven heb? Keesje: Die heb ik aan een armen man gege ven Vader: Dat is prachtig, mijn jongen! Keesje: een arme man, die ijswafelen ver koopt. Q BERLAH NSTEIN Natuurlijk Bronwater. NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ Opgericht 1887.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Bergensche bad-, duin- en boschbode | 1932 | | pagina 2